PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 mei 2006 (17.05) (OR. en) 8498/06 Interinstitutioneel dossier: 2003/0168 (COD) LIMITE



Vergelijkbare documenten
EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75

De Rome II-Verordening

Inhoud Voorwoord 11 Lijst van afkortingen Verkort geciteerde literatuur

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN VAN DE RAAD

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 177/11

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en)

14899/09 HD/mm DG H 2 A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 november 2003 (OR. fr) 14303/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0150 (AVC) JUSTCIV 236 ATO 193

Toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed *

L 343/10 Publicatieblad van de Europese Unie

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 november 2007 (04.12) (OR. en) 14449/07 JUSTCIV 281

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Verdrag betreffende het toepasselijke recht op vertegenwoordiging

PUBLIC 9703/1/10 REV 1

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

[vindplaats: Pb. L. 4 juli 2008, afl. 177, 6; rectificatie Pb. L. 24 november 2009, afl. 309, 87]

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Dit Verdrag is van toepassing, welke ook de rechter of de autoriteit is die kennis dient te nemen van het geschil.

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar VOORSTEL VOOR EEN VERORDENING VAN DE RAAD Brussel, 17 juli 2006

Verdrag inzake de wet welke van toepassing is op verkeersongevallen op de weg. De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend,

VERORDENING (EG) Nr. 593/2008 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 17 juni 2008

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 juli 2000 (17.07) (OR. fr) 9735/00 ADD 1 LIMITE JUSTCIV 75

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

PUBLIC. Brussel, 4 oktober 2007 (12.10) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /07 Interinstitutioneel dossier: 2005/0261 (COD) LIMITE

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS)

PUBLIC LIMITE L RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 22 maart 2006 (29.03) (OR. fr) 7645/06 LIMITE JUR 119 JUSTCIV 77 CODEC 272

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

KNIPPERLICHTEN. Handelsrecht. Luc Demeyere

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 januari 2008 (OR. en) 15003/07 Interinstitutioneel dossier: 2004/0251 (COD) JUSTCIV 301 CODEC 1225

Publicatieblad van de Europese Unie L 136/3 RICHTLIJNEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en)

Geleid door de wens gemeenschappelijke bepalingen vast te stellen betreffende het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime,

Hebben besloten hiertoe een Verdrag te sluiten en zijn overeengekomen als volgt:

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 februari 2010 (OR. en) 5306/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0189 (NLE) JAI 35 COPEN 7

Verdrag inzake de voltrekking en de erkenning van de geldigheid van huwelijken

5307/10 VP/mm DG H 2 B

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 8 december 2008 (OR. fr) 16242/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) LIMITE FISC 171

Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN GROENBOEK

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2000 (11.10) (OR. en) 12089/00 Interinstitutioneel dossier: 1999/0152 (COD) LIMITE

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 mei 2010 (OR. en) 9925/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0006 (NLE) SIRIS 83 SCHENGEN 42 COMIX 372

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

PUBLIC. Brussel, 24 oktober 2008 (30.10) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE 14625/08. Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) 2008/0059 (C S)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau enz. enz. enz.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO UE-MA 2706/10

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2004 (29.11) (OR. en) 14504/1/04 REV 1 LIMITE

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Publicatieblad Nr. L 018 van 21/01/1997 blz

9114/19 JVB/jvc/srl JAI.2

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A

18475/11 las/gra/fb 1 DG H 2A

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2008 (OR. en) 9196/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0048 (AVC) JUSTCIV 94 CH 28 ISL 15 N 18

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1994 Nr. 168

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT 2004/0045 (COD) PE-CONS 3601/05 ENV 16 CODEC 22 OC 5

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 juni 2003 (06.06) (OR. en) 9748/03 LIMITE VISA 91 FRONT 67 COMIX 326

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125

(2002/C 42/07) Gelet op de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst ( 1 ), inzonderheid op artikel 43, lid 1,

Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD over de invoering van de euro /* COM/96/0499 DEF - CNS 96/0250 */

Transcriptie:

Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 mei 2006 (17.05) (OR. en) PUBLIC 8498/06 Interinstitutioneel dossier: 2003/0168 (COD) LIMITE JUSTCIV 105 CODEC 358 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht ( Rome II ) nr. vorig doc.: 8417/06 JUSTCIV 104 CODEC 350 + Addenda nr. Comv.: 6622/06 JUSTCIV 32 CODEC 171 Betreft: Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen ("ROME II") 1. Hierbij gaat voor de delegaties de tekst van het op 27/28 april door Raad JBZ goedgekeurde voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen ("ROME II"), waarin ook de overwegingen zijn opgenomen. 8498/06 ier/sav/hd 1

2003/0168 (COD) Ontwerp- VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD BETREFFENDE HET RECHT DAT VAN TOEPASSING IS OP NIET-CONTRACTUELE VERBINTENISSEN ("ROME II") HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 61, punt c), en artikel 67, Gezien het voorstel van de Commissie 1, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 2, Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag 3, Overwegende hetgeen volgt: (1) De Unie heeft zich ten doel gesteld een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te handhaven en te ontwikkelen. Om geleidelijk een dergelijke ruimte tot stand te kunnen brengen moet de Gemeenschap met name, voor zover dit voor een goede werking van de interne markt noodzakelijk is, maatregelen nemen op het gebied van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken die grensoverschrijdende gevolgen hebben. 1 2 3 PB C [...] van [...], blz. [...]. PB C [...] van [...], blz. [...]. Advies van het Europees Parlement van [ ] (PB C [...] van [...], blz. [...]). 8498/06 ier/sav/hd 2

(1 bis) Overeenkomstig artikel 65, punt b), van het Verdrag omvatten deze maatregelen maatregelen ter bevordering van de verenigbaarheid van de in de lidstaten geldende regels voor wets- en jurisdictieconflicten. (2) ( ) (3) Tijdens de bijeenkomst in Tampere van 15 en 16 oktober 1999 heeft de Europese Raad bevestigd dat het beginsel van wederzijdse erkenning van vonnissen en andere beslissingen van gerechtelijke autoriteiten de hoeksteen van de justitiële samenwerking in burgerrechtelijke zaken zou moeten worden, en de Commissie en de Raad verzocht een pakket maatregelen vast te stellen om gestalte te geven aan het beginsel van wederzijdse erkenning. (3 bis) Op 30 november 2000 heeft de Raad een programma van maatregelen voor de uitvoering van het beginsel van wederzijdse erkenning van beslissingen in burgerlijke en handelszaken aangenomen 1. In dit programma worden de maatregelen voor de harmonisatie van de collisieregels aangemerkt als maatregelen die de wederzijdse erkenning van beslissingen helpen te bevorderen. (3 ter) In het op 5 november 2004 door de Europese Raad goedgekeurde Haagse Programma wordt opgeroepen voortvarend verder te werken aan het conflictenrecht inzake nietcontractuele verbintenissen ( Rome II ). 4. De goede werking van de interne markt vereist, ter bevordering van de voorspelbaarheid van de uitslag van rechtsgedingen, de rechtszekerheid en het vrij verkeer van vonnissen, dat de in de lidstaten geldende collisieregels hetzelfde nationale recht aanwijzen, ongeacht bij welke rechter het geding aanhangig wordt gemaakt. 1 PB C 12 van 15.1.2001, blz. 1. 8498/06 ier/sav/hd 3

(5) Het toepassingsgebied van de verordening moet zodanig worden vastgesteld dat de samenhang met Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad en met het Verdrag van Rome van 1980 wordt verzekerd. (5 bis) Deze verordening is van toepassing ongeacht de aard van het gerecht. (5 ter) Onder acta iure imperii dienen ook te vallen vorderingen jegens ambtenaren die namens de staat optreden, alsmede de aansprakelijkheid van de overheid, waaronder begrepen van overheidswege benoemde ambtsdragers. Zulke vorderingen vallen dus ook buiten het toepassingsgebied van de verordening. (5 quater) Familierechtelijke betrekkingen omvatten bloedverwantschap, huwelijk en aanverwantschap. Deze begrippen moeten worden uitgelegd overeenkomstig het toepasselijke nationale recht. De verwijzing in lid 2 van artikel 1 naar relatievormen die met het huwelijk en andere familierechtelijke betrekkingen vergelijkbare gevolgen hebben, zal worden uitgelegd overeenkomstig het recht van de lidstaat waar de zaak aanhangig wordt gemaakt. (5 quinquies) Het begrip niet-contractuele verbintenis verschilt per lidstaat. Derhalve dient het in deze verordening als een autonoom begrip te worden opgevat. (6) Alleen eenvormige regels die worden toegepast ongeacht het recht dat zij aanwijzen, kunnen concurrentievervalsing tussen communautaire justitiabelen voorkomen. (7) Weliswaar is de lex loci delicti commissi in nagenoeg alle lidstaten het basisbeginsel met betrekking tot niet-contractuele verbintenissen, maar indien de elementen van de zaak verspreid zijn over meerdere lidstaten, leidt de concrete toepassing van dit principe niettemin tot verschillende oplossingen. Dit zorgt voor rechtsonzekerheid. 8498/06 ier/sav/hd 4

(8) De eenvormige regel moet de voorspelbaarheid van rechterlijke uitspraken vergroten en een redelijk evenwicht garanderen tussen de belangen van de persoon die aansprakelijk wordt gesteld en die van de persoon die schade lijdt. De aanknoping met het land van de plaats waar de directe schade zich heeft voorgedaan (lex loci damni) zorgt voor een billijk evenwicht tussen de belangen van de persoon die de schade veroorzaakt en van de persoon die schade lijdt, en ligt tevens in de lijn van de moderne opvatting van het aansprakelijkheidsrecht en van de ontwikkeling van stelsels van schuldloze aansprakelijkheid. (8 bis) Zoals bepaald in artikel 3, lid 1, is de algemene regel in deze verordening de "lex loci damni". Lid 2 van artikel 3, dat beschouwd moet worden als een uitzondering op dit algemene beginsel, geeft voor het geval dat beide partijen hun gewone verblijfplaats in hetzelfde land hebben, een bijzonder aanknopingspunt. Lid 3 dient te worden opgevat als een ontsnappingsclausule ten opzichte van de leden 1 en 2, voor het geval dat uit de omstandigheden van de zaak blijkt dat de onrechtmatige daad kennelijk meer verband houdt met een andere lidstaat. (8 ter) Zo is in geval van letselschade en vermogensschade het land waar de schade zich voordoet het land waar het letsel of de materiële schade is opgelopen. (9) Er dient te worden voorzien in specifieke regels voor bijzondere soorten van onrechtmatige daden waarvoor op grond van de algemene regel geen billijk evenwicht kan worden bereikt tussen de in het geding zijnde belangen. (10) Inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken moet de collisieregel beantwoorden aan doelstellingen zoals een billijke verdeling van de risico's die verbonden zijn aan een moderne, technisch geavanceerde samenleving, bescherming van de gezondheid van de consument, streven naar vernieuwing, het garanderen van niet-vervalste concurrentie en vergemakkelijking van het handelsverkeer. Een systeem van hiërarchisch geordende aanknopingspunten, in combinatie met een clausule inzake voorspelbaarheid, biedt in het licht van deze doelstellingen een evenwichtige oplossing. Het eerste element waarmee rekening wordt gehouden het recht is van het land waar degene die schade lijdt, zijn gewone verblijfplaats had op het tijdstip dat de schade zich voordeed, mits het product in dat land op de markt is gebracht. Onverminderd het bepaalde in artikel 3, lid 2, en de mogelijkheid dat er een klaarblijkelijk nauwere samenhang met een ander land bestaat, treden de andere elementen van de hiërarchie in werking indien het product niet in dat land op de markt is gebracht. 8498/06 ier/sav/hd 5

(11) Inzake oneerlijke concurrentie handelspraktijken dient de algemene collisieregel bescherming te bieden aan concurrenten, consumenten en het publiek in het algemeen, en tevens garant staan voor het goed functioneren van de markteconomie. Door aanknoping met het recht van het land waar de concurrentieverhoudingen dan wel de gezamenlijke belangen van de consumenten dreigen te worden aangetast, kunnen deze doelstellingen in het algemeen worden bereikt, hoewel in bijzondere gevallen andere regels gepast zouden kunnen zijn. De bijzondere regel in artikel 5 vormt geen uitzondering op de algemene regel in artikel 3, maar juist een verduidelijking daarvan. (11 bis) Inbreuken op de nationale en de communautaire mededingingsregels omvatten mede nietcontractuele verbintenissen die voortvloeien uit beperking van de mededinging. Het recht dat op dergelijke niet-contractuele verbintenissen van toepassing is, is het recht van het land waar de beperking invloed heeft of zou kunnen hebben op de markt, waarbij het wel om een rechtstreekse en aanzienlijke invloed moet gaan. (11 ter) Onder artikel 5 vallen bijvoorbeeld overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke de handel in of tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen een lidstaat of op de gemeenschappelijke markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst, alsmede het misbruiken van een machtspositie in een lidstaat of op de gemeenschappelijke markt. (12) geschrapt. (13) Met betrekking tot milieu-inbreuken vormt artikel 174 van het Verdrag - door het voorschrijven van een hoog niveau van bescherming, dat berust op het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen, het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron dienen te worden bestreden, en het beginsel dat de vervuiler betaalt - een afdoende verantwoording voor de toepassing van het beginsel van voorrang voor de persoon die schade lijdt. De vraag of degene die schadevergoeding vordert het toepasselijk recht kan kiezen, dient te worden beantwoord aan de hand van de wetgeving van de lidstaat van de aangezochte rechter. 8498/06 ier/sav/hd 6

(14) Ten aanzien van inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten dient het algemeen erkende beginsel lex loci protectionis te worden gehandhaafd. Voor de toepassing van de onderhavige verordening worden onder intellectuele-eigendomsrechten verstaan: het auteursrecht, de naburige rechten, het recht sui generis inzake de bescherming van gegevensbestanden, en de industriële-eigendomsrechten. (14 bis) Het deelnemen aan, respectievelijk voeren van, vakbondsactieacties is een basisrecht van werknemers en vakbonden, waarbij het precieze begrip "vakbondsactie" per lidstaat verschilt. Derhalve wordt in deze verordening als algemeen beginsel aangehouden dat het recht van het land waar de vakbondsactie is gevoerd van toepassing is, ongeacht de plaats waar de schade zich voordoet, zulks ter bescherming van de rechten en plichten van de werknemers en vakbonden in het land waar de vakbondsactie is gevoerd. (14 ter) Indien er bijvoorbeeld een vakbondsactie wordt gevoerd in het land van oorsprong, vallen alle niet-contractuele verbintenissen die uit de actie voortvloeien, onder het recht van dat land, ook indien de schade elders geleden wordt. (14 quater) De bijzondere regel van artikel 8 bis over vakbondsacties laat de voorwaarden betreffende het voeren van vakbondsacties overeenkomstig het nationale recht en de in het nationale recht van de lidstaten geldende rechtspositie van de representatieve werknemersorganisaties of vakbonden onverlet. (15) Er dient te worden voorzien in soortgelijke regels voor gevallen waarin schade wordt veroorzaakt door een feit dat geen onrechtmatige daad is, zoals ongerechtvaardigde verrijking, zaakwaarneming en precontractuele aansprakelijkheid. (15 bis) Precontractuele aansprakelijkheid is, voor de toepassing van deze verordening, een autonoom begrip, dat niet noodzakelijkerwijs in de zin van het nationale recht dient te worden geïnterpreteerd. Het dient mede in te houden het achterhouden van informatie en het doen mislukken van besprekingen over contracten. Deze bepaling geldt uitsluitend niet-contractuele verbintenissen die rechtstreeks samenhangen met de onderhandelingen voorafgaand aan de sluiting van een overeenkomst. Dit betekent dat indien iemand tijdens de onderhandelingen letsel oploopt, artikel 3 of andere bepalingen van de verordening op hem van toepassing zijn. 8498/06 ier/sav/hd 7

(16) In het belang van hun wilsautonomie moeten de partijen kunnen kiezen welk recht van toepassing zal zijn op een niet-contractuele verbintenis. Om zwakke partijen te beschermen is het wenselijk aan deze vrije rechtskeuze bepaalde voorwaarden te verbinden. (17) Om redenen van algemeen belang is het in uitzonderlijke omstandigheden gerechtvaardigd dat de rechters van de lidstaten zich, met volledige inachtneming van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, beroepen op rechtsfiguren zoals de exceptie van openbare orde en op bepalingen van bijzonder dwingend recht. (18) Het streven naar een billijk evenwicht tussen de partijen veronderstelt dat rekening wordt gehouden met de veiligheidsvoorschriften en gedragsregels die gelden in het land waar het schadeveroorzakende feit is gepleegd, zelfs indien op de niet-contractuele verbintenis een ander recht van toepassing is. De uitdrukking veiligheidsvoorschriften en gedragsregels dient in brede zin te worden opgevat, en verwijst aldus naar alle verordeningen die op enigerlei wijze met veiligheid en gedrag verband houden, bijvoorbeeld verordeningen betreffende het vervaardigen, controleren en repareren van het product en betreffende veiligheidsvoorzieningen waarmee het product is uitgerust, alsook, in geval van ongelukken, naar de verkeersregels. (19) Voorkomen dient te worden dat verwijzingsregels worden verspreid over verschillende instrumenten en dat deze regels onderling afwijken 1. Overeenkomstig artikel 23 moet deze verordening evenwel de toepassing onverlet laten van andere instrumenten waarin bepalingen met het oog op de goede werking van de interne markt zijn vervat, voorzover deze bepalingen niet in combinatie met het door de regels van internationaal privaatrecht aangewezen recht kunnen worden toegepast. 1 Zie de Gemeenschappelijke verklaring bij Verdrag van 1980 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, PB C 8498/06 ier/sav/hd 8

(20) De eerbiediging van de internationale verplichtingen van de lidstaten vereist dat deze verordening internationale verdragen en internationale overeenkomsten waarbij op het tijdstip van de vaststelling van deze verordening een of meer lidstaten partij zijn, onverlet laat. Om de geldende regels toegankelijker te maken zal de Commissie aan de hand van de gegevens die de lidstaten haar doorgeven, de lijst van de betrokken overeenkomsten bekendmaken in het Publicatieblad van de Europese Unie. (20 bis) De Commissie zal het Europees Parlement en de Raad een op artikel 65 van het Verdrag gebaseerd voorstel voorleggen over de procedures en voorwaarden volgens welke de lidstaten het recht hebben om in afzonderlijke en uitzonderlijke gevallen en met betrekking tot sectorale aangelegenheden zelf met derde landen over overeenkomsten te onderhandelen en overeenkomsten houdende bepalingen betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen te sluiten. (21) Aangezien het doel van het voorgenomen optreden ( ) niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en de gevolgen van deze verordening beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen vaststellen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan hetgeen noodzakelijk is om deze doelstellingen te bereiken. (22) Overeenkomstig artikel 3 van het protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, hebben het Verenigd Koninkrijk en Ierland laten weten dat zij wensen deel te nemen aan de aanneming en de toepassing van deze verordening. (23) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het protocol betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze verordening, die dus niet verbindend is voor, noch van toepassing is op deze lidstaat, 8498/06 ier/sav/hd 9

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Hoofdstuk I - Toepassingsgebied Artikel 1 - ( ) Toepassingsgebied 1. Deze verordening is, in de gevallen waarin tussen de rechtsstelsels van verschillende landen moet worden gekozen, van toepassing op niet-contractuele verbintenissen in burgerlijke en in handelszaken. Zij is in het bijzonder niet van toepassing op fiscale zaken, douanezaken en bestuursrechtelijke zaken, noch op de aansprakelijkheid van de staat wegens een handeling of verzuim bij de uitoefening van het openbaar gezag ("acta jure imperii"). (...) 2. Uitgesloten van het toepassingsgebied van deze verordening zijn: a) niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit familierechtelijke betrekkingen of uit betrekkingen die overeenkomstig het op deze betrekkingen toepasselijke recht vergelijkbare gevolgen hebben, waaronder begrepen onderhoudsverplichtingen; b) niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit het huwelijksvermogensrecht, uit het vermogensrecht met betrekking tot relatievormen die overeenkomstig het op deze relatievormen toepasselijke recht met het huwelijk vergelijkbare gevolgen hebben, of uit het erfenisrecht; c) niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit wisselbrieven, cheques, orderbriefjes of andere verhandelbare waardepapieren, voor zover de verbintenissen uit deze andere papieren het gevolg zijn van de verhandelbaarheid; 8498/06 ier/sav/hd 10

d) niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit het recht inzake vennootschappen, verenigingen en rechtspersonen, zoals de oprichting door registratie of anderszins, de rechts- en handelingsbevoegdheid, het inwendig bestel en de ontbinding van vennootschappen, verenigingen en rechtspersonen, de persoonlijke aansprakelijkheid van de vennoten en de leden van de organen voor de schulden van de vennootschap, vereniging of rechtspersoon, en de persoonlijke aansprakelijkheid van de accountants jegens een vennootschap of de leden van haar organen voor de wettelijke controle op de boekhoudkundige bescheiden; e) niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit de betrekkingen tussen de oprichters, de trustees en de begunstigden van een trust die vrijwillig in het leven is geroepen; f) niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit een kernongeval. g) (...) h) niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer of op de persoonlijkheidsrechten, waaronder begrepen laster, ( ) 2 bis. Onverminderd de artikelen 16 en 17 is de verordening niet van toepassing op de bewijsvoering en de rechtspleging. 3. In deze verordening wordt onder "lidstaat" verstaan, iedere lidstaat, behalve ( ) Denemarken. 8498/06 ier/sav/hd 11

Artikel 1 bis - Niet-contractuele verbintenissen 1. In deze verordening wordt onder schade verstaan, ieder gevolg dat voortvloeit uit onrechtmatige daad, ongerechtvaardigde verrijking, zaakwaarneming of precontractuele aansprakelijkheid. 2. Deze verordening is tevens van toepassing op de niet-contractuele verbintenis die zou kunnen ontstaan. 3. In deze verordening wordt mede verstaan onder: a) schadeveroorzakende gebeurtenis, de schadeveroorzakende gebeurtenis die zich zou kunnen voordoen; b) schade, de schade die zich zou kunnen voordoen. Artikel 2 - Universeel karakter Het door deze verordening aangewezen recht is van toepassing, ongeacht of dit het recht van een lidstaat is. 8498/06 ier/sav/hd 12

Hoofdstuk II - Onrechtmatige daad Artikel 3 Algemene regel 1. Tenzij in deze verordening anders is bepaald, is het recht dat van toepassing is op een onrechtmatige daad het recht van het land waar de schade zich voordoet, ongeacht in welk land de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan en ongeacht in welke landen de indirecte gevolgen van die gebeurtenis zich voordoen. 2. Indien evenwel degene wiens aansprakelijkheid in het geding is en degene die schade lijdt ( ) beiden hun gewone verblijfplaats in hetzelfde land hebben op het tijdstip waarop de schade zich voordoet, wordt de onrechtmatige daad door het recht van dat land beheerst. 3. Indien ( ) uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de onrechtmatige daad kennelijk nauwer samenhangt met een ander dan het in de leden 1 en 2 bedoelde land, is het recht van dat andere land van toepassing. Een kennelijk nauwere band met een ander land zou met name kunnen berusten op een ( ) bestaande, nauw met de onrechtmatige daad samenhangende betrekking tussen de partijen, zoals een overeenkomst. 8498/06 ier/sav/hd 13

Artikel 4 - Productaansprakelijkheid 1. Onverminderd artikel 3, lid 2, wordt de niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit de door een product veroorzaakte schade beheerst door: a) het recht van het land waar degene die schade lijdt, op het tijdstip dat de schade zich voordeed zijn gewone verblijfplaats had, indien het product in dat land op de markt is gebracht; b) subsidiair, het recht van het land waar het product is verkregen, indien het product in dat land op de markt is gebracht; c) subsidiair, het recht van het land waar de schade zich heeft voorgedaan, indien het product in dat land op de markt is gebracht. Indien echter de persoon wiens aansprakelijkheid in het geding is redelijkerwijs niet kon voorzien dat het product, of een soortgelijk product, in ( ) het respectievelijk in de punten a), b) en c) bedoelde land op de markt zou worden gebracht, is het recht van het land waar hij zijn gewone verblijfplaats heeft van toepassing. 2. Indien ( ) uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de onrechtmatige daad kennelijk nauwer samenhangt met een ander dan het in lid 1 bedoelde land, is het recht van dat andere land van toepassing. Een kennelijk nauwere band met een ander land zou met name kunnen berusten op een bestaande ( ) nauw met de onrechtmatige daad samenhangende betrekking tussen de partijen, zoals een overeenkomst. 8498/06 ier/sav/hd 14

Artikel 5 - Oneerlijke concurrentie en daden die de vrije concurrentie beperken 1. De niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit een daad van oneerlijke concurrentie wordt beheerst door het recht van het land waar de concurrentieverhoudingen of de collectieve belangen van de consumenten worden geschaad of dreigen te worden geschaad. 2. In het geval dat een daad van oneerlijke concurrentie uitsluitend de belangen van een bepaalde concurrent schaadt, is artikel 3 van toepassing. 3. De niet-contractuele verbintenis die uit beperking van de mededinging voortvloeit, wordt beheerst door het recht van het land waar de beperking invloed heeft of zou kunnen hebben op de markt. 4. Van het recht dat krachtens dit artikel van toepassing is, kan niet bij overeenkomst op grond van artikel 3 bis worden afgeweken. Artikel 6 Geschrapt Artikel 7 - ( ) Milieuschade De niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit milieuschade dan wel uit letsel- of vermogensschade als gevolg van milieuschade, wordt door het overeenkomstig artikel 3, lid 1, bepaalde recht beheerst, tenzij de persoon die schadevergoeding vordert besluit zijn vordering te baseren op het recht van het land waar de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan. 8498/06 ier/sav/hd 15

Artikel 8 - Inbreuk op intellectuele-eigendomsrechten 1. De niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit een inbreuk op een intellectueleeigendomsrecht, wordt beheerst door het recht van het land waarvoor de bescherming wordt gevorderd. 2. De niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit een inbreuk op een unitair communautair intellectuele-eigendomsrecht, wordt, voor alle aangelegenheden die niet door het desbetreffende communautaire instrument zijn geregeld, beheerst door het recht van de ( ) staat waar de inbreuk is gepleegd ( ). 3. Van het recht dat krachtens dit artikel van toepassing is, kan niet bij overeenkomst op grond van artikel 3 bis worden afgeweken. Artikel 8 bis - Vakbondsacties Onverminderd artikel 3, lid 2, wordt de niet-contractuele verbintenis, wat de aansprakelijkheid van een persoon in de hoedanigheid van werknemer of werkgever of van de organisaties die hun beroepsbelangen vertegenwoordigen voor schade veroorzaakt door een aanstaande of reeds gevoerde vakbondsactie betreft, beheerst door het recht van het land waar de actie zal plaatsvinden of heeft plaatsgevonden. 8498/06 ier/sav/hd 16

HOOFDSTUK III Ongerechtvaardigde verrijking, zaakwaarneming en precontractuele aansprakelijkheid Artikel 9 Geschrapt Artikel 9 bis Ongerechtvaardigde verrijking 1. De niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit ongerechtvaardigde verrijking, waaronder begrepen onverschuldigde betaling, en die tevens verband houdt met een bestaande, ( ) nauw met die ongerechtvaardigde verrijking samenhangende betrekking tussen de partijen, zoals een overeenkomst of een onrechtmatige daad ( ), wordt beheerst door het recht dat op die betrekking van toepassing is. 2. In het geval dat het toepasselijke recht niet op grond van lid 1 kan worden bepaald en de partijen, op het tijdstip van de gebeurtenis die de ongerechtvaardigde verrijking veroorzaakt, hun gewone verblijfplaats in hetzelfde land hebben, wordt de niet-contractuele verbintenis door het recht van dat land beheerst. 3. Indien het toepasselijke recht niet op grond van de leden 1 en 2 kan worden bepaald, wordt de niet-contractuele verbintenis ( ) beheerst door het recht van het land waar de ongerechtvaardigde verrijking zich voordoet. 4. Indien uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de niet-contractuele verbintenis die uit de ongerechtvaardigde verrijking voortvloeit, kennelijk nauwer samenhangt met een ander dan het respectievelijk in de leden 1 tot en met 3 bedoelde land, is het recht van dat andere land van toepassing. 8498/06 ier/sav/hd 17

Artikel 9 ter - Zaakwaarneming 1. Op de niet-contractuele verbintenis die uit zaakwaarneming voortvloeit en die tevens verband houdt met een ( ) bestaande, nauw met die niet-contractuele verbintenis samenhangende betrekking tussen de partijen, zoals een overeenkomst of een onrechtmatige daad ( ), is het recht dat die betrekking beheerst van toepassing. 2. Indien het toepasselijke recht niet op grond van lid 1 kan worden bepaald en de partijen hun gewone verblijfplaats in hetzelfde land hebben op het tijdstip waarop de schadeveroorzakende gebeurtenis zich voordoet, wordt de niet-contractuele verbintenis (...) door het recht van dat land beheerst. 3. Indien het toepasselijke recht niet op grond van de leden 1 en 2 kan worden bepaald, wordt de niet-contractuele verbintenis beheerst door het recht van het land waar de zaakwaarneming heeft plaatsgevonden van toepassing. 4. Indien uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de niet-contractuele verbintenis die uit zaakwaarneming voortvloeit kennelijk nauwer samenhangt met een ander dan het in de leden 1 tot en met 3 bedoelde land, is het recht van dat andere land van toepassing. Artikel 9 quater - Precontractuele aansprakelijkheid 1. De niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit betrekkingen voorafgaand aan de sluiting van een overeenkomst wordt, ongeacht of de overeenkomst al dan niet daadwerkelijk is gesloten, beheerst door het recht dat van toepassing is op de overeenkomst of dat op de overeenkomst van toepassing zou zijn geweest indien zij was gesloten. 8498/06 ier/sav/hd 18

2. Het toepasselijke recht is, indien het niet op grond van lid 1 kan worden bepaald: a) het recht van het land waar de schade zich voordoet, ongeacht in welk land de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan en ongeacht in welke landen de indirecte gevolgen van die gebeurtenis zich hebben voorgedaan, of b) het recht van het land waar de partijen beiden hun gewone verblijfplaats hebben op het tijdstip waarop de schadeveroorzakende gebeurtenis zich voordoet, of c) het recht van een ander dan het respectievelijk in de punten a) en b) bedoelde land waarmee, blijkens het geheel der omstandigheden, de niet-contractuele verbintenis die uit de betrekkingen voorafgaand aan de sluiting van een overeenkomst voortvloeit, kennelijk nauwer samenhangt. Artikel 9 quinquies In dit hoofdstuk is artikel 8 van toepassing op de niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit een inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht. 8498/06 ier/sav/hd 19

HOOFDSTUK IV Rechtskeuze door de partijen Artikel 3 bis - Rechtskeuze door de partijen 1. De niet-contractuele verbintenis kan door de partijen onder het door hen gekozen recht worden gebracht: a) bij overeenkomst die zij sluiten nadat de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan; of b) indien elk van hen handelsactiviteiten verricht, tevens bij een beding dat zij vrijelijk overeenkomen voordat de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan. De keuze moet uitdrukkelijk geschieden of ondubbelzinnig uit de omstandigheden blijken. De keuze laat de rechten van derden onverlet. 2. Indien alle ( ) op het tijdstip van de schadeveroorzakende gebeurtenis mogelijke aanknopingspunten zich in een ander land bevinden dan dat waarvan het recht is gekozen, laat de rechtskeuze de toepassing van de rechtsregels van dat andere land, waarvan niet bij overeenkomst kan worden afgeweken, onverlet. 3. Indien alle ( ) op het tijdstip van de schadeveroorzakende gebeurtenis mogelijke aanknopingspunten zich in een of meer lidstaten van de Europese Gemeenschap ( ) bevinden, laat de keuze door de partijen van een ander recht dan dat van een lidstaat de toepassing van de bepalingen van het Gemeenschapsrecht waarvan niet bij overeenkomst kan worden afgeweken, in voorkomend geval zoals deze bepalingen in de lidstaat van de bevoegde rechter zijn uitgevoerd, onverlet. 8498/06 ier/sav/hd 20