Deuren in vluchtroutes (1) De brandweer Uitgangspunten



Vergelijkbare documenten
Veilig vluchten uit gebouwen: nooddeuren

Vluchtweggids voor veilig vluchten

Veilig vluchten uit gebouwen

Voorzieningen aan deuren in vluchtroutes

Regionale Commissie Bouwen en Infrastructuur Regio Haaglanden

Op grond van het vijfde lid moet op deuren die op een verdieping van een gebouw toegang geven tot een zogenoemd overdruktrappenhuis duidelijk

ABLOY Nederland Deuren in vluchtroutes bouwbesluit 2012

VLUCHTEN BIJ EEN BRAND

Veilig vluchten uit gebouwen: wegwijs worden in de regel-geving

GfS Nooduitgang beveiliging

GfS Nooduitgang beveiliging

Bijlage 4 Gebruikseisen voor bouwwerken met uitzondering van de nietgemeenschappelijke

Deurbeslag en Normen

Alarm bij misbruik van vluchtwegen. LIPS Deurwachter. Exit alarm EN179. LIPS Deurwachter Exit alarm EN179. Visuele barrière tegen onbevoegd

Beschrijving. Adviesvraag. Schuifdeur als vluchtdeur of als nooddeur. Advies Definitief

OPNAMERAPPORT. Regeling Brandveilig Gebruik Bouwwerken (BGB) - XX99 - Voorbeeld Object Voorbeeldstraat XX Lutjebroek.

Lips Motor- en Solenoidsloten

Projectevaluatie. Naleefanalyse brandveiligheid kinderdagverblijven Harold van Uden, medewerker team Stedelijke Bedrijvigheid

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT

Bijlage 4 Gebruikseisen voor bouwwerken met uitzondering van de nietgemeenschappelijke

Voorkom misbruik van vluchtdeuren

VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN. RAPPORT van oplevering. Automatische deuren

Bouwbesluit 2012 AFDELING 6.6 VLUCHTEN BIJ BRAND, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW. Artikel 6.25 Deuren in vluchtroutes

Brandpreventie. Werk nr Datum: HOOFDGEBOUW (2014)

De sleutel tot toegankelijkheid

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN 3. TOETSKADER: BOUWBESLUIT 2012

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat info@adviescommissiebrandveiligheid.

VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN CONTROLERAPPORT. Automatische deuren

Programma van Eisen Brandmeldinstallatie Conform NEN 2535:2009 en correctie C1:2010

AVR Afvalverwerking BV Nieuwbouw Stortbordes december 2011

Afdeling Vluchtroutes Nieuwbouw. Artikel Stuurartikel

Controlelijst brandveiligheid

Hercontrole (Loze) brandmelding Telefoonnummer: Omschrijving voorschrift NvT NG V AP OT Vluchtwegen / uitgangen

Controlelijst brandveiligheid kinderdagverblijven/ basisscholen Naam instelling : Locatie adres : Contactpersoon : Telefoonnummer :

Brandveiligheid volgens plan

U kunt met uw kinderen snel en goed altijd alle uitgangen bereiken

Kapershoekseweg 24. Hoogvliet - Rotterdam

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk

Programma van Eisen Brandmeldinstallatie conform NEN C1-2010

LiPs motor- en solenoidsloten a d v i e s m o n t a g e s e r v i c e o n d e r h o u d

Beleidsnotitie BRANDVEILIGHEID. ( brandveiligheid, een hot item )

Zo vooruitstrevend kan veiligheid zijn

ONTWERPBESCHIKKING. Aan Dierenkliniek Rotterdam BV t.a.v. de heer R. Bosch Ommoordseweg JP ROTTERDAM. Geachte heer Bosch,

Zaanstreek-Waterland Zaanstad

Servicebedrijf HR. Brandveiligheid II UMC St Radboud

Brandweer Enschede. Hoe gebruik ik mijn pand brandveilig?

KEURMERK VEILIGE BOTENSTALLING SCHOUWINGRAPPORT

RAPPORT BRANDVEILIGHEID s Gravendijkwal 68 Rotterdam DO v Auteur: Leon Zondervan

BUVA PREVENTIEADVIES. Van advies tot oplevering

Checklist Brandveilig gebruik horecabedrijven. Gegevens van u en uw horecabedrijf. Naam Horecabedrijf. Adres

Bouwbesluit Brandveiligheid en gebouwontwerp

Programma van Eisen (PvE) Brandmeldinstallatie conform NEN 2535

de afstandsbediening voor uw deur!

PROGRAMMA VAN EISEN BRANDMELDINSTALLATIE

Bouwbesluit veranderd, verbeterd, verhelderend? ir. B. Kersten, ing. E. van den Brink,

Criteria Veiligheidseisen lidmaatschap HEMA

ASSA ABLOY. en de Europese normen voor hang- en sluitwerk. NORMES EN Quincaillerie de bâtiment. Normen

Roozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus AD HILVARENBEEK

Module 9. Bedrijfshulpverlening Vraag Antwoord Mogelijke maatregelen Prioriteit Toelichting

Veelzijdig in maatvoering

Programma van Eisen Brandmeldinstallaties (BMI) Volgens NEN 2535:2017

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2

Inbraakwerende scheidingconstructie. Woningbouw. Inbraakwerende deur- kozijncombinatie, zoals bedoeld in afdeling Inpandige woning-entree

Beëindiging directe doormelding naar Regionale Alarmcentrale

doorstroomcapaciteit vluchtroutes Business Center

BUVA Raamuitzetters 2

plus Nemef 4100 Nooit meer vergeten je deur op slot te doen. MONTAGE- EN GEBRUIKSHANDLEIDING Veiligheidsslot 4109/18, 4109/28, 4119/18, 4119/28

NOTA VAN AANVULLING (2) OP PROGRAMMA VAN EISEN

Een schoolgebouw bestaat uit drie bouwlagen. De begane grond heeft een gebruiksoppervlakte van ruim m 2

NOODVERLICHTING EN VLUCHTWEGAANDUIDING, WAAR MOET JE OP LETTEN?

ABLOY Motor- en Solenoidsloten

Aan de Raad der gemeente Haarlem

Bijlage A. Programma van Eisen (PvE)

VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN. RAPPORT van oplevering

Controlelijst brandveiligheid

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa

Vernieuwde brandveiligheidsregelgeving: Wat betekent het voor u?

Herontwikkeling Bedrijfspand Kruisbergseweg 10, Hengelo (Gld)

Wijzigingsblad d.d behorende bij BRL 2211 BINNENDEUREN en/of -KOZIJNEN d.d

Wat u moet weten over rookmelders! Op weg naar driedubbele veiligheid: brand, gezondheid én milieu

Inbraakwerendheid van AVZ BV Reflex rolluiken van aluminium uit het RE 1000 systeem

Certificatie bestaande brandmeldinstallaties. LPCB Nederland B.V. R.B.J. (René) Leijzer 26 oktober 2011

Programma van Eisen Brandmeldinstallatie Conform NEN 2535:2009 en correctie C1:2010

Voorbeeld INVENTARISATIE VOORZIENINGEN

Gebruikshandleiding E601 AF

ANTI-PANIEKBESLAG DX-500 serie

Wat iedere medewerker moet weten over brand

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0)

Gemeente Heerhugowaard D. Kooij Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Beste meneer Kooij,

Verzorgd wonen in een brandveilig gebouw

Leges: bouwactiviteiten : 6.291,00 buitenplanse afwijking (bouw/aanleg) Wabo art 2.12 lid 1 onder a 3o : 4.917,00

BNA Roadshow Bouwbesluit Programma. Nieuwe en gewijzigde begrippen Gebruiksfuncties Algemene begrippen Personenbenadering

Transcriptie:

Deuren in vluchtroutes (1) Tijdens het afgelopen najaarscongres van de brandweer werd niet alleen een nieuw landelijk beeldmerk voor de brandweer gepresenteerd, maar ook de nieuwste versie van de in vakkringen bekende publicatie 'Een brandveilig gebouw installeren'. Deze 'brandweerbijbel' is compleet vernieuwd. De titel luidt thans 'Brandbeveiligingsinstallaties'. Wat betekent dit voor deuren in vluchtroutes? In dit artikel worden de zaken rond dit onderwerp op een rijtje gezet en wordt een blik geworpen in hoofdstuk 10 van die 'NVBR-bijbel', dat volledig aan voorzieningen aan deuren in vluchtroutes is gewijd. De brandweer Een nieuw logo, een nieuw boek, maar ook een nieuwe vereniging. Op 1 januari 2002 ontstond de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg & Rampenbestrijding (NVBR) uit een fusie van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerkorpsen (NVBK) en het College Commandanten Regionale Brandweer (CCRB). De NVBR is verantwoordelijk voor de inhoud van de nieuwe publicatie en wordt uitgegeven door het Nederlands Instituut voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (Nibra). De nieuwe organisatie is in meerdere opzichten van groot belang. Zo speelt de brandweer in het traject van de bouw- en gebruiksvergunningen een zeer belangrijke rol waarbij de stem van de brandweer thans, evenals in de bouwregelgeving, landelijke dezelfde is. Concreet betekent dat ook dat dezelfde praktijkhandleidingen voor uitleg van soms ingewikkelde bouwregelgeving op lokaal niveau worden toegepast. Twee documenten zijn in dat verband van belang: 'Brandpreventiebeleid bestaande bouw' (Nibra, 2002) en het genoemde 'Brandbeveiligingsinstallaties' (NVBR/Nibra, 2002). Uitgangspunten Het nieuwe Bouwbesluit (per 2003) stelt eisen voor nieuwbouw, maar ook minimum eisen voor bestaande bouw. In het Bouwbesluit is in Hoofdstuk 2 'Voorschriften uit het oogpunt van veiligheid', onder de Afdelingen 2.17, 2.18 en 2.19 (Artikel 2.145 t/m 2.182) het veilig vluchten tijdens brand geregeld. Daarbij staan twee hoofdpunten centraal: 1. geen hinder in de vluchtroute door op slot zijnde deuren, en 2. deuren mogen niet tegen de vluchtrichting indraaien. Daarnaast worden in deze artikelen bijvoorbeeld vluchtweg-lengte en -capaciteit geregeld, evenals minimale afmetingen, loopafstanden, het in twee richtingen moeten kunnen vluchten, etc. Verder eist ook de Arbowet doeltreffende maatregelen op het gebied van een veilige en snelle ontvluchting.

Het eindpunt van de vluchtroute Al vluchtend hoopt men op het eindpunt van de vluchtroute snel naar buiten te kunnen. Bij beheerst vluchten gaat het doorgaans goed, maar bij duwen en dringen wordt het gevaarlijk rond vluchtdeuren en nooduitgangen. Onder die omstandigheden is de eis begrijpelijk dat zonder een sleutel te gebruiken het veilige aansluitende terrein moet kunnen worden bereikt. De te gebruiken vluchtdeuren moeten onder de geschetste omstandigheden dan ook heel gemakkelijk geopend kunnen worden. In de praktijk blijkt dat nog zeer vaak slecht geregeld. De sluitingen functioneren slecht of zelfs niet en zijn soms van (hang)sloten en kettingen voorzien. Bij de 'sleutelkastjes' ontbreekt vaak de sleutel. Verder blijkt dat men de ruimte vóór de vluchtdeuren nogal eens als (tijdelijke) opslagplaats gebruikt, zodat de deuren niet of zeer moeilijk bereikbaar zijn. Als eis kan dus alleen maar resteren dat aan capaciteit, projectering, uitvoering en beheer van vluchtdeuren geen concessies mogen worden gedaan. Onvoorwaardelijk moet steeds gelden: onder alle omstandigheden zonder sleutel snel in vluchtrichting te openen. Hoofdstuk 10 In Hoofdstuk 10 'Voorzieningen aan deuren' worden allereerst aspecten behandeld waarbij er een duidelijke relatie bestaat tussen brandveiligheid en beveiligingssystemen ten behoeve van inbraak en dergelijke. Daarna komen deurvastzetinrichtingen (waaronder bijvoorbeeld de 'kleefmagneten'), de automatische deuren en draaideuren aan bod. Het stellen van voorwaarden aan de voorkomende vergrendelsystemen is niet voldoende, aldus de samenstellers, omdat het goed functioneren van vluchtdeuren eveneens een relatie heeft met deugdelijk hang-en sluitwerk. Hiervoor wordt verwezen naar de NEN-EN 179 ('Hang- en sluitwerk; Sluitingen voor nooduitgangen met een deurkruk of een drukplaat; Eisen en beproevingsmethoden'. Voor die situaties waarbij, in verband met het grote aanbod van vluchtende personen, een deurkruk niet meer wenselijk is, zal een zogeheten panieksluiting noodzakelijk zijn. Voor dit soort situaties verwijst de brandweer naar de NEN-EN 1125 ('Hang- en sluitwerk; Panieksluitingen voor vluchtdeuren met een horizontale bedieningsstang; Eisen en beproevingsmethoden'). Over de noodzaak voor toepassing van deze normen wordt op lokaal niveau besloten op basis van de (model-)bouwverordening. Over het gebruik van sleutelkastjes is men duidelijk: niet toegestaan. Hierbij wordt er op gewezen dat volgens artikel 2.154, lid 1, voor de meeste gebruiksfuncties het gebruik van sleutels in vluchtroutes verboden is. Brandbeveiligingsinstallaties Inhoud Hoofdstuk 10 1 Inleiding 2 Relatie brand- en inbraakveiligheid

3 Deurvastzetinrichtingen 4 Automatisch bediende deuren 5 Draaideuren (tourniquets e.d.) 6 Normenoverzicht 7 Informatie en bestellingen bij het Nibra;

Deuren in vluchtroutes (2) Tegengestelde belangen In deel 1 van dit artikel werd melding gemaakt van de nieuwe brandweerorganisatie NVBR, de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg & Rampenbestrijding, en hun nieuwe publicatie 'Brandbeveiligingsinstallaties'. In dit voor de bouw- en gebruiksvergunning belangrijke handboek wordt aan veilig functionerende deuren in vluchtroutes een apart hoofdstuk gewijd. Daarin blijkt dat de brandweer gelukkig oog heeft voor de vaak tegengestelde belangen en ongewenste bijwerkingen rond nood- en vluchtdeuren. Maar daarmee is nog niet alles opgelost. Wat is er aan de hand? Probleemdeuren Nood- en vluchtdeuren zijn per definitie in uitvoering en beheer problematische deuren. De eisen zijn nogal tegenstrijdig. Gemakkelijk en snel zonder sleutel naar buiten, maar aan de andere kant eisen voor inbraakwerendheid. Ook op ander gebied kunnen de eisen nogal eens haaks op elkaar staan. Zo zouden in de horeca en disco's vanwege geluidshinder in bepaalde situaties geen vluchtdeuren mogen worden toegepast. Of mogen de vluchtdeuren bij een calamiteit niet over de openbare weg (trottoir) naar buiten mogen draaien. En als ze al naar buiten draaien, hoe voorkom je dan dat er buiten tegen de deur geen fietsen worden geplaatst of dat er auto s tegenaan worden geparkeerd? Aan ontwerp, uitvoering en beheer van nood- en vluchtdeursituaties zal veel aandacht moeten worden besteed om tot verantwoorde en goed functionerende oplossingen te komen. De complexe problematiek leidt ertoe dat het verlenen van gebruiksvergunningen steeds meer integraal moet plaatsvinden. Integraal betekent hier dat brandweer, milieudienst, arbeidsinspectie, bouw- en woningtoezicht en indien nodig ook politie in voorkomende complexe situaties met elkaar om de tafel gaan zitten. Veilig naar buiten De voorwaartse kracht van een dringende en duwende menigte kan vooraan bij een niet opengaande vluchtdeur oplopen tot een dodelijke 500 kg. Onder die omstandigheden is de eis begrijpelijk dat zonder een sleutel te gebruiken en met lichte druk op een vergrendeling het veilige aansluitende terrein moet kunnen worden bereikt. Bij het veilig vluchten uit gebouwen maakt men verschil tussen vlucht- en nood-deuren. Bij nooddeuren gaat men uit van een relatief klein aantal gebruikers die bekend zijn met de situatie in het gebouw. De term vluchtdeur is van toepassing in gebouwen met een publieksfunctie. Bij een nooddeur

mag dan ook een relatief eenvoudige sluiting zonder sleutel worden toegepast met een deurkruk of drukplaat (NEN-EN 179). Voor vluchtdeuren geldt de eis dat onder de meest onaangename omstandigheden de deuren altijd geopend kunnen worden door een relatief lichte druk op een horizontale bedieningsstang of -balk (NEN-EN 1125). Die lichte bedieningskracht op de bedieningsstang of -balk moet tot op zekere hoogte gehandhaafd blijven, ondanks de druk op het deurblad door de opdringende mensenmassa. Bij de benodigde maximale bedieningskrachten moet bij een panieksluiting worden gedacht aan circa 8 kg bij een onbelast deurblad en 22 kg bij een deurbladbelasting van 100 kg. Inbraakwerendheid Bij inbraakpreventie zijn de rollen voor nood- en vluchtdeuren in buitengevels omgekeerd. Snel eruit is is bij inbraakpreventie accoord wanneer uitbraakpreventie in een beveligingsplan geen rol speelt. Maar het kan uiteraard van buitenaf gezien niet lang genoeg duren voordat men na braak binnenkomt. Voor deze (nood- en vlucht)deuren in buitengevels wordt door verzekeraars meestal een omschreven niveau van inbraakwerendheid geëist volgens NEN 5096. Bij toepassing van een alarmsysteem zal een gebruikelijk contact op de deur eerst functioneren op het moment dat de deur opengaat. Dat is te laat. Als er gedetecteerd wordt moet dat direct bij aanvang van de aanval op de deur zijn, maar dat is nog niet zo eenvoudig zonder de kans op frequent nodeloos alarm, maar wel oplosbaar. Afhankelijk van het risiconiveau zullen in het deurblad voorzieningen moeten worden getroffen ter voorkoming van het gemakkelijk manipuleren van de bedieningsstang van buitenaf (gaatjes boren e.d.). Dat kan in hogere risicosituaties bijvoorbeeld worden opgelost door toepassing van gelamineerd deurbladmateriaal waarin een laag mangaanstaalplaat is opgenomen. Sloten met een paniekfunctie kunnen qua inbraakwerendheid niet op de bekende wijze gecertificeerd worden. De met 'sterren' aangegeven mate van inbraakwerendheid zal dan ook niet op dit soort sloten worden aangetroffen. Ze voldoen niet aan de daarvoor geldende eis dat ze aan de binnenzijde met een sleutel moeten kunnen worden afgesloten. Dat zou problemen kunnen opleveren met bijvoorbeeld de eisen van verzekeraars. In praktische zin is het probleem evenwel goed te ondervangen omdat de keurende instantie SKG voor dat doel verklaringen kan afgeven waaruit de inbraakwerende waarde van het slot blijkt ('sterren'), met uitzondering van de eis van afsluitbaarheid aan de binnenzijde. De bekende slotenfabrikanten geven hierover nadere informatie. Oneigenlijk gebruik Een euvel is ook dat nood- en vluchtdeuren maar al te vaak door personeel en bezoekers oneigenlijk worden gebruikt. De motieven voor dit ongewenste gebruik lopen nogal uiteen: via de kortste weg naar buiten, even roken, ventileren bij warm weer, diefstal, het naar binnen loodsen van ongewenste personen, etc. Wanneer de daardoor ontstane risico's als

hoog worden ingeschat, dient het gebruik van de vluchtdeuren 24 uren per dag gedetecteerd te worden. Dat kan als onzichtbaar onderdeel van een (inbraak-) alarmsysteem. In veel gevallen kan het risico van oneigenlijk gebruik van de nood- of vluchtdeur voldoende worden beperkt door toepassing van aanvullende, duidelijk zichtbare middelen die een barrière vormen voor het gebruik van deze deuren. Er moet een extra handeling worden verricht door bijvoorbeeld het wegslaan van een doorzichtige kunststof kap die over de deurkruk is aangebracht, of het wegdraaien van een krukblokkering, etc. Hierbij zal doorgaans een (ingebouwd) lokaal acoustisch alarm de aandacht trekken voor het ongewenste gebruik van die deur. Dergelijke oplossing kunnen ook onderdeel zijn van een meer uitgebreid (draadloos) alarmsysteem met doormelding naar een centrale post en koppeling aan een gesloten TVcircuit. Elektrisch gestuurde deurvergrendelingen Voor deze vorm van vergrendeling en sturing zijn de Europese normen NEN-EN 13633 (vluchtdeuren) en NEN-EN 13637 (nooddeuren) ontwikkeld. Er is een zeer breed scala aan mogelijkheden waaronder het integreren in brand- en inbraakmeldsystemen, toegangscontrole- en tijdregistratiesystemen en overvalbeveiliging. Belangrijk zijn de door de brandweer gehanteerde randvoorwaarden met betrekking tot: Ruststroomprincipe (geen spanning = ontgrendelen) Handbediening (groene bedienknop met instructie) Centrale bediening (alle deuren gelijktijdig ontgrendelen) Automatische sturing (brandmelding = ontgrendelen) Voor de nood- en vluchtdeuren wordt de voorkeur gegeven aan elektromagnetisch vergrendelingen. Elektro-sloten mogen ook worden toegepast, op voorwaarde dat een speciale schootconstructie het gemakkelijk ontgrendelen bij duwkrachten op het deurblad voldoende waarborgt. Europese normen Een viertal (nog Engelstalige normen) maakt de communicatie voor ontwerp en uitvoering over de toe te passen deurafsluitingen gemakkelijk: NEN-EN 179 Emergency exit devices (Sluitingen voor nooduitgangen) NEN-EN 1125 Panic exit devices (Panieksluitingen)

NEN-EN 13633 Panic exit systems (Elektrisch gestuurde vluchtdeursluitingen) NEN-EN 13637 Emergency exit systems (Elektrisch gestuurde nooddeursluitingen) DSP/St.03.04.2003