De overdracht kan ook plaats vinden via sexueel contact (puberteit/sexueel misbruik) of via besmette naalden en spuiten bij druggebruik.



Vergelijkbare documenten
Besmetting met HIV Inleiding Wat is HIV Wat is AIDS

Testen op hiv tijdens de zwangerschap

Behandeling. bij HIV-infectie. Wat staat u te wachten? Welke medicijnen krijgt u? Hoe houdt u zo lang mogelijk een goede conditie?

Testen op HIV in de zwangerschap. Obstetrie

Hoe krijg je hepatitis B?

Je lichaam beschermt je tegen allerlei bacteriën en virussen van buitenaf. Dat doen de witte bloedcellen.

Testen op HIV, ja of nee?

Spreekbeurt Levensbeschouwing AIDS

Werkstuk ANW Aids en Hiv

Toolbox-meeting Het gevaar van naalden (van junks) in de liftput

Dataverzameling en datakwaliteit. Karakteristieken van de geregistreerde populatie

Hepatitis B vaccinatie

6,5. Werkstuk door een scholier 1758 woorden 1 november keer beoordeeld. Verzorging. Inhoud:

Monitoringrapport 2012

Testen op HIV, ja of nee? Informatie voor zwangere vrouwen

Hepatitis B vaccinatie

Je kunt Aids bij iemand aantonen door middel van een Aids-test. Men kan kijken of het lichaam antistoffen

Controles tijdens de zwangerschap

HIV ZORG in Limburg. Stand van zaken. Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog

Spoelwormen leven in de darmen van honden en katten.

HIV een kleine update. Marjolijn Pronk 16 januari 2018

COMBINATIETHERAPIE TEGEN HIV

BVD, het aanpakken waard! Ruben Tolboom Intervisie 2014

Ziekenhuizen. Cytomegalovirusinfecties bij zwangeren

Prik- of spatletsel opgelopen tijdens het werk

Groep-B-streptokokken en zwangerschap. Poli Gynaecologie

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Besmetting met hepatitis B. rkz.nl

WAT ZIJN DE VERSCHIJNSELEN VAN HEPATITIS B?

HIV SAM AFRIKANEN TEGEN HIV. Instituut voor Tropische Geneeskunde

Adalimumab (Hyrimoz ) bij IBD

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Groep-B-streptokokken en zwangerschap

7,1. Werkstuk door een scholier 1782 woorden 17 maart keer beoordeeld. Hoofdstuk 1 Hoe kun je een soa oplopen?

6,9. Werkstuk door een scholier 1909 woorden 27 juni keer beoordeeld. Wat is Aids?

Feline infectieuze peritonitis (FIP), Besmettelijke buikvliesontsteking bij katten

BLOED GEVEN... VERANTWOORDELIJK HANDELEN. Wat u moet weten

Werkstuk Biologie aids

ANTIRETROVIRALE THERAPIE

Monitoringrapport 2011

NVOG Voorlichtingsbrochure GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP

PRAKTISCH Hondsdolheid (rabiës)

SEIZOENSGRIEP EN HET GRIEPVACCIN

NVOG Voorlichtingsbrochure GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP

Patiënteninformatie. Adalimumab (Humira ) Informatie over de behandeling met het medicijn adalimumab bij de ziekte van Crohn en collitis ulcerosa

Huisartsensymposium anno HAS AZ Monica 1

hoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 203 Samenvatting in het Nederlands

Zwangerschap en HBV. Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht

Follow-up van prikaccidenten

Groep B streptokokken en zwangerschap

Adalimumab (Humira ) MDL-centrum. Bij de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa

Vragen Ouderdag Congenitale CMV infectie. CMV-groep

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A

Veel voorkomende SOA. Gynaecologie. alle aandacht

AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND

5,4. Werkstuk door een scholier 2094 woorden 30 juni keer beoordeeld. Inhoudsopgave:

6,2. Werkstuk door een scholier 1821 woorden 27 november keer beoordeeld. Nederlands. Algemeen:

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Groep-B-streptokokken en zwangerschap. rkz.nl

Voorkomen en bestrijden van IBR en BVD

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln

Samenvatting. Chapter12

Golimumab (Simponi ) Bij colitis ulcerosa. Informatiefolder. NNIC folder Golimumab uitgave november 2014

Zorgprotocol GBS bij de pasgeborene

Periodieke Koorts met Afteuze Faryngitis en Adenitis (PFAPA)

Groep B-streptokokken en zwangerschap

Terugkerende aanvallen

Kinkhoest. Kinkhoest of pertussis is een acute bacteriële infectie van de luchtwegen.

RSV (respiratoir syncytiaal virus)

GEZONDHEIDSINFORMATIE

Vereenvoudigde Nederlandse samenvatting

Adalimumab (Humira ) Bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Nederlandse Samenvatting

CMV-screening bij de pasgeborene

Nederlandse samenvatting 161. Samenvatting. Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden

Periodieke Koorts Met Afteuze Faryngitis En Adenitis (PFAPA)

Oogafwijking bij AIDS

Adalimumab (Humira) Bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

De sterke werkzaamheid van een combinatie van

toch ziektetekens opwekken. Anderzijds kunnen om dezelfde reden de symptomen van een ziekte erger worden dan ze zouden zijn zonder de bijkomende

Doel Behandeling bij Varicella Zoster virus (VZV) tijdens de zwangerschap en bij neonaat.

Casus 1 Een 33-jarige man, homosexueel, bezoekt u omdat hij een HIVantistoffen test wenst. Zes jaar geleden (1999) heeft hij frequente sexuele

Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Groep B Streptokokken en Zwangerschap Gynaecologie

groep-b-streptokokken en zwangerschap

DRAAIBOEK INFECTIEZIEKTEN CLB. Hiv-infectie

PATIËNTENINFO. Aanbevolen vaccinaties aanvullend op het schema van Kind en Gezin KINDERAFDELING

Handleiding voor zorgprofessionals. Gebruik van LEMTRADA (alemtuzumab) bij patiënten met actieve relapsing remitting multiple sclerose (RRMS)

TETRAVAC Geadsorbeerd difterie-, tetanus-, acellulair kinkhoest- en geïnactiveerd poliovaccin

Het bijzondere van een HSV-infectie is dat het virus levenslang in een slapende vorm in het lichaam aanwezig blijft.

Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Inhoudsopgave Inleiding Voor wie is deze brochure? 1. Hepatitis 2. Behandeling medicijnen Alternatieve aanvullende behandelingen

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

Mijn kind heeft diarree

ZORGTRAJECT VOOR WENSOUDERS MET EEN INFECTIEZIEKTE

Dermatologie. Patiënteninformatie. Herpes. Slingeland Ziekenhuis

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Vi-polysaccharide van Salmonella typhi (Ty2 stam)

Adalimumab (Humira) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum. Beter voor elkaar

Gynaecologie / obstetrie Groep-B-streptokokken en zwangerschap

Mercaptopurine. Bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

CMV, EBV, Toxoplasma. Diagnostiek. Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog

Groep B streptokokken en zwangerschap

Transcriptie:

Medische aspecten bij Kinderaids 1. Inleiding : Bij kinderen gebeurt de overdracht van het virus (hiv) hoofdzakelijk via de moeder tijdens de zwangerschap, tijdens de bevalling of daarna door borstvoeding. Daarnaast is een aantal kinderen via besmette bloedprodukten geïnfecteerd (b.v. kinderen met hemofilie). Door de controles op de bloedbanken is dit sinds 1985 bijna onmogelijk. De overdracht kan ook plaats vinden via sexueel contact (puberteit/sexueel misbruik) of via besmette naalden en spuiten bij druggebruik. Aids bij kinderen wordt ook wel paids genoemd, dit staat voor pediatric Aids. 2. Overdracht van hiv : 2.1.overdracht van moeder op kind (verticale transmissie) Historische studies tonen dat de frekwentie van transmissie van moeder op kind schommelt tussen 13 en 40%. Verschillende factoren kunnen het risico van transmissie van hiv verhogen : gevorderde klinisch stadium bij de moeder, lage CD4 gehalte, hoge virale lading, positief p24 antigen, infectie van placenta en vagina, het breken van de vliezen meer dan 4 uur voor de geboorte, het geven van borstvoeding. Van belang is dat zelfs indien geen enkel verhoogd risico op transmissie aanwezig is, deze nooit volledig uitgsloten is. Men schat dat ongeveer 1/3 van de transmissies in utero plaatsvinden terwijl 2/3 op het ogenblik van de bevalling geschieden. Bij kinderen die in utero besmet worden, gebeurt dit meestal op het einde van de zwangerschap, waarschijnlijk ten gevolge van microtranfusies door de placenta of door stijgende infectie vanuit het geboortekanaal bij vroegtijdig breken van de vliezen. Hieruit besluit men dat tussen 80 en 90 % van de transmissies rond de geboorte plaatsvinden. De rol van keizersnede in de preventie van transmissie was initieel sterk omstreden. Nochtans tonen de laatste studies duidelijk aan dat een keizersnede uitgevoerd in ideale omstandigheden met minimale bloeding en contact met bloed de transmissie significant vermindert. Wanneer een keizersnede gecombineerd wordt met het toedienen van ZDV (AZT) wordt de transmissie verminderd van 29% naar 1,5% (7,5% indien alleen electieve keizersnede werd uitgevoerd zonder ZDV). 2.2. besmetting van derden door een hiv-geïnfecteerd kind (horizontale transmissie) mucocutane (huid en slijmvliezen) bloedcontacten : er zijn enkele uitzonderlijke gevallen in ziekenhuismilieus van besmetting van kinderen door contact van de huid of slijmvliezen (ogen, mond) met besmet bloed. Voor de huid ging het telkens om niet

intacte huid (eczeem of andere huidziekten). Studies over blootstelling van huid en slijmvliezen aan besmet bloed konden geen besmetting aantonen. Hier werden wel onmiddellijk de nodige maatregelen genomen om de blootgestelde gedeelten te reinigen. Uit deze studies kan men afleiden dat de kans om besmet te worden bijna onbestaande is. speeksel en bijten : het feit dat het virus soms uit speeksel kan geïsoleerd worden veroorzaakt grote angst. Nochtans zijn er geen gevallen van hiv-infectie beschreven die veroorzaakt werden door contact met speeksel. Gebruik van tandenborstels en vurig zoenen werden evenmin beschreven als oorzaak van transmissie. Sommige kinderen hebben een bijtgewoonte, maar dit gaat zelden gepaard met bloeden. Studies konden geen besmetting aantonen na bijten door een hiv-besmette persoon. "casual contact" : het risico om besmet te geraken via gewoon dagelijks contact met besmette personen in familieverband, op school, in kinderkribbes is uitermate klein. Er is slechts één verslag van een kind beschreven dat waarschijnlijk een ander kind heeft besmet. De omstandigheden waren uitzonderlijk in die zin dat het besmette kind regelmatig bloedingen vertoonde, het niet besmette kind aan eczeem leed en dat beiden samen woonden en regelmatig in hetzelfde bed sliepen in weinig hygiënische omstandigheden. Verder zijn er geen gevallen beschreven en epidemiologische studies in families konden geen gevallen van horizontale besmetting aantonen. BESLUIT : Al deze gegevens tonen aan dat de transmissie van hiv nagenoeg uitgesloten is in normale hygiënische omstandigheden tijdens het opvoeden van hiv-positieve kinderen in familieverband, het naar school gaan, de opvang in kinderkribbes. Om het risico nog te verkleinen zouden overal, thuis, op school, in kribbes, in jeugdbewegingen, in sportverenigingen,... voorzorgsmaatregelen moeten aangewend worden om transmissie van door bloed gedragen ziektekiemen te vermijden. 3. Diagnose van hiv infectie : Wanneer een persoon besmet wordt door hiv, zal hij antistoffen aanmaken tegen het virus. Het zijn deze anti-hiv antistoffen die aangetoond kunnen worden in het bloed door een test die ELISA wordt genoemd. Wanneer deze antistoffen aanwezig zijn, zal de ELISA test positief zijn en wordt de persoon seropositief genoemd. Veiligheidshalve wordt steeds een tweede test uitgevoerd om de eerste te bevestigen (confirmatietest). Het virus zelf kan eventueel aangetoond worden door speciale technieken zoals viruskweek en PCR (polychain-reaction). Deze testen kunnen echter alleen uitgevoerd worden in gespecialiseerde centra. Seropositief zijn betekent voor de volwassen besmette persoon dat hij altijd drager is van het hiv en dat hij, op termijn, vermoedelijk aids zal ontwikkelen. Voor kinderen geboren van seropositieve moeders ligt de situatie iets moeilijker. De transmissie van het hiv van moeder op kind bedraagt ongeveer 20% (13-40%). Wanneer een kind geboren wordt van een hiv-positieve moeder is het bij de geboorte altijd seropositief, omdat de hivantistoffen van de moeder doorheen de placenta naar het kind gaan en zo bij het kind een positieve ELISA test geven. Deze antistoffen afkomstig van de moeder kunnen 15 tot 18 maanden na de geboorte aanwezig blijven in het kind. Kinderen die besmet zijn door het virus,

zullen zelf hiv-antistoffen aanmaken en zullen ook na 15 à 18 maanden seropositief blijven. Kinderen die niet besmet zijn door het virus zullen zelf geen hiv-antistoffen aanmaken en nadat de antilichamen van de moeder uit hun bloed verdwenen zijn, zullen zij seronegatief worden. Men moet dus met de klassieke ELISA testen 15 à 18 maand na de geboorte wachten, om te weten of een kind dat geboren is van een seropositieve moeder al dan niet besmet is. Snellere diagnose kan door het uitvoeren van een hiv-kweek en PCR. Indien zowel de hiv-kweek als de PCR tweemaal positief zijn bij een zuigeling mag men besluiten dat het kind besmet is, ongeacht de leeftijd. Wanneer de hiv-kweek en PCR na de leeftijd van 6 maanden negatief zijn, is de kans zeer klein dat het kind besmet is. Toch is het aangeraden te wachten op een negatieve serologie rond 15 à 18 maanden om de ouders volledig gerust te kunnen stellen. 4. Verloop van de hiv-infectie : Kinderen, van seropositieve moeders, die seronegatief worden, zijn niet besmet en zullen dus geen aids ontwikkelen. Ongeveer 20% van de kinderen die besmet zijn door hun moeder zullen reeds na enkele maanden ziektetekens vertonen zoals diarree, vermagering, koorts, spruw, veralgemeende zwelling van de lymfeklieren, vergrote lever en milt. Deze kinderen kunnen na een paar maanden reeds aids ontwikkelen. De voornaamste ziekten die wijzen op aids bij kinderen zijn o.a. longonsteking (Pneumocystis carinii pneumonia), veralgemeende virus infecties (CMV), schimmelinfekties (Candida) van de luchtwegen of de slokdarm, hersenaandoeningen (hiv-encefalopathie) gepaard gaande met ernstige neurologische aantasting. Deze kinderen overlijden meestal binnen de twee jaar. Maar de meerderheid (ongeveer 80%) van de besmette kinderen die geboren worden zal een chronisch verloop hebben en het kan jaren duren voordat zij aids ontwikkelen (gemiddelde overleving meer dan 10 jaar). Deze kinderen hebben de eerste levensjaren weinig medische problemen. Zij vertonen meer weerkerende infecties van de bovenste luchtwegen, meer ernstige bacteriële infecties, meestal hebben zij een weerkerende of chronische ontsteking van de oorspeekselklier, veralgemeende klierontstekingen en zwellingen en soms een specifieke longaandoening (lymfocytaire interstitiële pneumopathie = LIP). Deze kinderen gaan gewoon naar school waar hun prestaties evenwaardig zijn aan die van niet besmette kinderen. De oudste besmette kinderen zijn nu 15-16 jaar. Wanneer deze oudere kinderen aids ontwikkelen, vertonen zij dezelfde opportunistische infecties als volwassen patiënten. 5. Behandeling 5.1. Combinatietherapie (HAART) bij kinderen : Tabel 1 geeft de verschillende klassen antiretrovirale middelen met de moleculen die in België voor kinderen verkrijgbaar zijn. Deze lijst zal zich zeker uitbreiden naar nieuwere moleculen die reeds bij volwassenen gebruikt worden en soms bij kinderen gebruikt worden in compassionate

use. PI en NNRTI werden slechts zeer recent bij kinderen geïntroduceerd en weinig centra hebben een follow-up van 1 jaar. Uit de meest recente gegevens van de laatste internationale vergaderingen, uit eigen gegevens en deze van andere Belgische centra, blijkt dat HAART bij kinderen minder goede resultaten geeft dan bij volwassenen. Na een initiële daling van de virale lading en een verbetering van hun klinische toestand die soms spectaculair kan zijn, wordt in meer dan de helft van de gevallen na enkele maanden of een jaar een falen van de behandeling waargenomen. Met falen bedoelt men dat de virale lading niet onder de limiet van detecteerbaarheid geraakt en dikwijls zelfs de waarde terug bereikt en overschijdt van voor het starten van PI of NNRTI. HAART : high active anti retroviral therapy NRTI : nucloside reverse transcriptase inhibitor NNRTI : non nucleoside reverse transcriptase inhibitor PI : protease inhibitor Tabel 1: Antiretrovirale middelen anno 1998 verkrijgbaar voor kinderen in België Klasse Molecule Afkorting Merknaam NRTI didanosine DDI Videx lamivudine 3TC Stavudine D4T zalcitabine ddc Epivir Zerit Hivid zidovudine AZT,ZDV Retrovir NNRTI nevirapine NVP Viramune PI nelfinavir Viracept ritonavir 5.2. Ondersteunende therapiën : Norvir Belangrijk is Pneumocystis carinii pneumonia te voorkomen met cortimoxazole (Bactrim) dat toegediend moet worden aan alle zuigelingen met een bewezen of sterk vermoede hiv-infectie onder één jaar, wat ook het gehalte aan CD4 in het bloed is.

Weerkerende bacteriële infecties kunnen vermeden worden door maandelijks intraveneuse gammaglobulines toe te dienen. Sinds kort wordt ook vitamine E voorschreven, dit zou de ontwikkeling van het virus afremmen. 6. Inentingen : Kinderen besmet met hiv moeten volgens het huidig aanbevolen schema ingeënt worden, inclusief het anti-haemofilus vaccin, maar met uitzondering van de poliovaccinatie met het levend verzwakt poliomyelitis vaccin (Sabin). Hiervoor gebruikt men best het dode Salk vaccin. BCG wordt in België niet toegediend en wordt bij hiv-positieve kinderen afgeraden. Over de indicaties voor het griepvaccin en het pneumokokkenvaccin bestaat enige onenigheid. Algemeen is het wel zo dat kinderen met gevorderde hiv-infectie minder goed gaan reageren op het vaccin en lagere titer antistoffen opbouwen.