b a l a n s in e n e r g i e z u i l 1 minimumeis: Sluitende balans op de gebouwtemperatuur. Doel

Vergelijkbare documenten
WAAR MOETEN WE VERSNELLEN?

Klomps Bouwbedrijf Duurzaam en Energieneutraal Bouwen SBR Bouwlokalen Klomps Bouwbedrijf

NTA Nieuw tijdperk energieprestatie. Normalisatie: De wereld op één lijn 1

Het Nieuwe Telen. Basis HNT. Wat is de kern van HNT? en CO 2. Natuurkundige principes oa: Plantfysiologie Plantbalans. Vochtbalans Energie balans

Sprekers Ivo Opstelten Jose van der Loop Sjoerd Klijn-Velderman

Van inspanningsverplichting naar prestatiecontract nieuwbouw MFG Kaatsheuvel

EQ concept. Duurzame installatie voor een woning van 100 m2 met een EPC van 0,4

Concept Ecovision. Il sole come partner. Concept Ecovision. schermature solari Colt

PLUS LEVEN. Wetgeving 2015; epc van 0,4 / Wij reeds energieneutraal in 2015 icm windenergie Wetgeving per : BENG

Passief Bouwen. Passief Bouwen in de praktijk. Velve-Lindehof, Enschede. Stelling. Ontwerpvisie. Binnengasthuizen, Zwolle

ZEN en BENG Scenario s voor bijna energieneutrale woningen

Bij het opstellen van deze notitie zijn de volgende relevante documenten als uitgangspunten gehanteerd:

1E SCHOOL. duurzaam gerenoveerd

Meten is weten (wat te doen) Gezondheid in woningen, scholen en kinderdagverblijven. Presentatie 3e kennisdag Bouwfysica 14 mei 2009

Itho Daalderop Installatieconcepten voor een gezond en comfortabel binnenklimaat. wonen zonder. energierekening

Energie voor de toekomst I TVVL Kennisplein

Bouwfysica. Ventilatie en Infiltratie. hoofdstuk 6 Bouwfysica. eisen m.b.t. ventilatie oppervlakte

DUURZAAM BOUWEN IN PLAN DRENKELING

Trias energetica. Verdiepende opdracht

Steek Energie in je huis

NUL-OP- DE-METER. FidesWonen maakt uw huis weer als nieuw Comfortabel & duurzaam

12 duurzaamheidstips voor monumenten. Tips voor het verlagen van uw energiegebruik en het verbeteren van het comfort.

Woningventilatie en renovatie

Energieneutraal via de Passief bouwen route

Bouwbesluit en Passief Bouwen

Energieprestaties grondgebonden woningen

Natuurlijke ventilatie van leslokalen

Toelichting vanuit het gezichtspunt Ingenieur Speciale technieken en EPB

EPV FAQ versie BOUWERS

Klimaatinstallatie gemeentehuis Moerdijk: achtergronden en verbeteringen. 29 september 2011 Linda Deutz & Jaap de Knegt

In 10 stappen een Active House

Addicool. Leo Suiker directeur

Presentatie Het morfologisch ontwerpproces in het project Vroomshoop Carl-peter Goossen

Voorwaarden aansluiting appartementen en woningen op WKO bron DSKII

Advies Ontwerp Levering Installatiepartners Inbedrijfstelling

Invulinstructie Energie Prestatie Gebouwen (EPG) Scholen Concept Klimaatgroep Holland, type CP oktober 2016

EQ concept. Duurzame installatie voor een woning van 100 m2 met een EPC van 0,4

EPC 0,8: Over welke woningen en installatieconcepten hebben we het?,

Duurzame energie. uitgestoten in vergelijking met een conventioneel verwarmingssysteem, bijvoorbeeld een CV ketel.

Milieu De module Milieu is opgedeeld in drie submodules: Submodule 2.1 Water Submodule 2.2 Milieuzorg Submodule 2.3 Materiaal

Passief Bouwen: waarom en hoe?

Voorgestelde beslissing :

Workshop 1 EBA en schouwcriteria Milicon, Milieu consultancy, Mat Schatorje

Kees Bakker

Miel Karthaus Martijn de Gier

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen.

Duurzaam verwarmen en koelen met bodemenergie

100% Warmte, warm tapwater en koude. Comfortabel én milieuvriendelijk wonen. duurzame energie van eigen bodem

Interieur koelen, verwarmen en ventileren in één oplossing

Gezonde, frisse lucht in huis

Schothorst Amersfoort

lezing ventilatie & luchtkwaliteit

Wonen in Pijnacker. Comfortabel en duurzaam wonen

van naden en kieren, omdat er anders veel warmte verloren gaat.

Verwarming en ventilatie

100% Warmte, warm tapwater en koude. Comfortabel én milieuvriendelijk wonen. duurzame energie van eigen bodem

EPV IN GESTAPELDE BOUW KOSTEN EN OPBRENGSTEN EXACT GEMETEN

Geïntegreerde klimaatsystemen voor gebouwen

Bewonersinformatie Rosmalen. Aandachtspunten voor uw vernieuwde woning

Kenniscentrum InfoMil Energiebesparing bij een sportclub

Energie Regeneratie Ventilatie. Op EPBD lijst. Energie efficiënte balansventilatie met warmte- én vochtuitwisseling ERV

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Schilindex. Kansen voor energiebesparing met de gebouwschilindicator in de nieuwe NEN 5128 en EPG. Gerrit Jan Kuiper NII

Geef verse lucht de ruimte, woon en werk gezonder

nieuwe woning in Austerlitz

Tekst: Cees van de Sande

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt

Sjoerd de Jong Bouwenadvies

Slimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen

Voorstel Energie- en Installatie-opzet Boddegat CPO-project Boddegat, Ede door de werkgroep Energie en Installaties

Meer wooncomfort. en minder energieverbruik door een warmtepomp. voltalimburg.nl/warmtepomp

Kennissessie: CO 2 neutraal het echte verhaal

Begrippenlijst Naar groen is goed te doen

Themablad Binnenklimaat NOM Keur

AT OSBORNE. Practice what you preach: Hoofdkantoor AT Osborne 3 jaar later. 19 september Gerhard Jacobs Directeur Huisvesting & Vastgoed

Breakout-sessie. No-regret en verduurzaming in de praktijk?

Klimaatinstallaties met wko beoordeling op functioneren bij 38 kantoren

Passief Bouwen in de praktijk

SEC. Bouwen zonder gas! Door Heating Solutions International en Smart Energy Concept 2018

Its time for Greenovation CBM INDUCTIE UNIT CRYSTAL BEAM MODULE EEN PCM INDUCTIE UNIT.

DE WERKING VAN DE WARMTEPOMP

Energieverspilling is zinloos

Wonen in De Bron. Comfortabel en energiezuinig wonen 2 december 2009 Renate van Paassen Willem Bastein

Wat is comfort? Thermisch comfort. Binnenluchtkwaliteit. Akoestisch comfort

Een nieuwe woning in RijswijkBuiten 66 woningen Buitenplaats Syon De energie van morgen vandaag in huis

Isolatie. Technische achtergrond 5 november Wouter van den Acker PKW

ECO V. lg Electronics Ventilatie - warmteterugwinning. Speciefieke kenmerken van de Eco V-unit:

Aardwarmte / Luchtwarmte

Met deze regeling wordt uitvoering gegeven aan de artikelen 2, derde lid, en 3 van het Besluit energieprestatievergoeding huur (hierna: het besluit).

Comfortabel én milieuvriendelijk wonen. Met Nuon Stadswarmte en ComfortKoeling

PASSIEVE GEBOUWEN, FEEDBACK EN AANBEVELINGEN. Speciale elementen en aanbevelingen. Luc MEHAUDENS Operations manager Technical installlations n.v.

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

Themabijeenkomst BodemenergieNL BEHEER & ONDERHOUD. Samenhang bovengrond en ondergrond. Themabijeenkomst BodemenergieNL 4 december 2014

Notitie Betreft Power2Nijmegen Inleiding figuur 1: overzicht ecodorp Vraagstelling

EPB in Vlaanderen en hoe te gebruiken als verkoopstool

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen.

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen.

Champignon kwekerij t Voske. Klimaatneutraal door Duurzame energie

BENG, ZEN en/of NOM? Wie ben je?

Sjoerd de Jong Bouwenadvies

Transcriptie:

2014 11 26 b a l a n s in e n e r g i e z u i l 1 Een gebouw moet behaaglijk zijn: s winters warm, s zomers koel. Als je het overschot aan warmte of koude kan opslaan en later gebruiken kan er een balans in energie ontstaan. Een balans in energie zorgt dat de warmte- en koudebehoefte van het gebouw is gedekt. Er is alleen nog maar hulpenergie nodig om de warmte en koude op de juiste momenten te gebruiken. Kleine tekorten zijn niet erg: die kunnen makkelijk worden ingewonnen uit hernieuwbare bronnen. De balans voor de gebouwtemperatuur moet sluitend zijn. De benodigde hulpenergie voor het onttrekken en opladen van warmte en koude uit de bronnen moet beperkt blijven. Er wordt onderscheid gemaakt tussen opname, afgifte en opslag. De eisen aan de opslag zijn vervat in de tweede zuil: Buffer. Warmte kan worden opgenomen en koude worden afgegeven, of andersom: er is een constante uitwisseling van energie met de omgeving. Deze uitwisseling heeft plaats door: transmissie door de gebouwschil; warmtewisselaars in bodem, grondwater of oppervlaktewater; ventilatie (uitwisseling met de buitenlucht); Ook met het interieur wordt warmte uitgewisseld. Een overschot aan warmte wordt opgenomen (koeling), een tekort aangevuld (verwarming). Warmte in het interieur ontstaat door activiteit (mens en dier geven warmte af), maar ook door apparatuur. Sluitende balans op de gebouwtemperatuur. Een sluitende balans is een voorwaarde om in aanmerking te komen voor het Keurmerk. De benodigde hulpenergie dient beperkt te blijven (5 KW/m² BVO per jaar), zodat deze zelf kan worden opgewekt of ingekocht uit hernieuwbare bron. Het aantonen van de Balans kan middels NEN NTB of de BRL NTB of gelijkwaardige berekeningen. Bij de aanvraag van het keurmerk dienen de berekeningen, de uitgangspunten en de resultaten van deze berekeningen te worden bijgevoegd *.

2014 11 26 z u i l 2 b u f f e r va n e n e r g i e Om een jaarlijks evenwicht te kunnen handhaven tussen Opname en Afgifte in de GebouwTemperatuur dient een Opslag aanwezig te zijn groot genoeg om dit jaarlijkse gemiddelde evenwicht over een meetperiode van vijf jaar te kunnen handhaven. Opslag van energie verminderd de behoefte aan extern ingekochte (waaronder fossiele) energie, of gebruik van zelf opgewekte energie. Realisatie van een energieopslag die toereikend is om een evenwicht te handhaven over een langere periode. Aangetoont dient te worden dat deze opslag in staat is om een jaarlijks evenwicht te bereiken en te behouden over een periode van 5 jaar. Deze Opslag kan gevonden worden in: De thermische massa van het gebouw; De massa van de bodem en/ of het grondwater; Naburig oppervlaktewater; Speciale voorzieningen om energie in op te slaan zoals onder andere: boilervaten, fase veranderende materialen, baterijen of chemische buffers; Het elektriciteitsnet; Deze buffers kunnen zowel binnen als buiten het gebouw liggen, van natuurlijke aard, danwel speciaal daartoe aangelegd zijn. toereikende seizoensopslag Een toereikende opslag is een vereiste om in aanmerking te komen voor het Keurmerk. Het aantonen van de toereikend zijn van de buffer kan middels NEN NTB of de BRL NTB of gelijkwaardige berekeningen. Bij de aanvraag van het keurmerk dienen de berekeningen, de uitgangspunten en de resultaten van deze berekeningen te worden bijgevoegd *.

2014 11 26 z u i l 3 b o v e n d a u w p u n t Condensatie in de constructie is gevaarlijk. Het betekent immers kans op rotting, roest en schimmelvorming. Een vochtige constructie isoleert bovendien slecht, het kost dus ook veel energie. Voorkomen van condensatie is dus van groot belang voor het gebouw, de gebruiker én zijn energierekening. Daarom moet de gevel boven dauwpunt blijven. Een constructie die boven dauwpunt is, blijft droog. Dat verhoogt de houdbaarheid, reduceert de warmtevraag én maakt een gezond binnenklimaat mogelijk. Bijkomend voordeel is dat dampremmende en luchtdichte folies niet meer nodig zijn: makkelijker en goedkoper bouwen. Een dampopen constructie kan vocht accumuleren: een tijdelijk tekort of overschot wordt door het gebouw gecompenseerd, niet alleen door ventilatie. Alleerst moet inzichtelijk worden gemaakt welke temperatuur van de constructie een veilige is, de GebouwTemperatuur. De energie die het kost om deze temperatuur te bereiken behoort bij het casco. Die temperatuur ligt doorgaans onder de ComfortTemperatuur, de energie die het kost om die te bereiken behoort bij de gebruiker. Door het inzichtelijk maken van het verschil tussen GebouwTemperatuur en ComfortTemperatuur wordt ook duidelijk hoeveel energie voor het gebouw, en hoeveel voor de gebruiker nodig is. De Gebouwtemperatuur dient volledig in balans te zijn, voor het realiseren van de ComfortTemperatuur kan energie worden ingekocht (liefst uit hernieuwbare bron). Hoe hoger de GebouwTemperatuur, hoe minder energie nodig is voor het bereiken en behouden van een comfortabel binnenklimaat. Het Keurmerk stelt geen eisen aan de wijze waarop de gevel boven dauwpunt wordt gehouden. 4ºC boven dauwpunt, >10ºC bij eerste materiaalovergang Voor deze zuil zijn maximaal 10 punten te verkrijgen. Minimaal dienen 5 punten te worden behaald om in aanmerking te komen voor het Keurmerk 5 Punten indien wordt voldaan aan de minimum-eis. Bonuspunten, 1 punt voor elke twee graden boven 10ºC, kunnen worden verkregen voor een hogere oppervlaktetemperatuur van de constructie in verblijfsruimten. Hierbij geldt dat voor 80% van het gesloten geveloppervlak de hogere temperatuur moet worden aangetoont. 10ºC geeft 5 punten; 12ºC geeft 6 punten; 14ºC geeft 7 punten; 16ºC geeft 8 punten; 18ºC geeft 9 punten; 20ºC geeft 10 punten. In het ontwerp moet conform BRL ntb te zijn aangetoond waar dit optimale bereik in temperatuur ligt. Dit optimale bereik is tweeledig: enerzijds dient de energie om de GebouwTemperatuur in stand te houden zo laag mogelijk zijn, echter de energie om een ComfortTemperatuur te bereiken dient eveneens te worden meegenomen. Deze komt in de 4e zuil aan de orde. De temperatuur van de gevel ligt minimaal 4ºC boven het dauwpunt en is minimaal 10ºC bij de eerste materiaalovergang in de constructie, van buitenaf gezien. Indien permanent wordt gemonitord kan het temperatuurverschil worden gereduceerd tot 2ºC *.

2014 11 26 z u i l 4 c o m f o r t De comforttemperatuur moet efficient en snel te bereiken zijn. Ieedereen heeft een eigen Comfort-temperatuur. De temperatuur in zorgcomplexen of ouderenwoningen ligt hoger dan in gewone woningen. Het klimaat in kantoren is anders dan in werkplaatsen. Snelle en individuele regeling is een vereiste. Bereiken en in standhouding van de gewenste temperatuur moet voor de individuele gebruiker mogelijk, snel en energie-efficient zijn. Hoe kleiner het verschil tussen tempertuur van het gebouw en het comfort, hoe minder energie nodig zijn zijn om het comfort in te bereiken en in stand te houden. Hoe effectiever het afgiftesysteeem, hoe sneller de comforttemperatuur bereikt zal worden. Hoe efficienter het opwekkingssysteem, hoe minder fossiele energie vereist is voor opwekking van aanvullende warmte en of koude voor het comfort. De temperatuur van het comfort kan en zal in de tijd fluctueren: door wensen of veranderingen bij de gebruiker, maar ook door het klimaat: in de zomer worden hogere temperaturen toegestaan dan in de winter wenselijk wordt geacht. NB: De voor deze Comfort Temperatuur benodigde energie is niet Gebouwgebonden en wordt als zodanig niet meegerekend in het Evenwicht van de Gebouwgebonden warmtehuishouding. Door rekening te houden met de verschillen in de tijd kan aangetoond worden dat de totale hoeveelheid benodigde energie beperkt is Het Keurmerk stelt geen absolute eisen aan het energiegebruik, evenmin aan het geïnstalleerde vermogen. het Keurmerk stelt echter wel eisen aan het verbruik van fossiele brandstoffen. Een verbruik van 15 kwh/m² per jaar voor nieuwbouw en 28 kwh/m² per jaar voor bestaande bouw wordt als maximum gehanteerd. Dit betreft ingekochte primaire energie. Gas, elektra, hout kan allemaal de bron zijn. 15 kwh/m 2 (nieuwbouw), 28 kwh/m 2 (bestaande bouw) Het Keurmerk schrijft niet voor met welke middelen de Comforttemperatuur in stand gehouden kan worden. Voor deze zuil zijn 10 punten beschikbaar. Indien wordt voldaan aan de minimum-eisen wordt 5 punten gegeven, hetgeen tevens het minimum is om in aanmerking te komen voor het Keurmerk. Indien het berekende verbruik 3 kwh/m² lager is dan het genoemde minimum, wordt 1 punt extra verkregen. Hiermee is een verbruik van 0 kwh/m² bij nieuwbouw dus 5 extra punten verstrekt. Het vermogen wordt bepaald aan de hand van het berekende verbruik, conform ISSO..., BRL... en / of NEN... Hoe kan de snelheid worden bepaald? *.

2014 11 26 z u i l 5 v e n t i l at i e Ventilatie is essentieel voor een gezond binnenklimaat. Afvoer van geproduceerd vocht en CO 2 en toevoer van frisse lucht moet geborgd zijn. Het bouwbesluit stelt minimumeisen voor ventilatie. Deze zijn eisen zijn echter aan de krappe kant, meer ventileren is beter. Het Keurmerk heeft tot doel een gezond binnenklimaat te borgen. Goede ventilatie is daarbij een vereiste. In de beleving van veel gebruikers is ventilatie echter hinderlijk: het idee is dat het energie kost, en veel ventilatiesystemen maken geluid. De eisen die het Keurmerk aan de ventilatie stelt zijn dan ook tweeledig: een hoge ventilatievoud, gecombineerd met een laag geluidsniveau. Het Keurmerk vereist een verhoogde ventilatievoud. Hierbij geldt als uitgangspunt het realiseren van een maximumwaarde van 650 ppm voor CO 2 (inclusief achtergrondconcentratie). Voor woningen betekent dit in de praktijk een ventilatievoud van 50 m 3 /h per persoon in de verblijfsgebieden. Voor kantoren geldt een ventilatievoud van 70 m 3 /s per m² verblijfsruimte. Voor scholen geldt een ventilatievoud van 70 m 3 /h per m² verblijfsruimte. Dit zijn minimale eisen. Bij mechanische ventilatie dienen deze waarden op stand 2, de één laagste stand te worden bereikt. In woningen geldt dat het ventilatiegeluid op stand 2 (bij aanwezigheid van personen) niet hoger dan 25 db(a) mag zijn. CO 2 -concentratie 650 ppm Hoe te Bereiken Warmbouwen schrijft geen ventilatiesysteem voor. Bij mechanische systemen is een onderhoudscontract een vereiste: aangetoond is dat er een sterke afname van de ventilatiecapaciteit is als geen onderhoud wordt gepleegd. Voor Ventilatie zijn 10 punten te behalen. 5 punten worden behaald indien wordt voldaan aan de minimum eisen. 5 punten is tevens het minimum om in aanmerking te komen voor het keurmerk. Voor elke 20% meer ventilatie op de laagste stand (of de vaste stand) wordt 1 punt verleend. Het ventilatievoud wordt bepaald aan de hand van ISSO..., BRL... en / of NEN... *.

2014 11 26 z u i l 6 o n d e r h o u d beoogt onderhoudsarm vastgoed, onderhoud dient echter wel geborgd te worden. Onderhoud is een grote kostenpost in de totale levensduurkosten van vastgoed. Onderhoudsarm vastgoed is in het belang van de eigenaar èn gebruiker. Onderhoud kan worden voorkomen door goede constructies, detaillering en uitvoering. En onnodig onderhoud kan worden voorkomen middels een onderhoudsplan. Naast een zorgvuldig ontwerp en uitvoering moet ook het onderhoud geborgd zijn. Reductie van onderhoudskosten, door robuuste constructies en installaties, èn verminderen van onderhoudskosten door regelmatig controles en (klein) onderhoud uit te voeren. In de onderhoudscontracten moet zijn vastgelegd: Regelmatig en terugkerende controles van, en zonodig onderoud aan het binnenklimaatsysteem. Denk hierbij aan ventilatie, verwarming en koeling. Dit conform de richtlijnen van de ISSO. (ISSO publicatie 58, V.4-2, 2008). Monitoring van de warmte-koude opslag (bron) en terugkoppeling met het verwarming/koelsysteem Regelmatig terugkerend controle van en onderhoud aan bouwkundige onderdelen, denk hierbij met name aan onderhoudsgevoelige alspecten als schilderwerk en staal. onderhoudcontract > 5 jaar? Er moet worden aangetoont dat er een onderhoudscontract en een Meer- Jaren-Onderhoudsplanning is met de verantwoordelijke aannemers of gespecialiseerde bedrijven. Dit contract heeft een minimale looptijd van 5 jaar. Het onderhoudscontract is een harde eis om in aanmerking te komen voor het keurmerk.

2014 11 26 z u i l 7 m o n u m e n t e n Deze Zuil is alleen van toepassing op bestaande archtitectuur en verplicht voor beschermd vastgoed en stadsgezichten. Bestaand vastgoed is doorgaans niet ontworpen naar de huidige maatstaven voor comfort en energiegebruik. Behoud van bestaand beeld en historische materialen is echter van belang. Werkelijke duurzaamheid wordt gevonden in gebruik van het bestaande. Respecteer dat, behoud zijn functie, of breng die terug, maak onderscheid tussen korte en lange levensduur. Het bieden van een toetsbaar kader voor verbetering en behoud van monumentaal vastgoed. Niet al het bestaande vastgoed is monument, deze toets is verplicht voor beschermde monumenten en naar eigen inzicht te gebruiken bij bestaande bouw. Middels de DuMo-systematiek dient aangetoont te worden dat de verduurzaming niet leidt tot substantiële achteruitgang van monumentwaarden. Achteruitgang van monumentwaarden en verbetering van comfort en energiehuishouding gaan hand in hand. Hoe te Bereiken De DuMo-systematiek geeft een waardering voor elk gebouw. Middels deze systematiek kan een nul-meting worden verricht, en een meting na aanpassing. reductie monumentwaarde < 25% Elke 5% achteruitgang, of deel daarvan, is aftrek van 1 punt. De minumumscore voor deze zuil is 5 *. Voorbeeld: Monumentwaarde voor aanpassing: 2,0 5% komt overeen met 0,1 dumo punt. Monumentwaarde na aanpassing: 1,98: 9 punten, Monumentwaarde na aanpassing: 1,9: 9 punten monumentwaarde na aanpassing: 1,6: 6 punten monumentwaarde na aanpassing onder de 1,50: geen punten. Een reductie van 25% over de monumentwaarde is daarmee toegestaan. Het is niet gezegd dat vergunningverlende instanties met de achteruitgang in monumentwaarde akkoord gaan. Aan de hand van de DUMO-scores op het bestaande vastgoed en op het ontwerp wordt bepaald hoeveel punten worden verkregen. Deze DUMOscores kunnen alleen worden afgegeven door specialisten.