Monitoring asiel: profiel asielzoekers in het opvangnetwerk van Fedasil op 31 maart 2016 Nota in het kader van de coördinatieopdracht monitoring asielinstroom van het Agentschap Integratie en Inburgering Publicatiedatum: 23 mei 2016 Inhoud Samenvatting... 2 Inleiding... 3 1. Nationaliteit... 4 2. Geslacht... 4 3. Leeftijd... 5 4. Gezinssituatie... 6 5. Verblijfsstatus van de opgevangen personen... 8 6. Vergelijking met februari 2015... 9 1
Samenvatting Deze nota beschrijft de kenmerken van de personen in het opvangnetwerk van Fedasil op 31 maart 2016. Op dat moment werden 16.770 personen opgevangen in Vlaanderen en Brussel. 69,2% van deze opgevangen personen heeft de Afghaanse, Irakese of Syrische nationaliteit. 71,7% van de opgevangen personen is man. Voornamelijk bij personen uit Afghanistan, Pakistan en Irak is het aandeel mannen bijzonder hoog. Meer dan de helft van de opgevangen personen is jonger dan 25 jaar oud. 29,4% is jonger dan achttien. Bij de minderjarigen is 20,9% niet-begeleide minderjarige vreemdeling. 95,8% van hen zijn jongens en 79,0% heeft de Afghaanse nationaliteit. Ruim de helft van de opgevangen personen is alleenstaand: alleenstaande man (39,0%), alleenstaande vrouw (4,4%) of niet-begeleide minderjarige vreemdeling (8,0%). De andere personen worden opgevangen samen met gezinsleden. Hierbij zijn verschillen naar nationaliteit: Syriërs komen vaker in gezinsverband (60,1%), bij Somaliërs valt het grote aandeel alleenstaande vrouwen op, bij Afghanen het groot aandeel niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Wat verblijfsstatus betreft, zijn 84,7% van de opgevangen personen asielzoekers in afwachting van een beslissing, 8,3% is erkend vluchteling of kreeg de subsidiaire bescherming. Bij 6,0% is de bescherming geweigerd. In vergelijking met de situatie op 29 februari is het aantal opgevangen personen stabiel gebleven. Ook wat betreft de kenmerken nationaliteit, geslacht, leeftijd, gezinssituatie en verblijfsstatus zijn er enkele kleine verschuivingen. 2
Inleiding Het cijfermateriaal voor deze nota is gebaseerd op een databestand van Fedasil, de federale instantie die instaat voor de opvang van asielzoekers tijdens hun procedure. Het bestand bevat, per persoon (anoniem), een aantal kenmerken: nationaliteit, geslacht, leeftijd, gezinssituatie, status en verblijfsduur in het netwerk van de opvang. Dit bestand laat toe om de opgevangen asielzoekers aan de hand van deze kenmerken te beschrijven. Het bestand dat in deze nota gebruikt wordt geeft de situatie weer op 31 maart 2016. Op dat moment werden in Vlaanderen en Brussel 16.770 personen opgevangen, het is deze groep die in deze nota beschreven wordt. Deze nota volgt het stramien van eerdere nota s die de situatie beschreven op 31 december 2015, 31 januari 2016 en 29 februari 2016. In de voorlaatste paragraaf wordt de belangrijkste verschuiving sinds die data aangeduid. 3
1. Nationaliteit Drie nationaliteiten maken elk meer dan 20% uit van de opgevangen asielzoekers in Vlaanderen en Brussel: Irak, Afghanistan en Syrië. Samen vormen ze 69,2% van het totaal aantal personen in opvang. De overige 30,8% zijn verdeeld over nog eens 78 verschillende nationaliteiten. Nationaliteiten met minder dan honderd personen worden in de grafiek gegroepeerd onder de categorie andere landen. Figuur 1. Nationaliteit van de opgevangen asielzoekers in Vlaanderen en Brussel Kosovo 0,9% Congo DR (Kinshasa) 1,3% Eritrea 0,9% Oekraïne 0,9% Albanië 1,6% Rusland (incl. Tsjetsjenië) 2,3% Onbepaald 2,4% Rwanda 0,8% Iran 1,9% Guinee 1,6% Pakistan 0,7% Somalië 4,9% Burundi 0,7% Andere landen 10,0% Afghanistan 26,4% Syrië 20,1% Irak 22,7% N=16.743 27 onbekenden 2. Geslacht Van 16.664 personen is het geslacht genoteerd in het bestand (er zijn 106 onbekenden): 11.942 zijn man (71,7%) en 4.722 zijn vrouw (28,3%). Figuur 2 toont dat het overwicht aan mannen verschilt per nationaliteit (enkel de nationaliteiten met meer dan honderd personen zijn opgenomen). Het overwicht van de mannen situeert zich met name bij personen uit Afghanistan, Irak en Syrië. Omdat deze nationaliteiten het talrijkst zijn in de opvang stuwen ze het percentage mannen voor het volledige bestand de hoogte in. Voor de Europese nationaliteiten is er meer evenwicht in de verhouding tussen de geslachten. Een aantal nationaliteiten uit centraal Afrika tellen verhoudingsgewijs meer vrouwen. 4
Figuur 2. Aandeel mannen en vrouwen voor verschillende nationaliteiten van de opgevangen asielzoekers in Vlaanderen en Brussel Afghanistan Pakistan Irak Syrië Onbepaald Iran Eritrea Somalië Oekraïne Albanië Kosovo Rusland (incl. Tsjetsjenië) Guinee Congo DR (Kinshasa) Rwanda Burundi 83,9% 79,8% 76,3% 70,3% 70,0% 69,9% 68,7% 64,2% 59,1% 57,7% 53,6% 48,1% 46,3% 44,9% 43,4% 43,2% 16,1% 20,2% 23,7% 29,7% 30,0% 30,1% 31,3% 35,8% 40,9% 42,3% 46,4% 51,9% 53,7% 55,1% 56,6% 56,8% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Man Vrouw Bron: Fedasil, verwerking Agentschap Integratie en Inburgering 3. Leeftijd Het gaat over een erg jonge populatie. Tabel 1 toont dat 52,5% van de personen in opvang jonger is dan 25. 29,4% is zelfs jonger dan achttien (4.927 personen). Hierbij noteren we ook dat van deze 4.927 minderjarigen 1032 niet begeleid zijn, zij behoren tot de categorie niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV). Van alle minderjarigen in de opvang is dat 20,9%, één op vijf. Nog een aantal andere gegevens over deze NBMV: 76,8% van alle NBMV is tussen zestien en achttien; 22,0% is tussen twaalf en vijftien en 1,2% is jonger dan twaalf. jongens zijn met 95,8% veruit in de meerderheid, er zijn 43 niet-begeleide meisjes in het netwerk. 79,0% komt uit Afghanistan. Te noteren valt dat we onder de volwassenen nog 300 personen vinden voor wie de gezinssituatie NBMV jongen/meisje is. Deze personen zijn bijna allemaal achttien, soms één of twee jaar ouder. Het gaat waarschijnlijk over personen die bij aankomst minderjarig waren en intussen meerderjarig werden. Het kan eveneens gaan om personen die na onderzoek meerderjarig bleken te zijn maar hun aanvraag deden als NBMV. 5
Tabel 1. Opgevangen asielzoekers in Vlaanderen en Brussel naar leeftijd Leeftijdsgroep Aantal Percentage 0-2 678 4,0% 3-5 800 4,8% 6-11 1.332 7,9% 12-17 2.117 12,6% 18-24 3.878 23,1% 25-49 7.028 41,9% 50-64 654 3,9% 65+ 283 1,7% Totaal 16.770 100,0% Bron: Fedasil, verwerking Agentschap Integratie en Inburgering voor 180 personen ontbreekt deze variabele, niet opgenomen in de tabel 4. Gezinssituatie Figuur 3. Gezinssituatie van de opgevangen asielzoekers in Vlaanderen en Brussel Koppel 3,3% Ander gezin 13,2% NBMV 8,0% Eenoudergezin 9,5% Alleenstaande man 39,0% Tweeoudergezin 22,6% N=16770 77 onbekenden Alleenstaande vrouw 4,4% Figuur 3 geeft per persoon weer in welke gezinssituatie hij of zij verkeert in de opvang. Ruim de helft is alleen: als man (39,0%), als vrouw (4,4%) of als NBMV (8,0%). Samen is 51,4% van de opgevangen personen alleenstaand. Het overige deel (48,6%) wordt opgevangen met andere gezinsleden: tweeoudergezin met kinderen, eenoudergezin met kinderen, als koppel of in een anders samengesteld gezin. 6
Voor deze grafiek is het aantal NBMV hoger dan in de vorige paragraaf: 1.332 in plaats van 1032 personen. Het verschil is dat voor dit kenmerk gezinssituatie een aantal oudere NBMV ook zijn opgenomen. Het gaat om NBMV die gedurende hun verblijf achttien zijn geworden en NBMV die na onderzoek blijken meerderjarig te zijn. Figuur 4 toont een aantal verschillen tussen de nationaliteiten voor gezinssituatie. Syriërs komen het vaakst met gezinsleden (60,1%), gevolgd door Irakezen (50,7%), Afghanen (32,7%) en Somaliërs (18,2%). Opmerkelijk voor Afghanistan is het groot aandeel NBMV, opmerkelijk voor Somalië is het groot aandeel alleenstaande vrouwen. Figuur 4. Gezinssituatie voor vier nationaliteiten van de opgevangen asielzoekers in Vlaanderen en Brussel Syrië 60,1% 34,3% 2,2% 3,4% Irak 50,7% 46,4% 1,7% 1,1% Afghanistan 32,7% 43,8% 1,1% 2 Somalië 18,2% 53,0% 21,5% 7,3% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Samen met gezinsleden Alleenstaande man Alleenstaande vrouw NBMV De gezinssituatie van de opgevangen personen verschilt naargelang het type opvangplaats. Figuur 5 illustreert dit. Van alle asielzoekers wordt twee derde wordt opgevangen in collectieve faciliteiten (66,6%), en één derde (33,4%) in de individuele opvang, voornamelijk de lokale opvanginitiatieven (LOI) beheerd door de OCMW s. De meerderheid van gezinnen verblijft in een collectieve opvangvorm (57,6%). Verhoudingsgewijs is dit minder dan de alleenstaanden. Van de alleenstaande mannen verblijft 72,5% in de collectieve 7
opvang. Bij de alleenstaande vrouwen is dit 70,8% en bij de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen is dit 89,9%. Figuur 5. Opvangvorm voor de verschillende gezinssituaties in Vlaanderen en Brussel Samen met gezinsleden 57,6% 42,4% Alleenstaande vrouw 70,8% 29,2% Alleenstaande man 72,5% 27,5% NMBV 89,9% 10,1% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Collectief Individueel 5. Verblijfsstatus van de opgevangen personen Van 14.794 personen is de verblijfsstatus bekend. Het aantal onbekenden (1.976) voor dit kenmerk is vrij hoog. Figuur 6 toont dat, behalve personen die wachten op hun asielbeslissing, er ook verblijven in afwachting van een vertrek uit de opvang: 8,3% omdat ze erkend zijn als vluchteling of als subsidiair beschermde; 6,0% omdat hun erkenning geweigerd is. 8
Figuur 6. Status van de opgevangen personen in Vlaanderen en Brussel bescherming geweigerd 6,0% andere situatie 0,9% bescherming toegestaan 8,3% N=14.794 1.976 onbekenden in afwachting van asielbeslissing 84,7% 6. Vergelijking met februari 2016 In vergelijking met de situatie op 29 februari is het aantal opgevangen personen stabiel gebleven (16.765 in februari, 16.770 in maart). Ook wat betreft de kenmerken nationaliteit, geslacht, leeftijd, gezinssituatie en verblijfsstatus zijn er enkel kleine verschuivingen, met name een stijging van het aandeel NBMV (van 18,1% van alle minderjarige opgevangen personen naar 20,9%) en een stijging van het aandeel erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden (van 6,9% naar 8,3% van de opgevangen personen). 9