Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Afgelopen maandag hebben we met de deelnemers van de kring Eigentijds Bijbellezen Paasverhalen gelezen. Vier verhalen van de opstanding, verteld door Marcus, Matteüs, Lukas en Johannes. We hebben de verhalen naast elkaar gelegd en het viel ons op hoeveel verschillen er tussen deze verhalen zijn. Het ene evangelie vertelt over 1 vrouw, Maria van Magdala, een ander evangelie over 2 vrouwen, en in twee evangeliën gaat het over minstens 3 vrouwen, maar die hebben dan weer andere namen. Matteüs vertelt over 2 wachters bij het graf, maar die zien we in de andere verhalen niet terug. Soms is er sprake van 1 engel, soms van 2 in het wit geklede mannen. Bij Johannes komen er 2 leerlingen naar het graf, bij Lukas alleen Petrus en bij Marcus en Matteüs komen de leerlingen helemaal niet voor in het opstandingsverhaal. En Jezus zelf? Bij Matteüs en Johannes ontmoet hij de vrouwen en spreekt met hen. Maar bij Marcus en Lukas is er in eerste instantie alleen sprake van een leeg graf en blijft het nog even open wat er met Jezus is gebeurd. 1
We hebben maandagavond met elkaar gepraat over deze verschillen, en wat we daar mee kunnen of moeten. Wordt het verhaal door al die onderlinge verschillen minder geloofwaardig? Of zit er ook een andere kant aan? Eigenlijk is het wel mooi dat Matteüs, Marcus, Lukas en Johannes, méér vertellen dan een feitelijk verslag van wat er is gebeurd. Ze maken het verhaal van de opstanding deel van hun verhaal over Jezus, ieder op hun eigen manier. Ze vertellen niet in de eerste plaats wat er is gebeurd, maar welke betekenis dat heeft gehad. En ze passen het verhaal van de opstanding in, in het grote verhaal dat ze vertellen over de betekenis van Jezus leven, sterven en opstanding. Zo wordt dat verhaal van Jezus hún verhaal. Waarin ze accenten leggen die voor hén belangrijk zijn. Vandaag hebben we het opstandingsverhaal gelezen uit het evangelie van Lucas. Hoewel, opstanding? Vooralsnog is er in de verzen die wij hebben gelezen alleen sprake van een leeg graf. Er is vooral sprake van herinneringen, verwarring, ongeloof en verwondering. Jezus zelf blijft nog even buiten beeld. Dat komt pas verderop. Ik wil twee voorbeelden noemen hoe Lucas zijn eigen invulling geeft aan het Paasverhaal. Het eerste is dat Lucas in zijn verhaal over het lege graf vertelt over twee mannen in stralende kleding. Hij noemt ze nadrukkelijk géén engelen. 2
Twee mannen in stralende kleding: daarmee legt Lucas een link naar het verhaal van de verheerlijking op de berg, waar Jezus Mozes en Elia ontmoet. Het was vlak voor zijn reis naar Jeruzalem en ze spraken over zijn uittocht, zijn levenseinde. Mozes en Elia, van wie allebei geen lichaam in een graf is gevonden, maar die voortleven in de Wet en de Profeten. En Lucas vertelt dat ook bij Jezus het graf leeg is. Ook hij leeft voort in zijn woorden. De mannen bij het graf zeggen het tegen de vrouwen: herinner u wat hij gezegd heeft! En, vertelt Lucas, toen de vrouwen zich de woorden van Jezus herinnerden, gingen ze terug naar Jeruzalem om te vertellen wat er gebeurd was. Voor Lucas leeft Jezus in de eerste plaats voort door het herinneren en delen van zijn woorden. Iets waar de kerk tot op de dag van vandaag mee door gaat. Nog iets, dat kenmerkend is voor Lucas: het zijn de vrouwen die de boodschap van de opstanding vertellen, maar ze worden niet geloofd. Want de stem van vrouwen telde niet en werd niet serieus genomen. Maar bij Lucas komt de boodschap van Gods heil steeds uit onverwachte hoek. In de verhalen van Lucas slaan de geleerde, rijke en belangrijke mannen uit de grote stad de plank meestal mis. Maar het zijn de armen, de onwetenden, de kinderen, de vrouwen, de herders op het veld, die als eersten zien en begrijpen wat God bedoelt. 3
Twee voorbeelden hoe Lucas het verhaal van de opstanding op zijn eigen manier vertelt, hoe hij het zijn eigen verhaal maakt. Ik vind dat mooi. Het idee dat het verhaal van de opstanding het eigen verhaal van mensen wordt. En dat het verhaal daarom steeds weer op een nieuwe manier kan worden verteld. Dat het actueel kan worden gemaakt. Dat het tot leven kan komen. Want daar gaat het volgens mij om met Pasen: dat het Paasverhaal ons verhaal wordt. Niet een verhaal van toen, tweeduizend jaar geleden, over een leeg graf in een tuin bij Jeruzalem. Maar een verhaal van nu, van u en van mij. Hoe wij een weg vinden door het leven. Hoe we verder kunnen als de dood op ons pad komt. Hoe wij een uitweg vinden, als we in een crisis belanden. De kracht van het Paasverhaal zit m er in, dat het zich laat verbinden met onze levensverhalen. En dat het daardoor ook ons verhaal wordt. Dat we, zoals Paulus het ergens in de Bijbel zegt, samen met Christus opstaan tot een nieuw leven. 4
Mag ik het heel persoonlijk maken? Toen ik er vorig jaar een korte tijd uit moest, en daarna maandenlang stukje bij beetje weer meer kon gaan werken, was dat voor mij een moeilijke periode. Ik heb daar wat over verteld op de eerste zondag van de Veertigdagentijd, toen het ging over de woestijn. Op dat verhaal heb ik heel veel reacties gehad. Mensen die vertelden dat ze gemerkt hebben dat die moeilijke tijd mij veranderd heeft. Dat ik dichter bij mijzelf ben gekomen. Dat ik authentieker ben geworden. Ik zie dat als een Paaservaring. Een crisis, waar je anders uit komt. Niet ongeschonden. Het evangelie van Johannes vertelt dat ook bij Jezus na Pasen de littekens nog te zien waren. In zijn handen, zijn voeten en zijn zij. Je draagt altijd de sporen van het verleden met je mee. De butsen en de schrammen. Ook na de opstanding. Maar het verleden definieert niet onze toekomst. Er gaan deuren open, nieuwe mogelijkheden komen aan het licht. Dingen die we niet zelf bedacht hadden, of niet voor mogelijk gehouden. Pasen maakt van ons andere mensen, mensen van de toekomst. Mensen van Gods toekomst. 5
Lieve mensen, het Paasverhaal kan ons verhaal worden. Uw verhaal, mijn verhaal. Het verhaal van onze wereld. Soms staan we met legen handen bij een leeg graf. En we weten niet waar we het zoeken moeten. De onmacht kan ons verlammen, als we horen over aanslagen. Als ziekte en dood ons leven binnen komen. Als we aanlopen tegen onze grenzen en beperkingen. Herinner je dan de woorden, dat God een God is van uittocht en bevrijding, van verlossing en thuiskomst, van opstanding en toekomst. En dat Gods Geest vanaf het begin, niets anders doet dan leven, licht en liefde brengen, in dorre, donkere en vastgelopen situaties. Ik wens u, mijzelf en de hele wereld toe, dan het Paasverhaal ons verhaal wordt. Zodat wij op onze eigen manier, en in onze eigen situatie kunnen vertellen over nieuw leven, een nieuwe toekomst. In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. 6