Ontwikkelingsdoelen. 1. Motorische competenties. Fundamentele basiscompetenties Lichaams- en bewegingsbeheersing. Lichaams- en bewegingsorganisatie



Vergelijkbare documenten
EINDTERMEN (ET) LICHAMELIJKE OPVOEDING LAGER ONDERWIJS

Eindtermen: Activiteiten + 6 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties 1.5. Materiaal Materiaal 1.24

Lichamelijke opvoeding: leerlijnen leerplandoelen en leerinhouden 1 ste 2 de 3 de graad

Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Spelletjes: moeilijkheidsgraad makkelijk

Eindtermen: Activiteiten + 12 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Je vindt het op. Voorwoord p. 2 Hopsakee p. 3. Materiaallijst p. 12 Nuttige informatie kaft

DOELENKADERS 1 ste 2 de 3 de graad: leerlijnen (resultaatsverplichting - *inspanningsverplichting)

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

Onderzoek naar de onderwijskwaliteit in basisonderwijs: Lager - Gesprek lln. Verantwoord en veilig bewegen 1.3

Onderzoek naar de onderwijskwaliteit in basisonderwijs: Kleuter - globaal. Zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties 1.5

PERSOONSGEBONDEN ONTWIKKELING DOELENKAARTEN

Spelfiches voor de kleuters

Zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties 1.5 Bevorderend/Beperkend Planningsdocumenten Expertise lkr. Samenhang. Evaluatiepraktijk 1.

Eindtermen: Activiteiten + 12 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Overzicht van de leergebiedgebonden, leergebied-overschrijdende, vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen EHBO en de ontwikkelingsdoelen.

Algemene ontwikkelingsdoelen OV1-2

ALGEMENE ONTWIKKELINGSDOELEN - Kleuters

Olympische kleuterspelen

1. LEERGEBIED LICHAMELIJKE OPVOEDING

PERSOONSGEBONDEN ONTWIKKELING DOELENKAARTEN /KDR

KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek 1e rapport: Datum gesprek 2e rapport: KIJK! 1-2 Bazalt Educatieve Uitgaven

Lichamelijke opvoeding en de vakoverschrijdende eindtermen (VOET) en ontwikkelingsdoelen (VOOD)

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten

Leerplan Bewegingsopvoeding

ATTITUDINALE DOELEN VOOR DE KLEUTERSCHOOL Klas : Schooljaar : Thema's I II III trimester

Bijlage. Ontwikkelingsdoelen buitengewoon basisonderwijs type basisaanbod

Inhoud. Overzicht van de symbolen 9. Dankwoord 10 DEEL 1 THEORIE Decretale ontwikkelingsdoelen 19

V. Praktische proef lichamelijke opvoeding

Jaarplan Jaarplan LO 5SV Patteet Gina

Evenwicht in het bos. 2 x 50' Doelen ET GO! OVSG ZILL. Fysieke vaardigheden - Fit in het bos Activiteit 3

Wim van Gelder Elly van Hyfte

Leergebied Lichamelijke opvoeding

De Plecker Gwenny 18 april LO

Onderzoek lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs Januari 2018

Leerplan Steinerscholen Basisonderwijs

Bewegingsonderwijs en sport (PO - vmbo)

Rapport Lotje H. Naam Lotje H. Geboortedatum School/Locatie Boogschutter 0-7. Schooljaar Aanmaakdatum

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

VR DOC.0153/3BIS

informatie voor de onderwijspraktijk Ontwikkelingsdoelen EN Eindtermen

Eindtermen lager onderwijs die van toepassing zijn tijdens Op stap voor het klimaat

Activiteitenlijst Kinderbegeleider Duaal

De Vakman. De leerling hanteert de muzikale parameters en componenten. De leerling leest en schrijft de muziektaal

Lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs

Lesidee: handen aan het stuur

Activiteitenlijst - Baby s en peuters

Leerplan Lichamelijke opvoeding

Activiteitenlijst Kinderbegeleider Duaal

Aflevering. Boekentas ordenen. Instrumenten herkennen Muzische vorming, Muziek 2.5. Knutseltas. Knutselharp. Sjakie en de bonenstaak

GEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS

Kennis rond dementie, familierelaties en verlieservaringen is onontbeerlijk.

Vlaanderen is onderwijs & vorming. Bewegingslandschap voor kinderen van de 1 ste kleuterklas SCHOOLONDERSTEUNING

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

OVERZICHT PLANNING LICHAMELIJKE OPVOEDING

Verbondenheid met zichzelf, anderen, gemeenschappen, natuur en cultuur

Dag van de trainer. Hoe schermen spelenderwijs aanleren?

Tussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling. Zelfbeeld. *bron: SLO ;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7

Pedagogische Visie en Beleid

Spelletjes: moeilijkheidsgraad moeilijk

beroepskwalificaties amateur vertolkend muzikant

V. VONDERLYNCK M. BOGAERT. Brochure Lager Onderwijs Vlaamse Basketballiga Bloso

Competentiewoordenboek niet-kaderleden

Visie (Pedagogisch werkplan)

Evaluatiebundel - Werkplek baby s en peuters

17 oktober 2015: Beweegdiploma voor trainers van andere bonden. Verkorte opleiding Beweegdiploma nu ook voor trainers van niet gymnastiek clubs!

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten

Bewegingsonderwijs en sport (PO - havo/vwo)

de leerling is geconcentreerd en toont zin voor afwerking de leerling communiceert over zijn/haar kunstbeleving

LEERPLAN BASISONDERWIJS

Mogelijke functiebenaming. Vrijwilliger buurtbemiddeling, buurtbemiddelaar. Context/werkzaamheden

Concretisering ontwikkelingsdoelen sociaal-emotionele ontwikkeling type 3 (servicedocument)

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

Lesidee: niet stunten op straat

jongerenbuurtbemiddelaar. gesprek eerste partij x* x gesprek tweede x* x partij bemiddelingsgesprek x* x beide partijen verslaglegging t.b.v.

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

De student toont weinig interesse in. De student toont interesse in de uitgangspunten en de visie van de stageschool.

Jeugdwerker (jongerencultuur) - tijdelijk

Naam : Geboortedatum :

Informatiemap BuBaO: deel 3 - buitengewoon onderwijs type 8

Feedbackmapje Naam leerling: Richting: Kinderbegeleider duaal. Mevr. An Treuttens. Kinderbegeleider duaal Don Bosco Halle

Piramide 4: muzische vorming

Polyvalent Technieker

Draaiboek educatieve pakketten

Specificaties. Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg. Creëer een veilig seksueel klimaat. Werksituatie:

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling: Omgaan met zichzelf

De Ruwardtest in de praktijk. Hilde Pauwels en An Saey 21 oktober 2015

* schrappen wat niet past

Arrangement: Sport en spel

Waarom classificeren? Wat is een classificatiesysteem? Welke classificatiesystemen? MACS GMFCS CFCS

Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang. 2 Opvoeden en ontwikkelen van het kind/de jongere

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK

Beroepscompetentieprofiel gastouder

Bijlage 20 Zelfassessment adequaat samenwerken met ouders

Bekijk het maar! met Suus & Luuk

Leerplan Lichamelijke Opvoeding

Transcriptie:

Ontwikkelingsdoelen 1. Motorische competenties Fundamentele basiscompetenties Lichaams- en bewegingsbeheersing 1. De leerling beweegt zich doorheen diverse ruimtelijke hindernissen. 2. De leerling behoudt het evenwicht in verplaatsingen en bij houdingen op diverse steunvlakken. 3. De leerling vangt het eigen lichaamsgewicht veilig op door middel van landen en vallen. 4. De leerling heft, draagt en verplaatst veilig, aan zijn mogelijkheden aangepast materiaal. 5. De leerling wendt de motorische basisbewegingen voldoende flexibel en beheerst aan in gevarieerde bewegingssituaties. Lichaams- en bewegingsorganisatie 6. De leerling schakelt voor verschillende basisbewegingen de ledematen functioneel en gecoördineerd in. 7. De leerling combineert verschillende basisbewegingen. Opbouw, grenzen en verhoudingen van het lichaam 8. De leerling toont in het bewegen dat hij spontaan rekening houdt met de opbouw, de grenzen en de verhoudingen van zijn lichaam. 9. De leerling ervaart en beseft dat de lichaamsopbouw en organisatie dezelfde blijft ondanks houdings- en ruimtelijke veranderingen. Lichaamsbesef en lateraliteit Onderwijs en Vorming 1

10. De leerling is zich bewust van zijn eigen lichaam en de verschillende lichaamsdelen. 11. De leerling ervaart en is zich bewust van zijn eigen lichaam en de verschillende lichaamsdelen. 12. De leerling voert symmetrische en asymmetrische bewegingen uit. 13. De leerling kent zijn voorkeurhand en voet en gebruikt deze ook efficiënt. 14. De leerling kent en gebruikt zijn voorkeurszijde om te wenden en te draaien rond de lenteas. 15. De leerling duidt bij zichzelf de linker- en de rechterkant aan. 16. De Leerling draagt links en recht over op een voorwerp of een andere persoon. 17. De leerling verwoordt welke beweringen moeten worden uitgevoerd om een opdracht te volbrengen, zonder deze beweging effectief uit te voeren (bewegingsen houdnsvoorstelling). Rustervaringen 18. De leerling creëert een sfeer van rust en stilte of is in staat om deze sfeer over ter nemen. 19. De Leerling heeft in rust controle over de ademhaling en de spieren. 20. De leerling benut rustervaringen om de lichaamsgevoeligheid (proprioceptie) te bevorderen. Ruimte- en tijdsfactoren 21. De leerling lokaliseert zichzelf, anderen of voorwerpen in de ruimte. 22. De leerling houdt tijdens het bewegen rekening met plaatsaandruidingen en ruimtelijke afbakeningen. 23. De leerling gaat tijdens het bewegen adequaat om met de tijdsduur, richting en te overbruggen afstand. 24. De leerling houdt in bewegingssituaties rekening met tempo. 25. De leerling voert bewegingen uit op een opgelegd metrum of ritme. 26. De leerling houdt in bewegingssituaties rekening met verschillende ruitme- en /of tijdsfactoren tegelijkertijd. 27. De leerling stemt het eigen bewegen zowel af op de verplaatsingsrichting als op de bewegingssnelheid van personen of voorwerpen. Onderwijs en Vorming 2

28. De leerling beweegt efficiënt onder tijdsdruk zowel bij grootmotorische als bij kleinmotorische activiteiten. Grootmotorische vaardigheden en acties in gevarieerde situaties. Grootmotorische basisbewegingen 29. De leerling toont een toenemende bedrevenheid in basisbewegingen met betrekking tot de kind-eigen bewegingscultuur. 30. De leerling balanceert op de grond en op diverse soorten toestellen. 31. De leerling beheerst verschillende vormen van springen. 32. De leerling voert verschillende vormen van rollen uit. 33. De leerling voert aan een toestel draaibewegingen rond de breedte-as uit. 34. De leerling klimt op diverse klimtoestellen en daalt er veilig van af. 35. De leerling past zijn loopstijl en tempo aan de afstand aan. 36. De leerling werpt en vangt verschillende voorwerpen op diverse manieren op. 37. De leerling kent mogelijke vormen van rollend en/of glijdend materiaal en kan er veilig mee omgaan en /of er zich veilig mee voortbewegen. Bewegen in verschillende milieus 38. De leerling beweegt op een angepaste manier in de vrije natuur. 39. De leerling voelt zich veilig in het water en zwemt in het water. Kleinmotorische vaardigheden in gevarieerde situaties. 40. De leerling bezit een correcte lichaamshouding, -tonus en differentiatie in de beweging van de bovenste ledematen. 41. De leerling toont een toenemende bedrevenheid in het functioneel aanwenden van kleinmotorische vaardigheden. 42. De leerling gebruikt de functionele grepen gedifferentieerd voor het hanteren van voorwerpen. 43. De leerling brengt onder tijdsdruk kleinmotorische taken tot een goed einde. Zelfstandig en bewust functioneren in bewegingssituaties Onderwijs en Vorming 3

Sensorische prikkels 44. De leerling concentreert zich op de relevante prikkel(s). Handelend omgaan met betekenisinhouden van bewegingssituaties 45. De leerling toont een toenemend begrijpen, toepassen en verwoorden van betekenisinhouden in bewegingssituaties. Bewegingsantwoorden 46. De leerling begrijpt eenvoudige bewegingssituaties en speltaken en kan er gepast op reageren. Opeenvolgende handelingen 47. De leerling onderbreekt doelgericht een beweging en laat ze opvolgen door een andere beweging. 48. De leerling zoekt zelf een uitvoeringsvolgorde in een bepaalde opstelling van toestellen. 49. De leerling onthoudt een aantal bewegingspatronen of opeenvolgende handelingen en voert ze uit. Oplossen van kind-aangepaste bewegingsproblemen 50. De leerling blijft geconcentreerd bezig met een bewegingstaak of probleem. 51. De leerling zoekt naar een oplossing voor een bewegings- of spelprobleem. 52. De leerling past geleerde bewegingsprincipes toe in andere bewegingssituaties. 53. De leerling is bereid om over zijn aanpak voor, tijdens en na het oplossen van een bewegingsprobleem na te denken. Onderwijs en Vorming 4

Spel en sportspel 54. De leerling beheerst fundamentele bewegingsvaardigheden die nodig zijn om een eenvoudig bewegings- of sportspel te kunnen spelen. 55. De leerling leeft zich in een spel in en kan hierbij verschillende rollen waarnemen. 56. De leerling past de afgesproken spelregels toe en aanvaardt sancties. Beweging als expressie- en communicatiemiddel 57. De leerling wendt lichaamstaal aan als expressiemiddel. 58. De leerling gebruikt lichaamstaal als communicatiemiddel. 2. Gezonde en veilige levensstijl Fitheid 59. De leerling ontwikkelt uithouding, kracht, lenigheid, snelheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken en te onderhouden. 60. De leerling heeft notie over eigen constitutie (houdings- en bewegingsbewustzijn) en ontwikkelt een correcte lichaamshouding. 61. De leerling herkent vermoeidheidsverschijnselen en beseft het belang van opwarming voor en tot rust komen na fysieke activiteiten. 62. De leerling kent de mogelijkheden om buiten de les Lichamelijke Opvoeding een voorkeursport te beoefenen. Verantwoord en veilig bewegen 63. De leerling kent elementaire regels om zichzelf en anderen te beschermen en past ze ook toe. 64. De leerling beheerst zijn impulsiviteit in bewegingssituaties. 65. De leerling beweegt zich veilig in zijn leefomgeving. Onderwijs en Vorming 5

66. De leerling herkent gevaarlijke situaties en reageert gepast. 3. Zelfconcept en sociaal functioneren Zelfconcept Positieve bewegingsgezindheid 67. De leerling leeft zich uit in spel en beweging. 68. De leerling toont belangstelling om diverse bewegingssituaties te verkennen. 69. De leerling is bereid zich in te zetten voor een bewegingsopdracht, de opdracht vol te houden en af te werken. Positief en realistisch zelfbeeld 70. De leerling toont belangstelling om diverse bewegingssituaties te verkennen. 71. De leerling is bereid zich in te zetten voor een bewegingsopdracht, de opdracht vol te houden en af te werken. 72. De Leerling streeft ernaar zijn motorische en lichamelijke capaciteiten maximaal te ontplooien. Zich motorisch en emotioneel op een aanvaardbare wijze uiten 73. De leerling voelt zijn eigen mogelijkheden en begrenzingen aan. 74. De leerling heeft voldoende zelfvertrouwen en durf. Sociaal functioneren 75. De leerling geeft anderen ruimte om te spelen zodat iedereen zinvol kan deelnemen aan spel. 76. De leerling neemt deel aan bewegingsactiviteiten in een geest van fair-play. 77. De leerling heeft respect en draagt zorg voor materiaal en kleding. 78. De leerling volgt binnen een eenvoudige spelvorm één tot twee spelregels op. Onderwijs en Vorming 6

79. De leerling gaat spontaan over tot het maken van eenvoudige afspraken binnen het functioneren in subgroepjes. Onderwijs en Vorming 7