Academiejaar 2013-2014. Historische Nederlandse Letterkunde



Vergelijkbare documenten
Hier leer je verschillende academische teksten lezen, schrijven en voordragen. Deze cursus dient ook als een soort voorbereiding op je scriptie.

Login eduroam. (Gebruik je studentennummer en KU Leuven-paswoord)

havo 1

Sint-Jan Berchmanscollege

Bachelorexamen Nederlands

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Sint-Jan Berchmanscollege

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Premaster Letterkunde, programma Literaire vorming en literair veld Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Letterkunde

Minor Filosofie en Wetenschap Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren

Sint-Jan Berchmanscollege

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Onderwijs- en examenregeling

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

Minor Goede doelen, filantropie en non-profits Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren

BLOK t/m = week 1 t/m week 8. Colleges: t/m = 6 weken LEIDENS ONTZET: geen college op ma 3 okt.

Premaster Letterkunde, programma Literaire vorming en literair veld Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Letterkunde

Academiejaar Programmagids. Master in de meertalige communicatie. Master Meertalige Communicatie

Inleiding op Middeleeuwse Epiek

Voor wie? Omschrijving

geschiedenis geschiedenis

Master in de westerse literatuur. Masterinfoavond 7 maart 2018

INHOUDSOPGAVE VERANTWOORDING WOORD VOORAF

Eindexamen geschiedenis havo I

Het Gruuthuse-handschrift in woord en klank

Studierichtingen voor de derde graad

2.5 Seminar Literatur- und Sprachwissenschaft (3. und 4. Semester) 2.5 a Werkcollege met werkstuk (en presentatie) datum:

Onthaal BACHELOR GESCHIEDENIS OPBOUW PROGRAMMA/MOTIVATIE

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Spojená východoindická společnost. Comenius Státní překlad Bible

Samenvatting Nederlands Nederlandse literatuurgeschiedenis

PTA Kunst VWO Belgisch Park cohort

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Vak: Nederlands Klas: 4 vwo Blok: I a

STEDELIJKE DYNAMIEK IN DE LAGE LANDEN ( ) Nascholingsconferentie geschiedenis 2019

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Minor Goede doelen, filantropie en non-profits Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren

Vragen literatuur 6-VWO Deze vragenlijst is grotendeels gebaseerd op de Coach van Noordhoff. Literaire begrippen

JOOST VAN DEN VONDEL. Jakub Jun Kristýna Němčanská Ema Kubovičová

Minor Goede doelen, filantropie en non-profits

Login eduroam. (Gebruik je studentennummer en KU Leuven-paswoord)

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Deel III B. Cursusaanbod Deeltijd

Nieuwe Nederlandse Literatuur

Master Musicologie. Promotoren en onderwerpen masterproeven

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD

Hertalen als werkvorm voor onderwijs in historische letterkunde:

Het taalbeleid aan de Universiteit Gent : resultaten en bevindingen

Programma van toetsing en afsluiting. Schooljaar havo

Overdracht van cijfers van naar Faculteit Letteren. Concordantietabel (versie juni 2014) Modeltraject 3 Toegepaste Taalkunde

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Erfgoedstudies (duaal) Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - M Erfgoedstudies (duaal)

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

PTA Kunst VWO Belgisch Park cohort

Leerlijnen BA Geschiedenis

CROSS- OVER 2013: OVER GRENZEN. Universiteit Gent, 8 februari Call for Papers

Bachelor of Arts in de taal- en letterkunde (verkorte programma voor professionele bachelors in onderwijs: secundair onderwijs)

Overzicht van tabellen en figuren

Onderwijs- en examenregeling

Academiejaar Programmagids. Voorbereiding. VP ABA HW+TEW+Rechten+Humane of positieve wetenschappen naar MaJ

BA 1 NTC Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 vaktitel vakcode 7 collegewekeweken. tentamen. schriftelijk. schriftelijk. tentamen. tentamen.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Minor Landschapsgeschiedenis

Basisprogramma 1: Vroegmodern (6ECTS) NB Op dag 1, 6 en 7 zijn de programma s van Basisprogramma 1 en 2 gecombineerd en worden dan op vrijdag gegeven.

Inhoudsopgave. Deel I Kritische discoursanalyse. Overzicht van tabellen en figuren Tabellen Figuren Voorwoord Inleiding en verantwoording Inleiding

Academiejaar Programmagids. Voorbereiding. VP ABA communicatiewetenschappen naar MaJ

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

technisch verslag literatuur

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid

Examentraining - Geschiedenis. HAVO 5 Republiek Duitsland Koude oorlog

Samenvatting Nederlands Literatuurgeschiedenis

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en

SPOKER IN REINAERT DE VOS

Profilering derde graad

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Richtlijnen voor studenten Geschiedenis ingeschreven in oud bachelorprogramma Geschiedenis (= versie 10) bij samenstellen van het curriculum

STUDIEHANDLEIDING Biografie Studies. Onderzoekcollege

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Academiejaar Programmagids. Verpleegkunde (PBA) 1eBa verpleegkunde

TALEN EN CULTUREN VAN GRIEKENLAND EN ROME

Masterexamen Nederlands

Collectievormingsprofiel Engelse taal en cultuur

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

Onderwijs- en examenregeling

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Wat mag/moet je lezen?

Onderwijs- en examenregeling

Wat moet ik doen voor mijn Schoolexamens en Eindexamen Engels?

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Transcriptie:

Academiejaar 2013-2014 Historische Nederlandse Letterkunde

2 Ten geleide In dit document wordt toelichting geboden bij die opleidingsonderdelen die tot de Historische Nederlandse Letterkunde worden gerekend. Let wel: sommige opleidingsonderdelen bestaan ook uit een component Moderne Nederlandse Letterkunde, zoals Nederlandse Letterkunde I voor sommige opleidingsonderdelen moet een keuze gemaakt worden uit verschillende mogelijkheden, zoals bij Nederlandse Letterkunde V Voor die gedeelten of keuzemogelijkheden die tot de Moderne Nederlandse Letterkunde behoren, wordt verwezen naar de desbetreffende (algemene) infobrochure, die je via deze webpagina kunt vinden (http://www.taalenletterkunde.ugent.be/). Bij de derde bachelor en de master zijn suggesties te vinden voor keuzevakken die bij het vakgebied van de Historische Nederlandse Letterkunde aansluiten. De lesgevers betrokken bij de Historische Nederlandse Letterkunde zijn: prof. dr. Youri Desplenter (zelfstandig academisch personeel) prof. dr. Jürgen Pieters (zelfstandig academisch personeel) prof. dr. Christophe Madelein (gastprofessor) dr. Lise Gosseye (assisterend academisch personeel) dr. Veerle Uyttersprot (assisterend academisch personeel) dr. Samuel Mareel (wetenschappelijk personeel, FWO) dr. Kornee van der Haven (wetenschappelijk personeel, FWO) Britt Grootes (bursaal)

3 [BACHELOR] BACHELOR 1 Nederlandse letterkunde I [titularis: Prof. dr. Youri Desplenter] A. Hoorcollege Lesgever: Prof. dr. Youri Desplenter Met het hoorcollege wordt beoogd de studenten inzicht bij te brengen in het historisch functioneren van literatuur, meer bepaald in de vroegste periode van de Nederlandse letterkunde, de middeleeuwse. Uitvoerige toelichting over organisatie, verloop en ondervraging van alle onderdelen van Nederlandse letterkunde I én II wordt gegeven in het eerste hoorcollege. Syllabus: J. Reynaert, D. Coigneau e.a., Overzicht van de Nederlandse letterkunde, deel 1, Gent: Academia Press, 2005 Lectuurlijst bij het hoorcollege (1 ste semester) 1. Karel ende Elegast (één van de volgende edities) G. Stellinga (ed.), De ridderroman Karel ende Elegast, Zutphen: W.J. Thieme & Cie, 1970 (Klassiek Letterkundig Pantheon 132) R. Roemans, H. van Assche (ed.), Karel ende Elegast, Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel, 1979 (tiende druk; Klassieke Galerij 9) A.M. Duinhoven (ed.), Karel ende Elegast, s-gravenhage: Martinus Nijhoff, 1982 (Nederlandse Klassieken) A.M. Duinhoven (ed.), K. Eykman (vert.), Karel ende Elegast, Amsterdam: Uitgeverij Prometheus/Bert Bakker, 1998 (Nederlandse Klassieken) 2. De reis van Sinte Brandaen (één van de volgende edities) W. Wilmink (vert.), W. P. Gerritsen (inl.), De reis van Sint Brandaan. Een reisverhaal uit de twaalfde eeuw, Amsterdam : Prometheus, 2009 (achtste druk; Nederlandse Klassieken; ook te vinden op de Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren, http://www.dbnl.org) Ludo Jongen, Julia Szirmai en Johan H. Winkelman (ed.), De reis van Sint Brandaan. Kritische editie van de Middelnederlandse tekst naar het Comburgse handschrift, met vertalingen van de Middelnederlandse en Middelhoogduitse Reis-versie en van de Oudfranse en Middelnederlandse Navigatio-versie, Hilversum: Verloren, 2013 3. Lanceloet en het hert met de witte voet M. Draak (ed.), Lanceloet en het hert met de witte voet. Tekstuitgave met inleiding en woordverklaring, Leiden: Martinus Nijhoff, 1984 (zevende druk; ook te vinden op de Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren, http://www.dbnl.org)

4 4. Floris ende Blancefloer (één van de volgende edities) Diederic van Assenede, Floris ende Blancefloer, uitgegeven door J.J. Mak, Culemborg: Tjeenk Willink, 1974 (derde druk; Klassieken uit de Nederlandse Letterkunde) P. De Keyser (ed.), Floris ende Blancefloer. Een middeleeuwse idylle, Amsterdam: Wereldbibliotheek/Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel, 1978 (Klassieke Galerij 25; vijfde druk) Evaluatievorm: periodegebonden (schriftelijk examen) B. Oefeningen: moderne literatuur

5 Nederlandse Letterkunde II [titularis: Prof. dr. Youri Desplenter] A. Hoorcollege Lesgevers: Prof. dr. Youri Desplenter en dr. Samuel Mareel In het hoorcollege wordt het overzicht van de literatuurgeschiedenis voortgezet, met lessen over de laatmiddeleeuwse periode en de rederijkerstijd. Er wordt verder gebruikgemaakt van de syllabus Overzicht van de Nederlandse letterkunde, deel 1 (zie Nederlandse Letterkunde I). Lectuurlijst bij het hoorcollege (2 de semester) 1. Beatrijs (één van de volgende edities) R. Roemans, H. van Assche (ed.), Beatrijs, Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel, 1978 (tiende druk; Klassieke Galerij 21) F. Lulofs (ed.), Beatrijs. Uitgegeven met inleiding en aantekeningen, Leiden: Martinus Nijhoff, 1983 (zesde herziene druk; ook te vinden op de Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren, http://www.dbnl.org) G. Kazemier (ed.), Beatrijs. Met inleiding en aantekeningen, Zutphen: W.J. Thieme & Cie, 1978 (tweede druk; Klassiek Letterkundig Pantheon 184) Th. Meder (inl. en ed.), W. Wilmink (vert.), Beatrijs. Een middeleeuws Maria-mirakel, Amsterdam: Uitgeverij Prometheus/Bert Bakker, 1995 (Nederlandse Klassieken; ook te vinden op de Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren, http://www.dbnl.org) 2. Esmoreit R. Roemans, H. van Assche (ed.), Een abel spel van Esmoreit, Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel, 1977 (derde druk; Klassieke Galerij 98) 3. Elckerlijc A. Van Elslander (ed.), Den spyeghel der salicheyt van Elckerlijc, Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel, 1985 (achtste druk; ook te vinden op de Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren, http://www.dbnl.org) 4. Mariken van Nieumeghen D. Coigneau (ed.), Mariken van Nieumeghen, Hilversum: Verloren, 1996 (Middelnederlandse tekstedities 4; ook te vinden op de Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren, http://www.dbnl.org) 5. Die eerste Bliscap van Maria W.H. Beuken (ed.), Die eerste Bliscap van Maria en Die sevenste Bliscap van Onser Vrouwen, Culemborg: Tjeenk Willink / Noorduijn, 1978 (tweede druk), p. 54-141 (ook te vinden op de Digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren, http://www.dbnl.org) Evaluatievorm: periodegebonden (schriftelijk examen)

6 B. Oefeningen Lesgever: Dr. Veerle Uyttersprot In de oefeningen wordt allereerst Van den vos Reynaerde besproken. Deze roman lezen de studenten in hun geheel. Vervolgens komen fragmenten uit het encyclopedische werk Het boec van Sidrac aan de beurt. De studenten worden vertrouwd gemaakt met de typische moeilijkheden van het Middelnederlands, maar de klemtoon ligt op de analyse en de interpretatie van de gelezen teksten. Bij de Reynaert wordt onder andere aandacht besteed aan de talige ironie in het werk en de manier waarop wordt gespeeld met literaire conventies, bij Sidrac zal het vooral gaan over het middeleeuwse mens- en wereldbeeld. Het oefeningencollege bestaat uit enkele plenaire sessies waarin de besproken teksten worden toegelicht en geplaatst in een cultuurhistorische context. De overige oefeningencolleges bestaan uit werkcolleges in kleine groepen waarin concrete tekstfragmenten worden gelezen en geanalyseerd. Aan de studenten wordt ook de kans geboden (na de paasvakantie) om in de universiteitsbibliotheek een aantal handschriften met Middelnederlandse teksten van naderbij te bekijken. De studenten moeten regelmatig opdrachten voorbereiden die tijdens de werkcolleges verder worden uitgediept. Gedurende het semester werken ze individueel of per twee ook aan een reeks oefeningen met een oplopende moeilijkheidsgraad. Cursusmateriaal: 1. Van den vos Reynaerde (één van de volgende edities) P. de Keyser (ed.), Van den vos Reynaerde. Uitgegeven, ingeleid en verklaard, Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel, 1984 (tiende druk (bewerkt door A. van Elslander); Klassieke Galerij 8) F. Lulofs (ed.), Van den vos Reynaerde. De tekst kritisch uitgegeven, met woordverklaring, commentaar en tekstkritische aantekeningen, Hilversum: Verloren, 2001 (herdruk van de tweede verbeterde druk uit 1985; met een ten geleide van W.P. Gerritsen; Middelnederlandse Tekstedities 9) B. Besamusca en A. Bouwman (eds.), Reynaert in tweevoud. Deel I. Van den vos Reynaerde, Amsterdam: Bert Bakker, 2002 (Deltareeks) 2. Reader met de verplichte lectuur (fragmenten uit Het boec van Sidrac + de opgaven voor de opdrachten. 3. Mooijaart M. en M. Van der Wal, Nederlands van Middeleeuwen tot Gouden Eeuw. Cursus Middelnederlands en Vroegnieuwnederlands. Nijmegen, Uitgeverij Vantilt, 2011 Evaluatievorm: permanent (schrijfopdracht) en periodegebonden (schriftelijke examen)

7 BACHELOR 2 Nederlandse letterkunde III [titularis: Prof. dr. Christophe Madelein] A. Hoorcollege Lesgever: Prof. dr. Christophe Madelein In het hoorcollege wordt een overzicht gegeven van de Nederlandse literatuur van de vroege Renaissance tot en met de achttiende eeuw en van de context waarin zij ontstond. Daarbij worden verschillende thema s aangesneden die relevant zijn voor de literatuur van de bestudeerde periode. Het lesmateriaal bestaat uit lesnotities, de syllabus Overzicht van de Nederlandse Letterkunde deel 2 en een reader met primaire teksten. Syllabus: J. Reynaert, D. Coigneau e.a., Overzicht van de Nederlandse letterkunde, deel 2, Gent: Academia Press, 2003 Evaluatievorm: periodegebonden (schriftelijk examen) B. Oefeningen Lesgever: Dr. Veerle Uyttersprot In de oefeningen maken de studenten kennis met een aantal minder bekende teksten en auteurs uit de 16 de en 17 de eeuw, met als centraal thema literatuur in tijden van opstand. De klemtoon ligt op zelfwerkzaamheid en op actieve deelname aan de werkcolleges. De studenten moeten ook een paper schrijven over een auteur of thema uit de behandelde periode. Tijdens de werkcolleges maken de studenten kennis met verschillende soorten van protestliteratuur. De te lezen tekstfragmenten worden in digitale vorm aangeboden via Minerva. De studenten moeten deze fragmenten op voorhand lezen, ze moeten tevens enkele relevante artikels over de behandelde onderwerpen lezen en deze bespreken tijdens de werkcolleges. De mogelijkheid wordt geboden om dit te doen aan de hand van een kleine presentatie. Om de studenten te helpen bij het uitwerken van hun paper wordt tijdens de oefeningencolleges aandacht besteed aan het opstellen van een concrete onderzoeksvraag, de opbouw van een paper, het zoeken en vinden van bronnen (gebruik bibliotheek en catalogi) en het samenstellen van een bibliografisch apparaat. Verder worden er individuele begeleidingssessies voorzien om de studenten in de gelegenheid te stellen hun onderzoeks- en schrijfproces bij te sturen waar nodig. Cursusmateriaal: Reader met primaire teksten + enkele wetenschappelijke artikels over de behandelde teksten. Evaluatievorm: permanent: individuele schrijfopdracht + voorbereiding van en actieve deelname aan colleges en periodegebonden: schriftelijk examen

8 BACHELOR 3 Nederlandse Letterkunde V [titularis: Prof. dr. Yves T Sjoen] Dit vak omvat een aantal onderzoekstrajecten (werkcolleges), waaruit de studenten één kiezen. De docenten geven in de eerste les toelichting bij de manier waarop de studenten voor hun bijdrage(n) aan het werkcollege zullen worden geëvalueerd (paper, mondelinge presentatie). Ook lectuurlijsten en werkafspraken worden tijdens de inleidende lessen doorgenomen. Let wel: hieronder worden enkel de historische werkcolleges opgegeven! 1. Literatuur en politiek in de zestiende-eeuwse Nederlanden Lesgever: Dr. Samuel Mareel In dit seminarie onderzoeken we de veelzijdige en vaak complexe verhouding tussen literatuur en politiek. We concentreren ons daarbij op de zestiende eeuw, een van de meest bewogen periodes uit de Nederlandse geschiedenis. Centraal in het seminarie staan teksten die zijn geschreven naar aanleiding van belangrijke politieke gebeurtenissen, zoals vorstelijke intredes, de aanhoudende oorlogen tussen de Habsburgse keizer Karel V en de Franse koning Frans I en het begin van de Nederlandse Opstand. We kijken eerst en vooral welk beeld in de onderzochte teksten wordt geschetst van een bepaalde politieke gebeurtenis of figuur. Verheerlijkt de tekst, geeft hij kritiek, of blijft hij eerder neutraal? Vervolgens onderzoeken we aan de hand van welke literaire middelen dit beeld van een politieke gebeurtenis of figuur wordt gecreëerd en via welke media (bijvoorbeeld pamfletten, affiches, boeken, handschriften, opvoeringen tijdens publieke feesten) politieke teksten werden verspreid. Ten slotte denken we na over de motieven achter politieke literatuur en de impact ervan. Waarom schreven auteurs dergelijke teksten? Hoe verhouden de auteurs zich tot de politieke actoren? Waarom werden er net literaire teksten ingeschakeld? Welke reacties riepen de teksten op? Konden ze echt een invloed uitoefenen op de politiek? Literatuur Aan het begin van het college wordt op Minerva een reader geplaatst met (fragmenten uit) de volgende teksten: Jan Smeken, Een spel op hertoge Karle ons keyser nu es (ca. 1505) Jan de Scheerere, Triumphe ghedaen te brugghe ter intreye van caerle (1515) Matthijs de Castelein, Baladen van Doornijcke (1521/1522) Het Antwerps Liedboek (1544) Matthijs de Castelein, De Const van Rhetoriken (1555) Lucas d Heere, Beschryvinghe van het ghene dat vertoocht wierdt ter incomste van d'excellentie des Princen van Oraengien binnen der stede van Ghendt, den XXIX decembris 1577 (1577) Het Geuzenliedboek (1581) Evaluatievorm: referaat, paper

9 2. Sonnetten uit de Gouden Eeuw: bekentenissen van schrijvers en lezers Lesgevers: Prof. dr. Jürgen Pieters en Britt Grootes In The Art of the Sonnet (2010) bespreken Stephen Burt en David Mikics honderd Engelstalige sonnetten op grond van een geïntegreerde werkwijze die we in dit seminarie willen navolgen: (1) ze schetsen de historische en biografische achtergrond van de tekst [ waar komt het gedicht vandaan? ], (2) ze presenteren een aandachtige formele lectuur van de tekst [ hoe zit het gedicht in elkaar? ] en (3) ze geven een esthetische appreciatie van de tekst [ wat vind ik als lezer van het gedicht? ]. The Art of the Sonnet is meer dan alleen maar een fraaie bloemlezing. Het boek geeft ook uitleg over de geselecteerde teksten en het nodigt de lezer uit tot kritische reflectie: het vraagt eenentwintigste-eeuwse lezers om een respons op teksten die in de tijd ver van ons verwijderd zijn. In dit seminarie willen we een eerste aanzet geven voor een Nederlandstalige variant van dit mooie boek. De lesgevers bieden tijdens de eerste bijeenkomsten een kader dat de studenten vervolgens in staat moet stellen onder begeleiding de analyse van de geselecteerde gedichten aan te vatten. In dat kader wordt aandacht besteed aan de historische ontwikkeling van het sonnet als genre en als model voor wat we vanaf de romantiek als moderne lyriek zijn gaan beschrijven. Lyrische teksten lezen we vaak als persoonlijke uitdrukkingen van een innerlijke werkelijkheid (ervaringen, gedachten, gevoelens), alsof het bekentenissen zijn van de dichter aan een ingebeelde toehoorder. Aan de hand van het werk van literatuurwetenschappers en cultuurfilosofen als Jonathan Culler, Joel Fineman en Michel Foucault willen we in dit seminarie deze romantische opvatting van het lyrische gedicht historiseren en problematiseren. Na de inleidende lessen gaan we aan de slag met gedichten van (bijvoorbeeld) De Harduwijn, Hooft, Huygens, Van der Noot en Revius, maar even goed van Petrarca en Shakespeare. In het leesmodel dat we beogen, besteden we evenredig aandacht aan de contextualisering en aan de formele opbouw van de tekst. Daarnaast zullen we ons de vraag stellen of en hoe deze teksten ons blijvend aanspreken. Het collectieve eindproduct van het seminarie is een kleine bloemlezing met 17 de -eeuwse sonnetten die de groep de moeite meer dan waard vindt. De studenten schrijven ook een individuele paper over een van deze sonnetten, waarbij ze het voorgestelde leesmodel aan de hand van de verworven inzichten in de praktijk brengen. Literatuur Stephen Burt & David Mikics, The Art of the Sonnet, Cambridge, Mass.: Harvard University Press, 2010. Jonathan Culler, Structuralist Poetics. Structuralism, Linguistics and the Study of Literature, London & New York: Routledge, 1975 (chapter 8: Poetics of the Lyric, 188-220). Joel Fineman, Shakespeare s Perjured Eye. The Invention of Poetic Subjectivity in the Sonnets, Berkeley & L.A., Ca.: The University of California Press, 1986 ( Introduction, pp. 1-48) Michel Foucault, Les Anormaux. Cours au Collège de France. 1974-1975, Paris: Gallimard/Le Seuil, 1999 (lessen van 19 & 26 februari, pp. 155-215). Evaluatievorm: bijdrage aan de discussies (permanente evaluatie) en paper

10 Seminarie Nederlandse Letterkunde Let wel: hieronder wordt enkel het historisch seminarie opgegeven! Crisis in de literatuur, literatuur in crisis (1500-1800) Lesgevers: Dr. Lise Gosseye, Dr. Samuel Mareel, Dr. Kornee van der Haven Onder het lemma crisis in Webster's New World Dictionary (1966) vinden we de volgende drie definities terug: 1. the turning point in the course of a disease, when it becomes clear whether the patient will recover or die, 2. a turning point in the course of anything; decisive or crucial time, stage or event, 3. a crucial situation; a situation whose outcome decides whether possible bad consequences will follow: as, an economic crisis In het seminarie gaan we dieper in op de verschillende vormen van crisis (politieke, ideologische, economische, poëticale) die hun sporen hebben nagelaten op de literatuur vanaf het begin van de 16 de tot aan het einde van de 18 de eeuw. Gedurende deze periode hebben de Nederlanden verschillende momenten van crisis gekend; religieuze strijd tussen katholieken en protestanten en tussen protestanten onderling, machtsstrijd om politieke opvolging, dreiging van andere Europese grootmachten zoals in het Rampjaar 1672, economische stagnatie en recessie in de achttiende eeuw, maar ook de Revolutiejaren werden door velen als een moment van crisis ervaren. Dit gevoel van crisis had uiteraard invloed op het literaire bedrijf en er werd in literaire teksten uitgebreid op gereflecteerd. De vraag hoe literaire verbeelding werd ingezet om crisis niet statisch maar als een moment van verandering op te kunnen vatten (zie de definitie bij Webster s) zal in de colleges zeker aan de orde komen. Ook het literaire veld zelf werd in deze periode gekenmerkt door momenten van crisis. Er waren veel onderlinge conflicten tussen auteurs, maar ook externe factoren speelden hierbij een rol, zoals bijvoorbeeld de plakkaten van Karel V en Filips II tegen de rederijkers, de veroordeling van Vondel voor Palamedes, de jarenlange sluiting van de Amsterdamse Schouwburg na het Rampjaar, of de ballingschap van diverse auteurs tijdens de Opstand en de Revolutiejaren. In het seminarie onderzoeken we teksten uit een brede waaier van genres (lyriek, theaterteksten, satire, prozateksten) naar de rol die literatuur speelt in het definiëren, analyseren, begrijpen en beheersen van crisis. Wat is de relatie tussen crisis en de retorische, esthetische en performatieve functies van literatuur? Hoe werd in het literaire veld zelf omgegaan met conflicten en een gevoel van crisis en hoe probeerde men als schrijvend en polemiserend weer uit een dergelijke crisis te geraken? Evaluatievorm: niet-periodegebonden (bibliografische oefening, referaat, voorbereidend op bachelor-paper) Aanbevolen keuzevakken Bachelor 3 Poëtica (Traject Literatuurwetenschap) titularis: prof. dr. Christophe Madelein (http://studiegids.ugent.be/2013/nl/studiefiches/a000389.pdf) Theorie en Methodes van de Literatuurgeschiedenis (Traject Literatuurwetenschap) titularis: prof. dr. Youri Desplenter (http://studiegids.ugent.be/2013/nl/studiefiches/a000271.pdf)

11 [Master] Nederlandse letterkunde: oudere periode I [titularis: Prof. dr. Youri Desplenter] Lesgever: Prof. dr. Youri Desplenter Het Comburgse Handschrift. Gentse staalkaart van de Nederlandstalige literatuur van omstreeks 1400 http://digital.wlb-stuttgart.de/digitalesammlungen/seitenansicht/?no_cache=1&tx_dlf%5bid%5d=75&tx_dlf%5bpage%5d=1&tx_d lf%5bpointer%5d=4 Het was naar alle waarschijnlijkheid in Gent dat de samenstellende delen tot stand kwamen van wat men vanaf de 19 de eeuw het Comburgse Handschrift is gaan noemen. Onderzoek heeft inderdaad uitgewezen dat dat manuscript eigenlijk uit zes verschillende handschriften bestaat, allemaal geschreven omstreeks 1400, en dat die pas rond 1540 voor het eerst in één band zijn samengebracht. Daarmee werd het Comburgse Handschrift in één klap het omvangrijkste manuscript met alleen Middelnederlandse teksten. Kort na 1540 moet het boek door een Duitse humanist zijn aangekocht die het vervolgens in het Ritterstift Comburg onderbracht, een klooster in het zuiden van Duitsland. Pas op het einde van de 18 de eeuw werd het daar herontdekt en werden de teksten stilaan bestudeerd. Het meeste aandacht kreeg al van bij het begin Van den vos Reynaerde, maar het handschrift bevat nog veel meer geschriften in het Middelnederlands. Die staan in dit college centraal. Eerst gaan we in op de eigenaardige ontstaans- en overleveringsgeschiedenis van het Comburgse Handschrift. Die is voor de interpretatie immers van het grootste belang. Daarna bekijken we een aantal van de tekstcomplexen in het manuscript van naderbij, zoals Die Rose (Brabant, eind 13 de eeuw) de vertaling van de extreem populaire Roman de la Rose, de strofische gedichten van Jacob van Maerlant (Vlaanderen; 2 de helft 13 de eeuw) en de navolging door de Ieperse auteur Jan de Weert (1 ste helft 14 de eeuw), de Lekenspiegel van Jan van Boendale (Antwerpen; 1 ste helft 14 de eeuw) en de vertaling (Antwerpen; 1300-1325) van de Oudfranse Sidrac. Samen met een aantal kortere en veel minder bekende teksten zoals Van der weldaet die de duvele dede, over sexuele relaties in het klooster vormen die geschriften de hoofdmoot van het Comburgse Handschrift, te kenmerken als moralistisch-didactische literatuur. Het zijn teksten die inzicht bieden in de dagelijkse leefomstandigheden, denkbeelden, oordelen, voorkeuren, dromen en angsten van de mens in de laatmiddeleeuwse Nederlanden. Ook literair-historisch zijn deze geschriften waardevol te noemen: we vinden er onder meer de eerste kenmerken van moderne literatuur terug, zoals de auteur als subject van het literaire discours. Voor de studie van de teksten in Comburgse Handschrift soms in het Middelnederlands, soms in een moderne hertaling maken we gebruik van de verschillende invalshoeken en onderzoeksparadigmata die de huidige mediëvistiek beheersen. Op die manier zullen we inzicht trachten te bekomen in de wijzen waarop middeleeuwse handschriftelijke literatuur in de volkstaal functioneerde, en in hoe het Middelnederlands letterkundig leven er in het Gent van omstreeks 1400 heeft uitgezien. Een reader met primaire en secundaire literatuur wordt aan het begin van de cursus ter beschikking gesteld. Evaluatievorm: niet-periodegebonden (paper) en periodegebonden (mondeling examen)

12 Nederlandse letterkunde: oudere periode II [titularis: Dr. Kornee van der Haven] Lesgever: Dr. Kornee van der Haven De geschreven en gespeelde stad (1600-1800) Anno 2013 is de stad bijna overal. We kunnen bijna niet aan haar ontsnappen en ook het platteland heeft in toenemende mate sub-urbane trekken gekregen. Die vanzelfsprekende dominantie van de stad is niet van alle tijden. Het lezen over de stad was in de zeventiende en achttiende nog een belangrijke manier om het belang en de uitzonderlijke eigenschappen van de stedelijke ruimte te kunnen duiden. Met name in de Nederlandse Republiek maakten de steden in die periode een ongekende groei door. Er verschenen literaire en zakelijke stadsbeschrijvingen, evenals een groot aantal lofdichten op steden als Amsterdam en Leiden. Sommige auteurs kozen er voor om in hun gedichten de zelfkant van de stad onder de aandacht te brengen en zelfs publieke instellingen als de Amsterdamse Schouwburg boden ruimte aan kritische reflecties op de realiteit van het stedelijke leven. Andere auteurs stelden hun dichtkunsten ten dienste van de belangen van de stedelijke elite en bezongen vooral de representatieve gebouwen en het roemvolle verleden van hun stad. Het is deze dynamiek in het schrijven over de stad die in deze cursus uitgebreid aan de orde zal komen. In enkele inleidende colleges zullen diverse genres behandeld worden die beschrijvingen van de stedelijke ruimte in de vroegmoderne tijd mogelijk maakten, zoals het stedenlofdicht, de stadsbeschrijving, reisgidsen, maar ook komedies en tragedies. Daarnaast zal in de colleges de geschiedenis van de stad zelf en het ontstaan van een stedelijke publieke ruimte aan bod komen, waarbij Amsterdam steeds als belangrijkste casus zal dienen. Bijzondere aandacht krijgt het stedelijke theater, als een van de belangrijkste culturele centra in de vroegmoderne stedelijke samenleving, waar bovendien het stedelijke leven zelf ook nagespeeld werd en de stadsburgers met hun eigen gedragingen in de stedelijke ruimte geconfronteerd werden. Aan de hand van het werk van vier invloedrijke auteurs op het terrein van de moderne ruimtelijke wetenschappen, de literatuur- en cultuurfilosofie en de sociale geschiedenis (Barthes, Habermas, Lefebvre, Williams) zullen in de tweede helft van de collegereeks verschillende analytische kaders geïntroduceerd worden die van belang zijn voor de bestudering van de geschreven en gespeelde stad in de historische literatuur- en theatergeschiedenis. Begrippen uit deze vakgebieden zullen in de analyse van literaire stadsbeschrijvingen geïntegreerd worden om zo een beter begrip te krijgen van vroege urbaniteit, representaties van de stedelijke ruimte en het (vroeg)moderne spanningsveld tussen private en publieke ruimtes. Aan de hand van begrippen die zij ontlenen aan een van de vier in de colleges besproken theoretische teksten, analyseren de studenten in de tweede helft van de cursus zelfstandig een literair werk uit de zeventiende of achttiende eeuw en doen hiervan verslag in het college. De cursus wordt afgesloten met een mondeling examen. Primaire teksten: 1. J. van den Vondel, Gijsbrecht van Aemstel. M. Smits-Veldt (ed.), Amsterdam 1994. 2. G.A. Bredero, Moortje. E.K. Grootes (ed.), Amsterdam 1999. 3. A. van der Goes, De Y-Stroom, Amsterdam 1685. 4. J. Weyerman, De opkomst en val van een koffiehuisnichtje, Amsterdam 1727. 5. E. Post, Het Land, Amsterdam 1788.

13 Secundaire literatuur: fragmenten uit 1. R. Barthes, Mythologies. London 1974. 2. J. Habermas: The Structural Transformation of the Public Sphere. Cambridge 1989. 3. H. Lefebvre: The Production of Space. Paris 2000. 4. R. Williams: The Country and the City. New York 1975. 5. C.R. Friedrichs: The Early Modern City 1450-1750. London 1995. 6. M. Douglas: How Institutions Think. Syracuse/New York 1986. 7. H. Lefebvre: The Urban Revolution. Minneapolis/London 2003. 8. A.J. Gelderblom: Mannen en maagden in Hollands tuin. Amsterdam 1991. De primaire en secundaire literatuur wordt zoveel mogelijk digitaal beschikbaar gesteld. Evaluatievorm: referaat, mondeling examen Aanbevolen keuzevakken Master Theorieën van de cultuurgeschiedenis (uit de master Historische Taal- en Letterkunde) titularis: prof. dr. Jürgen Pieters (http://studiegids.ugent.be/2013/nl/studiefiches/a002079.pdf) Oudnederlands (uit de master Historische Taal- en Letterkunde) titularis: prof. dr. Youri Desplenter (http://studiegids.ugent.be/2013/nl/studiefiches/a001838.pdf) Initiatie tot de beschrijving van handschriften en oude drukken (uit de master Historische Taal- en Letterkunde) titularis: prof. dr. Youri Desplenter (http://studiegids.ugent.be/2013/nl/studiefiches/a001522.pdf) N.B.: Vakken uit de master Historische Taal- en Letterkunde kunnen ook door studenten van de master Taal- en Letterkunde: Twee Talen worden gekozen.