Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Geschiedenis Geschiedenis Samenvatting Werkplaats Hoofdstuk 7

Slaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder)

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 7, pruiken en revoluties

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Tijd van pruiken en revoluties

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3: de Franse Revolutie (Nemo)

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Tijd van pruiken en revoluties

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk

Samenvatting Geschiedenis 4.1

Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7: De tijd van pruiken en revoluties.

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 7

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Opdracht Geschiedenis De Franse Revolutie

Samenvatting Geschiedenis Franse Revolutie

7,2. 1 Wetenschappelijke revolutie. 2 Gevolgen van de wetenschappelijke revolutie. 3 Kenmerken van de verlichting

Tijd van pruiken en revoluties

Samenvatting Geschiedenis H8 Verlichting en revoluties

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Het Congres van Wenen hertekent Europa (1815) (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2, Wetenschappelijke revolutie, Verlichting en Franse Revolutie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5: Durf te denken! / de Verlichting

Antwoorden Geschiedenis Standensamenleving 1789 Frankrijk

Samenvatting door D woorden 15 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 7 Bepoederde pruiken en bruisende ideeën

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7 en 8

7,8. Samenvatting door A woorden 22 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Start: De vlucht van de koning.

- Rationalisme of epirisme? Hij maakt een tussenstroming: je hebt ervaring nodig om verstand uit te breiden.

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

Schoolonderzoek II Geschiedenis Staat en Natie Tijdvak I

Werkstuk Geschiedenis De Franse revolutie

Definitie Kant: De bevrijding van de mens uit de onmondigheid waaraan hij zelf schuldig is.

Samenvatting Geschiedenis Tijd van pruiken en revoluties + Tijd van burgers en stoommachines

Rijksuniversiteit Groningen Nameting kennis en argumentatie

Samenvatting Geschiedenis heel hoofdstuk 7 Tijd van Pruiken en Revoluties + Tijd van Regenten en Vorsten

Klas 2: Revoluties en Slavernij

Samenvatting Geschiedenis Tijd van pruiken en revoluties: kern, perspectief en kenmerkende aspecten

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

Samenvatting Geschiedenis Verlichting

Samenvatting Geschiedenis H7 de wereld op zijn kop

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

7.3. Boekverslag door T woorden 7 november keer beoordeeld. Geschiedenis

Samenvatting door een scholier 1691 woorden 20 juni keer beoordeeld. Geschiedenis

Klas 2: Revoluties en Slavernij

Samenvatting Geschiedenis Verlichting en revoluties

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Werkstuk Geschiedenis Franse revolutie

2.Rationeel optimisme en verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek en sociale verhoudingen.

Werkboek klas 2 Hoofdstuk 3

Tijd van pruiken en revoluties (eeuw van de Verlichting) n. Chr. Vroegmoderne Tijd

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

Historische context. Verlich/ngsideeën en de democra/sche revolu/es

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Hoofdstuk 7 De tijd van pruiken en revoluties

De Verlichting. De Verlichting

NEDERLAND IN DE 16e EEUW

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 7 De tijd van pruiken en revoluties

De franse revolutie vmbo12

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Tijd van regenten en vorsten Wie heeft de macht? Deel 2. Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht?

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

2 De oprichting van de VOC en de WIC zorgde ervoor dat overal op de wereld Zeeuwse en Hollandse schepen voeren.

SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO Staat en Natie. Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen.

7.1. Tijdsvak 7 ; De wereld in de tijd van pruiken en revoluties. De verlichting. Parijs b. Laisser faire. Intro: Kenmerkend aspect:

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw

Samenvatting Geschiedenis examenkatern De Verlichting

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Samenvatting Geschiedenis H1 (-1.5)

6,3. Samenvatting door V woorden 18 maart keer beoordeeld. Geschiedenis

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Het veranderend mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.

Samenvatting door Romiley 1653 woorden 16 september keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

S.O. 2 Tijdvak I AVONDMAVO

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

3 a Eigen antwoord van de leerling b Eigen antwoord van de leerling c Nee, de machthebbers hadden heel andere ideeën over de taak van de overheid.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 1 t/m 10

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7 en 8

GESCHIEDENIS SO3 TV

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 en 7.1

Geschiedenis van Suriname : de slavenhandel

Boekverslag door F woorden 30 september keer beoordeeld. Geschiedenis. Paragraaf 5.5: Een verlichte toekomst?

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Eureka 2M volledig herziene 5 e druk,

De vele nieuwe ontdekkingen in de wetenschap in de nieuwe tijd heet de wetenschappelijke revolutie. Er was een nieuwe manier van onderzoeken:

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

Transcriptie:

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7 Samenvatting door een scholier 2931 woorden 10 jaar geleden 6,7 224 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats 7 de tijd van pruiken en revoluties 7.1 De verlichting Kenmerkend aspect: rationeel optimisme en verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen. De Encyclopédie 1751 in Parijs ging de publicatie van alle nuttige kennis van de mensheid van start. De Ambitie: een basis leggen voor de verdere vooruitgang van de mensheid. - Nog nooit eerder hadden zoveel beroemde geleerden en schrijvers aan zo n project meegewerkt en nooit eerder waren de verwachtingen zo hoog geweest. - Wat? alle mogelijke technische en wetenschappelijke informatie die als basis kon dienen voor verdere ontdekkingen en ontwikkelingen, historische en aardrijkskundige feiten en andere wetenswaardigheden, tal van kritische stukken over de kerk, geloof, politiek en maatschappelijke verhoudingen. Dat alles moest bijdragen aan de bestrijding van bijgeloof en onwetendheid. Daarmee was de Encyclopédie een typisch product van de verlichting. De Verlichting De verlichting kwam voort uit de wetenschappelijke revolutie van de 17e eeuw. - De aanhangers vonden dat het rationele denken niet alleen moest worden toegepast in exacte wetenschappen, maar op de gehele maatschappij en het gehele menselijk leven. - Het verlichte denken zou een eind maken aan de duistere tijd van domheid, intolerantie, geloofsfanatisme en onredelijke verschillen tussen mensen. - Mensen waren ervan overtuigd dat kennis en rede superieur waren aan traditie en geloof. Het rationalisme bracht licht in het leven. 17e eeuw: begin, vooral in Engeland en Nederland. 18e eeuw: in de loop van de 18e eeuw werd Parijs het centrum. Frans voertaal. Parijs dé intellectuele wereldstad. - van daaruit bereikten verlichte denkbeelden de ontwikkelde elite in heel Europa, tot aan de universiteit van het Oost-Pruisische Koningsbergen (Kaliningrad, Rusland) toe. Immanuel Kant: Russische filosoof, doceerde in Koningsbergen Hij gaf tot op heden de meest gebruikte definitie van de Verlichting: de bevrijding van de mens uit de https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-7-33138 Pagina 1 van 7

onmogendheid waaraan hij zelf schuldig is. Volgens hem was de bevrijding het in het openbar gebruikt te mogen maken van je verstand. Voltaire: Franse schrijver. Er was veel kritiek op de godsdienst. Verlichte burgers waren niet allemaal antigodsdienstig. Wel was er een afkeer tegen fanatisme en intolerantie. Voltaire schreef erover en bewonderde Engeland waar godsdienstvrijheid en tolerantie was. Tegenover Frankrijk waar alleen het rooms-katholieke geloof was toegestaan. - écrasez l infâme: verpletter het schandelijke. Atheïst: iemand die helemaal niet in god gelooft. Deïst: iemand die wel in god geloofd, maar niet gelooft dat god zich openbaart. Voltaire was een deïst. Volgens Voltaire waren er om te weten wat goed en kwaad was geen God of Bijbel nodig. - De mensen wisten het verschil van nature, met hun verstand. Voltaire keek neer op het volk en moest niets van democratie hebben. Hij wilde een absolute vorst. Hoe moest er bestuurd worden? - Voltaire wilde een absolute vorst die in het belang van het volk regeerde. - Volgens Locke, filosoof moest ook de regering zich aan de wet houden. - Volgens Montesquieu moest er worden bestuurd volgens de driemachtenleer. Zo n machtenscheiding was volgens Montesquieu de beste garantie dat iedereen voor de wet gelijk behandeld werd en dus vrij was binnen de grenzen van de wet. Rousseau Volgens de Franse Rousseau had niet iedereen dezelfde wil, via volksvergaderingen zou iedereen invloed hebben. Hij vond dat sociale ongelijkheden de mens bedierf. Een betere maatschappij kon een mens maakbaar maken. Adam Smith Adam Smith schreef dat mensen van nature hun economische situatie willen verbeteren. De productie zou groeien als iedereen meer vrijheid kreeg. 7.2 Het ancien régime Kenmerkend aspect: rationeel optimisme en verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen. In de 18e eeuw was Frankrijk met 24 miljoen inwoners na Rusland de Europese staat met de meeste inwoners. Na de dood van de Zonnekoning (Lodewijk XIV) zetten Lodewijk XV (1715-1774) en Lodewijk XVI (1774-1793) het absolutisme voort, - maar de adel kon een deel van zijn privileges herstellen, Zoals het alleenrecht op hogere rangen in bestuur en leger. Adel en geestelijkheid betaalden vrijwel geen belasting, de rest van de bevolking draaide hiervoor op. Van de staatsinkomsten kwam driekwart uit de accijnzen, wat de prijzen van voedsel en andere levensbehoeften hoog maakte. Het gewone volk in de steden kampten met toenemende armoede en zelfs honger. - Boeren zuchtten onder de talloze heerlijke rechten. Bijv. verplichting van het gebruik van de molen van de heer tegen betaling, betalen om het vee over zijn https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-7-33138 Pagina 2 van 7

land te laten passeren, een deel van hun opbrengsten hem afstaan of onbetaald werken. De druk van deze heerlijke rechten nam toe. - Edelen gingen middeleeuwse rechten die in onbruik waren geraakt, weer afdwingen. Vooral daar leefden ze van. Ze droegen nauwelijks bij aan de landbouw, die dan ook stagneerde. De samenleving werd niet burgerlijker. - Bankiers, kooplieden, reders en andere rijken burgers namen een aristocratische levensstijl aan. Ze kochten bijvoorbeeld landhuizen en grond, inclusief heerlijke rechten. Maar met haar geld kon de bourgeoisie onder het ancien regime geen macht kopen. - Intussen kwam de overheid van de belastingen niet rond. Deelname aan geldverslinde oorlogen werd met geleend geld betaald, waardoor de staatsschuld groeide. Verlicht absolutisme (Pruische koning: Frederik de Grote, keizer Oostenrijk: Jozef II, keizerin Rusland: Catherina de Grote) - Er waren een aantal absolute vorsten maar deze waren ook aanhangers van de verlichting. Ze wilde verlichte moderniseringen van boven doorvoeren. Hun motto: alles voor het volk, niets door het volk. Ze vonden dat hun onderdanen te weinig ontwikkeld waren voor medezeggenschap. Volgens Frederik had hij niet een goddelijk recht om koning te zijn, maar was hij eerste dienaar van de staat - Frederik schafte de censuur af en zorgde voor vrijheid van meningsuiting, godsdienstige verdraagzaamheid en onafhankelijke rechters. Toch bleven zijn hervormingen beperkt omdat hij de adel te vriend wilde houden. Zij leverde namelijk officieren van zijn leger, de belangrijkste pijler van de Pruisens macht. Nederland Nederland had geen koning en ook nauwelijks adel. Toch was ook in Nederland een bevoorrechte groep (regenten), die steeds meer op de rest van de bevolking ging drukken. - De regenten zagen hun ambten meer en meer als aangeboren recht. - In de 18e eeuw hadden ze alle macht, behalve in Friesland, Groningen en Gelderland, daar was de prins van Oranje stadhouder. - Tijdens het stadhouderloze tijdperk (1702-1747) groeide de onvrede, economie ging achteruit. 1747 Prins van Oranje werd in alle gewesten stadhouder nadat het volk riep om een terugkeer van Oranje. De prins van Oranje kon daardoor overal zijn tegenstanders onder de regenten wegwerken en zichzelf in alle gewesten tot stadhouder laten benoemen. - Het stadhouderschap werd erfelijk en de stadhouder kreeg bijna overal het laatste woord bij benoemingen. De republiek leek ineens wel een monarchie. Op Huis ten Bosch groeide een hofhouding, maar de stadhouder bleek net zo weinig voor het volk te doen als de regenten. - de regenten kregen na 1750 weer een deel van hun onafhankelijkheid terug. - intussen liep net als in Frankrijk de staatsschuld uit de hand. Regenten leenden geld aan staatschuld Frankrijk, werden rijk. 7.3 De democratische revoluties https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-7-33138 Pagina 3 van 7

Kenmerkend aspect: de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap. Op 21 januari 1793 werd burger Louis Capet naar de guillotine geleid. De afgezette koning was vier dagen eerder door de volksvertegenwoordiging ter dood veroordeeld. Met de onthoofding van Lodewijk XVI rekenden de Fransen op de meest grondige wijze af met hun ancien regime. De Amerikaanse vrijheidsoorlog In Noord-Amerika verzetten de Britse koloniën zich sinds 1763 tegen belastingen uit het moederland (Brittannië). - De Amerikanen wilde geen belastingen betalen zolang ze niet waren vertegenwoordigd in het Britse parlement: No taxation without representation. - In 1774 vormden de 13 koloniën een gezamenlijk Congres om hun verzet te bundelen. Toen dat de gehoorzaamheid aan Groot-Brittannië opzegde, brak de Amerikaanse vrijheidsoorlog uit. In juli 1776 riep het Congres de onafhankelijkheid uit van de Verenigde Staten van Amerika. De onafhankelijkheidsverklaring was geïnspireerd door verlichte denkers als Locke en Montesquieu. - Uiteindelijk erkende Groot-Brittannië de Amerikaanse onafhankelijkheid. - De VS namen daarna in 1787 de eerste geschreven grondwet ter wereld aan. Daarin werd een machtenscheiding vast gelegd. De president kreeg de uitvoerende macht, het congres de wetgevende macht, het Hooggerechtshof de rechterlijke macht. Aan de grondwet werd een bill of rights toegevoegd, met daarin grondrechten (zoals gelijkheid voor de wet en vrijheid van godsdienst, vergadering en meningsuiting) De Franse Opstand De Amerikaanse revolutie maakte diepe indruk in Europa. Zeker in Frankrijk bestond sympathie tegenover de Amerikanen. - In Frankrijk ontstond grote onvrede over de absolute monarchie en de voorrechten van de kerk en de adel. Mede door hun belastingprivileges liep de staatsschuld zo hoog op dat de helft van het belastinggeld opging aan rentebetaling. In 1788 zag koning Lodewijk XVI nog maar één uitweg uit de financiële crisis: de Staten-Generaal bijeenroepen (sinds 1614 niet meer bijeen waren geweest). Het was een breuk met het absolutisme, maar er leek geen andere manier te zijn om aan geld te komen. - Alleen in ruil voor invloed zouden de bevoorrechte standen belasting accepteren. Dit zorgde voor heftige discussies. De 3e stand wilde meer te zeggen hebben. Nationale Vergadering Nadat de standen apart verkiezingen hadden gehouden, kwamen de Staten-Generaal op 5 mei 1789 bijeen. - De burgerij eiste dat de andere standen zich bij haar aansloten. Toen die dat weigerden, riepen de burgervertegenwoordigers zich uit tot Nationale Vergadering. Ze zwoeren pas uiteen te zullen gaan als er een grondwet was. In de weken daarna leek Lodewijk XVI de vergadering uiteen te willen jagen. - Hij liet tienduizenden troepen samentrekken rond Parijs. - Het volk dacht eindelijk verlost te worden van het ancien regime. En net nu er betere tijden leken aan te https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-7-33138 Pagina 4 van 7

breken, leek de koning dat met geweld te willen tegenhouden. - De angst voor militair ingrijpen bracht volkswoede tot uitbarsting. Op 12 juli bestormden mensenmassa s in Parijs de wapenpost. - Op 14 juli nam een menigte de onneembaar geachte Bastille in. De val van de Bastille was het sein tot een algehele opstand. In de steden namen revolutionaire comités de macht over. Kloosters, kastelen en landhuizen werden afgeschaft en de Nationale Vergadering voerde hervormingen door. Veranderingen: - de Nationale Vergadering schafte alle feodale rechten af. - de Nationale Vergadering nam de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger aan. Volgens deze verklaring was het volk soeverein. - de Nationale Vergadering onteigende het bezit van de kerk. Met de opbrengst van de kerkelijke goederen werd de staatsschuld afgelost. - de Nationale Vergadering aanvaardde na lange discussies de grondwet. Door de grondwet werd het land een monarchie. De koning hield uitvoerende macht. De wetgevende macht kwam in handen van een gekozen vergadering die de regering moest controleren. De Nationale vergadering bestond vooral uit rijke burgers die de invloed van het bezitloze gepeupel beperkt wilde houden. Alleen welgestelde kregen het volledige staatsburgerschap met kiesrecht. Voor deze grondwet kon worden ingevoerd sloeg de koning op de vlucht. Op de grens werd hij gearresteerd en teruggevoerd naar Parijs. Hij werd gedwongen de grondwet te ondertekenen. September 1791 werd een nieuwe volksvertegenwoordiging gekozen. - de gematigde bourgeoisie had weer de meerderheid - er zaten nu ook leden in van radicale clubs, die het volk meer macht wilde geven. Deze Jacobijnen en andere, nog radicalere, democraten kregen steeds meer invloed. Dat kwam mede door de oorlog met Oostenrijk en Pruisen. De oorlog met Oostenrijk en Pruisen verliep aanvankelijk slecht en in eigen land keerden geestelijken, edelen en ontevreden boeren zich steeds krachtiger tegen de revolutie. - daardoor ontstond in Parijs opnieuw een opgewonden stemming. - Oorlogsvrijwilligers trokken massaal naar de hoofdstad om de revolutie te verdedigen. - toen Pruisen dreigde iedereen te doden die zich tegen herstel van de oude orde verzette, barstte de volkswoede los. Honderden aristocraten werden vermoord. Onder druk hiervan zette de volksvertegenwoordiging de koning af en schreef nieuwe verkiezingen uit, met kiesrecht voor alle mannen die de revolutie trouw zwoeren. Het nieuwe parlement riep de republiek uit en veroordeelde de koning ter dood. - Om de breuk te symboliseren werd er een nieuwe jaartelling ingevoerd. Alle titels werden afgeschaft: iedereen was voortaan citoyen (burger). God werd niet langer aanbeden, maar de Rede. In en buiten het parlement nam de roep om directe democratie toe. Radicale democraten wilden de afgevaardigde voortdurend controleren. 1793: menigte drong parlement binnen en verjoeg leden. - Jacobijn Robespierre die revolutie wilde zuiveren. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-7-33138 Pagina 5 van 7

Verraders mochten vermoord worden. Tienduizenden werden slachtoffer van deze Terreur. Ook veel revolutionairen kwamen onder de guillotine: de revolutie verslond haar eigen kinderen. Na een jaar werd Robespierre zelf opgepakt en onthoofd. Daarna werd de volksinvloed teruggedrongen totdat Napoleon een dictatuur vestigde. - Gaf oude adel niet haar voorrechten terug en schafte die na zijn veroveringstocht in andere delen van Europa ook af. - Nadat hij was verslagen in 1815 probeerde de winnaars overal monarchie en adel te herstellen. Maar nieuwigheden als grondwetten bleven bestaan. - Idealen van de democratische revoluties bleven het verzet tegen de oude orde stimuleren. 7.4 Kolonialisme en slavernij Kenmerkend aspect: uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-atlantische slavenhandel, en de opkomst van abolitionisme. Spaanse priester Las Casas In 1514 keerde de priester terug uit de Spaanse kolonie Hispaniola (Haïti + Dominicaanse Republiek). Daar had hij gezien hoe indianen in grote getale stierven door ziektes, wreedheid en slavenarbeid. Hij was diep onder de indruk. - De rest van zijn leven zou hij vechten voor het idee dat indianen en blanken gelijkwaardige schepsels van God waren. Hij overtuigde de paus, die verklaarde dat indianen geestelijk gelijkwaardig waren aan Europeanen. En hij vond gehoor bij de Spaanse koning Karel V, die wetten afkondigde om de indianen te beschermen. Gevolg: Mede hierdoor gingen de Spaanse en Portugese kolonisten echter zwarte slaven uit Afrika halen. Zo kwam de transatlantische slavenhandel op gang. 1566 Kort voor zijn dood kwam Las Casas tot de conclusie dat ook negers, zoals zwarte Afrikanen toen werden genoemd, volkomen gelijkwaardig zijn aan blanken. Slavernij was in het Romeinse rijk en de islamitische wereld een normaal verschijnsel. - Uit West-Europa was de slavernij echter tijdens de middeleeuwen verdwenen. Aanvankelijk was daarvoor de horigheid ipv. gekomen, maar die was rond 1500 alweer over. Toen Portugezen en Spanjaarden de slavenhandel begon vonden we dat onmenselijk maar toen ze naar West-Indië gingen deden ze mee. Zelfde voor Eng, FR. Waarom kochten de Europeanen dan toch zwarte slaven? - Dat had alles te maken met winstbejag. De sterke Afrikanen waren geschikt voor het zware werk (op plantages en in mijnen) - Bovendien konden de Europeanen aansluiten bij de bestaande slavenhandel in Afrika. - Veel Europeanen zagen zwarte Afrikanen als minderwaardige wezens. Waar gingen de slaven heen? - 350 jaar elf miljoen. Begin: 16e eeuw - 90% kwam in het Caribische gebied en Zuid-Amerika - NL half miljoen, waarvan 30.000 naar Suriname. - Britten 3mil, - Portugezen 5 mil. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-7-33138 Pagina 6 van 7

Ruim de helft, zes miljoen, werd verscheept in de verlichte 18e eeuw. Slavenhandel, Driehoekshandel De transatlantische slavenhandel was onderdeel van een driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika. 1. Afrikaanse kuststaten verkochte, meestal uit het binnenland afkomstige, slaven, vaak schuldenaars, krijgsgevangen of misdadigers. 2. De Europeanen betaalden met vuurwapens, kruit, messen, textiel, ijzer en brandewijn. 3. Op de Amerikaanse slavenmarkten werden de slaven verkocht voor geld. Daarmee werden plantageproducten gekocht, die naar Europa werden gebracht. Deze driehoekshandel werd beheerst door handelskapitalistische compagnieën, zoals de WIC. - De meeste slaven werden ingezet op de plantages die voor de Europese markt produceerden. Deze handelskapitalistische ondernemingen werden met Europees kapitaal opgezet en vanuit Europa geleid. Aanvankelijk ging het vooral om suiker en tabak, later ook om indigo, koffie en katoen. - Slaven werden behandeld als beesten (gebrandmerkt, gescheiden van familie, nauwelijks bewegingsvrijheid of medische zorg en moesten onredelijke en wrede straffen ondergaan, slavinnen: verkracht) - Slaven moesten Europese namen dragen. - Slaven kwamen vaak in opstand maar ze konden niet tegen de (goed)bewapende blanken op. - Een aantal vluchten om in het tropisch regenwoud een nieuw bestaan op te bouwen (Surinaamse marrons) - Tegenstanders van de slavernij werden zowel geïnspireerd door de verlichting als het Jodendom - Verlichte critici vonden de slavernij in strijd met de natuurlijke gelijkheid van de mensen. Ze noemden slavernij achterlijk, immoreel en onmenselijk. Volgens Adam Smith was het economisch ook ongunstig: mensen werden door loon beter geprikkeld om te werken dan door dwang. - Vooral in GB ontstond een sterke aanschaffingsbeweging. 1772 haalde deze zijn eerste succes, toen Britse opperrechter slavernij in GB zelf verbood: elke slaaf die GB bereikte was vrij. 1787 Britse abolitionisten richtten de Society for the Abolition of the Slave Trade op. - legden dossiers aan met bewijzen van misstanden, beïnvloeden publieke opinie. - propagandamiddel: tekening van een geknielde geketende zwarte man, met de tekst Am I not a man and a brother. Pottenbakker Wedgwood: 200.000 medallions, internationaal verspreid. 1807 dit leidde tot een wet die het Britten verbood slavenhandel te bedrijven. 1883 en tot afschaffing van de slavernij in alle Brits kolonien. Andere landen volgden daarna snel. - Alleen Portugal handhaafde in de tweede helft van de 19e eeuw de slavernij. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-geschiedenis-hoofdstuk-7-33138 Pagina 7 van 7