De wet regelt wie Nederlander is en wie hier wordt toegelaten. Uitlevering aan een ander land is alleen mogelijk als er met dat land een verdrag is. Iedereen heeft het recht het land te verlaten, behalve als de wet dat verbiedt. LETTERLIJKE TEKST ARTIKEL 2 1 De wet regelt wie Nederlander is. 2 De wet regelt de toelating en de uitzetting van vreemdelingen. 3 Uitlevering kan slechts geschieden krachtens verdrag. Verdere voorschriften omtrent uitlevering worden bij de wet gegeven. 4 Ieder heeft het recht het land te verlaten, behoudens in de gevallen bij de wet bepaald. TOELICHTING BIJ ARTIKEL 2 De Grondwet is in dit artikel in het eerste en tweede lid weinig concreet. Er staat bijvoorbeeld niet waaraan de wet die in het artikel genoemd wordt, zou moeten voldoen. Het artikel zegt alleen dat de wetgever zo n wet moet maken. Alleen het vierde lid zou je tot de echte klassieke grondrechten kunnen rekenen. Artikel 4 is een moeilijk artikel in een multiculturele samenleving waar voortdurend sprake is van een zekere spanning tussen het behoud van je eigen identiteit en de wens (of plicht!) tot integratie. Denk aan de discussie over de dubbele nationaliteit die regelmatig in de Nederlandse politiek oplaait. In de Grondwet wordt op allerlei plaatsen onderscheid gemaakt tussen degenen waarop de wet zich op richt. Zo staat hier 'een ieder in lid 4 van dit artikel, terwijl bijvoorbeeld artikel 3 het heeft over alle Nederlanders en er in artikel 4 gesproken wordt van 'iedere Nederlander. In veel gevallen moet je om aanspraak te kunnen maken op grondrechten Nederlander zijn. Dan staat er in de Grondwetstekst iedere Nederlander of alle Nederlanders. Lid 1 Naturalisatie wordt geregeld in de Wet inburgering, laatstelijk aangepast op 30 november 2006. Deze wet zegt dat je Nederlander wordt door geboorte uit een Nederlandse vader of moeder, door adoptie en door naturalisatie. (Pas in 1984 werd de moeder naast de vader in de tekst opgenomen.) De Wet inburgering kent een inburgeringsplicht. Het krijgen van een verblijfsvergunning is afhankelijk van een inburgeringsexamen waarin degenen die Nederlander willen worden, op hun kennis van de Nederlandse taal en samenleving getoetst worden. Lid 2 De wet waarover in lid 2 wordt gesproken, is de uit 1967 stammende Uitleveringswet. In het algemeen geldt dat Nederlanders niet mogen worden uitgeleverd aan andere landen. In geval van twijfel toetst de rechter de voorgenomen uitzetting. Hij zal de uitzetting ook toetsen 1 / 5
aan mensenrechten, zoals het recht op gezinsleven dat in artikel 8 EVRM is verwoord. Op grond van dit artikel zal de rechter uitzetting niet toestaan als de rest van het gezin in ons land woont. Lid 3 Hert derde lid maakt het mogelijk dat Nederlanders in bepaalde gevallen toch aan een buitenland kunnen worden uitgeleverd. Ook dit is geregeld in de Uitleveringswet van 1967. Om een Nederlander te kunnen uitleveren moet aan de volgende voorwaarden voldaan zijn : Er moet met het betrokken land een uitleveringsverdrag gesloten zijn. De uitlevering vindt alleen plaats met uitdrukkelijke toestemming van de minister van Justitie. De vrijheidsstraf die in het ander land wordt opgelegd, moet in ons land mogen worden uitgezeten. Op het vergrijp moet niet alleen in ons land maar ook in het andere land een gevangenisstraf van minstens één jaar staan. Uitlevering van een Nederlander naar een ander land vindt in elk geval niet plaats als: Thema's als godsdienst, levensovertuiging, hoge leeftijd, jeugdige leeftijd, gezondheid en politiek een rol in het proces spelen. In het vragende land de doodstraf zou kunnen worden opgelegd. Met andere woorden: Een Nederlander kan worden uitgeleverd aan een ander land als hij of zij daar een strafbaar feit gepleegd heeft waar een gevangenisstraf van meer dan één jaar op staat, en dat niet valt onder één van de eerder genoemde categorieën. Lid 4 Het recht om het land te verlaten wordt ook wel het paspoortrecht genoemd. De meest toegepaste uitzonderingsregel op dit recht geldt voor mensen met een belastingschuld of openstaande boetes. Onlangs stond bijvoorbeld nog het bericht in de krant dat een man zijn vlucht miste omdat hij na de controle op Schiphol nog een boete 1700 euro moest betalen wegens rijden onder invloed. Internationaal zijn ook afspraken gemaakt over het verlaten van het eigen land in het verdrag van New York en het Europees verdrag inzake de nationaliteit. ARTIKEL 2 IN DE ACTUALITEIT Links naar nieuwsitems 2 / 5
Het Nederlandse vluchtelingenbeleid De hoofdregel is dat een kind Nederlander is als ten tijde van de geboorte de vader of de moeder Nederlander was. In heel veel andere landen geldt deze regel ook. Van der Pot merkt hierover op pagina 230 van zijn beroemde Handboek Nederlands staatsrecht: Dan begrijpt ieder de gevolgen. De praktijk van de afgelopen jaren laat zien dat er in Nederland rond het begrip vreemdeling zoveel in beweging is dat niet voor een zwaar wetgingevingtraject gekozen wordt, maar dat men liever met circulaires werkt. Hier gaat dan bijvoorbeeld om zaken als verblijfsvergunningen, status en asiel, verdragsvluchtelingen, humanitaire vluchtelingen en de rechtsbescherming van vluchtelingen. Veranderingen in het Nederlandse vluchtelingenbeleid worden vaak geïnspireerd door het internationale recht. De ontruiming van het tentenkamp in Ter Apel In mei 2012 begonnen veertig een uitgeprocedeerde Irakezen een tentenkamp bij het Azielzoekerscentrum in Ter Apel. Het kamp groeide snel. Op een gegeven moment stonden er op het veld zo n zestig tenten waarin 350 mensen bivakkeerden. De gemeente Vlagtwedde besloot op te treden en maakte een noodverordening die het mensen verbood om zich vanaf woensdag 23 mei in het tentenkamp op te houden. Op die bewuste woensdag dienden de asielzoekers een bezwaarschrift in tegen de noodverordening en vroegen de rechter om een voorlopige voorziening. De burgemeester wachtte de procedures echter niet af en liet de politie dezelfde dag nog het tentenkamp ontruimen. Bij deze actie werden 117 mensen gearresteerd. In veel krantencommentaren naar aanleiding van de ontruiming werd de vraag gesteld of hier geen sprake was een schending van Artikel 17 in de Grondwet dat het recht op toegang tot de rechter veilig wil stellen. Het tentenkamp in Ter Apel werd immers ontruimd nog vóór de de Groninger rechtbank een uitspraak had kunnen doen. De dag daarop beoordeelde de bestuursrechter de ontruiming als disproportioneel. Daar bleef het voorlopig bij, want het kamp was feitelijk al is verdwenen. En dat blijft zo tijdens de juridische schermutselingen in de weken die daarop volgen. In de juridische wereld is men alom de mening toegedaan dat de burgemeester van Vlagtwedde bij het noodbevel om het tentenkamp te ontruimen fout gehandeld heeft. Volgens het Nederlandse Juristenblad heeft de burgemeester het grondrecht om te betogen met voeten getreden. Bovendien wachtte de burgemeester de uitspraak van de rechter niet af en gaf opdracht tot ontruiming vóórdat de rechter uitspraak deed. Daarmee was tevens een ander 3 / 5
recht geschonden, namelijk het eerder genoemde Artikel 17 dat het recht tot toegang tot de rechter wil veiligstellen. Hiërarchie rechtsregels Interessant in dit verband is het volgende lijstje dat min of meer de hiërarchie in het toepassen van rechtsregels aangeeft. Hoe hoger op de lijst, hoe meer kracht zo n regel heeft. Burgemeesters die een noodverordening uitvaardigen, staan bijna onderaan in de lijst. In Nederland geldt de volgende rangorde: internationale verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden Grondwet Nederlandse wet algemene maatregel van bestuur ministeriële regeling provinciale verordening gemeentelijke verordening JURISPRUDENTIE ROND ARTIKEL 2 De uitlevering van Holleeder en Van Hout door Frankrijk in 1984 Welke vrijheid heeft een land als Nederland nog om zelf nadere voorschriften te maken voor het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit. Bovendien is de vraag hoe lang een nationale staat dit soort regels nog autonoom zal kunnen maken? Een bekend en berucht voorbeeld uit het verleden is de uitlevering van Willem Holleeder en Cor van Hout voor de Heineken-ontvoering door Frankrijk aan Nederland. Het bestaande uitleveringsverdrag van Nederland met Frankrijk was op het moment van aanhouding in februari 1984 in Parijs onvoldoende om beide heren aan Nederland uit te leveren. Het verouderde verdrag die nog uit 1895 stamde, hield in dat Holleeder en Van Hout alleen veroordeeld konden worden op grond van 'schriftelijke bedreiging' en niet voor afpersing en ontvoering. Dat betekende dat hun maximale straf slechts vier jaar zou zijn en niet twaalf jaar en daar wilde Nederland niets van weten. Na maandenlange juridische onderhandelingen achter de schermen, nam toenmalig minister van Justitie Frits Korthals Altes een opmerkelijke beslissing: hij trok het uitleveringsverzoek in. Daarmee zadelde hij Frankrijk op met een groot juridisch probleem. Omdat er geen uitleveringsverzoek meer lag, werden Holleeder en Van Hout tot ongewenst vreemdeling verklaard. Zonder geldig paspoort konden ze echter geen kant op. 4 / 5
Uiteindelijk hebben de Fransen twee jaar met het duo in hun maag gezeten tot het verdrag was aangepast en Holleeder en Van Hout alsnog konden worden uitgeleverd. Het duo werd ondergebracht in hotels waar ze huisarrest hadden. Ze werden in februari 1986 overgebracht naar Guadeloupe, vervolgens naar het Franse deel van Sint-Maarten om enkele maanden later via Guadeloupe weer naar Frankrijk terug te keren. Dit alles vanwege heftige protesten van de lokale bevolking die in actie kwam tegen het dumpen van criminelen op hun tropische paradijsjes. Maanden later kon Nederland op grond van een nieuw uitleveringsverdrag opnieuw om uitlevering van Holleeder en Van Hout vragen, waarna ze opnieuw in een Franse gevangenis kwamen te zitten. Het uitleveringsverzoek werd ingewilligd en ze werden op 31 oktober 1986 aan Nederland uitgeleverd. De rest van het verhaal is bekend. EUROPESE GRONDRECHTEN De volgende internationale verdragen bevatten wet- en regelgeving die een directe relatie heeft met artikel 2 van de Nederlandse Grondwet: Internationaal verdrag betreffende de status van vluchtelingen Verdrag van New York Overeenkomst van Bern Akkoord van Schengen (afschaffing van controles van de binnengrenzen) Asielverdrag van Dublin Europees verdrag inzake nationaliteit Verdrag betreffende de werking van de Europese unie Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens 5 / 5