De nieuwe Bouwregelgeving



Vergelijkbare documenten
Aan- en uitbouwen Wanneer bouwvergunningsvrij, wanneer een bouwvergunning nodig?

Magazijnstellingen en de nieuwe Bouwregelgeving

De nieuwe Bouwregelgeving

LICHTE BOUWVERGUNNING

REGULIERE BOUWVERGUNNING EN VRIJSTELLING EX ARTIKEL WRO

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x 2 juni

11 oktober 2012 W2.4: Constructieve aspecten van transformatie. Imagine the result

Betreft achtste serie wijzigingen van de Bouwverordening gemeente Stein 1999

Postbus AA Dordrecht Crownpoint _..,,,. _.. _. Spuiboulevard 336 Rijksgebouwendienst Directie Projecten Ir. W.J.H. Kalkhoven.

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x

Uw kenmerk: Uw brief van: Ons kenmerk: Piershil: 9 april WABO Verzenddatum:

7. in verband hiermee de bouwaanvraag op grond van artikel 44 van de Woningwet zou moeten worden geweigerd;

OMGEVINGSVERGUNNING. daarom besluiten wij u de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen.

Dordrecht. Pubiieksdiensten. Verstegen Accountants en Belastingadviseurs B.V. t.a.v. de heer J.M. Paans Noordendijk RN DORDRECHT

1. het bouwplan bouwvergunningplichtig is als bedoeld in artikel 40 van de Woningwet;

JURIDISCH KADER WONINGWET EN WET BIBOB

G & S Vastgoed bv I Taal Gustav Mahlerlaan MC Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning?

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x R41/

RAPPORTAGE 'MATERIËLE TOETS' GEMEENTE HEUSDEN

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x 7 april

Handboek Beheer van Scoutingkampeerterreinen. Infoblad 3.10 BOUWEN. Op dit infoblad vind je informatie over de volgende onderwerpen:

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: Het in gebruik nemen en verbouwen van een vakantie-appartementsgebouw.

2. Actuele wet- en regelgeving

Omgevingsvergunning. Gebleken is dat uw aanvraag voldoet en daarom verlenen wij u de omgevingsvergunning waarom u heeft gevraagd.

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

gemeente Katwijk: Koningin Julianalaan 3, 2224 EW Katwijk, Postbus 589, 2220 AN Katwijk, website:

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING Nummer: W14/008143

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x

Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen. De gewijzigde Bouwverordening van de gemeente Terneuzen vast te stellen.

Omgevingsvergunning ii

Zaaknummer: Vergunninghouder: Projectomschrijving: Overwegingen Activiteit: Bouwen

dat de aanvraag voorziet in het maken van een dakopbouw op de woning gelegen op het perceel Johanna Naber-erf 241;

Bouwbesluit 2012, NEN 6068, Industriefunctie, nieuwbouw, WBDBO, draagconstructie, spiegelsymmetrie Datum: 31 augustus 2017 Status:

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Verlengen van de omgevingsvergunning (zaaknummer ) voor het plaatsen van een tijdelijk kantoor

Omgevingsvergunning UV/

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x R41/

de aanvraag niet voldoet aan het bepaalde in de bij dit bestemmingsplan behorende voorschriften;

Onderwerp Buiten behandeling stellen aanvraag om een omgevingsvergunning Vlamingstraat 38

DAKBEDEKKING, METALEN ELEMENTEN of STROKEN (attest, productcertificaat)

Postbus AN Dordrecht Bezoekadres op afspraak) Regiokantoor, 250 te Dordrecht, of De heer W. Verveer

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

OMGEVINGSVERGUNNING. code: DIS_ doc

Constructieve veiligheid en NEN Ing. A. de Vries

REGULIERE BOUWVERGUNNING

Weigering omgevingsvergunning

DORDRECHT. De heer C.C.M. Duimel Campanula 44 HC Dordrecht. Geachte heer Duimel,

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING LET OP! Dit is nog geen omgevingsvergunning. Hiermee kunt u nog niet starten met de werkzaamheden.

METALEN LATEIEN EN METALEN METSELWERKONDERSTEUNINGEN IN METSEL- WERKCONSTRUCTIES (attest, productcertificaat)

Inhoudsopgave DEEL C - PROCEDURE 1

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

Gelet op hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn wij bevoegd om op deze aanvraag te beslissen.

Stichting Stedelijk Museum Amsterdam De heer G.H. Wissink Postbus AB Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

BIJLAGEN Bijlage I Protocol Aanvraag gebruiksvergunning Bijlage II Protocol Controles oplevering bouwwerken

Zaak: Dossier: OV16158 Documentnummer: BV. Omgevingsvergunning

GEVELRECLAME-UITINGEN

Postbus AN Dordrecht Bezoekadres (alleen op afspraak) Regiokantoor Noordendijk 250 te Dordrecht, of

DAKPLAAT/GEVELPLAAT, VEZELCEMENTPLAAT, GEPROFILEERD, ASBESTVRIJ (attest, productcertificaat)

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD

Omgevingsvergunning Zaaknummer

2010/ Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Beverwijk,

- het (ver)bouwen van een bouwwerk. - het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met bestemmingsplan.

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp)

Aanvraag bouwvergunning NEN-normen in de praktijk

Kluswijzer 8 Plaatsen van een aanbouw, uitbouw of bijgebouw

BRL 2880 " Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies " ( )

Dordrecht. De heer van de Abeelstraat AA Dordrecht. Geachte heer Van de

Subsidieverordening voor onderhoud en restauratie van monumenten

Dakkapel. Voldoet uw bouwplan aan de vergunningvrije criteria op grond van de Woningwet? Zie ook folder van VROM

Schoonderbeek en Partners Advies BV Postbus BJ Ede Trefwoorden: Gezondheidszorgfunctie, (sub)brandcompartimentering Datum: 7 oktober 2010

Beschrijving. Vervallen trap in monumentaal gebouwtje. Advies Definitief

LICHTE BOUWVERGUNNING

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

De aanvraag betreft de volgende activiteit(en): - Bouwen (art. 2.1 lid 1a)van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de hieronder genoemde stukken deel uitmaken van de vergunning:

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

DAKBEDEKKING, GESPOTEN of STRIJKBAAR (attest, productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (verleend)

Leaseplan Corporation H. van den Bergh Postbus BB Almere. Betreft: Omgevingsvergunning

OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST-BRABANT

afdeling ons kenmerk Beverwijk, Wijkzaken werkveld uw kenmerk/uw brief van verzonden Team vergunningen -

Bouwvergunning Gebruik van dit document hoofdstuk op links op de website OLS

Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht.

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Strijdig gebruik (art. 2.1 lid ie) van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Gedoogkader Woonboten

5.1 Algemeen. 5.2 Bouwvergunningen

Een bouwvergunning. aanvragen. Uit de reeks: bouwregelgeving

3 Besluit Gelet op artikel 2.1 van de Wabo besluiten wij de omgevingsvergunning te verlenen voor de volgende activiteiten:

Omgevingsvergunning. O M G E VI N G S D i E N S T. Plaatsing van een stalen damwand Baggerdepot IJsseloog IJsseloog 1 Dronten

Burgemeester en wethouders van Den Haag, namens dezen: [Geanonimiseerd] [Geanonimiseerd]

Omgevingsvergunning Zaaknummer

3 Besluit Gelet op artikel 2.1 van de Wabo besluiten wij de omgevingsvergunning te verlenen voor de volgende activiteiten:

VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN

Koninklijke Auris Groep T.a.v. de heer G. Looren de Jong Bachstraat HZ Gouda. Geachte heer Looren de Jong,

Transcriptie:

De nieuwe Bouwregelgeving A NDERS, MAAR WÉL EENVOUDIGER Magazijnstellingen en vloeren in magazijnstellingen

De nieuwe Bouwregelgeving A NDERS, MAAR WÉL EENVOUDIGER Magazijnstellingen en vloeren in magazijnstellingen Damen Bouwcentrum J.W. Pothuis Versie 2, 14 december 2004 Magazijnstellingen en -vloeren 1

2 Magazijnstellingen en -vloeren

Inhoud Inleiding 4 1 Het wettelijk kader 5 Woningwet 5 2 De procedures 9 Is een bouwvergunning nodig? 9 Bouwvergunningsvrij, maar. 10 Welke gegevens en documenten moeten bij een bouwaanvraag worden aangeleverd? 11 Het indienen van een aanvraag voor een lichte bouwvergunning 13 Behandeling 13 Vergunningverlening 15 Bouwen en ingebruikname 16 Aanpassen of verbouwing van een magazijnstelling 17 Verplaatsen van een magazijnstelling 18 3 Technische bouwvoorschriften 19 Welke gebruiksfunctie heeft een magazijnstelling volgens het Bouwbesluit 19 Welke afdelingen van het Bouwbesluit gelden voor uw magazijnstelling? 20 Hoe stel je vast, welke voorschriften van het Bouwbesluit 2003 gelden op de magazijnstelling van toepassing zijn? 20 De Verschillende hoofdstukken van het Bouwbesluit 2003 23 algemene bepalingen 23 Veiligheid 23 Gezondheid 25 Bruikbaarheid 26 Energiezuinigheid 26 wijzigingen per 1 januari 2003 26 4 Begrippen 27 Belangrijke begrippen uit de bouwvoorschriften zijn 27 De bekendste soorten opslagmaterieel zijn: 28 5 Lijst nuttige publicaties en internetsites 29 Magazijnstellingen en -vloeren 3

Inleiding Bij leden van de branche, de markt en het gemeentelijke bouw- en woningtoezicht bestaat onduidelijkheid over de toepassing van de bouwregelgeving bij nieuwbouw van magazijnstellingen en vloeren in magazijnstellingen. Dit komt dikwijls tot uitdrukking bij de aanvraag van een bouwvergunning. In de omstandigheid dat sinds 1 januari 2003 nieuwe bouwregelgeving van kracht is, zag BMWT een goede aanleiding om, in samenwerking met het Ministerie van VROM, adequaat, op de nieuwe situatie afgestemd informatiemateriaal te ontwikkelen. Deze brochure spitst zich toe op bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige magazijnstellingen en vloeren in magazijnstellingen. In verband met het feit dat het Bouwbesluit 2003, naar verwachting per 1 juli 2005 zal worden aangepast, is de oorspronkelijke brochuretekst waar nodig aangepast. Daarbij zijn tevens onduidelijkheden, zoals onder meer geconstateerd door de vereniging van Stelling Leveranciers (VLS) aangepast. Gebleken is overigens dat de komende wijziging nauwelijks effect heeft op (de nieuwbouw van) magazijnstellingen en vloeren in magazijnstellingen. Deze brochure helpt de lezer bij de beantwoording van de vraag of voor het bouwen van een bepaalde magazijnstelling of vloer in een magazijnstelling een bouwvergunning (licht of regulier) noodzakelijk is. Ook geeft de brochure informatie over de bouwvoorschriften die daarop betrekking hebben. Voor de situaties waarvoor een bouwvergunning noodzakelijk is, wordt, afgestemd op de aard van de vergunning, aangegeven welke informatie (de indieningsvereisten voor de aanvraag van een bouwvergunning) aanwezig moet zijn. De brochure richt zich met name op leveranciers, bouwers, afnemers en de gebruikers van magazijnstellingen en het gemeentelijke bouw- en woningtoezicht. Ook niet-leden van BMWT kunnen de brochure downloaden via www.bmwt.nl. Belangrijk aandachtspunt is de communicatie tussen de doelgroepen onderling, onder meer door aandacht te besteden aan verschillen in begrippenkader (terminologie) tussen de verschillende doelgroepen. De verwachting is dat de brochure zal bijdragen tot een meer uniforme behandeling van de bouwaanvragen door het gemeentelijke bouw- en woningtoezicht 4 Magazijnstellingen en -vloeren

1 Het wettelijk kader: De Woningwet Hoewel de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van een bouwwerk ten eerste bij de eigenaar of de aanvrager van de bouwvergunning ligt, moeten bouwwerken ook aan een aantal door de overheid vastgestelde kwaliteitseisen voldoen. Dit geldt ook als het bouwwerk een magazijnstelling is. In de Woningwet is vastgelegd welke eisen de overheid aan bouwwerken stelt, of er een bouwvergunning nodig is en zo ja, welk soort bouwvergunning en hoe het toezicht is geregeld. In de Woningwet zijn ook allerlei afstemmingsregels opgenomen met andere wetten zoals de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Wet milieubeheer en de Monumentenwet. Gemeentelijke voorschriften Afstemming andere wetten Gemeentelijke bouwverordening Bestemmingsplan Welstandsnota Wet op de Ruimtelijke Ordening Wet bodembescherming Monumentenwet Wet milieubeheer Andere wetten Woningwet AMVB s Handhaving Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningsplichtige bouwwerken bouwtoezicht Besluit indieningsvereisten - Regeling Vaststelling formulier aanvraag bouwvergunning - Normblad NEN 2000 - Andere Normbladen Bouwbesluit 2003 - Regeling Bouwbesluit 2003 - Normblad 2000 - Andere Normbladen Resultaten Bouwvergunning - regulier - licht - vrijgesteld Aanschrijving Magazijnstellingen en -vloeren 5

Natuurlijk is er ook nog het Burgerlijk Wetboek waarin de gedragsregels tussen particulieren zijn vastgelegd. Deze brochure richt zich echter op de Woningwet en direct daaraan verbonden regelgeving. De Woningwet regelt de bemoeienis van de overheid met het bouwen van bouwwerken en met betrekking tot bestaande bouwwerken. Het gaat zowel om eisen waaraan het bouwwerk zal moeten voldoen als de te volgen procedures. Een magazijnstelling met een hoogte van meer dan 3 meter wordt beschouwd als een bouwwerk en wordt daarom beoordeeld aan de hand van de voorschriften van de Woningwet en van de voorschriften in de wetten en voorschriften waar de Woningwet naar verwijst. Voorbeelden daarvan zijn: het Bouwbesluit 2003 het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning de gemeentelijke bouwverordening het bestemmingsplan de Monumentenwet Bouwbesluit 2003 Voor bouwtechnische voorschriften verwijst de Woningwet in artikel 2 naar een algemene maatregel van bestuur waarmee het Bouwbesluit 2003 wordt bedoeld. Uit artikel 4 van de Woningwet volgt dat elk bouwwerk, dus ook elke magazijnstelling met een hoogte van meer dan 3 meter, aan het 2003 moet voldoen. Net als de Woningwet en andere algemene maatregelen van bestuur is het Bouwbesluit 2003 in het gehele land bindend. Dus elke burger en ook elke overheid, bijvoorbeeld gemeente, moet zich aan de daarin gestelde voorschriften houden. Het Bouwbesluit 2003 berust op vijf in de Woningwet vastgelegde pijlers: veiligheid; gezondheid; bruikbaarheid; energiezuinigheid, en milieu Deze pijlers zijn herkenbaar in de hoofdstukindeling van het Bouwbesluit 2003. Een nadere toelichting op de hoofdstukken van het Bouwbesluit 2003 treft u aan op pagina 19. Voor magazijnstelling zijn met name de voorschriften met betrekking tot veiligheid van belang. Het gaat dan om voorschriften met betrekking tot de constructieve veiligheid (de boel mag niet instorten). Daarbij spelen ook gebruiksveiligheid en brandveiligheid bij het plaatsen of verplaatsen van een magazijnstelling een rol. Een overzicht van de afdelingen van het Bouwbesluit 2003, die direct betrekking kunnen hebben op een magazijnstelling, of waar de magazijnstelling het voldoen van het gebouw aan het Bouwbesluit 2003 direct kan beïnvloeden is opgenomen in bijlage1 van deze brochure. 6 Magazijnstellingen en -vloeren

Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken Om te mogen bouwen is in de regel een (reguliere) bouwvergunning nodig. Dit is geregeld in artikel 40 van de Woningwet. Artikel 43 geeft de mogelijkheid bij algemene maatregel van bestuur te bepalen, dat bepaalde bouwwerken van deze regel zijn uitgezonderd. In dit geval wordt gedoeld op het Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb). Artikel 44 van de Woningwet regelt dat in dat Besluit wordt aangegeven wanneer kan worden volstaan met een lichte bouwvergunning. Voor een lichte bouwvergunning gelden kortere proceduretijden (artikel 46) en is het aantal redenen waarom een bouwaanvraag kan en moet worden geweigerd beperkt. De Wet Milieubeheer De Wet Milieubeheer stelt uit oogpunt van milieu voorschriften aan de inrichting van gebouwen. De in dat kader gestelde eisen kunnen ook bij een bouwaanvraag voor een magazijnstelling een rol spelen. Als de magazijnstelling bijvoorbeeld is bedoeld voor opslag van gevaarlijke stoffen dan zal de indiener met deze wet te maken kunnen krijgen. Dat kan zowel gaan om de vraag of de betreffende opslag, al dan niet met vergunning is toegestaan, als om de voorschriften die zijn gesteld aan de wijze van opslag. Zo is het bijvoorbeeld verplicht verpakkingen met bepaalde stoffen op lekbakken te plaatsen, of worden maxima gesteld aan de compartimentering van de opslag en de hoeveelheden. Bij het voldoen van een inrichting van opslag van gevaarlijke stoffen, kan de juiste magazijnstelling een belangrijke rol spelen. Een recente calamiteit met milieu-belastende stoffen heeft daarop extra aandacht. Is er al een milieuvergunning dan is het wenselijk om de vergunningvoorwaarden te raadplegen bij de keuze, verplaatsing, uitbreiding of aanpassing van een magazijnstelling. Informatie over de Wet Milieubeheer kunt u opvragen via www.infomil.nl of uw gemeentelijke of regionale milieudienst. De Wet op de Ruimtelijke Ordening De Wet op de Ruimtelijke Ordening stelt eisen aan de inrichting van de gebouwde omgeving. In het op de Wet Ruimtelijke Ordening gebaseerde gemeentelijke bestemmingsplan is onder meer aangegeven welke gebouwvormen of soorten op een bepaalde locatie gerealiseerd mogen worden. Bij het bouwen van een magazijnstelling in een gebouw is deze wet in de regel niet van belang. Echter, als de wens een magazijnstelling te bouwen gepaard gaat met een veranderend gebruik van het gebouw kan mogelijk strijd met het bestemmingsplan ontstaan. Zo kan bijvoorbeeld het bestemmingsplan zich er tegen verzetten dat een oud schoolgebouw als opslagruimte in gebruik wordt genomen. Magazijnstellingen en -vloeren 7

De Arbeidsomstandighedenwet (Arbo-wet) In het op de Arbeidsomstandighedenwet gebaseerde Arbobesluit zijn de minimumvoorschriften voor arbeidsomstandigheden vastgelegd. Het Besluit heeft ook betrekking op magazijnstellingen. Op grond van artikel 5 van de Woningwet zijn al de nodige inspanningen verricht om de Arbo-voorschriften van een bouwtechnische aard, op te nemen in het Bouwbesluit 2003. Toch zal men bij het bouwen, verbouwen en gebruiken van een magazijnstelling ook het Arbo-besluit moeten raadplegen. Dit alleen al vanwege het feit dat het Arbo-besluit en de daarop gebaseerde beleidsregels ook voorschriften kennen, die betrekking hebben op niet-bouwkundige aspecten. Kortom, voldoet u aan het Bouwbesluit 2003 en heeft u een bouwergunning gekregen, dan wil dat nog niet altijd zeggen dat u aan het Arbobesluit voldoet. De gemeentelijke bouwverordening Op grond van artikel 8 van de Woningwet maakt de gemeente een gemeentelijke bouwverordening. Daarin worden onder meer voorschriften gesteld aan het brandveilig gebruik van een magazijnstelling en het gebouw of bouwwerk waarin deze is opgesteld. Het gaat dan bijvoorbeeld om het voorkomen dat door de opstelling van goederen, apparatuur of magazijnstellingen vluchtroutes worden geblokkeerd en dat eventueel noodzakelijke brandbeveiligingsinstallaties en vluchtwegaanduidingen zijn aangebracht. Het is niet de bedoeling dat de gemeente in de bouwverordening technische voorschriften opneemt. Omdat de verantwoordelijkheid voor het maken van de voorschriften bij de gemeente ligt, kunnen deze voorschriften in principe per gemeente verschillend zijn. U kunt de gemeentelijke bouwverordening bij de betreffende gemeente opvragen. Door bij het opstellen van de gemeentelijke bouwverordening gebruik te maken van de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten uitgegeven model bouwverordening kan een gemeente voorkomen dat haar voorschriften te veel uit de pas lopen met die van andere gemeenten. 8 Magazijnstellingen en -vloeren

2 De procedures Eerste stap is het nagaan of een bouwvergunning nodig is of niet. Als een bouwvergunning moet worden aangevraagd moet de bouwvergunningsprocedure worden opgestart. In dit hoofdstuk wordt dit stapsgewijs beschreven. Is een bouwvergunning nodig? Voor het bouwen van een magazijnstelling is lang niet altijd een bouwvergunning noodzakelijk. Is er wel een bouwvergunning noodzakelijk dan kan dikwijls worden volstaan met een lichte bouwvergunning. Voor een lichte bouwvergunning hanteert de gemeente minder toetspunten, gaat de afhandeling sneller en kunnen lager legeskosten in rekening worden gebracht. Magazijnstellingen die vanwege hun afmetingen en ontwerp, net als kasten, tafels, stoelen, bureaus en dergelijke als inventaris worden beschouwd, zijn geen bouwwerken in de zin van de Woningwet en daarom bouwvergunningsvrij en niet aan de technische bouwvoorschriften gebonden. De inventaris mag echter niet leiden tot strijd met de gebruiksvoorschriften aan het gebouw. Zo zal een bouwvergunningsvrije magazijnstelling bijvoorbeeld geen vluchtroute mogen blokkeren. Als een magazijnstelling een niet te omvangrijk bouwwerk is en constructief op eigen benen staat (zie schema hieronder), is er geen reden om voorafgaande aan de bouw een uitputtende controle van alle bouwvoorschriften uit te voeren. Daarom voorziet de Woningwet in een lichte bouwvergunning. Om misverstanden te voorkomen is in het Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken haarscherp afgebakend wanneer sprake is van een bouwvergunningsvrije of licht-bouwvergunningplichtige magazijnstelling. Steunt de magazijnstelling uitsluitend op de vloer? nee Reguliere bouwvergunning ja Hoger dan 3 meter? * nee Met verdiepingsvloer of loopbrug? nee ja ja nee Bouwvergunningsvrij, geen bouwwerk Licht bouwvergunningplichtig Lager dan 8,5 meter? ja Monument of beschermd stads-of dorpsgezicht? nee Licht bouwvergunningplichtig ja Met verdiepingsvloer of loopbrug? ja nee Licht bouwvergunningplichtig Bouwvergunningsvrij bouwwerk * De hoogte wordt buitenmaats gemeten. Dat wil zeggen, vanaf de grond tot en met het hoogste constructie-onderdeel. Magazijnstellingen en -vloeren 9

Uit het bovenstaande schema is af te lezen wanneer sprake is van een bouwvergunningsvrije, een licht bouwvergunningplichtige of een regulier bouwvergunningplichtige magazijnstelling, of dat er wellicht helemaal geen sprake is van een bouwwerk (en er dus geen bouwvergunning nodig is). De wetstekst waarop het schema is gebaseerd treft u aan in artikel 3, eerste lid, onderdeel j van het Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken. Het komt er op neer dat voor een magazijnstelling alleen een reguliere bouwvergunning nodig is, indien: de stelling onderdeel vormt van de draagconstructie van het gebouw, of Niet of niet alleen op de vloer steunt maar bijvoorbeeld tegen een wand, kolom, spant of ander bouwkundig onderdeel van het gebouw is afgesteund. De constructie van een magazijnstelling die niet uitsluitend op de vloer steunt vraagt namelijk extra aandacht. Wordt een magazijnstelling afgesteund aan andere bouwkundige onderdelen van het gebouw dan een vloer, dan kan dat moeilijk voorspelbare belastingen opleveren. Onder invloed van belasting door hemelwater, verkeer, sneeuw, wind en temperatuurverschillen kunnen deze gebouwonderdelen flink trillen of bewegen. Zo kan bijvoorbeeld bij een wolkbreuk een dakspant, door op het dak ophopend regenwater, flink doorbuigen. Een aan dat spant verankerde stelling kan dan onbedoeld extra worden belast en daardoor bezwijken. Natuurlijk mag het niet verticaal afsteunen van een magazijnstelling niet leiden tot een instabiele situatie. De magazijnstelling en de vloer waarop deze staat moeten altijd voldoen aan de voorschriften die het Bouwbesluit 2003 stelt aan de constructieve veiligheid. Meer informatie over bouwvergunningsvrij of licht bouwvergunningplichtig bouwen kunt u vinden op www.vrom.nl/woningwet. Bouwvergunningsvrij, maar. Ook al geeft het doorlopen van het schema de conclusie bouwvergunningsvrij, er zijn nog een aantal dingen waar u aan moet denken: Bouwbesluit Elk bouwwerk moet voldoen aan het Bouwbesluit 2003, of het nu bouwvergunningsvrij of bouwvergunningplichtig is. Dit volgt uit artikel 4 van de Woningwet. Dit geldt niet voor een magazijnstelling die geen bouwwerk is. Wel zal een dergelijke magazijnstelling aan andere wetten, zoals bijvoorbeeld de Warenwet en de Arbeidsomstandighedenwet, moeten voldoen, maar ook aan de in de gemeentelijke bouwverordening opgenomen gebruikseisen (zie ook hoofdstuk 3). Monumenten Als de magazijnstelling in een pand wordt geplaatst dat door het Rijk, de provincie of de gemeente is aangewezen als monument of een pand dat ligt in een door het Rijk aangewezen beschermd stads- of dorpsgezicht mag niet bouwvergunningsvrij worden gebouwd (zie bovenstaand overzicht). Heeft u twijfels over de status van uw pand of het gebied 10 Magazijnstellingen en -vloeren

waarin uw pand ligt dan kunt u informatie opvragen bij de gemeente. Het bouwvergunningsvrij oprichten van een vrijstaande magazijnstelling die lager is dan 3 meter en geen verdiepingsvloer of loopbrug heeft is echter ook bij monumenten of in beschermd stadsen dorpsgezicht bouwvergunningsvrij. Het betreft per slot van rekening geen bouwwerk. Andere vergunningen Ook als u geen bouwvergunning nodig heeft, kan het zijn dat u andere vergunningen moet aanvragen. Bijvoorbeeld een milieuvergunning. Neem daarom altijd contact op met uw gemeente voordat u begint met bouwen. Het Burenrecht Hou met uw bouwplannen ook rekening met de buren. Dit kan bijvoorbeeld aandacht vragen bij een magazijnstelling buiten een gebouw. Het is dan verstandig om vooraf met uw buren te overleggen. Op de site van VROM (www.vrom.nl/woningwet) zijn een aantal relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek over burenrecht opgenomen. Een buiten een gebouw gelegen magazijnstelling is overigens altijd regulier vergunningplichtig. Welke gegevens en documenten moeten bij een bouwaanvraag worden aangeleverd? In het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning (Biab) is aangegeven welke gegevens en documenten de indiener van een reguliere of lichte bouwvergunning moet aanleveren. Bij twijfel is het in principe uw gemeente die u, binnen de kaders die het Besluit aangeeft, kan informeren welke gegevens moeten worden ingediend (de gemeente mag niet meer of andere bescheiden vragen dan in dit Besluit genoemd). Verder schrijft dit Besluit ook het gebruik van een landelijk uniform aanvraagformulier om bouwvergunning voor. De gemeente moet dit formulier ter beschikking stellen, maar het is ook te downloaden van www.vrom.nl/woningwet. De gemeente kan niet van u verlangen uitsluitend een door de gemeente verstrekt formulier te gebruiken. Voor een lichte bouwvergunning voor een magazijnstelling behoeft uitsluitend informatie te worden ingediend over constructieve veiligheid. Indien u over andere aspecten informatie indient dan zal deze door de gemeente bij de beoordeling van de bouwaanvraag buiten beschouwing worden gelaten (dit volgt uit artikel 44, derde lid, van de Woningwet). Volgens dit artikel moet ook zijn voldaan aan: voorschriften van de gemeentelijke bouwverordening voor zover deze van stedenbouwkundige aard zijn, het bestemmingsplan, redelijke eisen van welstand en eventuele vereiste van een monumentenvergunning. Deze hebben echter over het algemeen geen betrekking op een magazijnstelling. Een compleet overzicht van de indieningsvereisten voor een licht-bouwvergunningplichtige magazijnstelling is opgenomen in bijlage 2. In ieder geval is het noodzakelijk dat de gegevens met betrekking tot constructieve veiligheid worden aangeleverd. Het gaat om Magazijnstellingen en -vloeren 11

gegevens en bescheiden waaruit blijkt dat het bouwwerk voldoet aan de gestelde eisen in relatie tot: Belastingen en belastingcombinaties (sterkte, stijfheid en stabiliteit) van alle (te wijzigen) constructieve delen van het bouwwerk alsmede van het bouwwerk zelf; De uiterste grenstoestand van de bouwconstructie en onderdelen van de bouwconstructie. Vergeet dan niet dat de bouwaanvraag zich ook uitstrekt tot de vloer waarop de magazijnstelling wordt geplaatst. Als u niet kunt aantonen dat de draagkracht daarvan voldoende is, zal de bouwvergunning in de regel worden geweigerd. De draagkracht van de vloer kunt u als het goed is afleiden uit de stukken die behoren tot de verleende bouwvergunning van het gebouw waarin u de stelling wilt plaatsen. Een onvoldoende draagkrachtige vloer (niveau bestaande bouw als het om een bestaand gebouw gaat), kan aanleiding zijn om de bouwvergunning te weigeren. Wat betreft de draagkracht van de gebouwvloer dient de stellingleverancier aan te geven welke geconcentreerde krachten door de stelling "staanders" en de stellingverankering op de gebouwvloer worden uitgeoefend. De constructeur van de gebouwvloer op zijn beurt zal moeten aangeven welke hoekverdraaiingen van de vloer zijn te verwachten en of er constructieve dilataties zijn voorzien in het geplande stellingblok. Indien dat het geval is, zal moeten zijn aangegeven waar deze liggen en welke horizontale dilatatieverplaatsing bij het stellingontwerp moet worden meegenomen. Dit laatste is vooral aan de orde bij een onderheide vloer. Het kan geen kwaad om het ontwerp ook op aspecten die niet voor de bouwaanvraag noodzakelijk zijn uit te werken. Een voorbeeld is de aanwezigheid van vloerafscheidingen aan de rand van een vloer. Het Bouwbesluit 2003 eist bijvoorbeeld een hekje om te voorkomen dat iemand van een hoger gelegen loopbrug valt. De aanwezigheid van dit hekje is geen onderwerp van plantoetsing voor een aanvraag van een lichte bouwvergunning. Bedenk dat de magazijnstelling als hij klaar is aan het Bouwbesluit 2003 moet voldoen. Het ontbreken van een adequaat hekje aan de rand van een vloer of loopbrug kan dus, zelfs al wordt daar bij een lichte bouwvergunning niet preventief op getoetst, aanleiding geven voor een aanschrijving door de gemeente. Dit kan ook het verlenen van een gebruiksvergunning in de weg staan. De gemeente kan deze aspecten alleen niet bij de formele behandeling van een bouwaanvraag voor een lichte bouwvergunning betrekken. Een consequentie daarvan is dat u zich, als u later wordt geconfronteerd met het feit dat op deze aspecten niet is voldaan aan het Bouwbesluit 2003, niet kunt beroepen op de door de gemeente afgegeven lichte bouwvergunning. Kwaliteitsverklaringen e.d; In principe kan de indiener zelf bepalen hoe hij/zij aan burgemeester en wethouders aantoont dat het bouwplan voldoet aan de voorschriften van het Bouwbesluit 2003. De indiener kan daarbij ook gebruik maken van door de minister erkende kwaliteitsverklaringen. Het is een recht waar de indiener gebruik van kan maken. Het is niet de bedoeling dat de gemeente een kwaliteitsverklaring eist. U kunt er echter wel uw voordeel mee doen. Is er van een bouwmateriaal, bouwdeel of samenstel van bouwmaterialen of bouwdelen dan wel een bouwwijze een relevante door de minister erkende kwaliteitsverklaring met betrekking tot een eis van het Bouwbesluit 2003 dan moeten burgemeester en wet- 12 Magazijnstellingen en -vloeren

houders er van uitgaan dat aan de in de kwaliteitsverklaring aangegeven prestatie-eis wordt voldaan. Bij de aanvraag om bouwvergunning wordt in dat geval dus niet getoetst aan het betreffende punt. Dit geldt natuurlijk alleen bij een volgens die kwaliteitsverklaring juiste toepassing. Wilt u meer weten van erkende kwaliteitsverklaringen, dan kunt u zich wenden tot www.bouwkwaliteit.nl. Het indienen van een aanvraag voor een lichte bouwvergunning Als u heeft vastgesteld dat u een bouwvergunning moet aanvragen dan moet u deze indienen bij burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente. Daarvoor bestaat een landelijk standaard formulier, dat u bij uw gemeente kunt afhalen of van internet kunt downloaden (www.vrom.nl/woningwet). De gemeente moet dit standaardformulier, mits volledig ingevuld, accepteren. De aanvraag kan aan het gemeenteloket, maar ook per post worden aangeboden. Als de gemeente daarmee akkoord is, kan de bouwaanvraag ook (gedeeltelijk) elektronisch worden aangeboden. Volledige indiening via internet is praktisch gezien nog niet mogelijk. In alle gevallen is het van belang dat de voorschriften van het Besluit Indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning in acht worden genomen. Daarin is wettelijk vastgelegd welke stukken [zoals een bouwtekening] en gegevens u moet aanleveren. In het Besluit is onder meer het maximum aantal kopieën, de afmetingen en de schaal van tekeningen en een opsomming van mee te leveren gegevens opgenomen. De gemeente mag niet om méér of om andere dingen vragen. In de bijlage bij het aanvraagformulier voor een bouwvergunning staat welke gegevens u voor welke bouwvergunningsprocedure moet aanleveren. In dat Besluit zijn ook de spelregels voor een elektronische aanlevering van stukken voor de bouwaanvraag vastgelegd. Zorg voor complete stukken. Een (lichte) bouwvergunning verstrekt op onvolledige of onjuiste informatie kan later voor veel hoofdbrekens zorgen. Dit kan onder meer opspelen bij de aanvraag of verlenging van een gebruiksvergunning. Welke bescheiden moeten worden ingediend is aangegeven in paragraaf 5.2. Zorg voor een inhoudelijke correcte bouwaanvraag. Is de aanvraag inhoudelijk onjuist, bijvoorbeeld een instabiele constructie, dan moet de gemeente de bouwaanvraag afwijzen. Een nog onhandiger situatie ontstaat als de gemeente op basis van dit onjuiste bouwplan toch een vergunning afgeeft. Het is per slot van rekening verboden om in afwijking van de bouwvergunning te bouwen. Tegelijkertijd zal de magazijnstelling ook moeten voldoen aan het Bouwbesluit 2003 wat praktisch gezien een conflictsituatie oplevert. Behandeling Termijnen Binnen 6 weken na ontvangst zal de gemeente een beslissing moeten nemen op uw aanvraag voor een lichte bouwvergunning, deze termijn mag niet worden verlengd. Bij ver- Magazijnstellingen en -vloeren 13

lening van een reguliere bouwvergunning geldt een termijn van 12 weken. De gemeente mag deze termijn éénmalig met 6 weken verlengen (artikel 46 van de Woningwet). De maximale termijn van zes (lichte bouwvergunning) of achttien weken (reguliere bouwvergunning) kán langer gaan duren, maar dan heeft het bijvoorbeeld te maken met het tevens verkrijgen van een vergunning op grond van de Wet Milieubeheer of de Monumentenwet. Of het voorgestelde plan kan bijvoorbeeld niet passen binnen de regels van het bestemmingsplan. Wilt u toch bouwen, dan volgt een verzoek om vrijstelling van het bestemmingsplan. Deze procedure neemt meer tijd in beslag omdat het plan ter inzage wordt gelegd. De gemeente kan u daarover meer vertellen. De datum van ontvangst van de bouwaanvraag is bepalend bij het vaststellen van het einde van de formele behandelingstermijn. Ook speelt de datum een rol bij het bepalen welke versie van bouwvoorschriften op de magazijnstelling van toepassing is. Fictieve vergunning Als de gemeente binnen de officiële behandelingstermijnen niets van zich heeft laten horen of te laat is, mag u de aangevraagde (lichte) bouwvergunning als verleend beschouwen. Men noemt dat ook wel een fictieve bouwvergunning. U mag dan gaan bouwen zonder dat u over een bouwvergunning beschikt die op papier staat. Bedenk echter dat een aantal procedures een opschortende werking hebben, zoals de procedures wegens strijd met het bestemmingsplan, een monumentenvergunning of een milieuvergunning. De voor de gemeente beschikbare officiële behandelingstermijn kan daardoor wel eens langer zijn dan u dacht. Een fictieve bouwvergunning brengt voor de aanvrager ook onzekerheden met zich mee. Belanghebbenden zoals buren hebben met de fictieve bouwvergunning hun rechten niet verspeelt en kunnen nog bezwaar aantekenen. De bezwaren zouden kunnen resulteren in het nietig verklaren van de fictieve bouwvergunning. Vergeet ook niet dat u zult moeten kunnen aantonen, dat de bouwaanvraag daadwerkelijk op de door u beoogde datum door de gemeente is ontvangen. Ontvankelijkheidstoets In eerste instantie zal de gemeente beoordelen of de bouwaanvraag ontvankelijk is. Dit houdt onder meer in dat wordt onderzocht of de indiening volledig is. De criteria daarvoor zijn vastgelegd in het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwverguning. Deze criteria zijn bindend. Is de indiening niet volledig dan moet de gemeente u binnen 4 weken daarvan op de hoogte stellen (de gemeente beperkt zich daarbij tot de in artikel 44 van de Woningwet aangegeven aspecten). U krijgt vervolgens 4 weken de gelegenheid om de aanvraag aan te vullen. De tijd die de indiener nodig heeft voor het aanvullen van de gegevens mag de gemeente optellen bij de beschikbare tijd voor het afhandelen van de bouwaanvraag. Welstand Als uw bouwplan de lichte bouwvergunningsprocedure doorloopt, mag de gemeente uw plan zelf op welstand beoordelen of voorleggen aan de welstandscommissie. Omdat een magazijnstelling over het algemeen buiten het zicht achter de gevel van een gebouw staat is er in de regel geen aanleiding deze aan de welstandscommissie voor te leggen. In principe zullen de loketcriteria daarin moeten voorzien. Loketcriteria worden door de 14 Magazijnstellingen en -vloeren

gemeente opgesteld om voor licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken een eenvoudige en vooral snelle welstandstoets mogelijk te maken. Natuurlijk kan het geen kwaad bij de gemeente vooraf inzicht in de loketcriteria te vragen. Uiteindelijk zult u moeten aantonen, ook als de magazijnstelling in een gebouw ligt, dat voldaan is aan de loketcriteria. Het al dan niet gesloten karakter van een gevel van een gebouw, en de kwaliteit van de omgeving, kan daarbij een rol spelen. Dikwijls zullen voor een industrieterrein geen loketcriteria of welstandseisen gelden. Informatie over de loketcriteria of welstandseisen kunt u opvragen bij de betreffende gemeente. Sinds 1 juli 2004 geldt, dat zolang de welstandscriteria nog niet zijn vastgelegd, de gemeente geen welstandstoets kan uitvoeren. Ruimtelijke ordening Een bouwaanvraag wordt ook getoetst aan het bestemmingsplan. Zolang de magazijnstelling bestemd is voor plaatsing in een bestaand gebouw, en het gebruik van het gebouw overeenkomt met het gebruik dat is vastgelegd in het bestemmingsplan, zal dit bij de behandeling van de bouwaanvraag geen verrassingen opleveren. Het is echter aan te bevelen om na te gaan wat hierover in het bestemmingsplan is vastgelegd. Dit kan ook helpen bij het zoeken naar de juiste terminologie bij de inrichting van de aanvraag voor de bouwvergunning. Vergunningverlening De gemeente kan niet naar eigen inzicht bepalen of een (lichte) bouwvergunning wordt verleend of geweigerd. De spelregels daarvoor staan uitputtend dus zonder ruimte voor een eigen inbreng in de Woningwet vastgelegd. Voor de leesbaarheid is hieronder, op grond van het derde lid van artikel 44 van de Woningwet, een op een lichte bouwvergunning toegespitste doorlopende tekst dat artikel geplaatst. Artikel 44 voor een lichte bouwvergunning: Een lichte bouwvergunning mag slechts en moet worden geweigerd, indien: a Het bouwen waarop de aanvraag betrekking heeft, niet voldoet aan de voorschriften die uit oogpunt van constructieve veiligheid zijn gegeven bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in de artikelen 2 en 120 (Bouwbesluit 2003); b het bouwen niet voldoet aan de bouwverordening, voor zover de voorschriften van stedenbouwkundige aard zijn, of zolang de bouwverordening daarmee nog niet in overeenstemming is gebracht, aan de voorschriften die zijn gegeven bij een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 8, achtste lid, of bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 120; c het bouwen in strijd is met een bestemmingsplan of met de eisen die krachtens zodanig plan zijn gesteld; d het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk of de standplaats, waarop de aanvraag betrekking heeft, in strijd is met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de crite- Magazijnstellingen en -vloeren 15

e ria, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, onderdeel a, tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat de bouwvergunning niettemin moet worden verleend, of voor het bouwen een vergunning ingevolge de Monumentenwet 1988 of een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening is vereist en deze niet is verleend. toelichting bij a: Met betrekking tot het Bouwbesluit 2003 mag de gemeente slechts de lichte bouwvergunning weigeren wegens strijd met de voorschriften van constructieve veiligheid. De gemeente keurt dus niet af, maar ook niet goed, op andere Bouwbesluit-aspecten. Wel kan de gemeente repressief, dus als de magazijnstelling gereed is, op de andere Bouwbesluit-aspecten toetsen en eventueel via een aanschrijving naleving van de overige eisen afdwingen. toelichting bij b: Bij de beoordeling van een bouwaanvraag zal deze alleen worden getoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften uit de gemeentelijke bouwverordening. De andere voorschriften van de bouwverordening vormen geen weigeringsgrond. Op basis van deze voorschriften kan wel repressief, dus achteraf, worden getoetst. toelichting bij c: Op een aanvraag voor een lichte bouwvergunning vindt een volledige planologische toets plaats. Het niet voldoen aan het bestemmingsplan is dus een weigeringsgrond. toelichting bij d De aanvraag voor een lichte bouwvergunning wordt getoetst aan de redelijke eisen van welstand waarvoor de beoordelingscriteria in de welstandsnota zijn opgenomen. De welstandscommisie hoeft zich daar echter niet over uit te spreken (artikel 48 van de Woningwet). Het is de bedoeling dat voor de licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken eenvoudige criteria zijn vastgesteld, die zonder tussenkomst van de welstandscommissie kunnen worden gehanteerd. Deze criteria worden ook wel loketcriteria genoemd. toelichting op e Bij de beoordeling van de aanvraag voor een lichte bouwvergunning wordt gecontroleerd of de aanvraag betrekking heeft op een monument. Zo ja dan wordt nagegaan of een monumentenvergunning is aangevraagd en of de bouwaanvraag daar op is afgestemd. Bouwen en ingebruikname Tijdens de bouw kan een inspecteur van bouw- en woningtoezicht komen controleren of de magazijnstelling wordt gebouwd volgens de verleende bouwvergunning en het Bouwbesluit 2003. Er wordt daarbij vooral gelet op de kwaliteit van het gebouwde en op de veiligheid van de bouwplaats en de omgeving tijdens de bouw. Dit neemt echter niet weg dat de verantwoordelijkheid daarvoor primair bij de aanvrager ligt. Om toezicht te kunnen uitoefenen moet worden aangegeven wanneer met de bouwwerkzaamheden wordt aangevangen. 16 Magazijnstellingen en -vloeren

Als blijkt dat wordt gebouwd zonder de vereiste bouwvergunning of in afwijking daarvan kan de bouw worden stilgelegd. De gemeente geeft aan wanneer de bouw hervat kan worden. Ook moet de magazijnstelling gereed worden gemeld, alvorens in gebruik te worden genomen. De gemeente heeft dan de gelegenheid nog een controle van het bouwwerk uit te voeren. Bij deze controle kan de gemeente overigens ook aandacht besteden aan de Bouwbesluitvoorschriften die bij de beoordeling van de lichte bouwvergunning geen rol mochten spelen. Bovendien moet ook de volgens de Arbo-wetgeving verplichte keuring vóór ingebruikname plaatsvinden. Hiervoor kunt u onder meer terecht bij de BMWT-keurmeesters. Is het nodig om het plan waarvoor bouwvergunning is verleend aan te passen om aan het Bouwbesluit 2003 of bijvoorbeeld de Arbo-voorschriften te kunnen voldoen, dan moet de bouwvergunning worden gewijzigd. Het is per slot van rekening volgens artikel 40 van de Woningwet verboden te bouwen in afwijking van de bouwvergunning. Geldigheid bouwvergunning De reeds verstrekte bouwvergunning kan worden ingetrokken als na verlening daarvan, niet binnen de in de gemeentelijke bouwverordening aangegeven termijn is gestart met de bouw. Ook als de bouw meer dan de in de gemeentelijke bouwverordening aangegeven termijn stil ligt kan de bouwvergunning worden ingetrokken. Over het algemeen zijn beide termijnen op 26 weken gesteld. Aanpassen of verbouwing van een magazijnstelling Net als bij nieuwbouw is ook voor het aanpassen of verbouwen van een magazijnstelling een reguliere bouwvergunning of lichte bouwvergunning niet noodzakelijk, als de stelling na de aanpassing of verbouwing voldoet aan de daartoe gelden de criteria voor bouwvergunningsvrij bouwen van het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken. Het begrip bouwen omvat namelijk ook aanpassen en verbouwen. Dit volgt uit de begripsbepalingen van de Woningwet (artikel 1). Magazijnstellingen en -vloeren 17

Uiteraard moet worden bedacht dat van een magazijnstelling over het algemeen meer flexibiliteit wordt verwacht dan van een gebouw. Zo kunnen kleine aanpassingen in de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld een andere soort emballage of andere producten in nieuwe hoeveelheden, reeds grote gevolgen hebben voor de gewenste lay-out van de magazijnstellingen. Het is daarom van groot belang om de gewenste flexibiliteit reeds bij het eerste stellingontwerp mee te nemen. Het gedeelte van de magazijnstelling dat wordt aangepast of verbouwd, zal in principe moeten voldoen aan de nieuwbouwvoorschriften. De rest van de stelling zal aan de voorschriften voor bestaande bouw moeten voldoen. Dit volgt uit artikel 4 van de Woningwet. Indien de redelijkheid dit toelaat, kunnen burgemeester en wethouders, vrijstelling verlenen tot het in artikel 1.1. van het Bouwbesluit 2003 aangegeven niveau. Het is aan burgemeester en wethouders om de ontheffing te verlenen. Het verzoek daartoe zult u in de bouwaanvraag moeten vermelden. Als de aanpassing of verbouwing bouwvergunningsvrij is, dan hoeft deze ontheffing niet aan de gemeente te worden gevraagd. Verplaatsen van een magazijnstelling Ook voor het verplaatsen van een magazijnstelling kan een al dan niet lichte bouwvergunning noodzakelijk zijn. Er moet van worden uitgegaan dat de magazijnstelling een nieuw bouwwerk is waarop de nieuwbouwvoorschriften van toepassing zijn. Dat wil zeggen dat het verplaatsen van een magazijnstelling bouwvergunningsvrij of licht-bouwvergunningplichtig is als de verplaatste stelling aan de daartoe geldende criteria van het Besluit bouwvergunningsvrije licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken voldoet. U kunt dit bepalen aan de hand van paragraaf 4.1. De verplaatste magazijnstelling zal moeten voldoen aan de nieuwbouwvoorschriften van het Bouwbesluit 2003, want artikel 1.11 van het Besluit voorziet niet in een vrijstelling tot een lager niveau van eisen. Voor de verplaatsing van een magazijnstelling die na verplaatsing niet als een bouwwerk is aan te merken geldt geen vergunningplicht en zijn de voorschriften van het Bouwbesluit 2003 niet van toepassing. 18 Magazijnstellingen en -vloeren

3 Technische bouwvoorschriften Welke gebruiksfunctie heeft een magazijnstelling volgens het Bouwbesluit 2003? Voor de bepaling welke voorschriften van het Bouwbesluit 2003 voor het bouwen van een magazijnstelling gelden, moet voor ieder gedeelte van een bouwwerk bekend zijn welke gebruiksfunctie daar aan is toegekend. De toekenning of benoeming van gebruiksfuncties doet de indiener van een bouwplan zelf. Dat mag niet luchthartig gebeuren, omdat op basis daarvan de gemeente, aan de hand van de tabellen in het Bouwbesluit 2003, het niveau van eisen vaststelt, dat bij de toetsing van het bouwplan geldt. Ook kan de keuze van invloed zijn op het in toegelaten gebruik. Dit laatste kan zijn geregeld in de gemeentelijke bouwverordening en het bestemmingsplan. De gebruiksfuncties en de definitie daarvan kunt u vinden in artikel 1.1, derde lid, van het Bouwbesluit 2003. Over het algemeen is een magazijnstelling, die uitsluitend op de vloer rust, aan te merken als een bouwwerk geen gebouw zijnde. Dat deze geplaatst wordt in een gebouw met een andere gebruiksfunctie doet daar niets aan af. Dit volgt uit de in Woningwet gegeven begripsbepaling gebouw, in samenhang met de in de Model-bouwverordening gegeven definitie van het begrip bouwwerk en het feit dat de op de grond steunende magazijnstelling geen onderdeel van de bouwconstructie van het betreffende gebouw is als bedoeld in het eerste lid van artikel 1.1 van het Bouwbesluit 2003 (zie paragraaf 6.1). Magazijnstellingen en -vloeren 19

Welke afdelingen van het Bouwbesluit 2003 gelden voor uw magazijnstelling? Voor een magazijnstelling is een aantal afdelingen van het Bouwbesluit 2003 van specifiek belang. Daarbij moet nog onderscheid gemaakt worden tussen magazijnstellingen met of zonder voor personen toegankelijke vloeren. De relevante afdelingen zijn weergegeven in bijlage 1 van deze brochure. Deze bijlage kunt u gebruiken om te beoordelen welke aspecten van het Bouwbesluit 2003 voor uw bouwwerk van belang zijn en welke informatie u reeds beschikbaar heeft. Uit de kolom algemeen kunt u aflezen welke voorschriften gelden voor een magazijnstelling zonder loopbrug of voor personen bestemde vloer. Heeft de stelling deze voorzieningen wel dan geldt direct een groter aantal afdelingen. Dit kunt u aflezen uit de kolom met een vloer voor personen. Voor een aanvraag van een lichte bouwvergunning beoordeelt de gemeente uitsluitend de constructieve veiligheid. Met een zwart kadertje (ononderbroken lijn) zijn de betreffende afdelingen in bijlage 1 aangegeven. De noodzakelijke informatie daarvoor zult u bij de bouwaanvraag moeten aanleveren. De rest kan buiten beschouwing blijven. Dat neemt niet weg dat de magazijnstelling als hij gereed is toch ook aan de andere relevante afdelingen van het Bouwbesluit 2003 moet voldoen. Doet hij dat niet dan kan de gemeente de eigenaar aanschrijven tot het treffen van voorzieningen. Hoe stel je vast welke voorschriften van het Bouwbesluit 2003 op de magazijnstelling van toepassing zijn? Elke afdeling van het Bouwbesluit 2003 bestaat uit een of twee paragrafen. De eerste paragraaf heeft betrekking op nieuwbouw en de tweede op bestaande bouw. Een magazijnstelling of een gedeelte daarvan die/dat niet wordt gebouwd of verbouwd, moet voldoen aan de paragraaf voor bestaande bouw van een afdeling. Een te bouwen of verbouwen (gedeelte van een) magazijnstelling moet voldoen aan de nieuwbouwvoorschriften die in de eerste paragraaf zijn opgenomen. Of een voorschrift op een magazijnstelling van toepassing is volgt uit de bij het eerste artikel van de paragraaf opgenomen tabel. Laten we als voorbeeld afdeling 2.3, Vloerafscheiding, paragraaf 2.3.1, nieuwbouw nemen. Zo kunt u aflezen dat op een magazijnstelling (bouwwerk geen gebouw zijnde) de in de twaalfde regel van tabel 2.14 aangestuurde voorschriften van toepassing zijn. Dat geldt onder meer voor de voorschriften van artikel 2.17, tweede lid, openingen. Dit voorschrift luidt: "Een afscheiding als bedoeld in artikel 2.15 (voorgeschreven vloerafscheiding), heeft tot een hoogte van 0,7 m boven de vloer geen openingen met een breedte groter dan de in tabel 2.14 aangegeven waarde." 20 Magazijnstellingen en -vloeren

Uit tabel 2.14, onder grenswaarden, kolom 2.17, tweede lid, kunt u aflezen dat de opening niet breder mag zijn dan 0,5 meter. Wat betekent dit voor de praktijk?: Door een opening in de onderste 0,7 m van de vloerafscheiding van bijvoorbeeld een entresolvloer, mag geen bal met een diameter van meer dan 0,5 m passen. Er mag dus best een spijlenhek worden toegepast met uitsluitend horizontale of uitsluitend verticale spijlen en een bovenregel, zolang deze spijlen niet verder dan 0,5 meter uit elkaar liggen of staan. De overeenkomstig de Arbo-voorschriften voorgeschreven schopplank (voetplank) schrijft het Bouwbesluit 2003 niet voor en kan dus bij de beoordeling van een bouwaanvraag geen rol spelen. Om te voldoen aan de Arbo-voorschriften zal deze echter wel aanwezig moeten zijn. Onder meer de BMWT keurmeesters zien daar op toe. Tabel 2.14 gebruiksfunctie leden van toepassing grenswaarden aanwezigheid hoogte openingen opstap mogelijkheid hoogte openingen artikel: 2.15 2.16 2.17 2.18 2.16 2.17 lid: 1 2 3 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 1 2 3 [m] [m] [m] 1 Woonfunctie a van een woonwagen - - - - - - - - - - - - - - - - b andere woonfunctie 1 2-1 2 3-1 2 3-1 - 1 0,1 0,5 2 Bijeenkomstfunctie 1 2 3 1 2 3 4 1-3 4-2 1-0,5 3 Celfunctie 1 2 3 1-3 - 1-3 4-2 1,2-0,3 4 Gezondheidszorgfunctie 1 2 3 1 2 3-1 - 3 4-2 1-0,5 5 Industriefunctie 1 2 3 1 2 3-1 - 3 4-2 1-0,5 6 Kantoorfunctie 1 2 3 1 2 3-1 - 3 4-2 1-0,5 7 Logiesfunctie 1 2 3 1 2 3-1 - 3 4-2 1-0,5 8 Onderwijsfunctie a voor speciaal onderwijs 1 2 3 1 2 3-1 - 3 4 1-1 - 0,2 b andere onderwijsfunctie 1 2 3 1 2 3-1 - 3 4 1-1 - 0,5 9 Sportfunctie 1 2 3 1 2 3 4 1-3 4-2 1-0,5 10 Winkelfunctie 1 2 3 1 2 3-1 - 3 4-2 1-0,5 11 Overige gebruiksfunctie 1 2 3 1 2 3-1 - 3 4-2 1-0,5 12 Bouwwerk geen gebouw zijnde 1 2 3 1 2 - - - 2 - - - - 1 0,5 - Magazijnstellingen en -vloeren 21

22 Magazijnstellingen en -vloeren

De verschillende hoofdstukken van het Bouwbesluit 2003 Algemene bepalingen In artikel 1.5 van het Bouwbesluit 2003 is de gelijkwaardigheidsbepaling opgenomen. Hierin is bepaald dat men onder bepaalde omstandigheden mag afwijken van de concrete prestatie-eisen van het Bouwbesluit 2003. Er zal dan sprake moeten zijn van een gelijkwaardige veiligheid, bescherming van de gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en bescherming van het milieu als beoogd met het betrokken voorschrift. Zo kan het wenselijk zijn om een groter brandcompartiment toe te passen dan toegestaan in de prestatie-eisen van het Bouwbesluit 2003. Om een gelijkwaardige brandveiligheid te bereiken zou bijvoorbeeld een sprinklerinstallatie kunnen worden toegepast. Dit is echter niet de enige en ook niet altijd de meest efficiënte of wenselijke oplossing. Bij het bepalen van de oplossing kan ook de magazijnstelling een rol spelen. Zo moet worden bedacht dat de wijze van opslag, zoals stellinghoogte, open of dichte pallets of alleen grondstapeling met een bepaalde maximale stapelhoogte en zeker ook de aard van de opgeslagen producten, van invloed is op het ontwerp en de effectiviteit van een sprinklerinstallatie. Afdeling 2.22 van het Bouwbesluit 2003 richt zich specifiek op de brandveiligheid van grote brandcompartimenten. In de toelichting daarvan zijn handvatten gegeven om tot de beoogde gelijkwaardigheid te komen. Een oplossing is gelijkwaardig als de gelijkwaardigheid naar tevredenheid van burgemeester en wethouders is aangetond. Dit kan bijvoorbeeld op basis van: een speciaal daarvoor uitgevoerd onderzoek, een wetenschappelijke publicatie, of een publicatie van de Werkgroep gelijkwaardigheid in de door de VNG uitgegeven Standaardregelingen in de bouw deel 1 (zie www.vng.nl). Het aantonen van de gelijkwaardigheid kan ook gebeuren door het overleggen van een erkende kwaliteitsverklaring. De aanvrager overlegt een erkende kwaliteitsverklaring als bedoeld in artikel 1 van de Woningwet waaruit blijkt dat de gekozen oplossing voldoet aan Bouwbesluit 2003. In een dergelijk geval is de kwaliteitsverklaring een voldoende bewijs. Veiligheid constructieve veiligheid brandveiligheid gebruiksveiligheid Constructieve veiligheid Bij een aanvraag van een lichte bouwvergunning spelen alleen de voorschriften met betrekking tot constructieve veiligheid een rol. Uit het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning volgt dat u stukken aanlevert waarmee u aantoont dat aan deze voorschriften is voldaan. Dit wil niet zeggen dat u altijd uitvoerige constructieve berekeningen moet aanleveren. Voor een constructief niet te ingewikkelde magazijnstelling kan soms worden volstaan met Magazijnstellingen en -vloeren 23

24 Magazijnstellingen en -vloeren

een ontwerp en de specificaties van de toegepaste materialen en de aard en het gewicht van voorwerpen of producten waarvoor de magazijnstelling is bestemd. Dit is het geval als op basis van deze informatie de constructieve veiligheid, bijvoorbeeld door gebruik te maken van eenvoudige vuistregels, door het gemeentelijke bouw en woningtoezicht voldoende eenvoudig kan worden vastgesteld. Het laatste woord is echter aan de gemeente. Bij het inleveren van het aanvraagformulier om lichte bouwvergunning moet van de constructie van de magazijnstelling ten minste de hoofdlijn en het constructieprinciepe bekend zijn. De overige constructiegegevens en bescheiden moeten uiterlijk drie weken voor de aanvang van de betreffende bouwwerkzaamheden aan de gemeente worden verstrekt. Aanrijdbeveiliging Extra aandacht vraagt de botsveiligheid van een magazijnstelling. Het mag niet zo zijn dat een magazijnstelling instort door bijvoorbeeld een ongelukkige handeling van een heftruckchauffeur. Zowel het Bouwbesluit 2003 als de Arbo-voorschriften eisen dat met een botsing van een voertuig rekening wordt gehouden. Het is technische gezien niet zinvol de magazijnstelling zelf botsbestendig te maken. De houten of stalen kolommen van de stelling zouden in dat geval erg zwaar moeten zijn. In de praktijk wordt daarom vrijwel altijd een aanrijdbeveiliging toegepast. De aanrijdbeveiliging bestaat bijvoorbeeld uit op de vloer bevestigde stalen "hoekbeschermers" of "geleiderails". Deze voorzieningen moeten, net als een kreukelzone in de auto, de botsenergie kunnen opnemen. Op deze wijze kunnen de magazijnstellingen voldoen aan de voorschriften. Belangrijk is natuurlijk wel dat de aanrijdbeveiliging regelmatig wordt gecontroleerd en beschadigde gedeelten worden vervangen. Overigens heeft ook de gebruiker een groot belang bij de aanwezigheid van een juiste aanrijdbeveiliging. De gevolgschade van een botsing kan enorm zijn. Brandwerendheid met betrekking tot bezwijken Het Bouwbesluit 2003 laat ter beoordeling van burgemeester en wethouders of de hoofddraagconstructie van een bouwwerk geen gebouw zijnde, bijvoorbeeld een magazijnstelling, een brandwerendheid met betrekking tot bezwijken moet hebben. Voor een magazijnstelling zal dit in de regel niet het geval zijn. Een magazijnstelling is per slot van rekening niet bestemd voor het verblijven van personen. Ook een magazijnstelling met vloeren waarop orderverzamelaars en dergelijke hun werkzaamheden verrichten is niet bestemd voor het verblijven van personen als bedoeld in het Bouwbesluit 2003. Daarbij moet bedacht worden, dat reeds voordat een magazijnstelling door brand zal instorten de temperatuur in de omgeving zo hoog zal zijn opgelopen, dat het doorzoeken van die ruimte geen zin meer heeft. Dit gezien de open structuur van de magazijnstelling. Brandveiligheid en gebruiksveiligheid Bij de behandeling van een lichte bouwvergunning spelen de uit oogpunt van brandveiligheid en gebruiksveiligheid gestelde eisen geen rol (geen preventief toezicht). Dat wil echter niet zeggen dat de magazijnstelling van deze voorschriften is vrijgesteld. Als de magazijnstelling gereed is zal hij toch aan deze voorschriften moeten voldoen. Dit volgt uit artikel 4 van de Woningwet. Het gemeentelijke bouw en woningtoezicht ziet daarop toe (repressief toezicht). Overigens worden de voorschriften over brandwerendheid met betrekking tot bezwijken gerekend tot de eisen uit oogpunt van constructieve veiligheid. Magazijnstellingen en -vloeren 25