Het Europees Kwalificatiekader en leren in Nederland Rapport voor de Onderwijsraad



Vergelijkbare documenten
Recente ontwikkelingen binnen de EU betreffende het Europees kwalificatiekader (EQF) Wilfried Boomgaert

Leeswijzer bij de matrix van het Nederlands nationaal kwalificatiekader voor levenlang leren, het NLQF

Recente ontwikkelingen binnen de EU rond het Europees kwalificatiekader (EQF) Wilfried Boomgaert. Project Strategisch Onderwijs- en Vormingsbeleid

Naar transparanter hoger onderwijs. Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk

Recente ontwikkelingen binnen de EU betreffende het Europees kwalificatiekader (EQF) Wilfried Boomgaert

De Vlaamse kwalificatiestructuur

Praktijksessie efficiënt opleiden en ontwikkelen voor volwassenen. Tijs Pijls 18 november 2014

De Vlaamse kwalificatiestructuur

Tweede Kamer der Staten-Generaal

voor beroepsonderwijs en -opleiding (2009/C 155/02)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Tenuitvoerlegging van het communautaire Lissabonprogramma. Voorstel voor een

04 Support staff training

(Resoluties, aanbevelingen en adviezen) AANBEVELINGEN RAAD

Communicatierichtlijnen NLQF

EUROPEES PARLEMENT RAAD

Kenniskring NLQF. Eerste bijeenkomst 18 juni 2015

Voorlichtingsbijeenkomst EVC aanbieders en beoordelende organisaties. Tijs Pijls, 17 november 2015

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. Begeleidend document bij het

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Mobiliteit. Onderwijs Normen

HOGER BEDRIJFSDIPLOMA

National Qualifications Framework in an international perspective. Vlaams Ministerie Onderwijs en Vorming Brussel, 30 november 2009

NOTA het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Gezamenlijke conclusies van de Jeugdconferentie van de EU (Dublin, maart 2013)

Advies over de herwerkte tekst van EQF

Kamerstukken II, 2015/16, nr Kamerstukken II, 2016/17, nr Kamerstukken II, 2013/14, nr. 1780

1. WAAROM DIT HANDBOEK? 2

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

Het Vlaamse kwalificatieraamwerk. Internationaal seminarie 30 november 2009 Rita Dunon

Stand van zaken leven lang leren in Nederland en afspraken over/ aanbevelingen aan O&O-fondsen

Samenvatting project Blueprint - Toekomstbestendige vaardigheden voor de maritieme transportsector (Sector Skills Alliances for implementing a new

Laat zien wat je waard bent!

Voorlichting Erasmus+ KA2 15 november 2018

Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers

Het Nederlands Kwalificatieraamwerk

Fiche 4: Mededeling Normalisatiepakket Europese normen voor de 21e eeuw

Advies ten gronde over certificaatsupplementen

Verbeteren van de slechte schoolresultaten voor wiskunde en wetenschap blijft uitdaging voor Europa

Duurzame inzetbaarheid en de vergrijzende beroepsbevolking

Een nieuwe start voor sociale dialoog

Voorstel voor een AANBEVELING VAN DE RAAD

1.4. Studentennummer: de persoonlijke studentencode vermeld in de databank van de instelling.

6 november 2014 Hans Daale, Leido

RICHTLIJNEN. Woordenlijst, terminologie en vrijwaringsclausules. Versie Februari 2018

Stichting Empowerment centre EVC

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en

Leeswijzer bij het NLQF

Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking

Nederlands kwalificatieraamwerk voor opleiders, werkgevers, werknemers en studenten. Voorlichtingsbijeenkomst

Bijlage VII. Bij het advies van de Commissie NLQF - EQF. Resultaten NLQF consultatie voorjaar 2011

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam

Europees kwalificatiekader. Het europees kwalificatiekader voor een leven lang leren (EKK)

Internationale beleidskaders voor onderwijs. Vlaams onderwijsbeleid

Voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake beleid ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

Workshop ECVET in mobility Utrecht 28 maart 2013

Het belang van goed geformuleerde learning outcomes in het kader van accreditatie en erkenning

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

Eurogroep. 1. Economische situatie in de eurozone

Een veranderende arbeidsmarkt, wat betekent dit voor het beroepsonderwijs? Stef Beek Ministerie van OCW 14 november 2014

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2234(INI)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

EmployabilityDriver. Waarom een strategische discussie over employability beleid?

ENTANGLE - Nieuwsbrief

HBO5 in Vlaanderen. Toelichting Noël Vercruysse 23 november 2011

Het communiqué van Maastricht. De prioriteiten voor nauwere Europese samenwerking op het gebied van de beroepsopleiding in de komende jaren

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei

Dat de instellingen en evaluatieorganen voldoende kwaliteitsbewustzijn zullen tonen om de verbeterfunctie van de externe kwaliteitszorg

Position paper voor de Europese consultatie over een European Area of Skills and Qualifications

ONTWERP VAN DECREET. betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN

Datum 10 april 2019 Verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele OJCS-raad 16 april 2019

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Learning Outcomes en de relatie met de BKS; het verschil in perspectief zoals gezien door het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Datum 09 september 2014 Betreft Aanbieding OESO-rapport Education at a Glance 2014 Onze referentie

Fiche 5: Aanbeveling inzake een alomvattende benadering van het onderwijzen en leren van talen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

Goedgekeurd op 11 februari 2011

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

AANBEVELINGEN RAAD. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 165 en 166,

11263/08 ADD 1 mak/gar/hd 1 DG I - 2 B

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren

BEST BOSS BELEIDSNOTA Aanbevelingen voor een succesvolle bedrijfsopvolging van KMO s in toerisme

Doorleren werkt! 14 November 2017

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

1.Inleiding. 2.Profielen per 1 augustus 2007

Transcriptie:

Het Europees Kwalificatiekader en leren in Nederland Rapport voor de Onderwijsraad Johan van Rens November 2006 1

2

Ten geleide Onderwijs is en blijft het terrein van de Europese lidstaten. Toch oefent Europa direct en indirect invloed uit op het onderwijs, ook in Nederland. In zijn advies Onderwijs en Europa: Europese invloeden in Nederland uit 2004 stelde de raad dat Europa deze invloed via vooral niet-dwingende afspraken uitoefent. Europa is daarmee voor het Nederlandse onderwijs van belang. Een voorbeeld van een Europese initiatief is het Europese Kwalificatiekader (EKK). Het kader is vooralsnog een ontwerpaanbeveling van de Europese Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van Ministers, maar zal naar alle waarschijnlijkheid in 2007 worden goedgekeurd en in 2009 mogelijk invloed uitoefenen op de lidstaten. De structuur van het Nederlandse onderwijsstelsel kan in het kader ingepast worden; dit biedt de mogelijkheid deze te vergelijken met de structuur in andere landen. Naast het formele leren hebben ook informele kennis en ervaringen een plaats binnen het EKK. Onderwijs en leren zijn in het kader nadrukkelijk uitgedrukt in leeropbrengsten. Tot nu toe is het EKK relatief abstract en onbekend bij het onderwijs, en onbekend maakt onbemind. De raad ziet in het EKK een ontwikkeling die weliswaar niet direct verplichtend is, maar waar onderwijsinstellingen vroeg of laat wel mee te maken zullen krijgen. Daarom heeft de raad Johan van Rens, gedurende vele jaren directeur van CEDEFOP in Thessaloniki (het Europees Centrum voor de ontwikkeling van beroepsopleidingen) en nauw betrokken bij de totstandkoming van het EKK, gevraagd om samen te vatten wat het EKK is, de ontstaansgeschiedenis te beschrijven en aan te geven wat het EKK voor Nederland kan betekenen. De discussie over het EKK past goed bij de verkenning Versteviging van kennis in het onderwijs die de raad in 2006 aanbood aan de minister. Deze rapportage over het EKK kan bijdragen om de Nederlandse discussie over standaarden, onderwijsniveau en leerinhoud in een Europees perspectief te plaatsen en zo actief bij te dragen aan de verdere opstelling en koersbepaling van Nederland met betrekking tot het EKK. De raad dankt de auteur, Johan van Rens, voor zijn gedegen rapportage over het Europese Kwalificatiekader. Namens de Onderwijsraad, Prof.dr. A.M.L. van Wieringen Voorzitter 3

4

Inhoudsopgave Samenvatting 7 1. Inleiding 11 2. Doelstellingen van het Europees Kwalificatiekader (EKK) 12 3. Achtergronden en consultatieprocedures 14 4. Ontwikkelingen in andere EU landen en Nederland 17 5. Huidige situatie en voorstel van de Europese Commissie 23 6. Betekenis en reikwijdte van het EKK 26 7. Bijdrage van het EKK aan de vermindering van het scholingstekort 35 8. Cohesie in de aanpak van een leven lang en wijd leren 40 9. De verbinding met de arbeidsmarkt 49 10. Samenhang met Bologna en Kopenhagen proces en de EU 52 11. De besluitvorming en invoering van het EKK 55 Afkortingen 57 Bijlage 1 De nationale consultatie van het voorstel voor een Europees kwalificatieraamwerk (European Qualifications Framework) 59 Bijlage 2 Descriptoren van de niveaus van het Europees Kwalificatiekader (EKK) 65 Bijlage 3 Summary of the responses received to the European Commission s consultation on the EQF 69 Bijlage 4 Over de auteur 75 5

6

Samenvatting Dit verslag beschrijft de totstandkoming en achtergronden van het Europees Kwalificatiekader(EKK) en de aspecten die voor het Nederlandse onderwijs van belang zijn. Onderwijs is het containerbegrip waaronder ook beroepsonderwijs en -opleiding verstaan wordt. Het EKK is vervat in een ontwerpaanbeveling van de Europese Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van Ministers, die naar stellige verwachting in 2007 zal worden goedgekeurd en in 2009 zijn beslag zal moeten krijgen in de lidstaten. Het is een aanbeveling die gezien de grondige voorbereiding en betrokkenheid van de hoofdrolspelers daarbij een goede kans heeft te worden gevolgd door de lidstaten van de Europese Unie en effect zal hebben in de landen die aan het Bolognaproces (45 landen) en het Kopenhagenproces (32 landen) deelnemen. Het EKK wil een samenhangend stelsel van transparante kwalificaties tot stand brengen en bevorderen dat het onderlinge vertrouwen en de mobiliteit toenemen. De essentie van het EKK is een reeks van acht referentieniveaus die beschrijven wat een lerende kent, begrijpt en kan doen zijn "leerresultaten" ongeacht het systeem waarin een specifieke kwalificatie werd verworven. De referentieniveaus van het Europees kwalificatiekader vormen een verschuiving ten opzichte van de traditionele benadering, die de nadruk legt op leerinputs (duur van een leerervaring, soort instelling) en op kwaliteitsborging waarvoor een aparte bijlage aan het voorstel is toegevoegd. Dit is vooral bedoeld om het wederzijds vertrouwen verder te versterken. Het EKK is een vertaalinstrument om kennis, vaardigheden en competenties op Europees niveau inzichtelijk te maken en een vloeiend systeem van een leven lang leren te bevorderen. De sterk verbrokkelde en ingewikkelde onderwijs- en opleidingsvoorzieningen kunnen hierdoor voor de burgers overzichtelijker gemaakt worden wat flexibel leren ten goede zal komen. Bij het EKK gaat het om een aanbeveling, die grondig is voorbereid en terdege besproken is door de belanghebbenden. De consultatieronde over een voorontwerp heeft brede steun opgeleverd en ook voorstellen voor veranderingen waarmee de Europese Commissie rekening heeft gehouden. Het EKK bouwt voort op de Dublin descriptoren als voorbereid in het Bolognaproces. De niveaus 6 tot en met 8 zijn een enigszins aangepaste versie van die descriptoren. Het EKK is bedoeld als referentiekader voor de lidstaten, maar ook voor de Europese economische sectoren, die steeds meer belang hebben bij het tot stand brengen van een transparante kwalificatiestructuur en meer mobiliteit. De interesse van de sectoren wordt met enigszins lede ogen bezien door de nationale werkgeversorganisaties (ook de Nederlandse) en de nationale autoriteiten, die vinden dat het nationale niveau maatgevend moet zijn bijvoorbeeld in relatie met de certificering. Om de samenhang en het proces in goede banen te leiden bevat de aanbeveling een voorstel om een adviesgroep in te stellen, waarvan ook voor iedere lidstaat een nationaal aan te wijzen coördinatiecentrum deel van zal uitmaken. Een toekomstig EKK is nauw verweven met een systeem van kredietpunten. Voor het hoger onderwijs bestaat een dergelijk systeem (ECTS). Voor de rest van het (beroeps)- onderwijs heeft de Europese Commissie onlangs een consultatie gestart met een voorontwerp voor een puntenoverdrachtsysteem voor het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (European Credit Transfer System for Vocational Education and Training - ECVET). Mede op grond van de uitkomsten van deze consultatie (die tot maart 2007 loopt) zal de Europese Commissie bezien hoe beide systemen een bij het EKK passend geheel kunnen gaan vormen. 7

Het EKK-voorstel beveelt niet rechtstreeks aan om een nationaal kwalificatiekader tot stand te brengen. De aanbeveling van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) betreffende Ontwikkeling van menselijke hulpbronnen: onderwijs, opleiding en een leven lang leren uit 2004 doet dit overigens wel. In de consultatieronde heeft de overgrote meerderheid van de landen die nog geen kwalificatiekader heeft, aangegeven een dergelijke stap te willen zetten. De Nederlandse resultaten rechtvaardigen eveneens een dergelijke vorm van uitvoering. De ervaringen in landen met een nationaal kwalificatiekader laten zien dat het een zorgvuldig proces moet zijn, waarbij de hoofdrolspelers inclusief het bedrijfsleven nauw betrokken moeten zijn. De invoering ervan kan het best al werkende weg geschieden. Uit de consultatieronde komt ook naar voren dat mogelijke hobbels bij de invoering van het EKK gelegen zijn in: a) de plek van het vmbo en het algemeen voortgezet onderwijs omdat de vraag is in hoeverre er in het funderend onderwijs sprake is van het vergaren van kennis, vaardigheden en competenties als beschreven in de descriptoren van de beginniveaus van het EKK; b) inschaling van niveau 4 van het mbo en nieuwe vormen van opleidingen aan de onderkant van het hbo zoals het associate degree; c) de positie van de Europese economische sectoren in verhouding tot de nationale autoriteiten; d) certificering en kwaliteitsborging, die wezenlijk zijn om het onderlinge vertrouwen te versterken. Het EKK is bedoeld als instrument om een leven lang leren te bevorderen en kwalificaties vergelijkbaar te maken. De Europese Raad en andere hoofdrolspelers in Europa zien vooral LLL (een leven lang leren) als wezenlijk voor de versterking van de kennissamenleving en het bereiken van de gezamenlijke richtpunten, die in de EU zijn vastgesteld. Uit de voortgangsrapportage blijkt dat de meeste richtpunten niet worden gehaald in 2010 zonder een aanmerkelijke intensivering van het beleid op nationaal niveau. De Europese Unie en Nederland kennen dezelfde problemen met te veel laag en ongeschoolde burgers en een tekort aan hoger opgeleiden. Het bestrijden van de schooluitval of het halen van de startkwalificatie kennen te weinig voortgang. Het EKK biedt gelegenheid om aan de wens van de Onderwijsraad en anderen om meer differentiatie in niveaus aan te brengen tegemoet te komen. Het is een mooie gelegenheid om te zien waar Nederland heen wil en hoe we ons verhouden tot de andere EUlanden. Het biedt ook kansen om het valideren van niet formeel en informeel leren (in Nederland evc genoemd) een gestructureerde plaats te bezorgen in een meer coherent systeem van LLL. De in november 2006 aangenomen EVC Kwaliteitscode biedt goede perspectieven om tot erkenning van resultaten van informeel of niet formeel leren conform de Europese beginselen te geraken. De toegang voor alle burgers tot een dergelijke erkenning is de centrale uitdaging. In de EU zijn richtlijnen van kracht voor de onderlinge erkenning van diploma s en certificaten van gereglementeerde beroepen. De bestaande algemene en sectorale richtlijnen blijven normaal van kracht. De in 2005 aangenomen richtlijn (Richtlijn 2005/36/EG) treedt in 2007 in werking en moet dan in de nationale wetgeving zijn opgenomen. Deze richtlijn heeft tot doel te stroomlijnen, regels te verbeteren en te vereenvoudigen voor gereglementeerde beroepen met geharmoniseerde opleidingseisen zoals ziekenverplegers, verloskundigen, tandartsen, dierenartsen, apothekers en architecten. De Richtlijn verdeelt de nationale onderwijs- en opleidingsstelsels onder in vijf niveaus om de wijze van erkenning uit hoofde van het algemene stelsel te definiëren. De indeling heeft geen gevolgen voor de nationale onderwijs- en opleidingsstructuren noch voor de bevoegdheden van de lidstaten. De kwalificatieniveaus als neergelegd in Artikel 11 van de Richtlijn beschrijven de bekwaamheidstests en de certificaten en diploma s op de diverse niveaus van de gereglementeerde beroepen. Het gaat hier dus niet om een inhoudelijke beschrijving van de kennis, vaardigheden en competenties zoals in de 8

descriptoren van het EKK is vervat. Wel zal in de praktische toepassing op nationaal/ sectoraal niveau een congruentie ontstaan omdat gereglementeerde beroepsopleidingen en leerresultaten in andere opleidingsvormen hun vertaling zullen vinden naar het nationale kader en het EKK. In de toekomst zo wordt ook door de Europese Commissie niet uitgesloten - kunnen migranten toekomstige werkgevers twee documenten voorleggen met verschillende kwalificatieniveaus: een certificaat in overeenstemming met Richtlijn 2005/36/EG, dat de gelijkwaardigheid met hun kwalificatie op nationaal niveau aangeeft; en het diploma dat het EKK-niveau aangeeft wat al dan niet correspondeert met het EKK-niveau van het ontvangstland. Het EKK is vooral een antwoord op de lange historie van de EU met de onderlinge erkenning van diploma s en certificaten voor de ongereglementeerde beroepen. De inspanningen in het verleden om voor vele (19) economische sectoren en (219) beroepen kwalificatieniveaus vast te leggen en vooral op peil te houden, is niet doenlijk gebleken gezien de snelle economische en technologische vernieuwingen. De benadering van het EKK is tegen de achtergrond van die ervaringen gericht op het inzichtelijk maken van individuele leerresultaten. Deze trend is eveneens te bespeuren in de Europass-instrumenten die dienen om een start te maken met individuele portfolio s (Europees cv en talenpaspoort) en met officiële documenten die de waarde van een diploma (diplomasupplement), een certificaat (certificaatsupplement) en leerervaring in het buitenland (Europass mobiliteit) verhelderen. Deze laatste drie documenten zullen in 2011 een verwijzing naar het betreffende EKK-niveau moeten bevatten. De nauwe verbinding van het EKK met kwaliteitsborging is begrijpelijk gezien de nationale verschillen en het bestaande wantrouwen tussen de lidstaten. De beginselen voor kwaliteitsborging als verwoord in het EKK hebben betrekking op alle niveaus van het onderwijs, dienen een integraal onderdeel te zijn van het interne beheer van de onderwijsinstellingen die regelmatig extern moeten worden gecontroleerd, en moeten alle dimensies omvatten: context, input, proces en output, en tegelijk de nadruk leggen op output en leerresultaten. Het verslag besteedt aandacht aan het bestaande scholingstekort in Nederland en in de EU mede in het licht van de ontwikkelingen in andere OESO-landen. Het overschot aan laag- en ongeschoolden neemt af, maar blijft veel hoger dan in de andere ontwikkelde economieën. Het tekort aan hoger opgeleiden kan niet enkel via meer doorstroom van jongeren naar het hbo geregeld worden. De zittende beroepsbevolking moet dringend bijgeschoold worden, terwijl eveneens immigratie van hoger opgeleiden zal moeten plaats vinden. Dit mede tegen de achtergrond van de vergrijzing en ontgroening van de bevolking in de EU en Nederland. Deze situatie vereist grootscheepse investeringen op alle niveaus van het onderwijs en ook in een leven lang leren om te zorgen dat het aantal hoger opgeleiden drastisch toeneemt. De toename van de investeringen is ook een belangrijk speerpunt en prioriteit in de mid term review in 2005 van de Lissabondoelstellingen als vastgesteld voor 2010. Meer investeringen hebben niet enkel een positief macro-economisch effect. Het helpt ook de cohesie in de samenleving te bevorderen en is een persoonlijke investering met de beste opbrengst. Uit de verslaglegging van de Europese Commissie en de Raad van Ministers blijkt dat de Europese doelstellingen meer aspiraties kennen dan de nationale realiteit kan waarmaken. De lidstaten zullen hun inspanningen en hervormingen moeten vergroten en de aangegane verplichtingen om een coherent systeem van LLL in te voeren moeten realiseren. Het gaat overigens niet alleen om een leven lang leren maar ook om een leven wijd leren. De gangbare definities betreffende LLL omvatten beide aspecten. Meer dan de helft van de Europese bevolking is van mening dat ze het best leren in een 9

informele setting. Het erkennen van dergelijke leerresultaten is daarom van cruciaal belang, temeer daar een dergelijke erkenning opnieuw het formeel leren stimuleert. De EU heeft onlangs een nieuw programma voor een leven lang leren formeel aanvaard. Dit geïntegreerde programma loopt van 2007 tot 2013 en heeft in die periode bijna 7 miljard ter beschikking om uitwisseling, samenwerking en mobiliteit tussen onderwijs en opleidingssystemen in de EU te stimuleren. Het programma kan ook Nederland helpen om een coherent LLL-systeem te organiseren en van en met andere landen te leren. De in gang gezette veranderingen in het mbo zoals de nieuwe kwalificatiestructuur en het competentiegericht leren en de nieuwe Wet hoger onderwijs en onderzoek zijn zeer wel inpasbaar in de benadering van het EKK. Wel is het gewenst om zorgvuldig te bezien hoe de uiteindelijke kwalificaties liefst via een nationaal kwalificatiekader aan het EKK te relateren. Dit invoeringsproces zal tevens moeten voorzien in testfases en Europese afstemming of wellicht certificering van de uitkomsten. Het EKK werkt niet rechtstreeks maar is een referentie-instrument dat naar verwachting (vergelijk de invloed van het Bolognaproces voor het hoger onderwijs) een maatvoerende werking kan hebben op de kwalificatiestructuren. De examinering en certificering zijn onderwerpen waaraan de Onderwijsraad al diverse malen aandacht heeft geschonken. In zijn advies Examinering: draagvlak en toegankelijkheid van november 2006 worden aanbevelingen gedaan die behulpzaam kunnen zijn om de gevolgen van het EKK op nationaal niveau in goede banen te leiden. Vanuit de Europese regelgeving zijn geen algemene regels opgesteld voor de examinering. Wel liggen er uitgangspunten voor de erkenning van niet formeel en informeel verworven competenties. De Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) werkt aan een interessant (vijfstappen-) project van wederzijdse erkenning van elkaars organisaties, van elkaars procedures, van elkaars uitspraken over kwaliteit van opleidingen en van accreditatiebesluiten. Het verslag bevat een schema dat kan dienen als aanzet voor een nationaal kwalificatiekader en de toekomstige relatering daarvan aan het EKK zonder dat dit concreet is ingevuld. De uitvoering zal samen met belanghebbenden en in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven dienen te geschieden. Het op 15 november 2006 door de sociale partners, het onderwijsveld en de gemeenten ondertekende manifest Talent ontwikkelen, talent benutten geeft aan welke inspanningen de belanghebbenden willen ontwikkelen om het kennis-/scholingstekort aan te pakken. Daar worden ook voorstellen gedaan tot nieuwe kwalificaties en wordt de nadruk gelegd op het belang van scholing voor loopbaanontwikkeling en functieverandering. Hoewel het manifest geen expliciete verwijzing naar het EKK bevat, kan het bijdragen aan de vernieuwingen die ook door het EKK worden beoogd. Er is congruentie mogelijk en noodzakelijk. Gezien het manifest en de eerdere uitkomsten van de consultatieronde is er voldoende steun te bespeuren om de uitvoering van het EKK ter hand te nemen in goed overleg met de belanghebbenden. De Onderwijsraad zou samen met de SER een seminar kunnen beleggen over een aantal vragen als in het verslag opgenomen. Hierbij zou een verbinding met de consultatieronde over het ECVET gelegd kunnen worden. Het verslag vat de actiepunten uit de EKK-aanbeveling samen in het licht van de resultaten in de Bologna- en Kopenhagen-processen en van de achtergronden van de vernieuwingen die Finland in de afgelopen jaren zo succesvol heeft weten te bewerkstelligen. Deze vernieuwingen waren gebaseerd op consensus, evenwicht, samenwerking, netwerking en vertrouwen. 10

1 Inleiding De geschiedenis van de besluitvorming in het kader van de Raad van Ministers gedurende de laatste 30 jaar van de Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding staat niet alleen bol van vrome en goed bedoelde wensen, maar kent ook ontwikkeling en vooruitgang. De geschiedenis van de Europese samenwerking is overzichtelijk en gedetailleerd beschreven door Luce Pepin in haar boek Histoire de la coopération Européenne dans la domaine de l éducation et de la formation. 1 Pepin onderscheidt een vijftal periodes in de Europese samenwerking op dit gebied: voor 1968 nauwelijks samenwerking en een aarzelend begin; 1969-1984 start van de communautaire samenwerking; 1985-1992 lancering van gemeenschappelijke programma s en nieuwe formuleringen in het EEG verdrag; 1993-1999 naar een Europese kennissamenleving; en 2000-2005 onderwijs en opleiding in het hart van de sociaal-economische strategie voor de EU in 2010. De opgaande lijn van versterkte samenwerking krijgt sinds 1999 vorm in het Bolognaproces (45 deelnemende landen) voor hoger onderwijs en sinds 2002 in het Kopenhagenproces (32 deelnemende landen) voor beroepsonderwijs en -opleidingen. De Europese Commissie, het Europees Parlement en de lidstaten hebben de laatste jaren in het bredere Europese verband een doorslaggevende rol gespeeld. De beide processen zijn bovendien benut om een leven lang leren (LLL) te stimuleren. De processen en de Europese programma s zijn gebruikt om de Lissabondoelstellingen zoals in 2000 vastgelegd door de Europese Raad, dichterbij te brengen. Het Europese Kwalificatiekader (EKK) bouwt voort op de Bolognaverklaring 2 uit 1999, waarin voor het hoger onderwijs onder andere de tweefasestructuur, het puntenoverdrachtsysteem en de borging van kwaliteit werden neergelegd. Zulke elementen zijn nu terug te vinden in de EKKaanbeveling, die op het gehele postprimaire onderwijs van toepassing is. Het voorstel is gebaseerd op leerresultaten en telt acht niveaus. Dit verslag zal de diverse aspecten van het EKK behandelen in het licht van de geschiedenis van de Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleidingen. De pogingen en de resultaten bij de wederzijdse erkenning van diploma s en certificaten worden beschreven. De bemoeienis van de EU met deze thema s en met het opbouwen van wederzijds vertrouwen en transparantie van kwalificaties zal kunnen helpen om beter te zien wat Nederland en andere landen te doen staat. Het EKK-voorstel heeft ook een directe voorgeschiedenis in de vorm van een grootscheepse consultatieronde in 2005, waarvan de resultaten de revue zullen passeren. Het bestaande scholingstekort en het gebrek aan hoger opgeleiden worden aangeduid. Bezien wordt hoe het EKK en daarmee samenhangend een coherent systeem van een leven lang leren kunnen helpen tekorten te verminderen. De verbinding met de arbeidsmarkt, de opstelling van de sociale partners en de punten voor nader overleg en besluitvorming om het EKK te implementeren komen aan de orde. Tot slot worden enkele overwegingen gebracht voor een concrete aanpak, die hopelijk stof levert voor reflectie en actie. 1 Pepin Luce (2006).Histoire de la coopération Européenne dans la domaine de l éducation et de la formation. Comment l Europe se construit- Un example. Europese Commissie Luxemburg. 2 Bologna Verklaring van 19 juni 1999, http://www.bologna-berlin2003.de/pdf/bologna_ declaration.pdf. 11

2 Doelstellingen van het EKK Volgens de Europese Commissie is het EKK een nieuwe manier om kwalificaties in Europa te begrijpen. Het levert een gemeenschappelijke terminologie om kwalificaties te beschrijven en transparantie te bevorderen. Het EKK wil onderling vertrouwen tussen de belanghebbenden op Europees en nationaal niveau versterken. Onderling vertrouwen is wezenlijk voor het bereiken van meer transparantie van kwalificaties. Transparantie wordt door de Europese Commissie gedefinieerd als de mate waarin de waarde van een kwalificatie kan worden vastgesteld en vergeleken op de arbeidsmarkt, in onderwijs en opleiding en in een breder maatschappelijk verband. Het EKK zal tevens de mobiliteit van lerende individuen en werknemers ten goede komen. Het voorstel van de Europese Commissie 3 past in de doelstellingen voor onderwijs en opleiding 2010, die op hun beurt een geïntegreerd deel vormen van de Lissabonstrategie, het Europees programma van hervormingen om uitdagingen van de kennismaatschappij en -economie te bereiken. De EU ligt zoals halverwege vastgesteld 4 - met deze strategie niet op schema en er zijn nog vele hindernissen te nemen om een samenleving van een leven lang leren en mobiliteit van werknemers te bereiken. De aanbeveling van de Europese Commissie kwamen tot stand na uitgebreid overleg met lidstaten, sociale partners en andere belanghebbenden. De essentie van het Europees kwalificatiekader is een reeks van acht referentieniveaus die beschrijven wat een lerende kent, begrijpt en kan doen zijn "leerresultaten" ongeacht het systeem waarin een specifieke kwalificatie werd verworven. De referentieniveaus van het Europees kwalificatiekader vormen een verschuiving ten opzichte van de traditionele benadering, die de nadruk legt op leerinputs (duur van een leerervaring, soort instelling). Zoals de Europese Commissie aangeeft wil de verschuiving naar leerresultaten: een betere overeenstemming tussen de behoeften van de arbeidsmarkt (aan kennis, vaardigheden en competenties) en de onderwijs- en opleidingsvoorzieningen ondersteunen; het gemakkelijker maken niet-formeel en informeel leren te valideren; en de overdracht en het gebruik van kwalificaties tussen verschillende landen en verschillende onderwijs- en opleidingssystemen vergemakkelijken. Het EKK is een instrument voor de bevordering van een leven lang leren en omvat zowel algemeen vormend onderwijs, volwasseneneducatie, beroepsonderwijs en -opleiding als hoger onderwijs. De acht niveaus bestrijken alle mogelijke kwalificaties, beginnend bij die welke aan het eind van de leerplicht/basisschool worden verworven tot aan de kwalificaties die worden toegekend op het hoogste niveau van het academisch onderwijs, het beroepsonderwijs of de beroepsopleidingen. Burgers en werkgevers zullen het EKK bijgevolg als een neutraal referentie-instrument kunnen gebruiken voor de onderlinge vergelijking van kwalificatieniveaus in verschillende landen en verschillende onderwijs- en opleidingssystemen. Het EKK wil dienen als een 3 Europese Commissie (2006). Voorstel voor een aanbeveling aan het Europees Parlement en de Raad betreffende het tot stand brengen van het Europees Kwalificatiekader voor een leven lang leren. Com (2006) 479, http://ec.europa.eu/education/policies/educ/eqf/com_ 2006_0479_en.pdf. 4 Zie http://ec.europa.eu/education/policies/2010/doc/progressreport06.pdf. 12

soort vertaalinstrument dat het verband tussen kwalificaties en verschillende systemen duidelijker maakt. Tevens wil het EKK zowel hervormingen van de nationale onderwijsen opleidingssystemen als het bereiken van een coherent systeem van een leven lang leren bevorderen. Een leven lang leren is nodig (zoals ook meermaals door de Europese Raad erkend) om de economische en technologische vernieuwingen en de demografische uitdagingen aan te kunnen. De noodzaak van een leven lang leren is ook duidelijk in onderzoek erkend bijvoorbeeld door het Europees Centrum voor de Ontwikkeling van de Beroepsopleiding (Cedefop) 5 en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) 6 De OESO ziet afgezien van de financiering de volgende belangrijkste obstakels bij een leven lang leren: een algemeen gebrek aan bewustzijn bij potentieel lerende burgers van de bestaande leermogelijkheden; de sterk verbrokkelde en ingewikkelde onderwijs- en opleidingsvoorzieningen en organisatie van het aanbod; inflexibele instituties en systemen die tekort schieten en weigeren om aan de behoeften van het individu tegemoet te komen; en gebrek aan arrangementen voor het valideren van niet formeel leren. Volgens de Commissiediensten kunnen deze hindernissen en obstakels in hoge mate worden toegeschreven aan gebrek aan transparantie en aan passende arrangementen voor de overdracht van kwalificaties, en aan incomplete systemen van erkenning van leeruitkomsten. Er is een tekort aan communicatie en samenwerking tussen de aanbieders van onderwijs en opleiding en autoriteiten op zowel nationaal als internationaal vlak. Zoals de OESO 7 heeft aangegeven kunnen kwalificatiekaders op nationaal en internationaal niveau een leven lang leren ondersteunen. Een groot aantal landen heeft al kwalificatiekaders ingevoerd, waarover later meer. Bovenstaande argumenten zijn ontleend aan een werkdocument van de Commissiediensten 8, dat aan het formele voorstel van de Commissie is toegevoegd. Studies lijken volgens de Europese Commissie te bevestigen dat afwezigheid van systemen voor transparantie, vergelijkbaarheid en overdracht van kwalificaties de mobiliteit belemmert. Dit is vooral het geval bij beroepsonderwijs en beroepsopleidingen, waar de ingewikkeldheid van instituties en systemen overdracht en combinaties van kwalificaties moeilijk maakt. EU-data 9 laten zien dat mobiliteit relatief laag is in Europa. De beroepsmobiliteit in de EU is met gemiddeld 10,6 jaar in dezelfde baan kleiner dan in de Verenigde Staten van Amerika (6,7 jaar). De geografische mobiliteit is eveneens gering. Ongeveer 1,5% van de EU-burgers leeft en werkt in een andere lidstaat dan waar ze geboren zijn. Dit aantal is de laatste dertig jaar nauwelijks veranderd (bron: Eurostat). Ieder jaar verandert gemiddeld 7,2 % van de EU-burgers van woonplaats, waarvan 15% als gevolg van verandering van baan. In de Verenigde Staten zijn deze percentages 16,2% en 17%. Omdat verandering van werkgever naar het schijnt een uitstekende manier is om nieuwe en andere bekwaamheden te verwerven, zal verhoging van de mobiliteit het aanpassingsvermogen van de werkernemers in de economie vergroten. In Nederland is de mobiliteit bovengemiddeld. 5 Cedefop (2004). Policy, practice and partnership: Getting to work on lifelong learning. 6 OECD (2003). Beyond Rhetoric: Adult learning policies and practices. 7 OECD (2005). Moving Mountains How can qualification systems promote lifelong learning? 8 European Commission (2006). Staff Working Paper accompanying the Proposal for a Recommendation of the European Parliament and of the Council on the establishment of the European Qualifications Framework for lifelong learning. Impact assessment. SEC (2006) 1094. 9 http://ec.europa.eu/employment_social/workersmobility_2006/index.cfm?id_page_category=ff. 13

3 Achtergronden en consultatieprocedure In juli 2005 startte de Europese Commissie een uitgebreide consultatieronde over een consultatiedocument 10 betreffende het EKK opgesteld door de Diensten van de Europese Commissie. De consultatie duurde tot eind 2005. Het document was tot stand gekomen op basis van het voorwerk van een groep van deskundigen uit de lidstaten, van de sociale partners, het Europees Centrum voor de Ontwikkeling van de Beroepsopleiding (Cedefop) en de European Training Foundation (ETF). De Europese Commissie had een duidelijk mandaat opgesteld, vervulde het voorzitterschap en secretariaat en organiseerde ondersteuning via externe deskundigen. Om een zo geïntegreerd mogelijke aanpak veilig te stellen kende de groep vertegenwoordigers uit het beroepsonderwijs, algemeen vormend en hoger onderwijs, evenals van volwasseneneducatie, werkgevers, werknemers en van studenten. De Europese Commissie hield samen met het Britse voorzitterschap in september 2005 in Glasgow een conferentie met 220 deelnemers over het EKK. De steun voor het EKK was krachtig en de consultatierondes werden door deze bijeenkomst geprikkeld. Het verslag van de conferentie geeft duidelijk de diepgang van de discussies weer. 11 De Commissie ontving begin 2006 ongeveer 125 formele antwoorden 12, die veelal gebaseerd waren op uitgebreide Europees en nationale raadplegingen. Op basis van de reacties werd in februari 2006 een conferentie gehouden in Budapest waar een brede consensus werd vastgesteld over de volgende zaken: het EKK is nodig en relevant; de implementatie en het gebruik ervan moeten vrijwillig zijn; het EKK moet een gemeenschappelijk referentie- of metakader blijven, dat werkt als een vertaalinstrument; het EKK dient gebaseerd te zijn op leeruitkomsten; de voorgestelde 8 niveaus zijn in algemene zin aanvaardbaar; het EKK moet worden verankerd via beginselen en procedures voor kwaliteitsborging; en invoering van het EKK vraagt solide inzet van de belanghebbenden op nationaal niveau inclusief (voor de vele landen die daartoe besloten hebben) de ontwikkeling van een overkoepelend Nationaal Kwalificatiekader. De brede steun ging eveneens gepaard met de vraag naar verduidelijking, versimpeling en het testen. Hoewel het invoeren van nationale kwalificatiekaders geen voorwaarde is om in het EKK te passen, was een grote meerderheid van de landen die geen kwalificatiekader kennen erg geïnteresseerd om een dergelijk kader te ontwikkelen, dat op zijn beurt aan bovenstaande consensuspunten kan voldoen. De spanningen tussen de (Europese) economische sectoren en de nationale kwalificatiesystemen zijn aan de orde geweest, maar niet opgelost, met als meest heikele punt de certificering, die de lidstaten aan zich willen houden. Toch zijn er stevige ontwikkelingen op het internationale vlak. Zo heeft Computing Technology Industry Association (CompTIA) bijvoorbeeld sinds 1993 rond 900.000 internationale certificaten verstrekt. 13 Ook het International/European 10 Zie http://libserver.cedefop.europa.eu./vetelib/eu/leg/etvnl/sec_2005_957_en.pdf. 11 Zie http://www.dfes.gov.uk/eupresidency2005/docs/conferencereportfinal.doc. 12 http://ec.europa.eu/education/policies/educ/eqf/resultsconsult_en.html. 13 http://certification.comptia.org/about.aspx. 14

Computer Driving License (I/ECDL) is een goed voorbeeld van een internationaal nietgouvernementeel initiatief met 6 miljoen kandidaten in 146 landen. 14 Wat het testen aangaat is de Europese Commissie gestart met de vraag naar voorstellen 15 waarop naar verluidt veel aanbiedingen zijn binnengekomen, ook vanuit de economische sectoren. In het kader van het werkprogramma Onderwijs en Opleiding 2010 heeft de Europese Commissie een cluster van landen bijeengebracht, die belangstelling hebben voor het nauw verbonden vraagstuk van de validatie van leerresultaten, speciaal de niet formeel verworven competenties. Het gaat hier om peer learning activiteiten. De aanbeveling van de Europese Commissie bevat bovendien een evaluatiebepaling en de mogelijkheid voor verbeteringen op termijn. In de voorbereidingsfase is steeds sterk de noodzaak van coördinatie zowel op Europees als nationaal niveau benadrukt, wat geleid heeft tot het voorstel in artikel 2 van de aanbeveling een adviesgroep voor het EKK in te stellen, die de kwaliteit en samenhang van het proces waarbij kwalificatiesystemen aan het Europees kwalificatiekader worden gerelateerd, monitort, coördineert en waarborgt. De Europese Commissie beveelt tevens aan om een nationaal centrum aan te wijzen ter ondersteuning en coördinatie van de verbanden tussen het nationale kwalificatiesysteem en het EKK. Volgens aanbeveling 5 heeft het centrum de volgende taken: (a) kwalificatieniveaus in het nationale kwalificatiesysteem relateren aan de in bijlage I beschreven niveaus van het Europees kwalificatiekader; (b) de in bijlage II vastgestelde beginselen voor kwaliteitsborging in onderwijs en opleiding bevorderen en toepassen bij het relateren van het nationale kwalificatiesysteem aan het Europees kwalificatiekader; (c)ervoor zorgen dat de methode die wordt gebruikt om de nationale kwalificatieniveaus aan het Europees kwalificatiekader te relateren, transparant is en de daaruit resulterende beslissingen worden bekendgemaakt; (d) belanghebbenden aan te geven hoe nationale kwalificaties via de nationale kwalificatiesystemen verband houden met het Europees kwalificatiekader; (e) zorgen voor medewerking van alle relevante nationale belanghebbenden en, afhankelijk van de nationale wetgeving en praktijk, ook van instellingen voor hoger onderwijs en beroepsonderwijs en -opleiding, sociale partners, sectoren en deskundigen inzake de vergelijking en het gebruik van kwalificaties op Europees niveau. De consultatieronde over het nieuwe puntenoverdrachtsysteem voor het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (European Credit Transfer System for Vocational Education and Training - ECVET) gaat binnenkort van start. In Nederland organiseert het Centrum Innovatie Opleidingen (CINOP) dit proces zoals deze organisatie de raadpleging in Nederland in 2005 verzorgd heeft voor het EKK. Het in te voeren systeem zal uiteindelijk complementair moeten zijn met het Europees overdracht systeem (European Credit Transfer System ECTS) voor het hoger onderwijs, dat tien jaar geleden werd ontwikkeld en nu alom gebruikt wordt. De Diensten van de Europese Commissie hebben het consultatiedocument gepubliceerd. 16 14 http://www.ecdl.com/products/index.jsp?b=0&pid=102&nid=108. 15 Zie http://ec.europa.eu/education/programmes/calls/2206/index_en.html. 16 European Commission (2006). Staff Working document European Credit System for Vocational Education and Training (ECVET) A system for the transfer, accumulation and recognition of learning outcomes in Europe. SEC(2006) 1431, http://ec.europa.eu/education/ecvt/work_en.pdf. 15

De uitkomsten van de EKK-consultatieronde zijn de basis geweest voor de aanbevelingen van de Europese Commissie. Onderstaand zullen de belangrijkste resultaten van de raadpleging en enkele andere ervaringen worden samengevat en zal tevens wat dieper worden ingegaan op de Nederlandse conclusies, die uiteraard later in het rapport weer kunnen dienen om de uitvoeringsaspecten beter te duiden. 16

4 Ontwikkelingen in andere EU-landen en Nederland Zoals boven aangeduid is er brede steun voor het EKK en is in het proces van voorbereiding al rekening gehouden met de invoering. 17 De Europese Commissie heeft de resultaten op Internet gepubliceerd en in een bijlage in het Engels kort samengevat (zie bijlage III). Europese landen en daarbuiten De indicaties in de uitkomsten van de consultatie bevestigen de bovenstaande appreciatie van het EKK en laten zien dat het overgrote deel van de 31 deelnemende landen van plan is een nationaal kwalificatiekader (NKK) tot stand te brengen of een dergelijk kader al tot stand gebracht heeft (Frankrijk, Ierland, Spanje, Malta, en het Verenigd Koninkrijk met aparte NKK s in Engeland, Noord-Ierland, Wales en Schotland). De bestaande NKK s hebben volgens de Europese Commissie vele verschijningsvormen. Gemeenschappelijk is echter de wens om de toenemende complexiteit van de moderne onderwijs-, opleidings- en leersystemen in de vingers te krijgen. De voornaamste functies zijn om voor alle belanghebbenden te verhelderen wat de hoofdroute is naar een speciale kwalificatie, hoe vooruitgang kan worden gemaakt, in hoeverre overdrachten zijn toegestaan en op welke basis besluiten betreffende validatie plaats hebben. NKK s worden tevens benut om kwaliteit te verhogen en nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken gezien de referentiefunctie op diverse niveaus (plaatselijk, regionaal en landelijk). De meeste NKK s beschrijven leerresultaten, kennen kwaliteitsborging, betrekken belanghebbenden bij opzet en uitvoering en bouwen aan systemen voor validatie van niet formeel en informeel leren. Drie landen hebben aangegeven dat zij of vooralsnog geen overkoepelend NKK willen invoeren (Finland, dat zegt al een kader te hebben), of de nationale discussie te willen afwachten (Cyprus en Noorwegen). Meerdere landen willen een NKK invoeren zoals Tsjechië, Roemenie, Hongarije, Duitsland (waar een kader voor het hoger onderwijs al bestaat) en Oostenrijk. Een meerderheid van landen die aan de raadpleging hebben deelgenomen, blijkt voorstander te zijn van een NKK. Nationale kwalificatiekaders Buiten de EU zijn er diverse ervaringen opgedaan en zijn nationale kwalificatiekaders ingevoerd of worden deze overwogen (bijvoorbeeld India, Mexico en Zuid-Korea). Michael Young beschrijft in een omvangrijk artikel de ontwikkelingen. 18 Australië, Zuid- Afrika en Nieuw-Zeeland (dat het oudste NKK heeft, wat echter na vijf jaar in elkaar stortte) worden kritisch bekeken naast Europese ervaringen. Deze inzichtelijke en omvattende studie is opgesteld in het licht van aanbeveling 195 van de Internationale Arbeids Organisatie (IAO of ILO) betreffende ontwikkeling van menselijke hulpbronnen: onderwijs, opleiding en een leven lang leren als aangenomen op de conferentie in juni 2004. De IAO 19 beveelt de invoering van NKK s aan. 17 Marc Durando (2006). Final report. Expert assistance to the Commission s consultation on the European Qualifications Framework. Pole Universitaire Europeen de Lorraine. 18 Michael Young (2005). National Qualifications Frameworks: Their feasibility for effective implementation in developing countries. ILO Skills Working Paper No. 22 InFocus Program on Skills, Knowledge and Employability, Geneva. 19 Paragraaf 5e) van Aanbeveling 195 ( develop a national qualifications framework to facilitate lifelong learning, assist enterprises and employment agencies to match skill demand with supply, guide individuals in their choice of training and career and facilitate the recognition of prior learning and previously acquired skills, competencies and experience; this framework should be responsive to changing technology and trends in the labour market and recognize regional and 17

Young concludeert in zijn studie dat een goed werkend NKK niet iets is dat kan worden opgesteld voorafgaand aan de implementatie. Dat kan slechts het resultaat zijn van diverse initiatieven en hervormingen ontwikkeld gedurende vele jaren. Hij raadt aan behoedzaam te werk te gaan ook omdat volgens hem de kwalificatiesystemen internationaler worden. Naar mijn idee geven zijn aandachtspunten voor een in te voeren NKK vertrouwen dat de aanpak van de Europese Commissie een goede basis kan vormen voor een succesvolle invoering van NKK s. Dat de invoering van een NKK zorgvuldig dient te geschieden en tijd vergt, wordt goed beschreven door David Raffe, die nauw bij de ontwikkeling van het NKK in Schotland was betrokken. 20 Omdat het Scottish Credit and Qualifications Framework (SCQF) nog in ontwikkeling is, spitst het onderzoek zich toe op de aanvankelijke invloed, het invoeringsproces en het toekomstige gebruik van het SCQF, dat algemeen onderwijs en beroepskwalificaties omvat. Het SCQF heeft meer én een meer positieve invloed gehad op het hoger onderwijs dat ook de trekker van het proces is. De sector beroepsonderwijs is enigszins sceptisch over de veranderingen, die daar minder zijn dan gehoopt. Geconcludeerd wordt dat de kennis over het SCQF niet algemeen bekend is, dat veel publiciteit te hoge verwachtingen zou kunnen wekken, maar dat het SCQF een positief kader vormt (vooral voor het hoger onderwijs) en het een gemeenschappelijke taal betreffende kredietpunten en niveaus bevordert. Het komt de kwaliteit ten goede. De hoofdrolspelers achten het wenselijk dat het kwalificatiekader beter bijdraagt aan de strategie voor een leven lang leren. Een actieplan voor de langere termijn met duidelijke doelen en stappen zou hier kunnen helpen, zo is de opvatting. De noodzaak om zeker te stellen dat de ontwikkelingen in Schotland in de bredere Europees opbouw moet passen wordt alom onderschreven. Resultaten Nederlandse consultatie: algemeen De resultaten van de Nederlandse consultatieronde zijn samengevat in een brief van de minister van OCW Maria van der Hoeven aan de Europees Commissaris Jan Figel van 22 december 2005, waaraan een beknopte bijlage (bijlage I van dit rapport) is toegevoegd, die de antwoorden op de vragen van de Europese Commissie samenvat. In de brief wordt de ontwikkeling van een Europees Kwalificatiekader verwelkomd en de doelstellingen ervan ondersteund. De minister schenkt aandacht aan de drie naar haar mening belangrijkste aanbevelingen uit de Nederlandse raadpleging. Allereerst over het doel van het EKK, waar twee opties worden waargenomen: het stimuleren van internationale vergelijking van nationale kwalificaties en het testen van individuele competenties ten behoeve van een leven lang leren. Het toepassen van de acht referentieniveaus in relatie tot deze twee doelstellingen is onderwerp geweest van gedetailleerde discussies in Nederland. Het consultatieproces heeft laten zien dat er over het eerste doel overeenstemming is en er instemming bestaat met de brede aanpak van het concept leerresultaten. Het tweede doel te bereiken wordt niet doenlijk geacht omdat het nodig wordt gevonden het testen en erkennen van competenties te baseren op nationale standaarden, die vervolgens weer gerefereerd kunnen worden aan die van andere landen via het EKK. In dit proces wordt aan de samenhang met en de ontwikkeling van de Europass 21 instrumenten bijzondere waarde gehecht. local differences, without losing transparency at the national level ). Zie http://www.ilo.org/ilolex/english/recdisp2.htm. 20 David Raffe (2005). Evaluation of the the impact of the Scottish Credit and Qualifications Framework (SCQF). Scottish Executive Social Research 2005, Department of Enterprise, Transport and Lifelong Learning. 21 Zie http://europass.cedefop.europa.eu/. 18

Een tweede punt heeft betrekking op de beroepscontext. Het beroepsonderwijs heeft, zo wordt aangegeven, zijn eigen, belangrijke, plek en niveaus, evenals de enge verbinding met het bedrijfsleven. Uit de raadpleging komt in dit kader naar voren dat in de fine tuning van de descriptoren de relevantie voor de arbeidsmarkt tot uitdrukking moet komen, de lidstaten gevraagd zou moeten worden de beroepsvereisten in de nationale kwalificaties op te nemen en de Europees economische sectoren gevraagd zou moeten worden de EKK-principes in hun sectorale kwalificaties toe te passen. Op deze manier kan het EKK bijdragen aan begrip op de arbeidsmarkt en helpen voorkomen dat het een bureaucratisch instrument wordt. Het derde aspect van de minister betreft de verbinding met het hoger onderwijs. De minister signaleert een spanning met de resultaten van het Bologna-proces. De Dublindescriptoren zouden eigenlijk integraal in het EKK moeten worden verwerkt, zoals ook door de ministers van Onderwijs was gevraagd. De minister vraagt de Europese Commissie om de synergie te herstellen. Inmiddels blijkt uit de voorbereiding van de Europese ministerraadsvergadering van 13-14 november 2006 dat de Nederlandse regering tevreden is met de voorstellen van de Europese Commissie en de aanbeveling wil accepteren. 22 Enkele andere elementen uit de samenvatting van de resultaten van de Nederlandse raadpleging kunnen hier nog kort genoemd worden. Het betreft: de relatie met de validatie van niet formeel en informeel leren, de verbinding te maken met het Europees kader betreffende kerncompetenties, hoe de precieze verbinding te leggen tussen het vmbo en de niveaus 1 en 2 van het EKK, een vergelijkende aanpak van de deelnemende landen betreffende de overdracht van leerresultaten, het belang van goede informatie over het EKK en ten slotte de noodzaak van kwaliteitsborging in de nationale systemen voor het ontwikkelen van wederzijds vertrouwen. Tot zover de algemene resultaten van de raadpleging in Nederland. Enkele specifieke standpunten voor zover zij iets toevoegen of duidelijk afwijken van de algemene inbreng als bovenstaand verwoord) zullen nu apart worden samengevat. Later zal hier mogelijk nog op terug gegrepen worden, mede in het licht van de uitvoering van de aanbeveling. Resultaten Nederlandse consultatie: specifiek Het standpunt van het ministerie van OCW gebaseerd op de resultaten van de nationale consultatie is bovenstaand verwoord. Het Ministerie van Economische Zaken (EZ) heeft voor zover is na te gaan geen apart standpunt ingenomen over het consultatiedocument van de Europese Commissie. Hetzelfde geldt voor het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). De Vereniging van Universiteiten (VNSU) heeft namens de veertien aangesloten universiteiten een reactie gegeven. De drie technische universiteiten (3TU) en de Open Universiteit hebben nog gescheiden gereageerd. De VSNU ziet het opstellen van een EKK als een logische stap in de opbouw van een grensoverstijgend en herkenbaar onderwijsaanbod in Europa. Een NKK zal die functie nog versterken. Gepleit wordt om zo veel mogelijk bij de kaders en structuren die nu voor accreditatie gebruikt worden aan te sluiten. Het NKK (dat faciliterend van karakter zou moeten zijn) dient als een op leerresultaten gericht accreditatiestelsel te worden ontwikkeld. Zo kunnen de leerresultaten voor de bachelor beter beschreven worden en met meer objectiviteit de algemene toegang tot de master- en PhD-opleidingen worden geregeld. De niveaus 6-8 van het EKK geven een adequate beschrijving van de drie cycli in het academisch onderwijs. De informatie in tabel 2 van de niveaubeschrijvingen (zie bijlage II bij dit rapport) voegt naar 22 http://www.minocw.nl/documenten/41054a.pdf. 19

het oordeel van de VSNU niet veel aan tabel 1 toe. De rol van de studiepunten wordt als zeer essentieel gezien in EKK en NKK en één enkel systeem wordt voorgestaan. Verdere details zijn te vinden in de brief van 18 november 2005. 23 De 3TU laten weten dat het EKK (in casu de niveaus 6-8 en in het bijzonder 6 en 7) niet is toegesneden op de technische programma s. 3TU geloven niet dat het mogelijk is de ingenieurs die het bachelor/master hebben voltooid op een adequate manier aan het EKK te koppelen. Zodoende kan het EKK niet het vertaalinstrument zijn tussen de nationale systemen van leerresultaten. 24 De Open Universiteit steunt het EKK-voorstel waarmee belangrijke obstakels ten aanzien van een leven lang leren, binnen en tussen landen onderling, kunnen worden weggenomen. 25 De Hoger Beroeps Onderwijs Raad/Vereniging van Hoge Scholen (HBO Raad) vindt het voorstel van de Europese Commissie zeer goed en wil het gaarne ondersteunen zoals de HBO Raad in een brief van 9 november 2005 aan de minister van OCW heeft laten weten. 26 In een bijgevoegde brief aan Europees commissaris Jan Figel van dezelfde datum wordt aangedrongen op verbinding van ECTS en ECVET en op het vermijden van dubbel werk in het Bologna- en Kopenhagen-proces. 27 Tevens wordt aangedrongen op een degelijke kwaliteitsborging. Tot slot wordt gewezen op een mogelijk te starten project (Balama geheten) met zeven andere gelijksoortige platforms. De MBO Raad heeft samen met de Stuurgroep competentiegericht beroepsonderwijs (Colo, Bve Raad, AOC Raad, PAEPON) gereageerd en beschouwt het EKK als een noodzakelijke stap op weg naar een Europa dat zijn concurrentiepositie in de wereld wil verstevigen. Er moet nog wel het een en ander gebeuren. Het bedrijfsleven moet worden erkend als partner in het onderwijs en als opleider in de beroepscarrière. Het mbo-veld vindt dat het EKK aan kracht zou winnen als gekozen zou worden voor een raamwerk geënt op beroepseisen, waarnaar een onderzoek wordt bepleit. De driedeling binnen de niveaus in het EKK, te weten kennis, vaardigheden en competenties (kvc s), strookt echter met de competentiegerichte kwalificatiestructuur die in het mbo is ingezet, hoewel hier veelal wordt gesproken over kva s: kennis, vaardigheden en attitudes. Het EKK biedt mogelijkheden voor versterking van de beroepskolom. Er moeten verbindingen worden gelegd (geen integratie) met het Europees kader voor sleutelcompetenties. Voor het valideren van de referenties aan de EKK-niveaus wordt verwezen naar de expertise van Colo en Nuffic. Het EKK (dat een robuust systeem en van een ontwapenende eenvoud is) kent als grootste uitdaging de implementatie op nationaal niveau. Pilots worden bepleit met de sociale partners. Onderzoek kan helpen om de kwalificatiestructuur in het mbo meer transparant en vergelijkbaar te maken in het licht van het EKK. Tevens zou bezien kunnen worden hoe de leerresultaten te koppelen zijn aan de beroepseisen binnen de huidige mbo-kwalificatiestructuur. Meer details van de positieve standpuntbepaling zijn te vinden in de brief van 22 november 2005. 28 De Adviescommissie Onderwijs-Arbeidsmarkt (ACOA) vindt het in eerste instantie een prima initiatief, maar is van oordeel dat de descriptoren op een vrij hoog aggregatieniveau en veelal in onderwijstermen zijn beschreven. De commissie benadrukt het referentiekarakter, wat zij de schakelboxfunctie noemt. Ten aanzien van de niveaus vindt zij bijvoorbeeld dat ons niveau 4 van het mbo in het EKK niveau 5 thuishoort. Het 23 Brief 18 november 2005, VSNU 05/01068 U. 24 Brief 13 december 2005, VzO131205.1/52860. 25 Brief van 16 november 2005, Ref. U2005/9.316 FRO. 26 Kenmerk 05.0774/aba/ev. 27 Kenmerk 05.0773/aba/ev. 28 Kenmerk SG00190.05u. 20