Fysiotherapeutisch zorggebruik door patiënten met een chronische aandoening in de periode 2006-2009 Achtergrond



Vergelijkbare documenten
Fysiotherapeutisch en oefentherapeutisch zorggebruik door patiënten met een chronische aandoening in de periode

Hoe uiten klachten waarmee patiënten bij de fysiotherapeut komen zich? Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, 2011

Steeds meer patiënten komen zonder verwijsbrief bij de fysiotherapeut Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, januari 2009

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009

Al voor invoering van directe toegang diëtetiek ging één op de zeven cliënten op eigen initiatief naar de vrijgevestigde diëtist

Patiënten die rechtstreeks bij de fysiotherapeut komen behalen vaker de behandeldoelen.

Jaarcijfers 2012 en trendcijfers Fysiotherapie

Jaarcijfers 2011 en trendcijfers Fysiotherapie. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Meerjarencijfers Fysiotherapie Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

)DFWVKHHW- +HWDDQGHHOYDQFKURQLVFKH]RUJLQGHH[WUDPXUDOHI\VLRWKHUDSLH

Jaarcijfers 2010 & trendcijfers Fysiotherapie. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2009 en trendcijfers Oefentherapie Mensendieck. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Meerderheid van de Nederlanders is bekend met directe toegang fysiotherapie

Jaarcijfers 2008 en trendcijfers Oefentherapie Mensendieck. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2010 en trendcijfers Oefentherapie Mensendieck. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2008 & trendcijfers Fysiotherapie. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Minder diëtistische behandeling door grotendeels schrappen van dieetadvisering uit de basisverzekering

Vier behandeluren niet voor alle groepen cliënten toereikend: Resultaten LiPZ-registratie 2006 en 2007 door vrijgevestigde diëtisten.

Jaarcijfers 2008 en trendcijfers Oefentherapie Cesar. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2012 en trendcijfers Oefentherapie Cesar/Mensendieck

Gevolgen invoering Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie

Jaarcijfers 2009 & trendcijfers Fysiotherapie. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2010 en trendcijfers Oefentherapie Cesar. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Directe toegang fysiotherapie: de keus is aan de patiënt.

Jaarcijfers 2007 en trendcijfers Fysiotherapie. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

De behandeling van cliënten met diabetes mellitus door vrijgevestigde diëtisten

Verantwoording wijziging in analyses basisrapportage. fysiotherapie Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

De psychische en sociale hulpvraag van volwassenen in de huisartsenpraktijk van

Jaarcijfers 2007 en trendcijfers oefentherapie Mensendieck. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Rabobank Cijfers & Trends

Is een aanvullende verzekering nog wel voor iedereen weggelegd? Marloes van Dijk, Anne Brabers, Margreet Reitsma en Judith de Jong

Jaarcijfers 2006 Fysiotherapie Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Jaarcijfers 2011 en trendcijfers Oefentherapie Cesar/Mensendieck. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Verantwoording wijziging in analyses basisrapportage. Oefentherapie Cesar Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van

Jaarcijfers 2005 Fysiotherapie Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Vrije keuze van zorgaanbieders van belang bij het kiezen van een polis Margreet Reitsma-van Rooijen, Anne E.M. Brabers en Judith D.

Tabel 1: Heeft u een vrijwillig eigen risico bovenop uw verplicht eigen risico? 2012 (n=823)

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

De aanvullende verzekering speelt een grotere rol bij het overstappen in Stijging van het aantal overstappers zet door.

Logopedische zorg in kaart gebracht: jaarcijfers 2012 en trendcijfers

8% wisselt van zorgverzekeraar. Deel verzekerden lijkt steeds vaker inhoudelijke overwegingen mee te nemen bij keuze zorgverzekering.

Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1

ZorgCijfers Monitor Op de drempel van het verpleeghuis

De aanvullende tandzorgverzekering Samenvatting Bijna iedereen heeft een aanvullende verzekering Aanvullend verzekerd voor:

Jaarboek LiPZ 2004 Deel 2. Beroepsgroep oefentherapie Cesar

Monitor. alcohol en middelen

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Inzicht in zorgrekeningen door verzekerden: stand van zaken Anne E.M. Brabers, Margreet Reitsma-van Rooijen en Judith D.

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

Zorg door de fysiotherapeut

Trendcijfers Fysiotherapie Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

Schaalvergroting in de eerstelijns gezondheidszorg breed zichtbaar 1 Johan Hansen, Raymond Kenens, Dinny de Bakker, Ronald Batenburg

10% is overgestapt van zorgverzekeraar. Hoogte van de premie evenals voorgaande jaren de meest genoemde reden om over te stappen.

ANONIEM BINDEND ADVIES

Analyse van de inzet van de POH-GGZ in de huisartsenpraktijk over de periode

Toekomstprojecties voor vier kernindicatoren voor de Sport Toekomstverkenning. Onderdeel van Sport Toekomstverkenning Trendscenario

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

ANONIEM BINDEND ADVIES

Veranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN (in de eerste lijn)

KERNCIJFERS ROKEN 2017

Jaarboek LiPZ 2002 Deel 1: beroepsgroep fysiotherapie. R. Wimmers I. Swinkels M. de Konink D. de Bakker E. van den Ende

Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Jaarcijfers 2006 Oefentherapie Cesar Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

Percentage wisselaars blijft gelijk. Premie net als in eerdere jaren de belangrijkste reden om te wisselen.

Monitoring physiotherapy using a national registration network. Nederlandstalige samenvatting

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Verzekerden bezuinigen vooral door aanpassing van hun lopende zorgverzekering, niet door te wisselen van zorgverzekeraar Samenvatting

Wat als varianten in de VTV-2018

Werkloosheidsuitkeringen (WW)

ANONIEM BINDEND ADVIES

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

2oi<?_ College voor zorgverzekeringen. Eekholt xh Diemen

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN

Zorg door de oefentherapeut

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

FAQ FNV 4 machtiging fysiotherapie/ oefentherapie versie

Wonen met Zorg in de anticipeerregio s

Jaarcijfers 2007 en trendcijfers oefentherapie Cesar. Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg

AGENDA. Data Populatie ouderen Amsterdam nu en 2030 Veranderende rol van de verzekeraar - visie Agis - spelers - uitgangspunten Agis Vragen

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

L. Holst, A.E.M. Brabers & J.D. de Jong

Een effectieve donormailing: vooral personen tussen de 45 en 49 jaar Zomer 2006

Jaarboek LiPZ 2004 Deel 1. Beroepsgroep fysiotherapie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;

Jaarrapport Zorggebruik Inzicht in (arbeidsrelevant) zorggebruik van zorgmedewerkers

Zorggebruikers zien patiëntenorganisatie als belangrijke bron voor lotgenotencontact Anne Brabers, Wouter van der Schors en Judith de Jong

Kennis en ervaringen met e-health van mensen met een chronische longziekte

tweede nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk Een kwestie van verschil:

ZorgCijfers Monitor. Verblijfsduur in verpleging en verzorging niet korter in de Wet langdurige zorg. Van goede zorg verzekerd FEBRUARI 2018

100% 90% 80% 70% 60% 50% 58% 59% 50% 43% 45% 38% 40% 30% 20% 10% 0%

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad. Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B155 Fysiotherapie en oefentherapie

rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

Voorlopig governance-document. NIVEL Zorgregistraties eerste lijn

Transcriptie:

Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt (M.K. Kooijman, I.C.S. Swinkels, J.A. Barten, C Veenhof. Fysiotherapeutisch zorggebruik door patiënten met een chronische aandoening in de periode 06-09. Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg. Utrecht: NIVEL, 11). Fysiotherapeutisch zorggebruik door patiënten met een chronische aandoening in de periode 06-09 Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, april 11 Uit gegevens uit de Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg (LiPZ) blijkt dat het aandeel patiënten met een aandoening die voorkomt op de lijst met aandoeningen die chronische of intermitterende therapie behoeven (voor de leesbaarheid wordt dit verder een chronische aandoening genoemd) sinds 06 licht gestegen is. Aangezien het aantal fysiotherapiepatiënten in absolute zin eveneens stijgt en het aantal behandelcontacten licht gestegen is, wordt een steeds groter deel van de fysiotherapeutische zorg gegeven aan patiënten met een chronische aandoening. Daarnaast is de populatie met een chronische aandoening de laatste jaren jonger geworden. Zowel de toename in het aantal patiënten met een chronische aandoening als het verjongen van deze populatie is verklaarbaar door het feit dat mensen steeds vaker en jonger een chronische aandoening krijgen. Ongeveer 65% van de zorg aan patiënten met een chronische aandoening wordt vergoed binnen de zorgverzekeringswet (Zvw). Op de totale zorg die binnen de fysiotherapie gegeven wordt is dat ongeveer 27%. Voor beiden geldt dat de percentages sinds 06 licht gestegen zijn. Vanaf 11 wordt fysiotherapie niet langer vanaf de tiende, maar pas vanaf de 13 e behandeling vergoed. Genoemde percentages dalen dan naar respectievelijk 60% en 25%. Achtergrond Tussen 06 en 09 zijn zowel het volume als de kosten aan paramedische zorg die vallen onder de zorgverzekeringswet (Zvw) gestegen [1]. Deze stijging is groter dan in andere zorgvelden. Hoewel de lasten van ergotherapie relatief het meeste zijn gestegen, is het aandeel fysiotherapie binnen de totale paramedische lasten veruit het grootst (74%). Het consulttarief voor fysiotherapie is na een aanvankelijke stijging na het vrijgeven van de tarieven in 05 sinds 06 redelijk stabiel. De stijging in lasten wordt door het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) dan ook toegeschreven aan een toegenomen aantal zittingen [1;2]. Sinds 04 wordt fysiotherapie beperkt vergoed. Voor volwassenen van 18 jaar en ouder vindt alleen vergoeding plaats vanuit de Zvw wanneer sprake is van een aandoening die voorkomt op de lijst met aandoeningen die langdurige of intermitterende therapie behoeven [3;4] (voor de leesbaarheid van dit factsheet wordt dit verder een chronische aandoening genoemd). Daarbij geldt dat de eerste negen zittingen binnen een behandelepisode voor rekening van de patiënt zijn of vergoed worden vanuit de aanvullende verzekering. Vanaf de tiende zitting valt de behandeling onder de Zvw. Voor enkele aandoeningen geldt er geen limiet in de duur van de behandelepisode, maar voor de meesten aandoeningen geldt een limiet van één jaar [4]. Om kosten te besparen is het aantal behandelingen dat eigen rekening is per1 januari 11 opgetrokken van negen naar twaalf behandelingen [5]. Voor patiënten tot 18 jaar wordt fysiotherapie wel nog steeds vanaf de eerste behandeling vergoed. 1

Hoewel CVZ uitgaat van een toename in het aantal zittingen, is met betrekking tot de karakteristieken van de patiëntengroep en eventuele veranderingen hierin in de afgelopen jaren nog veel onduidelijk. Dergelijke informatie is echter wel relevant voor bijvoorbeeld beleidsmakers aangezien deze achtergrondinformatie ondersteuning kan bieden bij het interpreteren van veranderingen in zorggebruik en bij ramingen voor de toekomst. Met behulp van gegevens uit de Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg (LiPZ) worden in dit factsheet cijfers gepresenteerd rondom de volgende vraagstellingen: 1. Hoe groot is het aandeel volwassen patiënten met een chronische aandoening bij de fysiotherapeut en hoe is dit in de periode 06-09 veranderd? 2. Wat zijn de demografische kenmerken van volwassen patiënten met een chronische aandoening en hoe is dit in de periode 06-09 veranderd? 3. Wat is het gemiddelde aantal contacten van volwassen patiënten met een chronische aandoening bij de fysiotherapeut en hoe is dit in de periode 06-09 veranderd? 4. Hoe groot is het percentage zorg aan volwassen patiënten met een chronische aandoening, uitgesplitst naar zorg die valt onder de Zvw en zorg die daar niet onder valt en hoe is dit in de periode 06-09 veranderd? 5. Hoe groot is het verwachte percentage zorg aan volwassen patiënten met een chronische aandoening, uitgesplitst naar zorg die valt onder de Zvw en zorg die daar niet onder valt als het aantal zittingen voor eigen rekening wordt opgetrokken van negen naar twaalf behandelingen per kalenderjaar, gebaseerd op de data van 09? Resultaten 1. Aandeel patiënten met een chronische aandoening Tussen 06 en 09 is het aandeel volwassen patiënten met een chronische aandoening in de fysiotherapiepraktijk gestegen van 16,0% in 06 tot 17,6% in 09 (figuur 1). Figuur 1: Percentage volwassen patiënten met een chronische aandoening naar jaar van behandeling in de fysiotherapiepraktijk % patiënten 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 17,2 17,5 17,6 16,0 Jaar van behandeling 2. Demografische kenmerken In de periode 06-09 daalde de gemiddelde leeftijd van patiënten met een chronische aandoening van 61 jaar naar 59 jaar. Het aandeel mannen steeg van 39% naar 42%. In de top zes aandoeningen stonden de laatste jaren in wisselende volgorde dezelfde aandoeningen/ klachten. Het aandeel patiënten met knieklachten is toegenomen, terwijl het aandeel patiënten met schoudersyndromen is afgenomen (tabel 1). 2

Tabel 1: Zes meest voorkomende aandoeningen bij volwassen patiënten met een chronische aandoening in percentage en rangnummer (rn) in de fysiotherapiepraktijk % rn % rn % rn % rn Knieklachten 1 5,6 5 6,4 2 6,3 2 6,6 1 Totale heupprothese 6,9 2 6,9 1 7,2 1 6,5 2 Totale knieprothese 6,1 4 5,5 5 5,2 6 6,0 3 Revalidatie na CVA 6,5 3 5,6 4 6,1 3 5,8 4 Schouderklachten 2 4,6 6 5,1 6 5,5 5 5,6 5 Schoudersyndromen 7,0 1 6,4 3 5,7 4 4,7 6 1 Knieklachten omvat onder andere status na voorste kruisbandplastiek 2 Schouderklachten omvat onder andere neerplastiek en rotator cuffsyndroom 3. Aantal contacten van patiënten met chronische aandoening Het gemiddeld aantal contacten per kalenderjaar laat bij volwassen patiënten met een chronische aandoening in 07 en 08 een stijging zien waarna het weer iets afvlakt (figuur 2). De mediaan was in 08, in de andere jaren was de mediaan 19. Figuur 2: Mediaan en gemiddelde van het aantal fysiotherapeutische behandelcontacten per kalenderjaar voor volwassen patiënten met een chronische aandoening 30 25 26,6 27,6 27,8 27,4 Aantal contacten 15 10 19 19 19 5 0 Gemiddelde Jaar van behandeling Mediaan 4. Aandeel zorg chronische aandoening en Zvw In figuur 3 is zichtbaar gemaakt dat in 09 41% van alle zorg gegeven werd aan patiënten met een chronische aandoening. Hiervan werd het grootste deel vergoed vanuit de Zvw. 3

Figuur 3: Fysiotherapeutische zorg aan volwassen patiënten uitgesplitst naar de chroniciteit van de aandoening en vergoeding binnen de Zvw 27% 59% 41% 14% Niet-chronische patiënt Chronische patiënt In Zvw Buiten Zvw In tabel 2 en figuur 3 zijn de trendcijfers van deze aantallen weergegeven. Zo laat tabel 2 zien dat een steeds groter deel van de fysiotherapeutische zorg aan patiënten met een chronische aandoening wordt gegeven. Figuur 4 laat zien dat een steeds groter deel van de totale fysiotherapeutische zorg wordt vergoed vanuit de Zvw. Binnen de populatie patiënten met een chronische aandoening is de verhouding tussen wel of geen vergoeding vanuit de Zvw in lichte mate veranderd: het aandeel van de behandeling dat wel vergoed wordt is iets groter geworden (64,5% in 06 versus 65,6% in 09). Tabel 2: Fysiotherapeutische zorg aan volwassen patiënten uitgesplitst naar zorg aan patiënten met een chronische aandoening en zorg aan patiënten zonder chronische aandoening % zorg aan patiënten met chronische aandoening 34,9 39,8 41,5 40,9 % zorg aan niet chronische aandoening 65,1 60,2 58,5 59,1 4

Figuur 4: Percentage vergoeding binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw) voor volwassen patiënten met een chronische aandoening en voor alle volwassen patiënten in de fysiotherapie ( totale populatie ) 70 % van zorg in ZVW 60 50 40 30 10 22,5 64,5 64,2 65,5 65,6 25,6 27,2 26,8 24,7 60,4 0 Totale populatie (9)* 09 (12)* Populatie chronische aandoening Jaar van behandeling * Percentage van de zorg binnen de Zvw wanneer er 9 dan wel 12 behandelingen voor rekening van de patiënt dan wel de aanvullende verzekering zijn 5. Verandering aandeel zorg na optrekken eigen bijdrage Sinds 1 januari 11 is het aantal behandelingen dat voor eigen rekening komt dan wel vergoed wordt vanuit de aanvullende verzekering opgetrokken van negen naar 12 behandelingen. Op basis van de data uit 09 is een inschatting gemaakt van de gevolgen voor het aandeel zorg dat binnen de Zvw valt. De verwachting is dat dan nog een kwart van alle fysiotherapeutische zorg binnen de Zvw valt. Binnen de subpopulatie patiënten met een chronische aandoening zal dan naar verwachting nog 60% van de zorg vanuit de Zvw worden vergoed (figuur 3). Beschouwing Dit factsheet beschrijft relatieve veranderingen in de fysiotherapeutische zorg aan chronische patiënten in tegenstelling tot de rapportage van CVZ waarin absolute veranderingen beschreven staan. Onderhavig factsheet laat zien dat het aandeel chronische patiënten in de reguliere fysiotherapiepraktijk licht toeneemt over de periode 06-09. Aangezien ook het absolute aantal patiënten dat de fysiotherapeut bezoekt toeneemt [6], betekent dit dat er meer patiënten met een chronische aandoening in de fysiotherapiepraktijk komen. Daarnaast is de gemiddelde leeftijd van patiënten met een chronische aandoening afgenomen en is er een verschuiving waarneembaar in de aandoeningen waarmee patiënten komen. Deze verschuiving lijkt logisch aangezien dergelijke verschuivingen tevens zichtbaar zijn als gekeken wordt naar de totale Nederlandse bevolking. Het aantal patiënten met een chronische aandoening in Nederland neemt toe en ze krijgen deze aandoening steeds jonger [7]. Het CBS toont bijvoorbeeld een stijging in het aantal uitgevoerde totale knie artroplastieken, waarvoor steeds meer mensen van 65 jaar of jonger in aanmerking komen [8]. Daarnaast wordt een toename van de omvang van de fysiotherapeutische zorg aan patiënten met een chronische aandoening verwacht op basis van de groeiende aandacht voor substitutie van de tweedelijnszorg naar de eerstelijnszorg [9;10]. De stijging in het aandeel patiënten met een chronische aandoening in combinatie met een lichte stijging van het gemiddelde aantal contacten per kalenderjaar heeft geresulteerd in een toename van het aandeel fysiotherapeutische zorg dat aan patiënten met een chronische 5

aandoening wordt gegeven. Deze stijging heeft zich in 09 echter niet doorgezet. Dit komt omdat er in 09 in verhouding minder patiënten met een chronische aandoening en meer patiënten met een niet-chronische aandoening behandeld zijn dan in 08. De regeling die tot en met 10 geldig was, waarbij de eerste negen behandelingen buiten de Zvw vielen, had in 09 tot gevolg dat 27% van de fysiotherapeutische zorg binnen de zorgverzekeringswet bekostigd werd. Bij toepassing van de nieuwe regeling op de dataset van 09, waarin de eerste 12 behandelingen buiten de zorgverzekeringwet vallen, zakt dit aandeel naar 25%. Als dit geëxtrapoleerd wordt naar de lasten fysiotherapie voor volwassen patiënten in 09 (ruim 350miljoen; [1]) zou dit een besparing van bijna 28 miljoen euro opleveren. Echter, hierbij is geen rekening gehouden met een verdere toename van de vraag naar fysiotherapie en een verdere stijging van het aandeel patiënten met een chronische aandoening. Methodologische verantwoording De resultaten in dit factsheet zijn gebaseerd op gegevens uit de Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg (LiPZ). LiPZ is een landelijk representatief netwerk van geautomatiseerde extramurale fysiotherapiepraktijken, praktijken voor oefentherapie Cesar en Mensendieck en praktijken voor diëtetiek. Zorgverleners registreren binnen dit netwerk gegevens over de zorg die zijn aan hun patiënten leveren. Wat betreft de fysiotherapie is het LiPZ netwerk alleen representatief voor reguliere fysiotherapeuten. Fysiotherapeuten die voornamelijk als verbijzonderd fysiotherapeut zoals manueel therapeuten en kinderfysiotherapeuten, werkzaam zijn, zijn vooralsnog uitgesloten van het netwerk. De gegevens in dit factsheet zijn beperkt tot volwassen patiënten bij de fysiotherapeut. Gemiddeld zijn jaarlijks binnen LiPZ gegevens van 11.000 volwassen patiënten geregistreerd. Waar gesproken wordt over gevonden verschillen, is sprake van statistisch significante verschillen. LiPZ wordt uitgevoerd door het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) in nauwe samenwerking met de betrokken beroepsgroepen, te weten het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie, de Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck en de Nederlandse Vereniging van Diëtisten, en met Zorgverzekeraars Nederland en het College voor Zorgverzekeringen. LiPZ wordt gefinancierd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Voor meer informatie: mw. dr. I. Swinkels, tel: 030-2729771, e-mail: i.swinkels@nivel.nl of bezoek onze website www.nivel.nl/lipz BronvermeldingReference List [1] College voor zorgverzekeringen. Zorgcijfers kwartaalbericht 1e kwartaal 10. Financiële ontwikkelingen in de Zvw en AWBZ met meerjarige trendcijfers 04-09. Diemen: College voor zorgverzekeringen, 10. [2] College voor zorgverzekeringen. Zorgcijfers kwartaalbericht 1e kwartaal 09. Financiële ontwikkelingen in de Zvw en AWBZ met meerjarige trendcijfers 03-08. Diemen: College voor zorgverzekeringen, 09. 6

[3] Hoogervorst JF. Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 04. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 03. [4] Hoogervorst JF. Besluit van 28 juni 05, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in de artikelen 11,, 22, 32, 34 en 89, van de Zorgverzekeringswet (Besluit zorgverzekering) - bijlage 1. Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden 05; 05(389):1-61. [5] Ministerie van Volksgezondheid WeS. Veranderingen in de zorg - belangrijkste veranderingen. http://veranderingenindezorg.nl/zorg/veranderingen.html. 11. 21-1-11. Ref Type: Electronic Citation [6] Centraal Bureau voor de Statistiek. Medische consumptie; Contact fysiotherapeut in 1 jaar. http://statline.cbs.nl/statweb/publication/?dm=slnl&pa=03799&d1=54-56&d2=0-17&d3=0&d4=a&vw=t. 21-1-11. Ref Type: Electronic Citation [7] van der Lucht F, Polder JJ. Van gezond naar beter. Kernrapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 10. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 10. [8] CBS. Operaties in het ziekenhuis. http://statline.cbs.nl/statweb/publication/?dm=slnl&pa=80386ned&d1=1& D2=0&D3=1-6&D4=22&D5=10-12&VW=T. 22-3-11. Ref Type: Electronic Citation [9] Klink A. Visie op de eerstelijnszorg: 'Dynamische eerstelijnszorg'. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 08. [10] Schippers EI. Antwoorden vragen op rapport 'Afstemming van de zorg rond chronische aandoeningen, terugblik 10'. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 11. 7