Rapport. Datum: 22 januari 2003 Rapportnummer: 2003/011

Vergelijkbare documenten
Rapport. Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/266

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

Rapport. Datum: 18 december 2003 Rapportnummer: 2003/486

Rapport. Datum: 19 augustus 1999 Rapportnummer: 1999/357

Rapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/199

Rapport. Datum: 28 november 2003 Rapportnummer: 2003/440

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/334

Rapport. Datum: 23 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/332

Rapport. Datum: 23 februari 1998 Rapportnummer: 1998/033

Rapport. Datum: 15 april 2005 Rapportnummer: 2005/121

Rapport. Datum: 26 september 2001 Rapportnummer: 2001/293

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115

Rapport. Datum: 12 september 2000 Rapportnummer: 2000/306

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/049

Rapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/200

Rapport. Datum: 22 mei 2003 Rapportnummer: 2003/144

Rapport. Datum: 28 juni 1999 Rapportnummer: 1999/282

Rapport. Datum: 8 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/261

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/114

Rapport. Datum: 9 december 2002 Rapportnummer: 2002/374

Rapport. Datum: 25 januari 2001 Rapportnummer: 2001/024

Rapport. Datum: 25 maart 1998 Rapportnummer: 1998/083

Rapport. Datum: 10 oktober 2002 Rapportnummer: 2002/307

Rapport. Datum: 8 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/259

Rapport. Datum: 1 februari 2002 Rapportnummer: 2002/027

Rapport. Datum: 13 april 1999 Rapportnummer: 1999/157

Rapport. Datum: 28 januari 1999 Rapportnummer: 1999/027

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Datum: 30 augustus 1999 Rapportnummer: 1999/380

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/087

Rapport. Datum: 11 juli 2003 Rapportnummer: 2003/218

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 16 mei 2003 Rapportnummer: 2003/124

Rapport. Datum: 11 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/238

Rapport. Datum: 21 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/320

Rapport. Datum: 2 maart 2000 Rapportnummer: 2000/077

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 20 februari Rapportnummer: 2013/012

Rapport. Datum: 14 januari 2011 Rapportnummer: 2011/013

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248

Rapport. Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/178

Rapport. Datum: 30 juni 1999 Rapportnummer: 1999/295

Rapport. Datum: 23 april 2004 Rapportnummer: 2004/135

Rapport. Datum: 26 april 2000 Rapportnummer: 2000/163

Rapport. Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148

4. Op 13 januari 2008 wendde verzoeker zich tot de Nationale ombudsman omdat hij nog geen nieuw besluit van de PUR had ontvangen.

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Rapport. Datum: 19 maart 1998 Rapportnummer: 1998/070

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 27 april 1998 Rapportnummer: 1998/126

Rapport. Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/402

Rapport. Datum: 3 mei 2001 Rapportnummer: 2001/123

2. Verzoeker diende bij SenterNovem een subsidieaanvraag in voor de productie van energie door middel van fotovoltaïsche zonnepanelen.

RAPPORT 2005/320, NATIONALE OMBUDSMAN, 21 OKTOBER 2005

Rapport. Datum: 25 november 1999 Rapportnummer: 1999/487

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/047

Tevens klaagt verzoekster erover dat zij op haar diverse brieven aan de Belastingdienst geen antwoord heeft gekregen.

Rapport. Datum: 27 februari 2007 Rapportnummer: 2007/041

Rapport. Datum: 21 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/325

Rapport. Datum: 26 maart 2002 Rapportnummer: 2002/088

Rapport. Datum: 4 oktober 1999 Rapportnummer: 1999/422

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/116

Rapport. Datum: 22 juli 2002 Rapportnummer: 2002/218

Rapport. Datum: 25 april 2001 Rapportnummer: 2001/114

Rapport. Datum: 25 november 2003 Rapportnummer: 2003/435

Rapport. Datum: 18 maart 1999 Rapportnummer: 1999/109

Rapport. Datum: 18 september 2003 Rapportnummer: 2003/319

Rapport. Datum: 21 januari 2005 Rapportnummer: 2005/020

Rapport. Datum: 9 augustus 2002 Rapportnummer: 2002/233

Rapport. Datum: 14 september 2006 Rapportnummer: 2006/314

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 28 november 2000 Rapportnummer: 2000/361

Rapport. Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270

Rapport. Datum: 3 augustus 2000 Rapportnummer: 2000/261

Rapport. Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/180

Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in strijd met:

Rapport. Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 29 maart Rapportnummer: 2011/103

Rapport. Datum: 23 juni 1998 Rapportnummer: 1998/243

Rapport. Datum: 8 december 2000 Rapportnummer: 2000/370

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 31 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/255

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/173

Rapport. Datum: 10 september 2007 Rapportnummer: 2007/189

Verzoeker klaagt er over dat de Kamer van Koophandel Noord-Nederland (hierna KvK):

Rapport. Datum: 13 oktober 2005 Rapportnummer: 2005/316

Rapport. Datum: 27 januari 2000 Rapportnummer: 2000/025

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353

Rapport. Datum: 31 december 2002 Rapportnummer: 2002/405

Rapport. Datum: 4 oktober 1999 Rapportnummer: 1999/421

Rapport. Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224

Rapport. Datum: 26 juli 2005 Rapportnummer: 2005/220

Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van de CVOM stelselmatig niet op zijn correspondentie reageert.

Rapport. Datum: 20 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/272

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/086

hem niet heeft gehoord, ondanks zijn uitdrukkelijke verzoek daartoe;

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301

Rapport. Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445

Rapport. Datum: 19 oktober 2007 Rapportnummer: 2007/229

Transcriptie:

Rapport Datum: 22 januari 2003 Rapportnummer: 2003/011

2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij de hem op 22 januari 2002 schriftelijk gedane toezegging inzake de verstrekking van nadere informatie over een subsidiekwestie niet is nagekomen. Beoordeling 1. Indien een bestuursorgaan een burger een toezegging doet, mag van dat bestuursorgaan worden verwacht dat het die toezegging nakomt. In de praktijk kunnen zich niettemin omstandigheden voordoen die nakoming van een toezegging onmogelijk maken. In een dergelijk geval behoort het bestuursorgaan betrokkene daarover tijdig en onder opgave van redenen te informeren. 2. Op 22 januari 2002 bevestigde het plaatsvervangend hoofd van de Afdeling Beheer Instrumenten van de directie Wetenschap en Kennisoverdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aan verzoeker de ontvangst van zijn brieven van 20 maart en van 9 september 2001. In die brieven had verzoeker gevraagd om een kopie van een subsidieaanvraag uit 1994 van een bepaalde instelling. In de brief van 22 januari 2002 was voorts aangegeven dat met het verzamelen van de gevraagde informatie enige tijd gemoeid zou zijn, maar dat het in de bedoeling lag binnen uiterlijk drie weken verzoeker van de gevraagde informatie te voorzien. Bedoeld plaatsvervangend hoofd deed verzoeker deze toezegging nadat de Nationale ombudsman, naar aanleiding van een eerdere klacht van verzoeker, de Minister om opheldering had gevraagd over het uitblijven van een reactie op verzoekers brieven van 20 maart en van 9 september 2001. 3. Pas 25 november 2002, nadat de Nationale ombudsman de Minister opnieuw om opheldering had gevraagd, kwam er van de zijde van Ministerie een vervolg op de toezegging van 22 januari 2002. Dit vervolg hield in dat verzoeker enige informatie werd gegeven over de desbetreffende subsidiekwestie en dat hem enkele stukken werden toegestuurd. Tevens werd aan verzoeker meegedeeld dat de oorspronkelijke subsidieaanvraag niet was gevonden, en dat die, indien die bij verdere zoekacties alsnog zou worden aangetroffen, zou worden nagestuurd. 4. De Minister wees er in het kader van het onderzoek van de Nationale ombudsman nog op dat, mede als gevolg van personele wijzigingen bij de directie Wetenschap en Kennisoverdracht, was verzuimd verzoeker op de hoogte te brengen van het feit dat de subsidieaanvraag niet was te vinden. 5. De toezegging van 22 januari 2002 is niet nagekomen. Evenmin is verzoeker er tegen het verstrijken van de genoemde termijn over geïnformeerd dat het Ministerie meer tijd nodig had. Het spreekt voor zich dat dit niet correct is. Dit klemt temeer nu deze toezegging is gedaan na interventie door de Nationale ombudsman. De door de Minister

3 genoemde personele wijzigingen vormen in dat verband hooguit een verklaring, maar zeker geen rechtvaardiging. De onderzochte gedraging is niet behoorlijk. Conclusie De klacht over de onderzochte gedraging van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij is gegrond. Onderzoek Op 20 augustus 2002 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer R. te Horst, met een klacht over een gedraging van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Naar deze gedraging werd een onderzoek ingesteld. In het kader van het onderzoek werd de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij verzocht op de klacht te reageren en een afschrift toe te sturen van de stukken die op de klacht betrekking hebben. Daarbij werden aan de Minister enkele specifieke vragen gesteld. Het resultaat van het onderzoek werd als verslag van bevindingen gestuurd aan betrokkenen. De Minister berichtte dat het verslag hem geen aanleiding gaf tot het maken van opmerkingen. De reactie van verzoeker gaf geen aanleiding het verslag te wijzigen. Bevindingen De bevindingen van het onderzoek luiden als volgt: A. feiten 1. Bij brief van 20 maart 2001 vroeg verzoeker het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij om een kopie van de aanvraag uit 1994 van het Centrum voor Champignonteeltonderwijs (CCO) te Horst om subsidie voor een project voor een kwekerij voor andere paddestoelen. 2. In verband met het uitblijven van een reactie stuurde verzoeker op 9 september 2001 een rappelbrief naar het Ministerie.

4 3. Toen verzoeker ook op deze brief geen antwoord ontving, richtte hij zich bij brief van 2 oktober 2001 tot de Nationale ombudsman. Na interventie door de Nationale ombudsman stuurde het plaatsvervangend hoofd van de Afdeling Beheer Instrumenten van de directie Wetenschap en Kennisoverdracht van het Ministerie verzoeker op 22 januari 2002 een brief met de volgende inhoud: Bij deze bevestig ik de ontvangst van uw verzoek om nadere informatie inzake subsidieverlening door het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aan het CCO te Horst. Met het verzamelen van de gevraagde informatie zal enige tijd gemoeid zijn omdat het hier een oud dossier betreft. Het ligt echter in de bedoeling u binnen uiterlijk drie weken na dagtekening van deze brief van de gevraagde informatie te voorzien. Ondergetekende treedt (vooralsnog) op als behandelend ambtenaar In het briefhoofd was verwezen naar verzoekers brieven van 20 maart en van 9 september 2001. 4. Op grond van de informatie in deze brief besloot de Nationale ombudsman het naar aanleiding van verzoekers klacht van 2 oktober 2001 begonnen onderzoek niet voort te zetten. Verzoeker en de Minister werden daarover bij brief van 8 februari 2002 door de Nationale ombudsman geïnformeerd. B. Standpunt verzoeker Het standpunt van verzoeker is weergegeven onder Klacht. In zijn verzoekschrift wees hij er nog op dat hij vanwege het uitblijven van een vervolg op de brief van 22 januari 2002 telefonisch contact had opgenomen met het Ministerie, maar dat dit niets had opgeleverd. C. STANDPUNT MINISTER 1. In het kader van het onderzoek deelde de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij brief van 5 december 2002 het volgende mee: Zoals uit de door u toegezonden stukken blijkt, heeft het plaatsvervangend hoofd van de Afdeling Beheer Instrumenten van de directie Wetenschap en Kennisoverdracht van mijn ministerie bij brief van 22 januari 2002 toegezegd uiterlijk binnen drie weken de gevraagde informatie te verstrekken. Evengenoemd Afdelingshoofd gaf reeds aan in zijn brief dat het een oud dossier betrof, zodat het enige tijd zou vergen de gevraagde informatie te verkrijgen. Helaas bleek de informatie niet te vinden.

5 Tot mijn spijt is - mede als gevolg van personele wijzigingen bij de eerdergenoemde directie - verzuimd klager hiervan op de hoogte te brengen. De klacht moet ik dan ook gegrond achten. Naar aanleiding van uw brief heeft het nieuwe Hoofd van de Afdeling Beheer Instrumenten opnieuw een zoekactie gestart. Enige informatie is daarbij aan het licht gekomen. Bij brief van 25 november 2002 ( ) heeft de directeur van de directie Wetenschap en Kennisoverdracht klager geïnformeerd 2. Bij zijn brief stuurde de Minister een kopie mee van de brief van de directeur Wetenschap en Kennisoverdracht van 25 november 2002 aan verzoeker. In deze brief staat het volgende: Al geruime tijd geleden heeft u verzocht om een fotokopie van de subsidieaanvraag van het CCO inzake het project Instructiekwekerij andere paddestoelen, alsmede om informatie over de afhandeling van deze aanvraag door het ministerie van LNV. In reactie daarop kan ik u het volgende berichten. Tot dusver is het niet mogelijk gebleken de subsidieaanvraag van het CCO te achterhalen. Reden is dat de subsidieaanvraag niet is aangetroffen op de door het archief aangegeven verblijfplaats. Vermoedelijk is deze in een verkeerde map beland. Wel is de afrekening van de subsidie voor het project Instructiekwekerij andere paddestoelen gevonden. Deze subsidie is afgerekend met het IPC Plant te Ede. Uit de afrekening blijkt dat het Ministerie van LNV niet de enige subsidiegever is. Bijdragen zijn ook ontvangen van de Europese Unie, de Provincie Limburg en de Gemeente Horst. Afschriften van de documentatie met betrekking tot de afrekening van de door het Ministerie van LNV verleende subsidie zend ik u hierbij. Mocht de oorspronkelijke subsidieaanvraag bij verdere zoekacties nog worden gevonden, dan zal ik u daarvan eveneens een afschrift toezenden