Samenvatting CKV Overzicht Samenvatting door een scholier 884 woorden 15 jaar geleden 4,9 74 keer beoordeeld Vak CKV Samenvatting ckv 1 kunst volgens boek: alles wat krant, radio en tv de moeite waard vinden om als een vorm van kunst aan de orde te stellen doel ckv: wegwijs maken in wereld van kunst en cultuur 4 domeinen: -culturele activiteiten -kennis van kunst en cultuur -kunstdossier -praktische activiteiten theater: als er sprake is van een speelplek waarop een of meer spelers voor een publiek optreden uitingsvormen: toneelspel mime dans zang muziek voorstellingen in theater toneel opera operette musical cabaret bewegingstheater https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-ckv-overzicht Pagina 1 van 8
totaaltheater: als in een voorstellingen veel kunstvormen worden gecombineerd wortels theater Europa: kerken, markten, kermissen eerste vaste overdekte theaters in west europa: 16e eeuw eerste schouwburg ned: 3 januari 1638 in Amsterdam met Gijsbreght van Aemstel van vondel 2 categorieën theaters: lijsttoneel en vlakke vloertheater lijsttoneel: traditionele schouwburg, afgebakend verhoogd podium, voordoek, publiek zit op afstand in zaal, zijkanten van podium bevinden zich de coulissen, gordijnen of schotten waaruit de spelers komen en weer verdwijnen, speelt zich af in een lijs (kijkdoos) achterdoek en bovendoeken: versterken illusie dat de personages zich in een andere wereld bevinden vlakke vloertheater: geen verhoogd podium en meestal geen omlijsting, gespeeld op vloer, publiekzit op steil oplopende tribune open speelvlak: als speelvlak en zaal 1 geheel vormen (fabriekshallen, kerken) theater op locatie: theatervoorstellingen zijn niet gebonden aan een daartoe bestemd gebouw 2 categorieën theatervoorstellingen: amuseren diepere betekenis theatrale middelen van regisseur bij vormgeving: -spel (manier van spreken, zingen bewegen) -mise-en-scène (beweging van de personages over het toneel en de manier waarop ze in verschillende scènes een plaats hebben ten opzichte van elkaar)zegt altijd iets over de relatie tussen de personages -decor (meubels rekwisieten) -kleding en grime -belichting -muziek -geluidseffecten symbolische functie: hele theatervoorstelling kan ook iets meedelen over de manier van denken van de regisseur over een bepaald onderwerp https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-ckv-overzicht Pagina 2 van 8
productie voorstelling: -artistiek leider (bepaald wat er gespeeld word, en door wie) -zakelijk leider (beheert financiën, hoeveel voorstellingen etc) -regisseur (vormgever van voorstelling, hoe het eruit ziet, leid repetities, verantwoordelijk voor uiteindelijke voorstelling) -dramaturg (geeft regisseur en acteurs informatie over achtergrond van het stuk, historische psychologische achtergronden) -decor- en kostuumontwerpen (in samenwerking met regisseur zorg over algehele aankleding van stuk) -lichtontwerper (maakt in overleg met regisseur draaiboek voor verlichting) -spelers (spelen stuk volgens aanwijzingen van regisseur) -grimeurs (make up) -productieleider (ziet toe op hele proces: verzorgt tijdsplanning, regelt afspraken met betrokkenen, controleert rekeningen, regelt inkoop materialen, maakt repetitieschema s) -pr-mederwerker (regelt publiciteit) productieproces toneelstuk: -regieconcept -uitwerken werktekeningen -doorlopen (spelen zonder onderbreking) -lichtplan -foto s pers -try-outs -première overheid geeft subsidies: eis: gezelschap moet vernieuwend bezig zijn ad-hocproducties: niet gesubsidieerde groepen krijgen geld voor 1 speciale productie vrije producties: investeren zonder subsidie veel geld in toneelstuk en rekenen erop dat ze het zelf terugverdienen onderscheid informatie via tekst en spel: -mededelingen van anderen -zelfkarakterisering (monologen, dialogen, gedrag, houding, taalgebruik) -relatie tot andere personages dramatisch conflict: voorstelling toont meestal een conflict tussen persoenen/groepen/innerlijke strijd van hoofdpersonen handelingsverloop: volgorde van gebeurtenissen punten van houvast in toneelstuk: https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-ckv-overzicht Pagina 3 van 8
-verloop en afloop van conflict -personages -expliciete boodschap (boodschap kant en klaar aangereikt (monoloog tot publiek) -vormgeving (regisseur geeft persoonlijk commentaar op tekst door theatrale middelen) twee soorten toneel structuur: -traditioneel handelingsverloop -scénische bouw traditioneel handelingsverloop: -voorstelling begint met expositie (meest noodzakelijke informatie om stuk te kunnen volgen) -motorisch moment (handeling komt goed op gang, spanning word opgevoerd) -climax (omslag in de situatie van het hoofdpersonage veroorzaakt) -afloop (ontknoping) aristotelisch: overzichtelijk handelingsverloop, alle gebeurtenissen zijn gerangschikt lang duidelijk herkenbare rode draad eenheid van tijd, plaats en handeling: alles moet zich binnen 24 uur op 1 plaats afspelen en de aandacht moet gericht zijn op 1 intrige scenische bouw: vergelijkbare structuur als soap, maar met minder wisselingen episch theater: scènes staan als zelfstandige, losse episodes naast elkaar, als snoer losse kralen plaats, tijd en handeling kunnen per scène verspringen absurde toneel: houdt zich aan geen enkele toneelwet, benadrukt absurditeit van wereld door ontbreken van een normale logische/causale samenhang in gebeurtenissen, geen duidelijke lijn cabaret begint in 1895 in Amsterdamse quellijnstraat met programma van satirische liedjes en politiek getinte conferences inzet cabaretier: maken van kritische kanttekeningen bij het dagelijks leven soorten cabaret: -literair-satisrisch (Wim Sonneveld) -geengageerd, maatschappijkritisch (Wim Kan) -beschouwend-verhalend (Youp van t Hek) -muzikaal (Hans Liberg) -nonsens (Herman Finkers) -fysiek (duo Waardenberg en de Jong) -stand-up comedians https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-ckv-overzicht Pagina 4 van 8
belangrijkste onderscheid tussen toneel en cabaret: hoofdrolspelers presenteren zich op persoonlijke titel (cabaret is écht, niet andere toneelwerkelijkheid) muziektheater: theater waar muziek een belangrijke plaats inneemt, voornaamste genres: -opera -operette -musical =toneelstukken waarin acteurs een deel van hun tekst of gehele tekst zingend ten gehore brengt (zangspel) bekend opera: Nederlandse opera opera voorstelling begint met ouverte recitatief: gezongen tekst in spreektaal aria: lied waarin de zanger meestal uiting geeft aan zijn de gemoedstoestand op dat moment, maar geeft hem vooral de kans alle registers van zijn stem te demonstreren beroemd opera koor: slavenkoor uit nabucco van Verdi belangrijke operacomponisten: Mozart, Verdi, Wagner, Schat. prima donna: belangrijkste zangeres primo huomo: belangrijkste zanger libretto: tekst van opera veelgebruikte onderwerpen: -verhalen uit geschiedenis, bijbel -verhalen uit dagelijks leven -bekende liefdesverhalen buffospel: grappige onderbreking van serieuze opera komische opera: zelfstandig genre: buffospel operette: zangspel, onderwerpen zijn luchtiger, muziek is eenvoudiger dan opera, meer gesproken tekst, gaat bij voorkeur over geliefden, geen diepere betekenis, komt vaak uit wenen hoofdstadoperette: ned. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-ckv-overzicht Pagina 5 van 8
musical: realistisch, showachtige presentatie, ernstige ondertoon moderne musical: resultaat van gedegen teamwerk tussen tekstschrijver, componist, arrangeur, choreograaf, decor/kledingontwerper, meestal is elk aspect nauwkeurig en dwingend vastgelegd bekend ballet: nationale ballet, Nederlands danstheater 2 westerse danstechniek: -klassiek (academisch) ballet -moderne dans showballet: populaire vorm van moderne dans ballet: klassiek ballet dans: rest danssoorten choreografie: verhaal of idee in danspassen uitwerken functies gezelschap: solisten half-solisten corps de ballet balletmeester 3 dansvoorstellingen: -verhalend/uitbeeldend -thematisch (uiting...) -absoluut/abstract (bewegingsconstructie) mime: kunst van suggestie bewegingstheater: toneeltheater cameragebruik en montage maakt film uniek 3 belangrijke cameragebruiken: -camera-afstand -camerabeweging -camerastandpunt https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-ckv-overzicht Pagina 6 van 8
vogelperspectief: situatie van bovenaf filmen kikkerperspectief: onderen filmen neutraal perspectief: op ooghoogte subjectief perspectief: meekijken met een van personen meervoudig subjectief perspectief: vanuit meerdere mensen objectief perspectief: camera registreert alleen wat er gebeurt flashforward: beelden in toekomst film productie mensen: -schrijver scenario -producent -regisseur -decorontwerpers en makers -cameramensen en technici -acteurs -grimeurs, kappers, kleedsters -componist scenario: beschrijft handelingen en personen die voorkomen met dialogen dramaturgische laag: beschrijven regisseur: spanningsopbouw, locatie, regieaanwijzingen draaiboek: camerabewegingen en instellingen, waar microfoons, wat verschillende technici moeten doen enscenerende laag: aanwijzingen draaiboek: kostuum, kapsel, ruimte, decor, belichting, geluid filische laag: regisseur monteert de beelden laag van werking: : of publiek film ervaart op de wijze dat regisseur bedoelt filmgenres: western melodrama screwball comedy film noir https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-ckv-overzicht Pagina 7 van 8
animatie film: tekenfilms, videoclips melodie: opgebouwd uit tonen van verschillende toonhoogte ritme: geeft lengte, duur van noten aan lichte muziek: popmuziek, jazz, musical, volksmuziek klassiek: orkestrale kamer vocale oratorium: gezongen bijbelverhaal basiselementen muziek: toonhoogte, toonduur, dynamiek, klankkleur https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-ckv-overzicht Pagina 8 van 8