RIJSWIJK, 18 november mr. J.L. Driessen, voorzitter ir. J.G. Hofman mr. dr. ir. M.W.D. van den Burg mw. mr. C. Witteman, secretaris

Vergelijkbare documenten
Verzoekster: Gerhardus Frederikus Ophuis h.o.d.n. Ophuis Engineering te Hengelo Gemachtigde: mw. ir. W.H. Slikker

Sulphide Productions (HK) Ltd te Hong Kong

Datum 24 juni 2013 Betreft Advies ex artikel 84 Rijksoctrooiwet 1995 inzake NL octrooi

RIJSWIJK, 15 november mr. J.L. Driessen, voorzitter ir. J.G. Hofman ir. A.A.M. Bexkens ir. F.A.T. van Looijengoed, secretaris

RIJSWIJK, 6 juni mevr. mr. C. Eskes, voorzitter ir. D. van den Berge ir. A.A.M. Bexkens ir. B.L. van Soest, secretaris

Octrooihouder : A.A.J. Brock te Haaren, vergezeld door mevr. C.C.H.M. Brock Octrooigemachtigde: ir. A. Ferguson Advocaat : mr. G.L.

RIJSWIJK, 6 februari mr. J.L. Driessen, voorzitter ir. J.G. Hofman ir. B.L. van Soest mw. mr. C. Witteman, secretaris

RIJSWIJK, 29 juni mevr. mr. C. Eskes, voorzitter ing. J. de Vries ir. A.A.M. Bexkens ir. B.L. van Soest, secretaris

: HBC International A/S te Svenstrup, Denemarken Fase Partner voor de automotive te St. Gillis-Waas, België Inventive Repair te Heerenveen, Nederland

RIJSWIJK, 29 januari Mr. Drs. R.C.D.E. Hasekamp, voorzitter Drs. H.J.H. Korfage Mr. J.L. Driessen Mw. Ir. A.E. Heezius, secretaris

RIJSWIJK, 10 november mevr. mr. C. Eskes, voorzitter mr.drs. R.C.D.E. Hasekamp drs. H.J.H. Korfage mr. dr. ir. M.W.D. van der Burg, secretaris

RIJSWIJK, 13 november mr. J.L. Driessen, voorzitter ir. J.G. Hofman ir. B.L. van Soest mw. mr. C. Witteman, secretaris

mr. dr. ir. M.W.D. van der Burg, voorzitter ir. A.A.M. Bexkens ir. B.L. van Soest ir. J.C. Hordijk, secretaris

BUREAU VOOR DE INDUSTRIËLE EIGENDOM RIJSWIJK, 14 december 2004

RIJSWIJK, 8 augustus mr. J.L. Driessen, voorzitter ir. J.G. Hofman ir. B.L. van Soest mw. drs. S. Jonkhart, secretaris

Handelsmaatschappij Boumans Benschop B.V. te IJsselstein

mr. J.L. Driessen, voorzitter ir. A.A.M. Bexkens ir. B.L. van Soest ir. J.C. Hordijk, secretaris

RIJSWIJK, 27 augustus mr. I.W. van der Eijk, voorzitter ir. J.G. Hofman mr. dr. ir. M.W.D. van der Burg mw. mr. A.P. van Rooden, secretaris

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

5 Op grond van art 23p ROW 1995 overweegt de voorzitter van de Raad het volgende:

dr. mr. F. Liefrink, voorzitter dr. ir. S.C.J. Worm drs. S. Jonkhart ir. W. Boek, secretaris

Albert Eltjo Doewe van Capelleveen te Bleiswijk ir. A. Ferguson, octrooigemachtigde te Den Haag

dr. mr. F. Liefrink, voorzitter ir. B.L. van Soest ir. P.C.A. de Haas ir. J.C. Hordijk, secretaris

Metaalbewerking De Wit B.V. te Harderwijk

Advies ex art. 84 jº art. 76, lid 1 Rijksoctrooiwet 1995 Nederlands octrooi

River Hopper B.V. te Zwijndrecht ir. H.A. Witmans, octrooigemachtigde te Arnhem

dr. ir. G.J.C. Verdijck

Sulphide Productions (HK) Ltd te Hong Kong

RIJSWIJK, 24 november mw. mr. C. Eskes, voorzitter ir. L.Th.M. Crouzen ir. M. Martin ir. F.A.T. van Looyengoed, secretaris

RIJSWIJK, 28 juli mw. mr. C. Eskes, voorzitter ing. J. de Vries ir. J.P.F. Barneveld Binkhuijsen ir. B.L. van Soest, secretaris

De inhoud van de hiervoor genoemde schriftelijke stukken dient als hier ingelast te worden beschouwd.

RIJSWIJK, 12 december mw. mr. C. Eskes, voorzitter ir. J.G. Hofman mr.dr.ir. M.W.D. van der Burg mw. mr. A.P. van Rooden, secretaris

ir. M. H. Luten dr. mr. F. Liefrink, voorzitter ir. A.A.M. Bexkens dr. ir. J.W. Meewisse dr. ir. M. van der Vlugt, secretaris

BUREAU VOOR DE INDUSTRIËLE EIGENDOM RIJSWIJK, 19 januari 2005

ir. K.J. Metman, octrooigemachtigde te Amsterdam

RIJSWIJK, 15 februari mevr. mr. C. Eskes, voorzitter ir. D. van den Berge mr.dr.ir. M.W.D. van der Burg mevr. dr. N.O.M. Rethmeier, secretaris

Octrooihoudster : H. van Wijnen B.V., te Krimpen a/d IJssel : drs. A.J.W. Hooiveld, vergezeld van de heren P. de Snoo en D.

RIJSWIJK, 9 januari mr. I.W. van der Eijk, voorzitter ir. J.G. Hofman mr. dr. ir. M.W.D. van der Burg mw. mr. A.P. van Rooden, secretaris

dr. mr. ir. M.W.D. van der Burg, voorzitter mevr. drs. S. Jonkhart dr. ir. J.W. Meewisse ir. W. Boek, secretaris

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633

Verzoeksters: MBrands International B.V. en MBrands B.V., beide gevestigd te Katwijk Gemachtigde: drs. J.W. Burger

RAAD VAN TOEZICHT VOOR Postbus GE RIJSWIJK DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Tel Fax

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

RIJSWIJK, 26 april mr. J.L. Driessen, voorzitter ir. D. van den Berge ir. B.L. van Soest mw. mr. C. Witteman, secretaris

mw. drs. S. Jonkhart, voorzitter mw. dr. N.O.M. Rethmeier ir. J.C. Hordijk mw. dr. ir. M. van der Vlugt, secretaris

De inhoud van de hiervoor genoemde stukken dient als hier ingelast te worden beschouwd.

Datum 28 november 2012 Betreft Advies ex artikel 84 Rijksoctrooiwet 1995 inzake NL octrooi

dr. mr. ir. M.W.D. van der Burg, voorzitter ir. B.L. van Soest dr. ir. M. van der Vlugt dr. ir. I.M. Stuijt-Noordhoek, secretaris

Rijswijk DE OCTROOIGEMACHTIGDEN telefoon fax Beschikking A. - B.

dr.mr.ir. M.W.D. van der Burg, voorzitter ir. A.A.M. Bexkens dr.ir. J.W. Meewisse ir. J.C. Hordijk, secretaris

dr. mr. ir. M.W.D. van der Burg, voorzitter dr. ir. J.W. Meewisse ir. J.C. Hordijk ir. S. el Bouazzaoui, secretaris

Maxi Miliaan te Helmond en Dorel Juvenile Group te Helmond. Octrooihouder: Bébécar Utilidades para Criança, Lda te Caldas de Sao Jorge, Portugal

ir. G.J.M. Verhees, die daarbij was vergezeld van mr. T.W.F. Overdijk, advocaat te

RIJSWIJK, 21 oktober Mr. J.L. Driessen Ir. D. van den Berge Ir. A.A.M. Bexkens Mw. mr. A.P. van Rooden, secretaris

RIJSWIJK, 16 december mr. J.L. Driessen, voorzitter ir. L.Th.M. Crouzen dr. ir. S.C.J. Worm mr. dr. ir. M.W.D. van der Burg, secretaris

ECLI:NL:RVS:2014:3026

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

te Yerseke te Zoutkamp te Harlingen te Arnemuiden te Jüchen, Duitsland en

RIJSWIJK, 17 juli mw. mr. C. Eskes (voorzitter) ir. D. van den Berge mr. J.L. Driessen (tevens secretaris)

dr. mr. F. Liefrink, voorzitter dr. ir. S.C.J. Worm mw. drs. S. Jonkhart ir. W. Boek, secretaris

mr. J.L. Driessen, voorzitter mr. dr. ir. M.W.D. van der Burg ir. B.L. van Soest ir. J.C. Hordijk, secretaris

ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

mr. ir. D.J. Dronrijp te Capelle a.d. IJssel, ing. E.C. Dronrijp te Nieuwerkerk en ing. J.G.E. Keetels MBA te Valkenswaard

uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 december 2016 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

Datum 19 september 2013 Betreft Advies ex artikel 84 Rijksoctrooiwet 1995 inzake NL octrooi Grendene S/A te Farroupilha, Brazilië

ECLI:NL:CBB:2004:AR3508

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

mr.dr.ir. M.W.D. van der Burg, voorzitter ir. A.A.M. Bexkens mw. drs. S. Jonkhart dr.ir. J.W. Meewisse, secretaris

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

Octrooihoudster: Bébécar Utilidades para Criança S.A. te Caldas de S. Jorge, Portugal

Te hoge huurprijs vastgesteld? Summiere onderbouwing taxatierapport. Gebrek aan communicatie.

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430

RIJSWIJK, 10 november ing. J. de Vries, voorzitter ir. A.A.M. Bexkens mr. I.W. v.d. Eijk ir. B.L. van Soest, secretaris

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties;

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

Datum 20 december 2013 Betreft Advies ex artikel 84 Rijksoctrooiwet 1995 inzake NL octrooi

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep van de heer B. te Y..

2. Beoordeling. 2.4 Artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo)

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

ECLI:NL:RBSGR:2010:BN3747

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

Rapport. Datum: 30 januari 2007 Rapportnummer: 2007/017

BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd.

prof. dr. ir. H.R. Brouwer

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890

Het gerechtshof te Arnhem, tweede meervoudige belastingkamer;

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833

de naamloze vennootschap ABM AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

ECLI:NL:RBOVE:2013:3359

B.V. Machinefabriek P.M. Duyvis te Koog a.d. Zaan ir. A.R. Aalbers

Transcriptie:

RIJSWIJK, 18 november 03 mr. J.L. Driessen, voorzitter ir. J.G. ofman mr. dr. ir. M.W.D. van den Burg mw. mr. C. Witteman, secretaris!#"%$ &(' ) *+#,.-/&32476,81-19(:;%+#*::,.<=&%+3>@??A Betr.: Nederlands octrooi 1347 Verzoekster: Gemachtigde: Meteor Systems B.V. te Etten-Leur drs. O. Griebling Octrooihoudster: Gemachtigde: Metazet B.V. te Wageningen mr. ir. J.. Klooster B@CD"FEG@"%I!#J3G Verzoekster (hierna Meteor Systems ) heeft op 1 juli 03 een verzoekschrift met bijlagen ingediend met het verzoek een advies volgens artikel 84 van de Rijksoctrooiwet 199 (hierna ROW 199) uit te brengen omtrent de toepasselijkheid van de in artikel 7, eerste lid ROW 199 genoemde nietigheidsgronden op Nederlands octrooi 1347. Octrooihoudster (hierna Metazet ) heeft op 29 augustus 03 een schriftelijke reactie (met bijlagen) op het verzoekschrift ingediend. Tijdens de hoorzitting op 9 september 03 hebben partijen hun standpunt doen bepleiten: Meteor Systems bij monde van haar octrooigemachtigde, die vergezeld was van mw. ir. A.E. Dekker-Garms (octrooigemachtigde) en dhr Ch. Bastiaansen (directeur van verzoekster); Metazet bij monde van haar octrooigemachtigde, die vergezeld was van ir. W. van Dokkum, mw mr. Ch. Ruffoni en dhr P. Eilbracht Bsc., allen van het kantoor van gemachtigde.

2 1 2 3 Ter zitting heeft gemachtigde van Meteor Systems een exemplaar van zijn in twee delen gesplitste pleitnota overgelegd, evenals een aantal additionele stukken. De gemachtigde van Metazet heeft ter zitting een exemplaar van zijn pleitnota overgelegd. De inhoud van de hiervoor genoemde stukken dient als hier ingelast te worden beschouwd. IC " "1! E "1J Meteor Systems is rechthebbende op Nederlands octrooi 1347 voor een Teeltsysteem resp. teeltgoot daarvoor, dat met dagtekening 27 maart 01 voor de duur van twintig jaren is verleend op een aanvrage ingediend 2 november 1999, waarvoor een voorrang is ingeroepen van 24 september 1999, gebaseerd op DE 299272, een Duitse Gebrauchsmusteraanvrage. et octrooi bevat twaalf conclusies. Conclusie 1 luidt als volgt: &1& + ::I+3+#& & *,.-/&/::*&1&, & < +#&1& + 9I9F+#&1& I< )) *, 8 &%+/:*, & +#&1& + ::I+ *:, & >! #") + :$/&1*&%F, 8 & & & 0 & ' +#&" ::*:() ' :*! I) & :$ " &1* 9F+#& $ "<=:*(" +,) ::*"'%))- &F9F+ )) +, +I&1&, :$/& 9F+#& :(0 &- +/0.)-.?( #") +I,), *&1& " +#& )' & :&- :$/&1*&1& -/:++ &%+/" & *&1& " +#&1) &1& ")) *:( +#&00.)) + 9(& 9-9F+#* )) +17) +2 2( & " & & & 3 >>! #1) " &41) )6# &%+I:(0 &- +/0.)-.?( )) <=&1&1* 97%F, 8 " & : 0.))' &1*, ; + %F, 8 :$/&1*&1& )) / &1* -/&, 81-/& )6%9F+ ) "+" &8% + /9I0, ; +1 *: I)6%9F+ ) "I<=&.-/&8 *:I+#&1*,.9;") :+#& /,) 9F+#&8 &, 81-,.9)) " & :: +#&1) " & 9-9F+#* )) +17) +2 2( < )) *, 8 " &/*, 8/&, +#&1,) " & <1) ", & & & 3 >>! %F:$"), &1& &1*,) ' & :: +#&, +#& < )) *+ 9 & )) *; :$/& %F, 8 /:* & 1) &1& < ) +#&1* )6*/:&1* -1) )) 03:#" * ),) > >'?( :9 @IC AAB "FE "*AB DC $ E " E $;F'F%J3G@"FDA@"*B1I" JI!#"FE! G'GI"1! 3$GB A@J3I"1J : &-%F&%+/") +$%F, 8 ")) *, 87&.- ", & & /::*= &%+ Meteor Systems heeft in het verzoekschrift gesteld dat octrooi 1347 dient te worden vernietigd omdat de door Metazet ingeroepen voorrang buiten beschouwing zou moeten worden gelaten, en ten tijde van de indieningsdatum de geoctrooieerde teeltgoot niet nieuw en niet inventief was. 9 >'9:I &,) ' &1*:&& /::** ) ' I9") +1J1),?49(&=+#& # &1* >@???,.9;, &%+/1) +#:& )99(,) ' Nederlands octrooi 1347 heeft als indieningsdatum 2 november 1999 en roept de prioriteit in van het Duitse Gebrauchsmuster 299272 (hierna DE 299272 ). Voor DE 299272, dat als indieningsdatum 18 november 1999 heeft, is de prioriteit ingeroepen van het op 24 september 1999 gedeponeerde Benelux siermodel 762-00 (hierna het siermodel ). Metazet heeft op basis van het vorenstaande de datum van 24 september 1999 ingeroepen als voorrangsdatum voor Nederlands octrooi 1347. Tegen het inroepen van de voorrangsdatum van 24 september 1999 worden de volgende bezwaren gemaakt: - voor een Nederlandse octrooiaanvrage kan niet de prioriteit worden ingeroepen van een aanvrage om een siermodel; :$/&1*

3 - de prioriteit die wordt ingeroepen voor octrooi 1347 is die van DE 299272. De indieningsdatum van DE 299272 is 18 november 1999, en niet 24 september 1999; - nu DE 299272 is ingediend onder inroeping van de prioriteit van het siermodel, kan DE 299272 niet worden aangemerkt als eerste indiening, zodat de prioriteit hiervan niet kan worden ingeroepen; - Metazet heeft bij het indienen van de octrooiaanvrage die heeft geleid tot octrooi 1347, aangegeven dat de prioriteit werd ingeroepen van twee eerder ingediende aanvragen, namelijk twee eerdere indieningen in Duitsland, waarvan de ene als indieningsdatum 28/29 oktober 1999 heeft, en de andere 24 september 1999. et tijdig ingediende voorrangsbewijs geeft een indieningsdatum van 18 november 1999, zodat hetgeen als voorrangsbewijs is ingediend, geen afschrift is van de opgegeven prioriteitsaanvragen. Er dient met betrekking tot beoordeling van octrooi 1347 dan ook uit te worden gegaan van de indieningsdatum van de aanvrage zelf, te weten 2 november 1999. 1 2 91?9, & < &1,)"9- &,) /& +#,)/, +#&1, + 9- &-%< ) *& 91?9 >'9 0 :& & -/* ) + + *2+ "/9 "/9+?I> 9(&=+#& # &1* >@???$D 0 % 4 Deze krant is conform de gangbare procedure op maandag (in dit geval september 1999) gedrukt, met daarop vermeld de datum van dinsdag (21 september 1999). Op diezelfde maandag is de krant al op de veiling verspreid en zijn de kranten verstuurd naar de abonnees, die deze Bloemenkrant dientengevolge hebben ontvangen op dinsdag (21 september 1999) of woensdag (22 september 1999). Dientengevolge was de inhoud van de krant van openbare bekendheid op 2 november 1999. Eerst ter zitting heeft Meteor Systems aangegeven wat naar haar mening het gevolg is van deze publicatie voor elk van de in het octrooi genoemde conclusies. 91?9 >'9 >'9 :$ ; 9(, & > In deze Bloemenkrant wordt onder meer de voor teelt bestemde AG-goot getoond. Voor een deskundige is direct duidelijk dat de AG-goot een teeltgoot weergeeft, met een omgekeerd U-vormige contour, met een bovenvlak, twee omlaag gerichte benen, en naar buiten en naar boven omgezette uiteinden van die benen. iermee zijn alle kenmerken uit conclusie 1 bekend. Dat in de Bloemenkrant geen melding wordt gemaakt van enige substraatmat, doet hieraan niet af, nu de substraatmat geen onderdeel uitmaakt van de in conclusie 1 beschreven uitvinding. 91?9 >'91?9 :$ ; 9(, &F98?+#:I+I&, &%+I4 Ook de kenmerken genoemd in deze conclusies zijn bekend uit de Bloemenkrant. 91?9 >'9 9 :$ ; 9(, & A

4 1 2 et in elkaar kunnen nesten van de twee U-vormige teeltgootprofielen blijkt niet uit de Bloemenkrant, zodat deze conclusie wel nieuw is, maar de in de conclusie beschreven kenmerken zijn niet inventief, nu dit in elkaar nesten de gebruikelijke gang van zaken is. 91?9 >'9#49 :$ ; 9(, & De in deze conclusie genoemde uitsparing (1) blijkt niet uit de Bloemenkrant, zodat deze conclusie wel nieuw is, maar de in de conclusie beschreven kenmerken zijn voor de vakman voor de hand liggend en daarmee niet inventief. 91?9 >'9#A9 :$ ; 9(, & De in deze conclusie beschreven opstaande rand die naar het been van de U is toegebogen ter voorkoming van invallend plantafval e.d. blijkt niet uit de Bloemenkrant, zodat deze conclusie wel nieuw is, maar de in de conclusie beschreven kenmerken zijn voor de vakman voor de handliggend en daarmee niet inventief. 91?9 >'9 *9 :$ ; 9(, &F9 2+#:I+I&, &%+3>'? Deze conclusies beschrijven een geheel andere uitvinding dan de uitvinding beschreven in de voorgaande conclusies, nu conclusies 1 tot en met 7 een teeltgoot beschrijven, en conclusies 8 tot en met 12 een houder voor plantenpotten. 91?91?9 /&1*, &, & < &1,)"9- &,) /& +#,)/, +#&1, + 9- &-%< ) *& Voorts is gewezen op het nieuwheids- en inventiviteitsschadelijke karakter van de volgende publicaties: - Vakblad voor de Bloemisterij, nr 38 d.d. 24 september 1999, blz 44; - et weekblad Groenten en Fruit, nr 38 d.d. 24 september 1999, blz 21; - et weekblad Oogst, nr 38 d.d. 24 september 1999, blz 38; - et weekblad Groenten en Fruit, nr 42 d.d. 22 oktober 1999, blz 42; - Nederlands octrooi 13324, met indieningsdatum cq voorrangsdatum van 18 oktober 1999; - Nederlands octrooi 14398, met indieningsdatum cq voorrangsdatum van 18 oktober 1999; Daarnaast is bezwarend het publiek gebruik door derden vóór 1999, blijkend uit: - et weekblad Groenten en Fruit, nr 44 d.d. 31 oktober 1997, blz 40; - Brochure van Preforma d.d. 19 februari 1997; en de openbare toegankelijkheid van de door Metazet vervaardigde Aarts-goot, blijkend uit: - Bloemenkrant, nr 812 d.d. 2 november 1999, blz 11; - Verklaring van de heer P. Aarts d.d. 18 november 02; - Verklaring van de heer Van Eijk d.d. 8 februari 00; en - De feiten zoals die zijn neergelegd in het vonnis van de President van de Rechtbank Breda d.d. 17 april 00, 3.3 (79603/KG ZA 99-691) 3 ICD"FE "*B "1"*B DF%J"FE!F F"FE

1 2 3 Metazet heeft in haar antwoord de nietigheid van de conclusies 1 tot en met 7 van octrooi 1347 bestreden en de geldigheid van de ingeroepen voorrangsdatum van 24 september 1999 staande gehouden, evenals nieuwheid en uitvindingshoogte van de geoctrooieerde teeltgoot. Ter zitting heeft Metazet wel aangegeven bereid te zijn afstand te doen van de conclusies 8 tot en met 12 omdat deze geen eenheid vormen met de uitvinding die is beschreven in de voorgaande conclusies. Metazet heeft toegezegd deze afstand op korte termijn te effectueren door een akte van afstand bij het Bureau in te dienen. Ten aanzien van de conclusies 1 tot en met 7 is het volgende naar voren gebracht. 49 >'9:I &,) ' &1*:&& /::** ) ' I9") +1J1),?49(&=+#& # &1* >@???,.9<=&D1) +#:& )99(,) ' Ter zitting heeft Metazet aangevoerd dat het niet aan het Bureau is om een uitspraak te doen over het al dan niet kunnen inroepen van de voorrangsdatum van 24 september 1999, nu het advies van het Bureau op grond van artikel 84 ROW 199 beperkt dient te blijven tot de nietigheidsgronden genoemd in artikel 7 ROW 199 en het eventueel foutief inroepen van een voorrangsdatum in dat artikel niet als nietigheidsgrond wordt genoemd. Mocht het Bureau van oordeel zijn dat het daar wel uitspraak over kan doen, dan dient de datum van 24 september 1999 gehandhaafd te blijven om de volgende redenen: - het is wellicht niet mogelijk de voorrang van een Benelux siermodel rechtstreeks in te roepen voor een Nederlandse octrooiaanvrage, maar het is wel mogelijk om voor een Nederlandse octrooiaanvrage rechtstreeks voorrang in te roepen van een aanvrage voor een Gebrauchsmuster in Duitsland. Als deze aanvraag op haar beurt weer de prioriteit van een siermodel inroept, hetgeen mogelijk is, kan het Gebrauchsmuster niet als premier depot dienen voor de Nederlandse octrooiaanvrage. Voor het premier depot van deze laatste dient dan gekeken te worden naar de door het Gebrauchsmuster ingeroepen prioriteit, zijnde de indieningsdatum van het siermodel. Deze opvatting wordt gesteund door het Unieverdrag van Parijs, door Patent Gesetz und Gebrauchsmuster Gesetz van Reimer, 3 e druk (1968), blz. 09 en door Paul Mathély in zijn lezing voor het Cours des BIRPI de Propriété Industrielle in Geneve, 196 (gepubliceerd door BIRPI). - het Bureau heeft in het onderhavige geval al eerder de voorrangsdatum van 24 september 1999 geaccepteerd, zoals blijkt uit het voorblad van het verleende octrooi 1347; 491?9, & < &1,)"9- &,) /& +#,)/, +#&1, + 9- &-%< ) *& 491?9 >'9 0 :& & -/* ) + + *2+ "/9 "/9+?I> 9(&=+#& # &1* >@???$D 0 % 4 - De opdracht voor plaatsing van de advertentie met de afbeelding van de AG-goot in deze Bloemenkrant is aan de redactie gegeven onder embargo tot 24 september 1999, om te voorkomen dat de advertentie zou worden geplaatst vóór het siermodel was gedeponeerd. oewel dit embargo niet in

6 1 acht is genomen, dient de advertentie hier buiten beschouwing te worden gelaten op grond van artikel, lid 1 sub a ROW 199. - Ter zitting heeft Metazet het volgende betoogd t.a.v. het gevolg van deze publicatie voor de in het octrooi genoemde conclusies 1 tot en met 7, in het geval de advertentie wel dient te worden beschouwd als onderdeel van de stand van de techniek op 24 september 1999. 491?9 >'9 >'9 :$ ; 9(, & > In de advertentie is niet de substraatmat opgenomen, noch de waterafvoer, noch de lichtbrugafstand, zodat conclusie 1 nieuw is ten opzichte van de advertentie in de Bloemenkrant. 491?9 >'91?9 :$ ; 9(, &F98?+#:I+I&, &%+ Nu conclusie 1 nieuw is, zijn ook de conclusies 2 tot en met 7 nieuw ten opzichte van de advertentie in de Bloemenkrant. 491?91?9 /&1*, &, & < &1,)"9- &,) /& +#,)/, +#&1, + 9- &-%< ) *& Metazet bestrijdt tevens uitvoerig dat de overige genoemde publicaties nieuwheids- en/of inventiviteitsbezwarend zijn, resp. dat de onderhavige uitvinding vóór 1999 door derden werd gebruikt, en tenslotte dat de uitvinding openbaar toegankelijk was vóór 24 september 1999. 2 3 ICI "*B "%G@!#J3G@"1J DF%J4GI"FE B"*F A9 >'9 & )) '%F, & 1) " &,) ' &1*:&& /::** ) ' I9") +1J1),?49(&=+#& # &1* >@??? A9 >'9 >'9 & /:&- +" &1,)" In reactie op de ter zitting namens Metazet gestelde onbevoegdheid van het Bureau om over de geldigheid van het ingeroepen recht van voorrang te oordelen, heeft de gemachtigde van Meteor Systems het volgende opgemerkt: Alhoewel het al dan niet van toepassing zijn van de voorrangsdatum geen direct uit artikel 7, eerste lid ROW 199 voortvloeiende nietigheidsgrond is, dient het niet van toepassing zijn van de voorrangsdatum toch uitgesproken te worden, omdat het al dan niet van toepassing zijn van deze datum van belang is voor het bepalen van hetgeen behoort tot de stand van de techniek. et Bureau stelt voorop met verzoekster van oordeel te zijn dat de voorrangdatum essentieel is om te kunnen vaststellen welke stand van de techniek in aanmerking moet worden genomen om de nieuwheid van de uitvinding te beoordelen In het bijzonder in een geval als het onderhavige, waarin een aantal publicaties als bezwarend is genoemd, die zijn gepubliceerd tussen de ingeroepen voorrangsdatum en de datum van indiening van de aanvrage acht het Bureau zich bevoegd om een uitspraak te doen over de rechtsgeldigheid van de ingeroepen voorrangsdatum. A9 >'91?9 7 ' &1*:&& /::** ) ' <=&3:#, &%+I*&1; + 97 &)", A9 >'91?9 >'9 et Bureau stelt vast dat ten onrechte de voorrang van DE 299272 is ingeroepen. Uit het in het dossier aanwezige gewaarmerkte afschrift van de Gebrauchsmusteraanvrage DE 299272 blijkt dat

7 1 2 3 deze niet is ingediend op 24 september 1999, maar op 18 november 1999, en bovendien geen eerste indiening is in de zin van art. 9, lid 3, 1e zin ROW 199, maar zelf een beroep doet op de voorrang voortvloeiend uit een aanvrage om modelbescherming in de Benelux, die wel is ingediend op 24 september 1999. De prioriteit die uiteindelijk door Metazet is ingeroepen, berust derhalve op een siermodel. Uit de tekst van artikel 9, eerste lid van de ROW 199 blijkt zonder meer dat een recht van voorrang slechts kan berusten op een aanvrage om een octrooi, een gebruikscertificaat of een gebruiksmodel. et Bureau wijst dienaangaande nog op 7 "/ 9F+#*, & &1, & " : I &1&> &F9(; &1*,) ' 41) +#&1;,.9(; &,) :$1) +#, & bewerkt door uydecoper en Van Nispen, Deventer, 02, noot 92, op blz. 1 waar wordt vermeld dat het UvP (Unieverdrag van Parijs) naast octrooiaanvragen, aanvragen om een gebruiksmodel en aanvragen om een uitvinderscertificaat noemt als titels waarop een recht van voorrang kan worden gebaseerd. Daarnaast vermeldt de 2 e alinea van dezelfde bladzijde dat de prioriteitsaanvrage de eerste aanvrage om bescherming moet zijn. et Bureau is derhalve van oordeel dat voor de onderhavige octrooiaanvrage ten onrechte een beroep is gedaan op een prioriteitsdatum 24 september 1999. A9 >'91?91? De ter ondersteuning van het standpunt van Metazet aangehaalde stukken brengen hier geen verandering in, nu noch het Verdrag van Parijs, noch de ROW 199 grond bieden voor de veronderstelling, dat een beroep op voorrang uit een siermodel in Nederland wel mogelijk is, zoals hiervoor ook al vastgesteld. Ten aanzien van de door gemachtigde van Metazet ter zitting aangehaalde passage in het boek van Reimer uit 1968 over het Duitse octrooirecht, merkt het Bureau op dat het hier gaat om een weergave van het in Duitsland geldende octrooirecht en niet van het in Nederland geldende recht. Ten overvloede wijst het Bureau er nog op dat uit deze passage blijkt dat overeenkomstig artikel 9, lid 3 ROW 199 ook voor een Duitse octrooiaanvrage een recht van voorrang slechts kan worden gebaseerd op een &1&1* 9F+#& indiening, dat wil i.c. zeggen op de aanvraag voor het Benelux-siermodel. Ten aanzien van de mogelijkheid vermeld in het boek van Reimer, dat inderdaad een aanvraag voor een siermodel ("Geschmacksmuster") als prioriteit kan worden ingeroepen voor een Duitse octrooiaanvraag, wijst het Bureau er op dat Duitsland het enige Unieland is waar een siermodel als prioriteit voor een octrooiaanvrage kan worden ingeroepen en dat ook het Europees Octrooiverdrag die mogelijkheid niet kent (zie ) +#& + &F9(&%+ % D, + 8*:(,.9(; & ) +#& + &1*&1,) -/:# & :# & + ) *=)/#" &1* *$ " 0.)' &" &1* " & I+ 9(; &,$ " & *:(,.9(; & 6 &1; + 99 *&1; /$ ' + van R. Schulte, 6 e nieuwbewerkte druk, Carl eymanns Verlag KG, Köln, 01, nr. 12 op blz. 70/6), waaruit moge blijken dat er geen enkele aanleiding is om te veronderstellen dat art. 9, lid 1 ROW 199 niet in lijn is met art. 4 A UvP in samenhang met art. 4 I. Ook Mathély verdedigt in de weergave van zijn lezing in 196 alleen de mogelijkheid om een uitvinderscertificaat in te roepen als prioriteit voor een octrooiaanvraag.

8 A9 >'91?9 Tenslotte merkt het Bureau nog op dat het Gebrauchsmuster waarvan de voorrang is ingeroepen, is ingediend ná de indieningsdatum van de onderhavige octrooiaanvraag, zodat het ook om die reden geen prioriteitsaanvrage kan betreffen. A9 >'91?9#4 et verweer van Metazet dat het Bureau bij indiening van de octrooiaanvraag het Gebrauchsmuster als prioriteit heeft erkend, treft geen doel, omdat bij indiening slechts wordt aangetekend dat de prioriteit is ingeroepen en de juistheid daarvan door het Bureau niet inhoudelijk wordt gecontroleerd. A9 >'9 9 :$ ; 9(, & De prioriteit van 24 september 1999 is naar het oordeel van het Bureau ten onrechte ingeroepen. et Bureau gaat ter beoordeling van de nietigheidsargumenten uit van de stand van de techniek op de indieningsdatum van 2 november 1999. A91?9, & < &1,)"9- &,) /& +#,)/, +#&1, + 9- &-%< ) *& 1 2 3 A91?9 >'9 0 :& & -/* ) + + *2+ "/9 "/9+?I> 9(&=+#& # &1* >@???$D 0 % 4 et Bureau stelt vast dat de advertentie van Metazet in de Bloemenkrant, gedateerd op 21 september 1999, van alle door Meteor Systems genoemde publicaties het meest bezwarend is voor het onderwerp van het octrooi. Meteor Systems heeft aannemelijk gemaakt dat de Bloemenkrant op dinsdag 21 september 1999 of uiterlijk op woensdag 22 september 1999 is verschenen voor het publiek. De stelling van Metazet dat de advertentie tegen het afgesproken embargo in te vroeg is geplaatst en derhalve op grond van artikel, lid 1 onder a ROW 199 buiten beschouwing moet worden gelaten, wordt niet gedeeld, nu op geen enkele wijze is aangetoond dat deze afspraak daadwerkelijk is gemaakt. A91?9 >'9 >'9 :$ ; 9(, & > et Bureau merkt op dat deze conclusie zodanig is opgesteld dat alleen een teeltgoot wordt beschermd. oewel de conclusie onder meer vermeldt dat het bovenste oplegvlak in breedte "nagenoeg overeenkomt met de breedte van een daarop te plaatsen substraatmat (8)", vormt de substraatmat geen onderdeel van de beschermde uitvinding. Naar het oordeel van het Bureau geeft de hoofdconclusie bescherming voor een teeltgoot, die over zijn gehele lengte door ophangorganen ondersteunbaar is, in dwarsdoorsnede gezien een middendeel in de vorm van een omgekeerde U heeft met bovenliggend oplegvlak voor een substraatmat, waarbij de benen van de (omgekeerde) U een aanzienlijke hoogte hebben (groter dan de hoogte van een gebruikelijke substraatmat) en deze benen aan hun onderzijde onder het vormen van een waterafvoerkanaal naar buiten en over een geringe hoogte naar boven zijn omgezet. Ook de in de advertentie in de Bloemenkrant van 21 september 1999 getoonde AG-Goot is blijkens de weergave een teeltgoot, waarbij het U-vormige teeltgootprofiel in hoofdzaak bestaat uit een bovenste oplegvlak en de benen van de U vanaf het oplegvlak aan weerszijden omlaag gericht zijn over een

9 1 2 aanmerkelijke afstand, waarbij de vrije uiteinden van die benen over een geringe hoogte buitenwaarts en naar boven zijn omgezet zijn. Bovendien kan blijkens de advertentie Metazet steun- en ophangingsmaterialen meeleveren. De door conclusie 1 beschermde goot is naar de opvatting van het Bureau geheel bekend uit de advertentie en daarmee is conclusie 1 nietig. A91?9 >'91?9 :$ ; 9(, &? Bij de in de advertentie in voornoemde Bloemenkrant afgebeelde teeltgoot is de verhouding tussen de breedte van het oplegvlak en de afstand vanaf de bodemzijde van het oplegvlak tot aan de bodem van het afvoerkanaal groter dan 1. Dientengevolge oordeelt het Bureau dat conclusie 2 nietig is wegens gebrek aan nieuwheid. A91?9 >'9 9 :$ ; 9(, & et waterafvoerkanaal van de teeltgoot zoals bekend uit voornoemde advertentie is van buitenaf zichtbaar (en aldus gemakkelijk controleerbaar op eventuele verstopping van de waterafvoer). Ook conclusie 3 is daarmee naar het oordeel van het Bureau nietig wegens gebrek aan nieuwheid. A91?9 >'9#49 :$ ; 9(, & 4 Conclusie 4 acht het Bureau ook nietig wegens gebrek aan nieuwheid, nu bij de in de advertentie afgebeelde teeltgoot de beide benen van de U onder een geringe hoek naar elkaar toe zijn gebogen. A91?9 >'9#A9 :$ ; 9(, & A Volgens deze conclusie zijn beide benen van de U-vormige teeltgoot onder een geringe hoek van elkaar afgebogen, zodat twee U-vormige teeltgootprofielen in elkaar kunnen nesten. Deze maatregel is niet bekend uit de advertentie. Deze wijze van nesten van U-vormige profielen is echter voor de vakman zodanig voor de hand liggend, dat conclusie nietig wordt geacht wegens gebrek aan inventiviteit. A91?9 >'9 *9 :$ ; 9(, & De maatregel dat het teeltgootprofiel in zijn oplegvlak is voorzien van tenminste één uitsparing ten behoeve van het zijdelings fixeren van de substraatmat, is niet bekend uit de advertentie. Meteor Systems heeft weliswaar gesteld dat de maatregel voor de vakman voor de hand liggend is, maar nu een nadere onderbouwing van deze stelling ontbreekt, kan het Bureau daar geen uitspraak over doen en wordt de teeltgoot volgens conclusie 6 nieuw en inventief geacht ten opzichte van hetgeen uit de Bloemenkrant en de overige door Meteor Systems genoemde publikaties, bekend is. A91?9 >'9 9 :$ ; 9(, & De maatregel dat elke opstaande rand van het teeltgootprofiel die de buitenzijde van het waterafvoerkanaal vormt, zodanig naar het been van de U is toegebogen, dat slechts een geringe afstand tussen die rand en het been overblijft, zodat invallend plantafval e.d. wordt voorkomen, is niet bekend uit de advertentie. Alhoewel Meteor Systems van oordeel is dat de maatregel voor de vakman voor de hand liggend is, geeft zij ook hier geen nadere onderbouwing van deze stelling. et Bureau is dan ook

1 van oordeel dat de teeltgoot volgens conclusie 7 nieuw en inventief is ten opzichte van het bekende uit de Bloemenkrant. A91?9 >'9#29 :$ ; 9(, &F9 2 >'? Nu Metazet ter zitting heeft aangegeven afstand te zullen doen van deze conclusies, acht het Bureau een advies over de geldigheid van deze conclusies niet van belang. et Bureau zal dan ook geen uitspraak over de nieuwheid en inventiviteit van deze conclusies. A91?91?9 /&1*, &, & < &1,)"9- &,) /& +#,)/, +#&1, + 9- &-%< ) *& Nu het Bureau heeft bepaald dat de advertentie uit de Bloemenkrant van 21 september 1991 de meest gerede nabije stand van de techniek is, kan de materie uit overeenkomende of verder afgelegen stand van de techniek die door Meteor Systems is aangehaald, buiten beschouwing worden gelaten. A9 & :$/&1*(/0 :& " & : et Bureau constateert dat ook in het geval de prioriteitsdatum van 24 september 1999 wel zou kunnen worden erkend, de Bloemenkrant, nr 806 d.d. 21 september 1999, een tijdige, voor nieuwheid en inventiviteit bezwarende publicatie zou vormen, nu de advertentie in ieder geval op 22 september 1999 openbaar bekend was. IC!#"%$DF%J4GI"FE B"*F Op grond van het vorenstaande luidt het advies van het Bureau: De bezwaren betreffende het gebrek aan nieuwheid van conclusies 1 tot en met 4 treffen doel, zodat deze conclusies naar het oordeel van het Bureau voor nietigverklaring in aanmerking komen. De bezwaren betreffende het gebrek aan inventiviteit van conclusie treffen doel, zodat ook deze conclusie naar het oordeel van het Bureau voor nietigverklaring in aanmerking komt. De bezwaren betreffende het gebrek aan inventiviteit van conclusies 6 en 7 treffen geen doel, zodat deze conclusies althans op de in het verzoek aangevoerde ronden, naar het oordeel van het Bureau niet vernietigbaar zijn. Aldus gedaan op 18 november te Rijswijk door J.L. Driessen, J.G. ofman en M.W.D. van den Burg. w.g. J.L. Driessen, voorzitter w.g. mw. C. Witteman, secretaris