WERKBLADEN bij de musical De Brief voor de Koning 1
WERKBLAD 1 (bij les 1a) de taak als ik het niet doe als ik het wel doe 2
WERKBLAD 2 (bij les 1b) MENSEN Een vieze zwerver bij de bushalte. Hij vraagt of ik een boterham voor hem heb, want hij heeft de vorige dag niet gegeten. Hij stinkt heel erg maar het rare is: hij praat heel beleefd. Hij heeft het ook aan andere mensen gevraagd maar die geven hem geen antwoord. Een man in een heel net pak. Hij draagt een stropdas, en een bril. Hij heeft een aktentas in zijn hand. Hij moet heel dringend een telefoontje plegen, zegt hij. Jij hebt een mobiele telefoon bij je maar je hebt maar heel weinig beltegoed. Een zanger op een pleintje. Hij heeft een prachtige stem al is dit niet heel erg jouw soort muziek. Hij heeft een koffer voor zich staan, en die staat open. Daarin staat een karton met: Ik wil heel graag beroemd worden. Heeft u wat geld voor mij? Een oud gebogen vrouwtje in een deuropening. Ze zegt dat ze wat boodschappen nodig heeft. Ze heeft geld in haar hand en ze vraagt jou om die boodschappen te doen. Nu moet jij nogal veel huiswerk doen. Ze heeft een krakende stem en ze ziet er uit als een heks. Een meisje, net zo oud als jij. Ze ziet er heel gewoon uit. Maar ze zegt dat ze niet meer naar huis kan. Dat ze voor vanavond een dak boven haar hoofd zoekt. Of ze bij jou mag slapen. Ze wil wel op de bank. Veel heeft ze niet nodig. Dit doe ik: 3
WERKBLAD 3 (bij les 1c) PERSONAGES Een Zwarte Ridder met een Wit Schild Een Zwarte Ridder met een Rood Schild Een Witte Ridder met een Zwart Schild Een Rode Ruiter met een Rood Schild Een Regenboogridder neem je hem of haar mee? kun je ons uitleggen waarom je de ene ridder niet, en de andere ridder wel meeneemt? 4
WERKBLAD 4 (bij les 1d) Toen ik voor het eerst verliefd werd, maakte ik dit mee: Dit werkblad hoef je aan NIEMAND te laten zien. En je hoeft het ook niet op te schrijven als je dat niet wilt. Zorg ervoor dat dit werkblad als je het wel hebt ingevuld níet in de verkeerde handen valt. Trouwens: wie zouden dat zijn... die verkeerde handen? Wie dit echt niet mag lezen is: 5
WERKBLAD 5 (bij les 2) DE VIER ELEMENTEN Water maakt Vuur wakker. WATER Wat lig je daar nou te slapen, luiwammes. Kom uit je sintels en ga aan het werk. VUUR Hoe durf jij me zo vroeg wakker te maken, Water! Ik lag heerlijk te dromen. WATER Ik ben al de hele nacht aan het stromen. En jij, je gloeit maar een beetje...... maar vlammen, ho maar. LUCHT Ah, toe. Ik ben vanochtend ook windstil want ik moet uitrusten van de storm van gisteren. AARDE Dat heb ik geweten. Moet je kijken. Hele stukken van mijn rotsgebergte zijn afgebroken door die tornado van jou. Je had me wel eens kunnen waarschuwen. LUCHT Ik vond het heerlijk om te waaien. Maar nu ben ik een beetje moe. VUUR En ik wil ook weer doven. WATER Mag niet. Kan niet. Gaan we niet doen. Ik kan ook niet stilstaan want dan ga ik stinken. 6
VERTELLER En zo laaide het Vuur op, zo stormde de Lucht nog even op. waardoor de vlammen zich hoger en hoger over de gebergten van de Aarde heensloegen. Heerlijk vond het Water dat, en lachte zich een mooie golf. Zo ging dat vandaag. Zo zal het morgen gaan. En zo voort en voort tot ver in de eeuwigheid. 7