Handboek. MOVIDRIVE MDX61B Veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP. Uitgave 06/2006 11373482 / NL



Vergelijkbare documenten
Handboek. Veldbusinterface DFE33B EtherNet/IP en Modbus/TCP. Uitgave 10/ / NL

Handboek. MOVIDRIVE MDX61B Veldbusinterface DFD11B DeviceNet. Uitgave 11/2004 FA / NL

Handboek. MOVIDRIVE MDX61B Veldbusinterface DFE12B PROFINET IO. Uitgave 07/2006 FA / NL

Correcties. MOVIDRIVE MDX61B Besturingskaart MOVI-PLC DHP11B. Uitgave 09/2005 FA / NL

Handboek. MOVIDRIVE MDX61B Veldbusinterface DFE11B Ethernet. Uitgave 10/2004 FA / NL

Uitgave. MOVIDRIVE MDX61B-veldbusbusinterface DFP21B PROFIBUS-DP (12 MBaud) 03/2004. Handboek / NL

Het koppelen van de u-remote aan de AC500-eco via Modbus TCP. A quick start guide. Jaap Ruiten

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/ / NL.

SI-Profinet. Unidrive M200-M400 en Siemens S PLC (TIA portal)

Handboek. MOVITRAC B Veilige uitschakeling applicaties. Uitgave 06/ / NL

Xesar. Inbedrijfstelling Netwerkadapter

Handleiding HCS VB5248

SI-Profinet. Unidrive M700 en Siemens S7-300 PLC (Step 7)

Remote Powercontrol for TCP/IP networks

Koppelen Centix Datacollecter aan RS-232 device d.m.v. de W&T 58631

Handleiding HCS VB5224

Handleiding HCS VB5118

MODBUS remote I/O-unit type MODBUS4S110

Firmware Upgrade. Upgrade Utility (Router Tools)

SEW-EURODRIVE Driving the world

MBUS-64 TCP. VF64 over MODBUS / TCP

Vigor V2.0. Voor een uitgebreidere handleiding kijk op e- mail:

Firmware Upgrade Utility

Het koppelen van de Wago aan de AC500-eco via Modbus RTU. A quick start guide. Jaap Ruiten

Aanvulling op de technische handleiding MOVIFIT basic omkeerstarter MBS2RA

Ontvanger met GSM-transmissie GSM 700

TA72 Configuration Manager

Beckhoff BC9050 met Twincat

Aanvulling op de technische handleidingen

Installatiehandleiding

Siemens workpoints en DHCP options

Handboek. Veldbusinterface DFP21B PROFIBUS DP-V1. Uitgave 07/ / NL

Emotron I/O-board 2.0 Optie

PAC-LBK-KIT. Installatie beschrijving Gebruikers beschrijving Technische beschrijving

Correcties MOVIDRIVE MDX60B / 61B. Uitgave 01/2005 LA / NL

Handboek. MOVIDRIVE MDX60B/61B Communicatie en veldbusapparaatprofiel. Uitgave 04/ / NL

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud.

Webrelais IPIO-32R-M-v8.0 Compacte modul met 32 Relais Outputs.

Verkorte handleiding. enet-server Art.-Nr.: ENET-SERVER

Boutronic. MSSQL Express server voor Log functie. >> Installatie handleiding << 2 april 2012, versie 1.0d

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

IP VIDEOFOON 2 draads SNEL AAN DE SLAG

programmeerbare set voor een eenvoudige I/O-communicatie via Ethernet Modbus/TCP in beschermingsgraad IP67 TI-BL67-PG-EN-S-2

Watcheye AIS op ipad

Webrelais IPIO-4A8I-M

Intro S datum: onderwerp: door: aan: dinsdag 11 juni 2013 Introductie S onder TIA Portal Industrial Automation

Firmware Upgrade. Upgrade Utility (Router Tools)

Set voor EtherCAT in beschermingsgraad IP20 TI-BL20-E-EC-S-4

1. Wat is een repeater? Hoe in te stellen? A. Instellen via Wi-Fi Protected Setup (WPS)... 2

Technische handleiding BIO-Lezer AxiomLite/AxiomV

versie: 1.0 status: vrijgegeven door: J.Eberson datum: 15 augustus 2005 aangepast: 19 februari 2006 concept beschrijving

Handleiding integratie CF iviewer CT-iViewer

Vigor 2860 serie Multi PVC/EVC - RoutIT

Uitgave. MOVIDRIVE compact 04/2002. Systeemhandboek / NL

Set voor een eenvoudige I/O-communicatie via Profinet I/O in beschermingsgraad IP20 TI-BL20-EN-PN-S-2

BIPAC-5100 / 5100W. (Draadloze) ADSL Router. Snelle Start Gids

Handleiding HCS VB5238

ARA-pro Installatie Dupline bus

Manual Debug software. VMC next

Uitgave. MOVIDRIVE Veldbuscommunicatie DFP21A PROFIBUS DP (12 MBaud) 03/2001. Handboek / NL

Gebruiksaanwijzing WiFi-plug JFY

Installatie & Snelstart Gids iais Wireless(draadloos) AIS Ontvanger en NMEA Server

Uitgave. MOVIDRIVE MDX61B Veldbusinterface DFI11B INTERBUS 03/2004. Handboek / NL

1. Wat is een repeater? Hoe in te stellen? A. Instellen via Wi-Fi Protected Setup (WPS)... 2

BIPAC 7402G g ADSL VPN Firewall Router. Snelle Start Gids

Xesar. Inbedrijfstelling Netwerkadapter

Met 4 temperatuur meetingangen voor sensor DS18x20

set voor een eenvoudige I/O-communicatie via Ethernet Modbus/TCP / EtherNet/IP / PROFINET in beschermingsgraad IP67 TI-BL67-EN-S-4

Technische ondersteuning is beschikbaar van: maandag t/m vrijdag van 08:30-17:00 (CET)

Handboek. Veldbusinterface DFE33B EtherNet/IP. Uitgave 04/ / NL

Handboek. Besturing MOVI-PLC advanced DHE41B/DHF41B/DHR41B. Uitgave 04/ / NL

Bijlage 8. Testprogramma brandreactiemodulen LBK

De Fiery-software installeren voor Windows en Macintosh

Alfanet IP-interface RS485 naar Ethernet

Koppelen Centix Datacollecter aan RS-485 device d.m.v. de W&T 58631

CAP1300 Beknopte installatiehandleiding

Deel 2 S7 Graph Ont4 - GA3

Mymesh Ethernet Gateway

The cabling is the easiest part of bus systems..

Revisie geschiedenis. [XXTER & KNX via IP]

K-Steel deuropenermodule 1156/10 met numeriek toetsenbord

Installatiehandleiding

De TRUST 2 PORT USB 2.0 PCI CARD werkt niet op MAC.

Installatiehandleiding

Deze applicatie nota legt uit hoe u een Net2 datalijn verbonden aan een TCP/IP netwerk, via een TCP/IP interface moet verbinden.

How To Do Visualisaties met mbconnect24 V2

Met 32 ingangen potentiaal vrij Input 1 t/m Input 32

Ethernet interface. KERN & Sohn GmbH Ziegelei 1 D Balingen info@kernsohn.com. Pagina 2. KMB-A01/ FTB-A09/ ITB-A17-IA-nl-0710

DIN-RAIL UITBREIDING int-iors_nl 10/14

Bedieningshandleiding

Installatiehandleiding

Vigor 2850 serie Dual PPPoA/PVC - RoutIT

Correcties bij het systeemhandboek NL. Uitgave 05/2009. MOVIDRIVE MDR60A Netterugvoeding

How To Do Data logging met mbconnect24 V2

Basis installatie handleiding TempWeb

IO-Link: de industriële communicatiestandaard. De basis van IO-Link

dmxdomotica DDC1-IP-RGB Controller. Simplistic Light Domotica in drie stappen:

VIP X1600 XFM4 VIP-X1600-XFM4A/VIP-X1600-XFM4B. Beknopte installatiehandleiding

Installatiehandleiding

Transcriptie:

Motorreductoren \ Industrial Gears \ Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ MOVIDRIVE MDX61B Veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP Uitgave 06/2006 11373482 / NL Handboek

SEW-EURODRIVE Driving the world

Inhoudsopgave 1 Belangrijke aanwijzingen... 4 2 Inleiding... 5 3 Montage- en installatie-instructies... 7 3.1 Montage van optiekaart DFE13B... 7 3.2 Aansluiting en beschrijving van de klemmen van optie DFE13B... 9 3.3 Pinbezetting... 10 3.4 Buskabels afschermen en aanleggen... 11 3.5 TCP/IP-adressering en subnetwerken... 12 3.6 IP-adresparameters instellen... 14 3.7 Procedure bij het vervangen van apparatuur... 16 3.8 Bedrijfsindicaties van de optie DFE13B... 16 4 Configuratie en inbedrijfstelling... 18 4.1 Inbedrijfstelling van de applicatieregelaar... 18 4.2 Configuratie van de master (EtherNet/IP-scanner)... 20 4.3 Time-out procesdata... 29 4.4 Reactie veldbustime-out... 29 5 Het Ethernet Industrial Protokoll (EtherNet/IP)... 30 5.1 Inleiding... 30 5.2 CIP-objectindex... 31 6 Geïntegreerde webserver... 46 6.1 Softwarevereisten... 46 6.2 Toegangsbeveiliging... 47 6.3 Opbouw van de startpagina MOVIDRIVE MDX61B met optie DFE13B... 47 6.4 Navigatiemogelijkheden... 48 7 MOVITOOLS via ethernet... 49 8 Ethernet-configuratieparameters... 51 8.1 Parameterbeschrijving... 51 9 Technische gegevens... 52 9.1 Optie DFE13B... 52 10 Woordenlijst... 53 11 Index... 54 Handboek MOVIDRIVE MDX61B-veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP 3

1 Belangrijke aanwijzingen 1 Belangrijke aanwijzingen Dit handboek dient niet ter vervanging van de uitgebreide technische handleiding! De installatie en inbedrijfstelling mogen alleen worden uitgevoerd door elektrotechnisch geschoold personeel met inachtneming van de geldende veiligheidsvoorschriften en de technische handleiding MOVIDRIVE MDX60B/61B! Documentatie Lees dit handboek zorgvuldig door voordat u met de installatie en inbedrijfstelling van MOVIDRIVE -applicatieregelaars met optiekaart DFE13B Ethernet begint. Dit handboek vereist de aanwezigheid en kennis van de MOVIDRIVE -documentatie, vooral van het systeemhandboek MOVIDRIVE MDX60B/61B. Verwijzingen worden in dit handboek aangeduid met "Æ". Zo betekent bijvoorbeeld (Æ hfst. X.X) dat u in hoofdstuk X.X van dit handboek aanvullende informatie vindt. De inachtneming van de documentatie is een voorwaarde voor een storingvrij bedrijf en de honorering van eventuele garantieaanspraken. Bussystemen Algemene veiligheidsaanwijzingen bij bussystemen: U beschikt hiermee over een communicatiesysteem dat het mogelijk maakt de applicatieregelaar MOVIDRIVE in ruime mate aan te passen aan de omstandigheden van het aandrijfsysteem. Zoals bij alle bussystemen bestaat het gevaar dat parameters zijn gewijzigd, en dus ook het gedrag van de regelaar, terwijl dit van buitenaf (in het geval van de regelaar) niet zichtbaar is. Dit kan tot onverwacht (ongecontroleerd) systeemgedrag leiden. Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen Neem de onderstaande veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen altijd in acht! Dreigend gevaar door stroom Mogelijke gevolgen: dood of zeer zwaar letsel. Dreigend gevaar Mogelijke gevolgen: dood of zeer zwaar letsel. Gevaarlijke situatie Mogelijke gevolgen: lichte verwondingen. Schadelijke situatie Mogelijke gevolgen: beschadiging van het apparaat en de omgeving. Gebruikerstips en nuttige informatie. 4 Handboek MOVIDRIVE MDX61B-veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP

Inleiding 2 2 Inleiding Inhoud van dit handboek In dit gebruikershandboek wordt de montage beschreven van de optiekaart DFE13B in de applicatieregelaar MOVIDRIVE MDX61B en de inbedrijfstelling van de MOVIDRIVE op het veldbussysteem EtherNet/IP. Aanvullende literatuur Voor een eenvoudige en doelmatige koppeling van de MOVIDRIVE aan het veldbussysteem Ethernet dient u behalve dit gebruikershandboek voor de optie DFE13B de volgende aanvullende documentatie over veldbussen aan te vragen: Handboek "Veldbusapparaatprofiel MOVIDRIVE " In het handboek "Veldbusapparaatprofiel MOVIDRIVE " worden behalve de beschrijving van de veldbusparameters en hun codering de meest uiteenlopende besturingsconcepten en applicatiemogelijkheden in de vorm van korte voorbeelden uitgelegd. Het handboek "Veldbusapparaatprofiel MOVIDRIVE " bevat een overzicht van alle parameters van de applicatieregelaar die via verschillende communicatie-interfaces, zoals systeembus en RS-485, maar ook via de veldbusinterface gelezen of geschreven kunnen worden. Eigenschappen Met de optie DFE13B kan de applicatieregelaar MOVIDRIVE MDX61B dankzij de krachtige universele veldbusinterface via ethernet aan overkoepelende automatiserings-, configuratie- en visualisatiesystemen worden gekoppeld. MOVIDRIVE en Ethernet Het op de ethernetbesturing gebaseerde gedrag van de regelaar, het zogenaamde apparaatprofiel, is veldbusonafhankelijk en dus uniform. U als gebruiker kunt daardoor aandrijfapplicaties onafhankelijk van de veldbus ontwikkelen. Omschakelen naar andere bussystemen, zoals DeviceNet (optie DFD), is dan ook erg gemakkelijk. Toegang tot alle informatie Via de ethernet-interface biedt MOVIDRIVE MDX61B digitale toegang tot alle aandrijfparameters en functies. De aansturing van de applicatieregelaar vindt plaats via de snelle, cyclische procesdata. Via dit procesdatakanaal kunt u niet alleen setpoints opgeven, zoals setpointtoerental, acceleratie- en deceleratietijden, etc., maar ook verschillende aandrijffuncties activeren, zoals vrijgave, regelaarblokkering, normale stop, snelstop, etc. Tegelijkertijd kunt u via dit procesdatakanaal echter ook actuele waarden uit de applicatieregelaar teruglezen, zoals actueel toerental, stroom, regelaartoestand, foutnummer of referentiemeldingen. Configuratie van de ethernetoptiekaart Door het verstrekken van de IP-adresparameters door de DHCP-server kan de applicatieregelaar snel in de ethernet-omgeving worden geïntegreerd en ingeschakeld. De verdere parameterinstelling kan dan volledig automatisch door de overkoepelende master worden uitgevoerd (downloaden van parameters). Deze geavanceerde optie heeft als voordeel dat niet alleen de inbedrijfstelling van de installatie sneller verloopt, maar ook de documentatie van uw applicatieprogramma wordt vereenvoudigd, omdat nu alle belangrijke parameterdata van de aandrijving direct in uw besturingsprogramma kunnen worden opgeslagen. Handboek MOVIDRIVE MDX61B-veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP 5

2 Inleiding Bewakingsfuncties De toepassing van een veldbussysteem vereist extra bewakingsfuncties voor de aandrijftechniek, zoals een tijdelijke bewaking van de veldbus (veldbustime-out) of snelstopconcepten. De bewakingsfuncties van de MOVIDRIVE kunt u doelgericht op uw toepassing afstemmen. Zo kunt u bijvoorbeeld bepalen hoe de applicatieregelaar in geval van een busfout moet reageren. Voor veel applicaties zal een snelstop zinvol zijn. U kunt echter ook de laatste setpoints laten bevriezen zodat de aandrijving met de laatst geldige setpoints verdergaat (bijvoorbeeld transportband). Daar de functionaliteit van de besturingsklemmen ook bij de veldbuswerking gewaarborgd is, kunt u de snelstopconcepten nog steeds onafhankelijk van de veldbus via de klemmen van de applicatieregelaar realiseren. Diagnose De applicatieregelaar MOVIDRIVE biedt talrijke diagnosemogelijkheden voor inbedrijfstelling en service. Met de geïntegreerde veldbusmonitor kunt u bijvoorbeeld zowel dedoor de overkoepelende besturing verzonden setpoints als de actuele waarden controleren. De geïntegreerde webserver biedt toegang tot diagnosewaarden met een standaardbrowser. Veldbusmonitor Bovendien krijgt u veel aanvullende informatie over de toestand van de veldbusoptiekaart. De veldbusmonitorfunctie biedt samen met de pc-software MOVITOOLS een handige diagnosemogelijkheid waarmee alle aandrijfparameters (inclusief de veldbusparameters) kunnen worden ingesteld en gedetailleerde informatie over de toestand van de veldbus en het apparaat kan worden opgevraagd. 6 Handboek MOVIDRIVE MDX61B-veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP

Montage- en installatie-instructies Montage van optiekaart DFE13B 3 3 Montage- en installatie-instructies 3.1 Montage van optiekaart DFE13B MOVIDRIVE MDX61B moet firmwarestatus 824 854 0.17 of hoger hebben. U kunt de firmwareversie opvragen met parameter P076. De optiekaarten van MOVIDRIVE MDX61B bouwgrootte 0 mogen alleen door SEW-EURODRIVE worden ingebouwd of gedemonteerd. Optiekaarten kunnen alleen bij MOVIDRIVE MDX61B bouwgrootte 1 tot 6 worden ingebouwd of gedemonteerd. De optiekaart DFE13B moet in de veldbusinsteekplaats [1] worden geplaatst. [1] 54703AXX Voordat u begint Lees de volgende instructies aandachtig door voordat u de optiekaart monteert of demonteert: Maak de regelaar spanningsloos. Schakel de DC 24 V en de netspanning uit. Ontlaad uzelf d.m.v. passende maatregelen (anti-statische band, geleidend schoeisel, etc.) alvorens de optiekaart aan te raken. Verwijder het programmeerapparaat en de frontafdekkap voordat u de optiekaart inbouwt. Plaats de frontafdekkap en het programmeerapparaat weer terug nadat u de optiekaart hebt ingebouwd. Bewaar de optiekaart in de originele verpakking en pak deze pas vlak voor het inbouwen uit. Pak de optiekaart alleen vast aan de rand. Raak geen onderdelen aan. Handboek MOVIDRIVE MDX61B-veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP 7

3 Montage- en installatie-instructies Montage van optiekaart DFE13B Basisprocedure bij de inbouw en demontage van een optiekaart 2. 1. 3. 4. 53001AXX Afbeelding 1: inbouw van een optiekaart in MOVIDRIVE MDX61B bouwgrootte 1 6 (vereenvoudigde weergave) 1. Draai de bevestigingsbouten van de optiekaarthouder los. Trek de optiekaarthouder gelijkmatig (niet kantelen!) uit de insteekplaats. 2. Draai de bevestigingsbouten van het zwarte afdekplaatje op de kaartdrager los. Verwijder het zwarte afdekplaatje. 3. Plaats de optiekaart op de kaarthouder door de bevestigingsbouten precies in de daarvoor bestemde boringen te schroeven. 4. Plaats de optiekaarthouder met de gemonteerde optiekaart weer in de insteekplaats. Oefen lichte druk uit zodat de houder goed vastklikt. Bevestig de optiekaarthouder weer met de bevestigingsbouten. 5. Ga bij het demonteren van de optiekaart in omgekeerde volgorde te werk. 8 Handboek MOVIDRIVE MDX61B-veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP

Montage- en installatie-instructies Aansluiting en beschrijving van de klemmen van optie DFE13B 3 3.2 Aansluiting en beschrijving van de klemmen van optie DFE13B Artikelnummer Optie ethernet-interface type DFE13B: 1 820 565 8 De optie "Ethernet-interface type DFE13B" is alleen mogelijk in combinatie met MOVIDRIVE MDX61B, niet met MDX60B. De optie DFE13B moet op de veldbusinsteekplaats worden geplaatst. De optie DFE13B wordt via MOVIDRIVE MDX61B van spanning voorzien. Een afzonderlijke voeding is niet nodig. Vooraanzicht DFE13B Omschrijving DIP-switch Klem Functie DFE 13B 0 nc nc nc nc nc nc nc nc Def IP nc 1 DIP-switch Led Status (rood/geel/groen) nc Def IP Gereserveerd Zet de IP-parameters terug op standaardwaarden en deactiveert DHCP Geeft de actuele status van de DFE13B aan. Status 100MBit Led 100 Mbit (groen) Led Link/act. (groen) Geeft de baudrate van de ethernetverbinding weer. Geeft de toestand van de ethernetverbinding weer. link/act. EtherNet/IP X30: ethernetaansluiting X30 MAC-adres MAC-adres om bijvoorbeeld de DHCP-server te configureren. MAC ID: 00-0F-69-00-02-0B IP: Invoerveld IP: In dit veld kunt u het toegewezen IP-adres invoeren. 57669AXX Handboek MOVIDRIVE MDX61B-veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP 9

3 Montage- en installatie-instructies Pinbezetting 3.3 Pinbezetting Gebruik geprefabriceerde, afgeschermde RJ45-stekerverbindingen volgens IEC11801, uitgave 2.0, categorie 5. [6] [3] [2] [1] 123 6 A Afbeelding 2: pinbezetting RJ45-stekerverbinding B 54174AXX A = vooraanzicht B = achteraanzicht [1] Pin 1 TX+ Transmit Plus [2] Pin 2 TX Transmit Minus [3] Pin 3 RX+ Receive Plus [6] Pin 6 RX Receive Minus MOVIDRIVE - ethernetverbinding Verbind de ethernet-interface X30 (RJ45-steker) met een afgeschermde, paarsgewijs getwiste kabel van categorie 5, klasse D, volgens IEC11801, uitgave 2.0 met de beschikbare switch om de DFE13B aan te sluiten. Gebruik hiervoor een patchkabel. Als u optiekaart DFE13B rechtstreeks op uw configuratiecomputer wilt aansluiten, heeft u een cross-overcable nodig. Conform IEC 802.3 bedraagt de maximale kabellengte voor 10/100 MBaud ethernet (10BaseT/100BaseT), bijvoorbeeld tussen DFE13B en de switch, 100 m (330 ft). In een themabijdrage raadt de ODVA (Open DeviceNet Vendor Association) het gebruik van netwerkcomponenten met de functie IGMP-snooping (Managed Switch) aan om de belasting van het eindapparaat en de switches door ongewenst dataverkeer te minimaliseren (IGMP = Internet Group Management Protocol). 10 Handboek MOVIDRIVE MDX61B-veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP

Montage- en installatie-instructies Buskabels afschermen en aanleggen 3 3.4 Buskabels afschermen en aanleggen Gebruik uitsluitend afgeschermde kabels en verbindingselementen die aan de eisen van categorie 5, klasse D, volgens IEC11801, uitgave 2.0 voldoen. Een vakkundige afscherming van de buskabels dempt de elektrische beïnvloeding die in een industriële omgeving kan optreden. Met de volgende maatregelen bereikt u een optimale afscherming: Draai de bevestigingsschroeven van stekers, modules en potentiaalvereffeningsleidingen stevig vast. Gebruik uitsluitend stekers met een metalen of gemetalliseerde behuizing. Sluit de afscherming in de steker aan op een groot contactoppervlak. Aard de afscherming van de buskabel aan beide zijden. Leg de signaal- en buskabels niet parallel aan de vermogenskabels (motorleidingen), maar indien mogelijk in gescheiden kabelgoten. Gebruik in industriële omgevingen metalen, geaarde kabelgoten. Leid de signaalkabels en de bijbehorende potentiaalvereffeningsleiding op geringe afstand van elkaar via de kortste weg. Vermijd verlenging van buskabels met behulp van stekerverbindingen. Leid de buskabels vlak langs de aanwezige aardingsvlakken. Bij schommelingen van het aardpotentiaal kan via de aan beide zijden aangesloten en met het aardpotentiaal (PE) verbonden afscherming een vereffeningsstroom vloeien. Zorg in dit geval voor een toereikende potentiaalvereffening conform de desbetreffende VDE-bepalingen. Handboek MOVIDRIVE MDX61B-veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP 11

3 Montage- en installatie-instructies TCP/IP-adressering en subnetwerken 3.5 TCP/IP-adressering en subnetwerken Inleiding De instellingen voor het adres van het IP-protocol worden door de volgende parameters bepaald: IP-adres; subnetmasker; standaardgateway. In dit hoofdstuk worden de adresseringsmechanismen en de onderverdeling van IPnetwerken in subnetwerken uitgelegd om u te helpen bij de correcte instelling van deze parameters. IP-adres Het IP-adres is een 32-bits waarde die een deelnemer in het netwerk van een unieke ID voorziet. Een IP-adres wordt door vier decimale getallen weergegeven die door punten van elkaar worden gescheiden. Voorbeeld: 192.168.10.4 Elk decimaal getal staat voor een byte (= 8 bits) van het adres en kan ook binair worden weergegeven (Æ volgende tabel). Byte 1 Byte 2 Byte 3 Byte 4 11000000. 10101000. 00001010. 00000100 Het IP-adres bestaat uit een netwerkadres en een adres van een deelnemer (Æ volgende tabel). Netwerkadres Adres deelnemer 192.168.10 4 Welk deel van het IP-adres het netwerk aanduidt en welk deel de deelnemer identificeert, wordt bepaald door de netwerkklasse en het subnetmasker. Adressen van deelnemers die alleen uit nullen en enen (binair) bestaan, zijn niet toegestaan omdat zij het netwerk zelf of een broadcastadres vertegenwoordigen. Netwerkklassen De eerste byte van het IP-adres bepaalt de netwerkklasse en dus ook de verdeling in netwerkadres en adres van de deelnemer. Waardenbereik Byte 1 Netwerkklasse Volledig netwerkadres (voorbeeld) Betekenis 0... 127 A 10.1.22.3 10 = netwerkadres 1.22.3 = adres deelnemer 128... 191 B 172.16.52.4 172.16 = netwerkadres 52.4 = adres deelnemer 192... 223 C 192.168.10.4 192.168.10 = netwerkadres 4 = adres deelnemer Deze grove verdeling is voor veel netwerken niet voldoende. Zij gebruiken ook een expliciet instelbaar subnetmasker. Subnetmasker Een subnetmasker wordt gebruikt om de netwerkklassen nog verder onder te verdelen. Het subnetmasker wordt net als het IP-adres weergegeven door vier decimale getallen die door punten van elkaar worden gescheiden. Elk decimaal getal staat voor een byte. Voorbeeld: 255.255.255.128 Elk decimaal getal staat voor een byte (= 8 bits) van het subnetmasker en kan ook binair worden weergegeven (Æ volgende tabel). Byte 1 Byte 2 Byte 3 Byte 4 11111111. 11111111. 11111111. 10000000 12 Handboek MOVIDRIVE MDX61B-veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP

Montage- en installatie-instructies TCP/IP-adressering en subnetwerken 3 Als u het IP-adres en het subnetmasker onder elkaar schrijft, ziet u dat in de binaire weergave van het subnetmasker alle enen het netwerkadres bepalen en alle nullen het adres van de deelnemer (Æ volgende tabel). IP-adres Subnetmasker Byte 1 Byte 2 Byte 3 Byte 4 decimaal 192. 168.. 10. 128 binair 11000000. 10101000. 1010. 10000000 decimaal 255. 255. 255. 128 binair 11111111. 11111111. 11111111. 10000000 Het klasse-c-netwerk met het adres 192.168.10. wordt verder onderverdeeld door het subnetmasker 255.255.255.128. Er ontstaan twee netwerken met de adressen 192.168.10.0 en 192.168.10.128. De volgende deelnemeradressen zijn toegestaan in beide netwerken: 192.168.10.1... 192.168.10.126 192.168.10.129... 192.168.10.254 De netwerkdeelnemers bepalen door de logische bewerking van IP-adres en subnetmasker of een communicatiepartner zich in hetzelfde netwerk of in een ander netwerk bevindt. Als de communicatiepartner zich in een ander netwerk bevindt, wordt de standaardgateway aangesproken. Standaardgateway De standaardgateway wordt eveneens via een 32-bits adres aangesproken. Het 32-bits adres wordt door vier decimale getallen weergegeven, die door punten van elkaar worden gescheiden. Voorbeeld: 192.168.10.1 De standaardgateway vormt de verbinding met andere netwerken. Zo kan een netwerkdeelnemer die een andere deelnemer wil aanspreken, het IP-adres met het subnetmasker logisch bewerken en zo bepalen of de gezochte deelnemer zich in hetzelfde netwerk bevindt. Als dit niet het geval is, spreekt hij de standaardgateway (router) aan die zich in hetzelfde netwerk moet bevinden. De standaardgateway neemt dan de verdere verzending van de datapakketten over. Handboek MOVIDRIVE MDX61B-veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP 13

3 Montage- en installatie-instructies IP-adresparameters instellen 3.6 IP-adresparameters instellen Eerste inbedrijfstelling Bij de optie DFE13B is het protocol "DHCP (Dynamc Host Configuration Protocol) af fabriek geactiveerd. Dat betekent dat de IP-adresparameters van de optiekaart DFE13B van een DHCP-server moeten komen. Op de homepage van Rockwell Automation wordt een kostenloze DHCP-server ter beschikking gesteld. Via de volgende link kunt u deze tool met de benaming "BOOTP Utility" downloaden: http://www.ab.com/networks/bootp.html. Nadat de DHCP-server geconfigureerd is en het subnetmasker en de standaardgateway ingesteld zijn, dient de optie DFE13B opgenomen te worden in de toewijzingslijst van de DHCP-server. Hierbij wordt een geldig IP-adres toegewezen aan de MAC- ID van de optie DFE13B. De geconfigureerde IP-adresparameters worden alleen overgenomen wanneer DHCP na de toewijzing van het IP-adres wordt gedeactiveerd. Wijziging van de IP-adresparameters na de eerste inbedrijfstelling Indien de optie DFE13B met een geldig IP-adres gestart is, heeft u tevens via de ethernet-interface toegang tot de IP-adresparameters. De IP-adresparameters kunnen als volgt via ethernet gewijzigd worden: via de homepage van de DFE13B (Æ hfst. "Geïntegreerde webserver") met de software MOVITOOLS via ethernet met behulp van de MOVILINK - switchers (Æ hfst. "MOVITOOLS via ethernet") met het EtherNet/IP TCP/IP Interface-object (Æ hfst. "EtherNet/IP CIP-objectindex") Bovendien kunnen de IP-adresparameters ook via de seriële interface van de MOVIDRIVE MDX61B of met het programmeerapparaat DBG60B gewijzigd worden. Indien de IP-adresparameters door een DHCP-server aan de optie DFE13B toegewezen worden, kunnen deze uitsluitend gewijzigd worden door de instellingen van de DHCP-server aan te passen. De genoemde mogelijkheden ter wijziging van de IP-adresparameters treden alleen dan in werking als de voedingsspanningen van de regelaar (netvoeding en DC 24 V) uit- en weer ingeschakeld worden. 14 Handboek MOVIDRIVE MDX61B-veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP

Montage- en installatie-instructies IP-adresparameters instellen 3 Deactivering / activering van DHCP De manier waarop het IP-adres wordt toegewezen, wordt bepaald door de instelling van het attribuut Configuration Control door het EtherNet/IP TCP/IP Interface-object. De waarde wordt weergegeven in de parameter P785 EtherNet/IP Startup Configuration. Instelling "Opgeslagen IP-parameters" De opgeslagen IP-adresparameters worden gebruikt. Instelling "DHCP" De IP-adresparameters worden opgevraagd door een DHCP-server. Indien de DHCP-server van Rockwell Automation gebruikt wordt, kan DHCP met een knop gedeactiveerd of geactiveerd worden. In dit geval wordt een EtherNet/IP-telegram naar het TCP/IP Interface-object van de geadreseerde deelnemer gestuurd. IP-adresparameters resetten Als de IP-adresparameters niet bekend zijn en er geen seriële interface of programmeerapparaat DBG60B voor het uitlezen van het IP-adres beschikbaar is, kunnen de IP-adresparameters met de DIP-switch "Def IP" op hun standaardwaarde teruggezet worden. De optie DFE13B wordt daardoor op de volgende standaardwaarden gezet: IP-adres: 192.168.10.4 Subnetmasker: 255.255.255.0 Standaardgateway: 0.0.0.0 P785 EtherNet/IP Startup Configuration: opgeslagen IP-parameters (DHCP is geactiveerd) Ga als volgt te werk om de IP-adresparameters op de standaardwaarden terug te zetten: Schakel de netspanning en de DC 24V-voeding uit. Zet de DIP-switch "Def IP" bij de optie DFE13B op "1". Schakel de netspanning en de DC 24V-voeding weer in. Wacht tot de optie DFE13B is opgestart. U kunt dit herkennen aan de geel/groen knipperende led "Status". Zet de DIP-switch "Def IP" bij de optie DFE13B op "0". Het nieuwe IP-adres kan nu op de volgende manieren toegewezen worden: via de homepage van de DFE13B (Æ hfst. "Geïntegreerde webserver") met de software MOVITOOLS via ethernet met behulp van de MOVILINK - switchers (Æ hfst. "MOVITOOLS via ethernet") via het EtherNet/IP TCP/IP Interface-object (Æ hfst. "EtherNet/IP CIP-objectindex") Als de DIP-switch "Def IP" weer op "0" gezet wordt, blijft DHCP gedeactiveerd. DHCP kan via het EtherNet/IP TCP/IP Interface-object (Æ hfst. "EtherNet/IP CIP-objectindex") of de DHCP-server van Rockwell Automation weer geactiveerd worden. Handboek MOVIDRIVE MDX61B-veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP 15

3 Montage- en installatie-instructies Procedure bij het vervangen van apparatuur 3.7 Procedure bij het vervangen van apparatuur De procedure bij het vervangen van apparatuur is afhankelijk van de onderdelen die vervangen moeten worden. In onderstaande tabel staan de mogelijkheden vermeld; het vervangen onderdeel wordt weergegeven met een kruisje. Geheugenkaart MDX61B DFE13B Maatregelen om de communicatie opnieuw te starten X X X Indien DHCP geactiveerd is, moet de nieuwe MAC-ID in de toewijzingslijst van de DHCP-server aan het oude IP-adres toegewezen worden. Indien DHCP gedeactiveerd is en het apparaat de opgeslagen IP-adresparameters gebruikt, hoeven geen maatregelen genomen te worden. X Er hoeven geen maatregelen genomen te worden. X Indien de geheugenkaart vervangen wordt, krijgt MOVIDRIVE X X MDX61B de parameters die op de nieuwe geheugenkaart zijn opgeslagen. Aangezien de waarden niet identiek zijn, raden wij X X aan om de regelaar via de fabrieksinstelling in de leveringstoestand X X X te zetten en het apparaat vervolgens volledig opnieuw in bedrijf te stellen. De IP-adresparameters worden bij een fabrieksinstelling niet gewijzigd. Indien de parameters op de geheugenkaart niet bekend zijn, raden wij het gebruik van de DIP-switch "Def IP" aan. Indien behalve de geheugenkaart de optie DFE13B vervangen wordt en DHCP geactiveerd is, moet de nieuwe MAC-ID in de toewijzingslijst van de DHCP-server aan het oude IP-adres toegewezen worden. 3.8 Bedrijfsindicaties van de optie DFE13B Ethernet-leds Op de optiekaart DFE13B bevinden zich drie leds die de actuele toestand van de DFE13B en het ethernetsysteem weergeven. Led Status (rood/geel/groen) De led Status geeft de actuele status van de optiekaart DFE13B weer. Status Off Rood Geel Geel knipperend Geel/groen knipperend Groen Betekenis De optiekaart DFE13B wordt niet van spanning voorzien of is defect. De optiekaart DFE13B heeft een foutstatus. Het besturingssysteem van de optiekaart DFE13B is gestart. De TCP / IP-stack van de optiekaart DFE13B wordt gestart. Als deze status aanhoudt en u de DHCP-server geactiveerd heeft, wacht de optiekaart DFE13B op de data van de DHCP-server. Er is geen werkende EtherNet/IP IO-verbinding. Er is een werkende EtherNet/IP IO-verbinding. Led 100 Mbit (groen) De led 100 Mbit (groen) geeft de baudrate van de ethernetverbinding weer. Status On Off Betekenis Er is een ethernetverbinding met een baudrate van 100 Mbit. Er is een ethernetverbinding met een baudrate van 10 Mbit. Als de led Link/Activity ook uit is, is er geen ethernetverbinding. 16 Handboek MOVIDRIVE MDX61B-veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP

Montage- en installatie-instructies Bedrijfsindicaties van de optie DFE13B 3 Led Link/Activity (groen) De led Link/Activity (groen) geeft de status van de ethernetverbinding aan. Status Betekenis On Er is een ethernetverbinding. Flikkerend Er worden momenteel gegevens via ethernet uitgewisseld. Off Er is geen ethernetverbinding. Aangezien de firmware van de optiekaart DFE13B ca. 20 seconden nodig heeft voor de initialisatie, wordt gedurende die tijd de status "0" (regelaar niet gereed) op de 7-segments display van de MOVIDRIVE weergegeven. De leds op de DFE13B geven het volgende weer: Led Status Æ Geel Led 100 Mbit Æ OFF Led Link/Activity Æ Groen Handboek MOVIDRIVE MDX61B-veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP 17

4 Configuratie en inbedrijfstelling Inbedrijfstelling van de applicatieregelaar 4 Configuratie en inbedrijfstelling In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de applicatieregelaar MOVIDRIVE met de optie DFE13B geconfigureerd en in gebruik moet worden genomen. 4.1 Inbedrijfstelling van de applicatieregelaar De parameters van de applicatieregelaar MOVIDRIVE kunnen na de installatie van de veldbusoptiekaart zonder verdere instellingen direct via het veldbussysteem worden ingesteld. Alle parameters kunnen bijvoorbeeld na het inschakelen door de overkoepelende besturing worden ingesteld. Voor de besturing van de applicatieregelaar via het ethernetsysteem moet deze echter van tevoren worden omgeschakeld naar stuurbron en setpointbron = FIELDBUS. Door FIELDBUS in te stellen worden de parameters van de applicatieregelaar ingesteld op de besturing en setpointovername via ethernet. Nu reageert de applicatieregelaar op de door de overkoepelende besturing verzonden procesuitgangsdata. De activering van de stuur-/setpointbron FIELDBUS wordt aan de overkoepelende besturing gemeld met de bit "Fieldbus mode active" in het statuswoord. Om veiligheidstechnische redenen moet de applicatieregelaar voor de besturing via het veldbussysteem bovendien op de klemmen worden vrijgegeven. Daarom moeten de klemmen zo worden aangesloten of geprogrammeerd dat de regelaar via de ingangsklemmen wordt vrijgegeven. De eenvoudigste variant om de applicatieregelaar op de klemmen vrij te geven, is om op de ingangsklem DIØØ (functie/controller INHIBIT) een +24V-signaal te geven en de ingangsklemmen DIØ1 DIØ5 te programmeren op NO FUNCTION. De volgende paragraaf geeft een voorbeeld van de procedure voor de inbedrijfstelling van de applicatieregelaar MOVIDRIVE met veldbuskoppeling. 18 Handboek MOVIDRIVE MDX61B-veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP

Configuratie en inbedrijfstelling Inbedrijfstelling van de applicatieregelaar 4 Procedure voor de inbedrijfstelling van de MOVIDRIVE MDX61B 1. Geef de vermogenseindtrap via de klemmen vrij. Zet op de ingangsklem DIØØ / X13.1 (functie /CONTROLLER INHIBIT) een +24V-signaal (bijvoorbeeld met doorverbinding op de regelaar). - - - X13: X10: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 DI00 DI01 DI02 DI03 DI04 DI05 DCOM VO24 DGND ST11 ST12 TF1 DGND DB00 DO01-C DO01-NO DO01-NC DO02 VO24 VI24 DGND + - [1] 24 V ext. DI00 = /regelaarblokkering DI01 = geen functie DI02 = geen functie DI03 = geen functie DI04 = geen functie DI05 = geen functie DCOM = referentie X13:DI00... DI05 VO24 = DC +24 V DGND = referentiepot. binaire signalen ST11 = RS-485 + ST12 = RS-485 TF1 = TF-ingang DGND = referentiepot. binaire signalen DB00 = /rem DO01-C = relaiscontact DO01-NO = maakcontact DO01-NC = verbreekcontact DO02 = /storing VO24 = DC +24 V VI24 = DC +24 V (externe voeding) DGND = referentiepot. binaire signalen Vrijgave van de vermogenseindtrap met doorverbinding op de regelaar [1] 54095AXX 2. Schakel de externe 24V-voeding in (niet de netspanning!). De parameters van de regelaar kunnen nu worden ingesteld. 3. Setpointbron = FIELDBUS / stuurbron = FIELDBUS. Stel de parameters van de setpointbron en de stuurbron in op FIELDBUS voor de besturing van de applicatieregelaar via de veldbus. P100 setpointbron = FIELDBUS P101 stuurbron = FIELDBUS 4. Ingangsklemmen DIØ1... DIØ5 = NO FUNCTION. Programmeer de functionaliteit van de ingangsklemmen op NO FUNCTION. P600 programmering klem DIØ1 = NO FUNCTION P601 programmering klem DIØ2 = NO FUNCTION P602 programmering klem DIØ3 = NO FUNCTION P603 programmering klem DIØ4 = NO FUNCTION P604 programmering klem DIØ5 = NO FUNCTION Meer informatie over de inbedrijfstelling en besturing van de MOVIDRIVE -applicatieregelaar kunt u vinden in het handboek "Veldbusapparaatprofiel MOVIDRIVE ". Handboek MOVIDRIVE MDX61B-veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP 19

4 Configuratie en inbedrijfstelling Configuratie van de master (EtherNet/IP-scanner) 4.2 Configuratie van de master (EtherNet/IP-scanner) Het volgende voorbeeld heeft betrekking op de configuratie van de CompactLogix 1769- L32E-besturing van Allen Bradley met de programmeersoftware RSLogix 5000. Deze besturing heeft reeds de EtherNet/IP-interface in de CPU-module geïntegreerd. Indien een CPU toegepast wordt die geen EtherNet/IP-interface geïntegreerd heeft, dient er eerst een communicatie-interface van de ethernet aan de IO-configuratie toegevoegd te worden. Uitwisseling van procesdata Bij het volgende configuratievoorbeeld wordt de optie DFE13B in een project opgenomen. Ga hiervoor in het programma RSLogix 5000 naar het hieronder afgebeelde aanzicht "Controller Organizer" (boomstructuur in het linkergedeelte van de afbeelding). 11191AXX Markeer het item "1769-L32E Ethernet Port LocalENB" in de map "I/O Configuration" als communicatie-interface van de ethernet. Klik op de rechter muistoets. Het selectievenster "Select Module Type" wordt geopend. Markeer het item "Generic Ethernet Module" om de optie DFE13B op te nemen in het project. Bevestig uw keuze met <OK>. Het venster "Module Properties LocalENB" wordt geopend. 20 Handboek MOVIDRIVE MDX61B-veldbusinterface DFE13B EtherNet/IP