BEHEERSINSTRUCTIE ESL 2015



Vergelijkbare documenten
BEHEERINSTRUCTIE SSC XYZ/STAF XYZ

BEHEERINSTRUCTIE EINDVERSIE JANUARI 2014

BEHEERINSTRUCTIE 2017

Beheersinstructie van het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg van de Faculteit der Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen van de EUR

Nadere regeling betreffende mandaat aan de wetenschappelijk directeuren van de instituten van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid

BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING FUMO

ANNOTATIE. Vergadering: Algemeen Bestuur Datum vergadering: 28 november Agendapunt: 7 Onderwerp: Aanpassing Mandaat- en volmachtregeling

Besluit mandaat, machtiging en volmacht. Dagelijks bestuur en voorzitter van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2018

Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, ieder voor zover bevoegd;

Mandaatbesluit FUMO. Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de FUMO d.d. 16 september Mandaatbesluit FUMO

Mandaatregeling Werkvoorzieningsschap Noord Kennemerland 2019

Mandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;

Mandaatregeling personeel Krimpen aan den IJssel

Besluit: vast te stellen navolgend Mandaatbesluit gemeente..

BESLUIT BEVOEGDHEDENREGELING ERASMUS MC

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;

Mandaatregeling aan faculteitsbesturen en het ICLON

BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING HOLLAND RIJNLAND

ALGEMEEN MANDAATBESLUIT GEMEENTE LEEUWARDERADEEL. Het college, de burgemeester, en de heffingsambtenaar van de gemeente Leeuwarderadeel:

0 ALGEMENE REGELS TEN AANZIEN VAN MANDAAT

Het bestuur en de voorzitter van Recreatie Midden-Nederland, elk voor zover bevoegd;

Mandaatregeling aan faculteitsbesturen, het ASCL, de Honours Academy, het ICLON en het IIAS

Onder besluit worden verstaan: beslissingen inhoudende publiekrechtelijke rechtshandelingen (zie artikel 1:3 Awb).

Mandaatbesluit samenwerking Zandvoort-Haarlem sociaal domein

TiU-Klokkenluidersregeling

Gemeente Den Haag BSD/ RIS

Mandaatregeling aan het Bestuursbureau en de expertisecentra

MANDAAT- VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT inzake het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek

Besluit mandaat, volmacht en machtiging van de Veiligheidsregio Twente

Mandaatregeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant 2016

Werkgeverschap Griffiepersoneel

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

RUD UTRECHT. Besluit: vast te stellen navolgend Mandaatbesluit RUD Utrecht provincie Utrecht/gemeente )

gelet op de artikelen 160 en 171 Gemeentewet, titel van de Algemene wet bestuursrecht en de organisatieverordening gemeente Coevorden 2016;

Gelet op artikel 10:3 en volgende van de Algemene wet bestuursrecht;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft houdende regels omtrent mandaat, machtiging en volmacht MMV Delft

BIJLAGE 3 BIJ HET BBR TU DELFT, art. 42, lid 4. Regeling klachten studenten TU Delft HET COLLEGE VAN BESTUUR VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

Regeling melding vermoeden misstand (klokkenluidersregeling) BAR-organisatie

Besluit mandaat, volmacht en machtiging Sociale Dienst Drechtsteden

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Besluit mandaat, volmacht en machtiging Handhavingsdienst Zuidwest Drenthe

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Het dagelijks bestuur successievelijk de voorzitter van Veiligheidsregio Zeeland;

b. Een door het college aangewezen projectleider neemt in het kader van dit besluit hiërarchisch dezelfde plaats in als een manager.

Het college van gedeputeerde staten van Utrecht;

1. In deze regeling worden de begrippen gehanteerd zoals omschreven in het Reglement van de KNAW en in het Reglement Directie KNAW.

MANDAATBESLUIT GEMEENTE AMSTELVEEN. Artikel 1. Begripsomschrijvingen

MANDAAT- EN VOLMACHTBESLUIT REGIO TWENTE 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardinxveld-Giessendam,

PROVINCIAAL BLAD. Mandaatbesluit OD NZKG 2015 provincie Utrecht en de bijlage

Gewijzigde Voorbeeldregeling Melding Vermoeden Misstand 2013

REGELING MELDING ONREGELMATIGHEDEN UNIVERSITEIT LEIDEN

ALGEMEEN BESTUUR. 5 januari Het dagelijks bestuur van Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn,

CVDR. Nr. CVDR328488_1. Mandaatregeling juni Officiële uitgave van Heemstede.

MANDAATREGELING STICHTING SOCIAAL TEAM HOUTEN

Regeling gebruik universitaire gebouwen, terreinen en andere voorzieningen

Bijlage A: Organogram ambtelijke organisatie

Privacyreglement Spoor 3 BV. Artikel 1. Begripsbepalingen. Voor zover niet uitdrukkelijk anders blijkt, wordt in dit reglement verstaan onder:

Regeling melden vermoeden misstanden gemeente Brummen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Besluit mandaat, volmacht en machtiging waterschap Vechtstromen

BEVOEGDHEDENREGELING ERASMUS MC

Besluit delegatie, mandaat, volmacht en machtiging Veiligheidsregio Drenthe

Gewijzigde voorbeeldregeling Melding Vermoeden Misstand. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ;

Algemeen mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Veiligheidsregio Drenthe

Besluit 1 : Vast te stellen het volgende

BESTUURS- EN BEHEERSREGLEMENT HOGESCHOOL INHOLLAND

Officiële uitgave van het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Brabantse Delta.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Provinciaal blad van Noord-Brabant

WET van 3 juni 2002, houdende instelling van het Instituut voor Bevordering van Investeringen in Suriname (Wet Investsur) (S.B no. 41).

Procuratieregeling Stichting Viaa- Gereformeerde Hogeschool

gemeente Regeling Melding Vermoeden Misstand 2014 HEE `l'lskel`k 15 juli 2014 BIVO/2014/30053 llllll llh l l lllllllllllllllllllllllllll llll

Bestuurs- en BeheersReglement van de Universiteit Leiden

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel;

Concept-Mandaatregeling Veiligheidsregio Zeeland versie 6.0

Gemeenschappelijke regeling samenwerking belastingen Amstelland- Meerlanden

MANAGEMENTSTATUUT SAMENWERKINGSVERBAND PO SWV 30.06

MANDAAT-, VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT INZAKE AANSTU RING VEILIG THUIS GGD GELDERLAND-ZUID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Mandaatregeling Veiligheidsregio Utrecht Met bijbehorend Mandatenregister VRU 2015

Preview. Beheerregeling Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens

Regeling budgethouderschap van de gemeente Heusden

Het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie Noaberkracht Dinkelland Tubbergen;

Mandaat- en machtigingsregeling Drechterland 2012

Besluitnummer: DB

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en artikel 108 van de Waterschapswet;

Mandatenlijst ICT WBW. Versie 2, januari 2017.

Regeling Universitair Functie ordenen Universiteit Twente 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Financiële verordening VRU

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

Mandaatbesluit. B e s l u i t e n vast te stellen het navolgende mandaatbesluit:

Archiefverordening. Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk

Besluit mandaat, volmacht en machtiging. door het Dagelijks Bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland

Transcriptie:

BEHEERSINSTRUCTIE ESL 2015 HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN Artikel 1 - Begripsomschrijving Artikel 2 - Algemene bepalingen Artikel 3 - Mandatering Artikel 4 - Grenzen mandaat Artikel 5 - Verantwoording en informatieplicht Artikel 6 - Beheersorganisatie van de faculteit HOOFDSTUK 2 VOORBEHOUDEN BEVOEGDHEDEN VAN DE DECAAN Artikel 7 - Voorbehouden bevoegdheden personeelsbeheer Artikel 8 - Voorbehouden bevoegdheden financieel beheer Artikel 9 - Voorbehouden bevoegdheden materieel, technisch en (gebouwen)beheer Artikel 10 - Voorbehouden bevoegdheden informatievoorzieningen Artikel 11 - Verantwoording decaan HOOFDSTUK 3 - MANDATEN AAN DE SUBBEHEERDERS Artikel 12 - Restricties looptijd mandaat Artikel 13 - Gemandateerde taken personeelsbeheer Artikel 14 - Gemandateerde taken financieel beheer Artikel 15 - Nadere restricties mandaat HOOFDSTUK 4 - OVERIGE BEPALINGEN Artikel 16 - Vastlegging Artikel 17 - Vervangingsregeling van de decaan en van de subbeheerders Artikel 18 - Beslisbevoegdheid Artikel 19 - Slotbepaling Artikel 20 - Intrekking Artikel 21 - Inwerkingtreding

2 Deze beheersinstructie is met inachtneming van het advies van de faculteitsraad vastgesteld door de decaan op 20 augustus 2015 en goedgekeurd door het College van bestuur op 20 augustus 2015. HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN Artikel 1 - Begripsomschrijving 1. In deze beheersinstructie en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: - BBR: Bestuurs- en Beheersreglement EUR als bedoeld in artikel 9.4 van de wet; - beheer: geheel van besluiten en beschikkingen, verrichtingen en handelingen waarmee uitvoering wordt gegeven aan het beleid met betrekking tot de verkrijging en beschikbaarstelling van de financiële middelen, de aanschaf, de verzorging en het onderhoud van de materiële middelen, alsmede de inzet van het personeel en de doelmatige en rechtmatige aanwending van deze middelen; - beheersinstructie: mandaat of ondermandaat, waaronder dat bedoeld in artikel 42 van het BBR; - College van bestuur: college van bestuur, bedoeld in artikel 9.2 van de wet, van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR); - faculteit: Erasmus School of Law van de EUR; - mandaat: bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen; - subbeheerder: diegene die in opdracht, in naam en onder verantwoordelijkheid van de decaan is belast met de uitvoering van ondermandaten binnen de eigen subbeheerseenheid; - subbeheerseenheid: functioneel onderdeel van de faculteit, bedoeld in artikel 6; - wet: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. 2. Onder mandaat wordt mede begrepen ondermandaat. 3. Overige begrippen hebben dezelfde betekenis als in het BBR en in de wet. 4. Geldbedragen luiden inclusief de BTW, indien van toepassing. De decaan is de beheerder en de faculteit is de beheerseenheid, beide in de zin van het BBR. Uit het BBR: Artikel 19 6. De decaan ontleent als faculteitsbeheerder zijn beschikkingsbevoegdheid aan het door het college van bestuur aan hem verleende mandaat. Artikel 42 - De beheersinstructie 1. Elke beheerder stelt een nadere regeling op m.b.t. de inrichting van de beheerseenheid en het door hem verleende submandaat, genaamd: de beheersinstructie. De vastgestelde dan wel de gewijzigde beheersinstructie behoeft de goedkeuring van het college. 2. In de beheersinstructie geeft de beheerder aan: a. of en zo ja op welke wijze de desbetreffende beheerseenheid is onderverdeeld in subbeheerseenheden; b. een opsomming van die taken en bevoegdheden welke de beheerder zich heeft voorbehouden; c. een opsomming van welke functionarissen welke taken en bevoegdheden krachtens submandaat uitvoeren; ( ) d. een opsomming van de voor het beheer ingerichte informatiesystemen; e. een voorziening voor de uitvoering van beheerstaken in het geval de beheerder of subbeheerder afwezig is. 3. De beheerder draagt er zorg voor, dat de beheersinstructie na goedkeuring door het College genoegzaam binnen zijn beheerseenheid bekend wordt gemaakt Artikel 2 - Algemene bepalingen 1. Mandaat kan zowel in het algemeen worden verleend als voor een specifiek geval. Mandaat wordt schriftelijk verleend. 2. Bij strijd tussen het specifieke mandaat en het algemene mandaat prevaleert het specifieke mandaat.

3 Algemene wet bestuursrecht Artikel 10:3 1. Een bestuursorgaan kan mandaat verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet. 2. Mandaat wordt in ieder geval niet verleend indien het betreft een bevoegdheid: a. tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, tenzij bij de verlening van die bevoegdheid in mandaatverlening is voorzien; b. tot het nemen van een besluit ten aanzien waarvan is bepaald dat het met versterkte meerderheid moet worden genomen of waarvan de aard van de voorgeschreven besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen de mandaatverlening verzet; c. tot het vernietigen van of tot het onthouden van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan. 3. Mandaat tot het beslissen op een bezwaarschrift of op een verzoek als bedoeld in artikel 7:1a, eerste lid, wordt niet verleend aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen. Artikel 10:6 1. De mandaatgever kan de gemandateerde per geval of in het algemeen instructies geven ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid. 2. De gemandateerde verschaft de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid. Artikel 3 - Mandatering 1. Binnen de faculteit kan een functionaris slechts een besluit nemen indien hij hiertoe door het College van bestuur onderscheidenlijk de decaan is gemandateerd. 2. Met inachtneming van de grenzen van het verleende mandaat is de gemandateerde bevoegd besluiten te nemen en stukken te tekenen. 3. Een in mandaat genomen besluit geldt als een besluit van het College van bestuur onderscheidenlijk van de decaan. 4. Mandaatverlening volgt de organisatorische inrichting van het organisatieonderdeel waarbinnen de mandatering plaatsvindt, zonder hierbij schakels over te slaan, tenzij die niet rechtstreeks afgeleid is van de leidinggevende. 5. De mandaatgever blijft bevoegd de gemandateerde bevoegdheid zelf uit te oefenen. 6. De mandaatgever kan zijn mandaat te allen tijde intrekken. De decaan is door het College van bestuur gemandateerd in artikel 41 en bijlage 2 van het BBR. Artikel 4 - Grenzen mandaat 1. De mandaatgever kan voor de uitvoering van het verleende mandaat regels en richtlijnen geven. 2. De gemandateerde houdt bij het uitvoeren van zijn mandaat rekening met wettelijke bepalingen, de CAO Nederlandse Universiteiten, interne regelgeving binnen de Erasmus Universiteit, regels en richtlijnen als bedoeld in het eerste lid, de redelijke belangen van de mandaatgever, alsmede met de grenzen van het mandaat. 3. Een mandaat wordt in ieder geval niet uitgeoefend, indien: a. het College van bestuur te kennen geeft de behandeling van de zaak aan zich te willen houden; b. de beslissing een persoon hoger in de mandateringsketen betreft; c. de beslissing de gemandateerde zelf betreft; d. het een zaak betreft waarbij de voorgeschreven wijze van beraad of behandeling niet voltooid is; e. het een nieuwe zaak van principiële aard betreft, tenzij het College van bestuur daaromtrent reeds een beleidsstandpunt heeft ingenomen; f. de gemandateerde kan vermoeden dat zijn besluit belangrijke nevenaspecten of bijkomende gevolgen zal hebben, zoals precedentwerking, ongelijke behandeling van gelijke gevallen en dergelijke. 4. De gemandateerde informeert zijn mandaatgever over het niet uitoefenen van het mandaat als bedoeld in het derde lid.

4 Tweede lid: een voorbeeld hiervan betreft het inkoopbeleid. Derde lid, onderdeel b: het is bijvoorbeeld onwenselijk met het oog op de integriteit dat iemand een declaratie goedkeurt van een persoon, hoger in de mandateringsketen. Derde lid, onderdeel c: het is van belang dat een mandaat niet wordt uitgeoefend wanneer belangenverstrengeling dreigt. Derde lid, onderdeel d: te denken is aan nog niet afgeronde advisering of instemming van de faculteitsraad. Artikel 5 - Verantwoording en informatieplicht 1. De gemandateerde is verantwoording verschuldigd aan de mandaatgever en verstrekt deze alle informatie, zowel financieel als niet-financieel, die deze nodig heeft om toezicht te kunnen houden op de wijze waarop het mandaat wordt uitgeoefend. 2. De mandaatgever kan nadere regels geven over de frequentie en de wijze waarop de gemandateerde verantwoording aflegt en informatie verschaft. 3. Ter naleving van de verplichting van de decaan jegens het College van bestuur, bedoeld in artikel 41, zevende lid, BBR, informeren de subbeheerders de decaan onverwijld over: a. belangrijke nevenaspecten of bijkomende gevolgen, zoals precedentwerking of ongelijke behandeling in gelijke gevallen binnen zijn beheerseenheid, van een door een subbeheerder in mandaat uitgeoefende bevoegdheid; b. een dreigende overschrijding van de in het kader van de vastgestelde begroting aan de desbetreffende beheerseenheid ter beschikking gestelde financiële middelen; c. strafbare feiten, gepleegd binnen de Erasmus Universiteit, die de subbeheerder in de uitoefening van zijn functie ter kennis komen; d. gebeurtenissen die ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor de EUR of een van haar onderdelen. Artikel 6 - Beheersorganisatie van de faculteit De faculteit is onderverdeeld in de bij besluit van de decaan vast te stellen subbeheerseenheden. De subbeheerseenheden zijn niet in deze Beheersinstructie zelf opgenomen, maar worden gedelegeerd aan de decaan, om al te frequente wijzigingen van de Beheersinstructie te voorkomen. Het gaat in principe om de volgende organisatieonderdelen: - Algemene & Rechtseconomie - Arbeidsrecht - Belastingrecht - Burgerlijk Recht en rechtshistorie - Criminologie - Handels-, Ondernemings- en Financieel recht - Internationaal en Europese Unierecht - Internationaal Privaatrecht en privaatrechtelijke rechtsvergelijking - Sociologie, Theorie en Methodologie - Staats- en bestuursrecht - Strafrecht - Academic Services - onderwijs - Academic Services - onderzoek - Development - Resources Management - financiën - Resources Management - personeel - ELC-team / onderwijsbureau - Dean s Office

5 HOOFDSTUK 2 VOORBEHOUDEN BEVOEGDHEDEN VAN DE DECAAN Artikel 7 - Voorbehouden bevoegdheden personeelsbeheer De decaan behoudt zich bij het personeelsbeheer de beslissing met betrekking tot de volgende beheertaken voor, voor zover daarop in dit reglement geen uitzonderingen zijn gemaakt: a. de inrichting van de faculteit (art. 34, lid 1, sub a BBR); b. de indeling van de binnen de faculteit aanwezige functies aan de hand van de Hay-systematiek, met uitzondering van die van de decaan en van hoogleraren (art. 34, lid 1, sub b BBR); c. het uitvoering geven aan reorganisaties binnen de faculteit, gegeven de regels en richtlijnen van de reorganisatiecode (art. 34, lid 1, sub d BBR); d. het openstellen van vacatures met uitzondering van die voor decaan en voor hoogleraren (art. 34, lid 1, sub e BBR); e. het vrijgeven van vacatures voor open werving alsmede het plaatsen van advertenties respectievelijk het tot stand brengen van een andere wijze van werving van personeel met uitzondering van de decaan en hoogleraren (art. 34, lid 1, sub f BBR); f. de selectie van personeel met uitzondering van de decaan en hoogleraren (art. 34, lid 1, sub g BBR); g. het doen van voorstellen aan het College van bestuur over de benoeming van hoogleraren (art. 19, lid 8, sub j BBR); h. de aanstelling van personeel, waaronder begrepen het aangaan van gastvrijheidsovereenkomsten en het inhuren van oproepkrachten, met uitzondering van de decaan en hoogleraren (art. 34, lid 1, sub h BBR); i. het ontslag van personeel op eigen verzoek, waaronder begrepen de daartoe benodigde handelingen (art. 34, lid 1, sub j BBR); j. de inschaling van personeel, met uitzondering van de decaan en hoogleraren (art. 34, lid 1, sub k BBR); k. de toekenning aan het personeel van periodieke salarisverhogingen, bevorderingen, toelagen, gratificaties, levensloopregelingen tot een bedrag van 12.500 per jaar (art. 34, lid 1, sub m BBR); l. de vergoeding van kosten aan het personeel (art. 34, lid 1, sub n BBR); m. het opdragen van de verhuisplicht (art. 34, lid 1, sub o BBR); n. het opdracht geven tot het vervullen van een andere betrekking tegen de wil van de betrokkene (art. 34, lid 1, sub p BBR); o. het vaststellen van specifieke regels en voorschriften voor (delen van) ESL betreffende vakantieen verlofregelingen, werktijden, arbeidsduurverkorting, arbeidsduurverlenging, aanwezigheid, evenals voor wat betreft het verlenen van studiefaciliteiten, waaronder dienstopleidingen (art. 34, lid 1, sub r t/m t BBR); p. de zorg voor de oordeelsvorming over het functioneren van het personeel, inclusief de hoogleraren (art. 34, lid 1, sub u BBR); q. het geven van dienstopdrachten waarop bij niet-naleving een sanctie door het College van bestuur mogelijk is (art. 34, lid 1, sub v); r. de zorg voor en het afleggen van rekening en verantwoording omtrent de doelmatige en rechtmatige inzet van personeel, waaronder begrepen het verlenen van toestemming voor het verrichten van nevenwerkzaamheden en het vaststellen van de condities die hierbij gelden (art. 34, lid 1, sub w BBR); s. het vaststellen van specifieke regels en voorschriften voor (delen van) ESL betreffende de algemene zorg voor de arbeidsomstandigheden, waaronder veiligheid, gezondheid en welzijn, het beschikbaar stellen van de middelen en het verlenen van bevoegdheden, opdat de wettelijke en universitair gestelde normen en voorschriften op het gebied van arbeidsomstandigheden binnen de faculteit gehandhaafd kunnen worden dan wel anderszins maatregelen kunnen worden getroffen (art. 34, lid 1, sub x BBR); t. het doen van voorstellen aan het College van bestuur inzake vertrek- en beëindigingsregelingen (art. 34, lid 1, sub za BBR). Artikel 8 - Voorbehouden bevoegdheden financieel beheer De decaan behoudt zich met betrekking tot het financieel beheer de beslissing met betrekking tot de volgende beheertaken voor, voor zover daarop in dit reglement geen uitzonderingen zijn gemaakt: a. het opstellen en vaststellen van een begroting waarin de baten en de lasten afzonderlijk worden geraamd (art. 35, lid 1, sub a BBR); b. het administreren van de lasten en baten, alsmede de begroting, met behulp van de binnen de EUR geautoriseerde informatiesystemen (art. 35, lid 1, sub b BBR);

6 c. het administreren van activa en passiva, waaronder de registratie van roerende zaken, vorderingen en schulden, alsmede onroerende zaken, vreemd en eigen vermogen, met behulp van de binnen de EUR geautoriseerde informatiesystemen (art. 35, lid 1, sub c BBR); d. het verlenen van goedkeuring aan het verrichten van betalingen (art. 35, lid 1, sub e BBR); e. het aangaan van verplichtingen of het doen van uitgaven, niet de bouw betreffende, voor zover het op geld waardeerbare verplichtingen betreft die een bedrag van 250.000 niet te boven gaan of betrekking hebben op een periode van minder dan vier kalenderjaren (art. 35, lid 1, sub f, jo. art. 40, onderdeel B BBR); f. het uitbrengen van offertes en het aangaan van contracten of het anderszins aangaan van (inspannings- of leverings)verplichtingen met partijen buiten ESL, voor zover het op geld waardeerbare verplichtingen betreft die een bedrag van 250.000 niet te boven gaan of betrekking hebben op een periode van minder dan vier kalenderjaren (art. 35, lid 1, sub g, jo. art. 40, onderdeel B BBR); g. het afleggen van rekening en verantwoording omtrent het financiële beheer (art. 35, lid 1, sub i BBR). Artikel 9 - Voorbehouden bevoegdheden materieel, technisch en (gebouwen)beheer De decaan behoudt zich met betrekking tot het materieel, technisch en (gebouwen)beheer de beslissing met betrekking tot de volgende beheertaken voor, voor zover daarop in dit reglement geen uitzonderingen zijn gemaakt: a. de inrichting voor het gebruik van deze zaken (art. 36, lid 1, sub d BBR); b. het onderhoud en de vervanging van roerende zaken (art. 36, lid 1, sub e BBR); c. de beschikbaarstelling van de roerende en onroerende zaken waarover de faculteit beschikt (art. 36, lid 1, sub f BBR); d. het toezicht op het rechtmatig en doelmatig gebruik van deze zaken (art. 36, lid 1, sub g BBR); e. het afleggen van rekening en verantwoording omtrent het rechtmatig en doelmatig gebruik van de roerende en onroerende zaken (art. 36, lid 1, sub i BBR). Artikel 10 - Voorbehouden bevoegdheden informatievoorzieningen De decaan behoudt zich met betrekking tot het beheer van informatievoorzieningen de beslissing met betrekking tot de volgende beheertaken voor, voor zover daarop in dit reglement geen uitzonderingen zijn gemaakt en voor zover de decaan daarover geen afwijkende afspraken heeft gemaakt: a. het bepalen van de inrichting van de informatiesystemen (art. 37, lid 1, sub a BBR); b. de zorg voor de invoer van gegevens in deze informatiesystemen (art. 37, lid 1, sub b BBR); c. het bewaren en bewaken van de gegevensverzamelingen (art. 37, lid 1, sub c BBR); d. het beschikbaar stellen van (onderdelen van) de gegevensverzamelingen aan gebruikers (art. 37, lid 1, sub d BBR); e. de regeling van de openbaarheid van de systemen, waaronder ook de regeling van de toegankelijkheid voor een individu van die gedeelten van de systemen waarin gegevens over bedoeld individu zijn opgenomen (art. 37, lid 1, sub e); f. het toezicht op het rechtmatig en doelmatig gebruik van de systemen (art. 37, lid 1, sub f BBR); g. het afleggen van rekening en verantwoording omtrent het rechtmatig en doelmatig gebruik van de systemen (art. 37, lid 1, sub g BBR). Artikel 11 - Verantwoording decaan De decaan legt periodiek rekening en verantwoording af aan het College van bestuur betreffende de uitvoering van zijn mandaat. HOOFDSTUK 3 - MANDATEN AAN DE SUBBEHEERDERS Artikel 12 - Restricties looptijd mandaat 1. Ondermandaat wordt slechts verleend voor verplichtingen die betrekking hebben op een periode van minder dan vier kalenderjaren. 2. Financiële verplichtingen die de mogelijkheid kennen van stilzwijgende verlenging worden gelijkgesteld aan verplichtingen met een looptijd van meer dan vier kalenderjaren en zijn daarmee voorbehouden aan het College van bestuur, tenzij de verplichting evident geen substantieel financieel of substantieel ander belang raakt.

7 Als een verplichting een bepaling bevat met betrekking tot geheimhouding die langer duurt dan vier jaar, maakt die enkele verplichting als zodanig de beslissing niet voorbehouden aan het College van bestuur. Een verplichting die een langere reikwijdte heeft dan vier jaar wordt slechts door de decaan aangegaan. Ingevolge artikel 40 van het BBR is de decaan niet bevoegd verplichtingen, anders dan op personeelszaken betrekking hebbend, van hoger dan 250.000 aan te gaan. Artikel 13 - Gemandateerde taken personeelsbeheer Met betrekking tot het personeelsbeheer worden aan de subbeheerders de volgende beheertaken gemandateerd ten behoeve van de beheersing van de onder de desbetreffende subbeheerder vallende subbeheerseenheid: a. het doen van voorstellen voor de selectie van het personeel, waaronder begrepen gastvrijheidsovereenkomsten alsmede het inhuren van oproepkrachten (art. 7, sub h); b. het doen van voorstellen voor de inschaling van het personeel (art. 7, sub j); c. het doen van voorstellen voor periodieke salarisverhogingen, bevorderingen, toelagen, gratificaties, levensloopregelingen tot een bedrag van 12.500 per jaar aan het personeel (art. 7, sub k); d. vergoeding van kosten binnen de door de decaan goedgekeurde personeelsbegroting (art. 7, sub 1); e. het toepassen van de vakantie- en verlofregeling in individuele gevallen op het personeel (art. 7, sub o); f. Het nemen van beslissingen in verband met werktijd, arbeidsduurverkorting, arbeidsduurverlenging en aanwezigheid in individuele gevallen (art. 7, sub o); g. het verlenen van studiefaciliteiten, waaronder dienstopleidingen (art. 7, sub o); h. de zorg voor de oordeelsvorming over het functioneren van het personeel, in het bijzonder het houden van resultaat- en ontwikkelingsgesprekken (art. 7, sub p). Artikel 14 - Gemandateerde taken financieel beheer 1. Met betrekking tot het financieel beheer worden aan de subbeheerders de volgende beheertaken gemandateerd ten behoeve van de beheersing van de onder de betreffende subbeheerder vallende subbeheerseenheid: a. het opstellen van het begrotingsplan van de subbeheerseenheid - ter vaststelling door de decaan door opname in het begrotingsplan van ESL - waarin de baten en lasten afzonderlijk worden geraamd (art. 8, sub a); b. het aangaan van verplichtingen of het doen van uitgaven, niet de bouw betreffende, voor zover het betreft (art. 8, sub e): 1. op geld waardeerbare verplichtingen die een bedrag van 50.000 niet te boven gaan voor algemene kosten, indien het een aan de subbeheerder verleend mandaat betreft; 2. op geld waardeerbare verplichtingen die een bedrag van 10.000 niet te boven gaan voor algemene kosten, indien het een door de subbeheerder rechtstreeks verleend mandaat betreft, of 3. op geld waardeerbare verplichtingen die een bedrag van 1.000 niet te boven gaan voor algemene kosten, indien het een ondermandaat betreft, gebaseerd op een door de subbeheerder rechtstreeks verleend mandaat. 2. Het hoofd van een afdeling kan het aangaan van verplichtingen of het doen van uitgaven doormandateren binnen de afdeling tot ten hoogste 1.000, indien dit een efficiënte bedrijfsvoering ten goede komt. Onderdeel b van het eerste lid betekent, dat de subbeheerder (bijvoorbeeld de voorzitter van een sectie) gemandateerd is tot 50.000, dat de subbeheerder een medewerker tot het doen van uitgaven van ten hoogste 10.000 kan mandateren, en dat laatstgenoemde, als zijn mandaat daartoe de ruimte laat, mag ondermandateren tot ten hoogste 1.000.

8 Artikel 15 - Nadere restricties mandaat 1. Van de aan de subbeheerders gemandateerde taken, bedoeld in de artikelen 13 en 14, worden uitgezonderd de taken: a. die de decaan zich heeft voorbehouden in de artikelen 7 tot en met 10, of b. voor zover deze zich uitstrekken tot subbeheerders zelf. 2. Gemandateerde taken betreffen uitsluitend personeel van de desbetreffende subbeheerseenheid. HOOFDSTUK 4 - OVERIGE BEPALINGEN Artikel 16 - Vastlegging Van elke schriftelijke overeenkomst wordt het getekende origineel in beheer gegeven bij ESL en wordt de controller van ESL in kennis gesteld van de omvang van de aangegane verplichting, de opzegtermijn en -voorwaarden alsmede de resterende looptijd van het contract. De autorisaties zijn vastgelegd in de autorisatiematrix, die is gekoppeld aan functieprofielen in SAP-HR. Voorheen werd dit vastgelegd op de handtekeningenkaart. De controller van ESL toetst ieder specifiek mandaat op mogelijke belangenverstrengeling. Artikel 17 - Vervangingsregeling van de decaan en van de subbeheerders 1. Bij afwezigheid of ontstentenis van de decaan wordt de uitvoering van diens beheertaken overgenomen door de vicedecaan. 2. Bij afwezigheid of ontstentenis van zowel de decaan als diens plaatsvervanger wordt de uitvoering van de beheertaken van de decaan waargenomen door een of meer door de decaan binnen de faculteit aangewezen personen. 3. Subbeheerders die als vervanger kunnen optreden bij afwezigheid of ontstentenis van de decaan of van subbeheerders hebben gedurende die periode een vervangingsmandaat dat gelijk is aan het mandaat van degene die vervangen wordt. Artikel 18 - Beslisbevoegdheid In de gevallen waarin deze beheersinstructie niet voorziet beslist de decaan. Artikel 19 - Citeertitel Deze beheersinstructie wordt aangehaald als: Beheersinstructie ESL 2015. Artikel 20 - Intrekking De Beheersinstructie ESL van januari 2002, zoals goedgekeurd door het College van bestuur bij brief van 4 maart 2002, wordt ingetrokken. Artikel 21 - Inwerkingtreding Deze beheersinstructie wordt door de decaan op de website van de faculteit bekendgemaakt en treedt in werking met ingang van 1 oktober 2015. Rotterdam, 20 augustus 2015, prof. mr. dr. W.S.R. Stoter, decaan van de Erasmus School of Law