Reglement Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van de Stichting Mosae Zorggroep, gevestigd te Maastricht, in aanmerking nemend de aanbevelingen voor goed bestuur, goed toezicht en adequate verantwoording voor instellingen in de gezondheidszorg zoals verwoord in de Governancecode Zorg; besluit, met inachtneming van de statuten van de stichting, laatstelijk gewijzigd bij notariële akte van 26 april 2016 en de verkregen goedkeuring van de Raad van Toezicht het navolgende reglement voor de Raad van Bestuur vast te stellen. Artikel 1. Positionering Raad van Bestuur en Raad van Toezicht 1. De statuten van de stichting voorzien in de Raad van Toezichtstructuur. De Raad van Bestuur bestuurt de stichting. De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht op het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de stichting en de daarmee verbonden instellingen, zulks mede in relatie tot de maatschappelijke functie van de stichting. De Raad van Toezicht vervult een klankbordfunctie voor de Raad van Bestuur en staat de Raad van Bestuur met advies terzijde. 2. Onverminderd het bepaalde in dit reglement en de statuten van de stichting zal de Raad van Bestuur zo veel mogelijk de aanbevelingen van de Governancecode Zorg als uitgangspunt voor zijn functioneren hanteren. De Code is als bijlage toegevoegd aan dit reglement. Artikel 2. De bestuurstaak 1. Overeenkomstig de statuten van de stichting bestuurt de Raad van Bestuur de stichting onder toezicht van de Raad van Toezicht. 2. De Raad van Bestuur dient het belang van de stichting en de daarmee verbonden instellingen in relatie tot de maatschappelijke functie van de stichting. Hij maakt bij de beleidsvorming een evenwichtige afweging van de belangen van allen die bij de stichting en de daarmee verbonden instellingen betrokken zijn.
3. De Raad van Bestuur is zich bewust van zijn verantwoordelijkheid, maatschappelijke positie en voorbeeldfunctie en zal uit dien hoofde geen handelingen verrichten of nalaten die de reputatie van de stichting schaden. De Raad van Bestuur bevordert dat medewerkers van de stichting zich eveneens volgens deze norm gedragen. Artikel 3. Verantwoording en verantwoordelijkheid 1. De Raad van Bestuur van de stichting bestaat uit één lid Raad van Bestuur. 2. De Raad van Bestuur is rechtstreeks verantwoording verschuldigd aan de Raad van Toezicht voor de realisatie van de doelstellingen van de gehele organisatie, de strategie en het beleid en de daaruit voortvloeiende resultatenontwikkeling. 3. De Raad van Bestuur stelt zich ten opzichte van de Raad van Toezicht, het managementteam en de medezeggenschapsorganen toetsbaar op ten aanzien van zijn eigen functioneren en stelt, zonodig, zijn werkwijze op grond daarvan bij. De Raad van Bestuur informeert de Raad van Toezicht op hoofdlijnen over dit proces van zelfevaluatie. 4. De besluitvorming door de Raad van Bestuur wordt zoveel mogelijk schriftelijk vastgelegd. Besluiten, afspraken, gevraagde en verstrekte informatie worden per onderwerp in hoofdlijnen weergegeven, zulks met de gehanteerde argumentatie. 5. Het afleggen van de bestuursverantwoordelijkheid door de Raad van Bestuur geschiedt niet via individuele contacten maar in het overleg tussen Raad van Toezicht en Raad van Bestuur. Artikel 4. Waarneming en vacature 1. Gedurende vakanties en andere periodes van kortstondige afwezigheid van de Raad van Bestuur wordt hij waargenomen door leidinggevende medewerkers uit de organisatie, voor wie de bevoegdheden in deze situaties schriftelijk zijn vastgelegd. 2. In geval van langdurige afwezigheid van de Raad van Bestuur handelt de Raad van Toezicht conform het zogenaamde crisisprotocol van de stichting dat onder meer in dergelijke situaties voorziet. Voor zover dan mogelijk, stelt de Raad van Bestuur voor de Raad van Toezicht een voordracht op voor de waarneming.
Artikel 5. Openbaarheid en belangenverstrengeling 1. Lid van de Raad van Bestuur van de stichting kunnen niet zijn personen die lid zijn of in de voorafgaande periode van drie jaar lid zijn geweest van de Raad van Toezicht van de stichting. 2. De Raad van Bestuur betracht openheid over zijn eventuele nevenfuncties. De Raad van Bestuur vermeldt deze eventuele nevenfuncties in het jaarverslag. 3. De Raad van Bestuur zal niet zonder toestemming van de Raad van Toezicht een betaalde of onbetaalde nevenfunctie aanvaarden of continueren. 4. De Raad van Bestuur kan niet tegelijkertijd een functie vervullen als lid van een Raad van Toezicht van een binnen het werkgebied van Mosae Zorggroep werkzame zorgorganisatie of organisatie waarmee Mosae Zorggroep een samenwerkingsrelatie onderhoudt. 5. De Raad van Bestuur zorgt er voor dat er geen strijdigheid ontstaat tussen zijn persoonlijke belangen en de belangen van de stichting. Ook elke schijn van belangenverstrengeling tussen de stichting en de Raad van Bestuur zelf wordt vermeden. 6. De Raad van Bestuur mag persoonlijk geen voordelen behalen uit transacties of andere handelingen die hij namens de organisatie verricht. Evenmin verstrekt hij of biedt hij oneigenlijke voordelen aan personen met wie hij transacties namens zijn organisatie verricht. Artikel 6. Medezeggenschap 1. Uitgaande van het belang van de stichting en de daarmee verbonden instellingen streeft de Raad van Bestuur in zijn handelen naar voldoende draagvlak bij de medewerkers. 2. De Raad van Bestuur onderkent de waarde van het vertegenwoordigend overleg namens cliënten (cliëntenraden) en werknemers (ondernemingsraad) als een functioneel element in de organisatie en benut dit overleg ten volle. De Raad van Bestuur neemt de vigerende wet- en regelgeving ter zake in acht, bevordert de totstandkoming van de benodigde reglementen en handelt conform deze reglementen. 3. De Raad van Bestuur bepaalt het beleid voor de dialoog met de (organisaties van) belanghebbenden van de stichting en de daarmee verbonden instelling(en) en stelt in dat kader, met goedkeuring van de Raad van Toezicht, vast wie de belanghebbenden zijn en wanneer en op welke wijze vorm en inhoud wordt gegeven aan informatieverschaffing door
onder andere het jaardocument maatschappelijke verantwoording, overleg en raadpleging van de belanghebbenden. Artikel 7. Openheid en verantwoording extern 1. De Raad van Bestuur draagt er zorg voor dat de activiteiten van de stichting en de daarmee verbonden instellingen, bestuurlijk, juridisch, organisatorisch en financieel goed geregeld zijn, inzichtelijk zijn en verantwoord worden. 2. De Raad van Bestuur legt hierover verantwoording af aan de Raad van Toezicht en de hoofdzaken worden vermeld in de jaarrekening en het jaarverslag. 3. De Raad van Bestuur biedt openheid over het beleid, de zorg- en dienstverlening alsmede de prestaties van de stichting en de daarmee verbonden instellingen. De Raad van Bestuur legt ten aanzien van degenen die het aangaat verantwoording af en staat bij de beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering open voor de opvattingen van betrokken belanghebbenden. Informatieverstrekking, verantwoording en beleidsbeïnvloeding intern en extern worden door de Raad van Bestuur actief bevorderd. 4. De Raad van Bestuur bevordert een cultuur waarin professionals zich intern en extern verantwoorden. Artikel 8. Deskundigheid 1. De Raad van Bestuur draagt er zorg voor dat zijn kennis en vaardigheden ruim voldoende zijn en blijven voor een adequate functievervulling in het belang van de organisatie. Artikel 9. Slot 1. Dit reglement kan worden gewijzigd door een besluit van de Raad van Bestuur, dat de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht behoeft. 2. In voorkomende gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de Raad van Bestuur met inachtneming van de toepasselijke wettelijke bepalingen en statuten. 3. De Raad van Bestuur gaat in de jaarlijkse evaluatie van zijn functioneren tevens na of dit reglement nog aan de daaraan te stellen criteria voldoet.
4. Dit reglement is op 12 mei 2017 vastgesteld door de Raad van Bestuur en goedgekeurd door de Raad van Toezicht op 22 mei 2017.