(EEG) nr. 1251/70 van de Commissie van de Europese

Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 4 Benelux Economische Unie en Europese Economische Gemeenschap. Verschilpunten Benelux- en E. E. G. -verdrag

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

de heer Chef Rivierpolitie te Rotterdam. c. de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december

- b Onderdanen van een van de Lid-Staten van de E.E.G. die zijn:

Richtlijn van de Raad d.d. 21 mei 1973, nr. 73/148/EEG, Pb EG 1973, nr. L1 72.

4 Ontzeqqinq van verblijf of van verder verblijf aan een bequnstiqde E.E.G.-onderdaan

B 19 Voortgezet verbliif 19

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

B 2 Molukkers 3. 1 Inleidinq

Voortgezet verblijf secundaire migranten

VreemdelinKencirculaire. 's-gravenhage,11 december 1977

Molukkers. Inleiding. Personen op wie de Wet betreffende de positie van Molukkers van toepassing is

B 11 Buitenlandse werknemers 3 4

Tweede Kamer der Staten-Generaal

overleg met de vreemdelingendienst ter plaatse waar de vreemdeling werd aangetroffen.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

A 4 1. Vreemdelingen aan wie verblijf in Nederland is toegestaan (art Vw)

De Europese Economische Ruimte

Het betreft hier met name de toepassing van: c. het Voorschrift Vreemdelingen - VV (Stcrt. 1966, 188).

(Ministerie van Justitie, directie Vreemdelingenzaken AJZ 5707/4178-3) Contact met het Ministerie

Koninklijk besluit betreffende de documenten voor het verblijf in België van bepaalde vreemdelingen.

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

Verwerking Overeenkomst EG-Zwitserse Bondsstaat in Vc 2000

7 Gedraesliin bil simaleringen in het o~s~orinesregister

Artikel I De Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd:

Datum : 21/10/2002 BS : 29/10/2002

Tussentijds Bericht Nationaliteiten

(" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN).

ECLI:NL:RBDHA:2014:10326

Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO UE-MA 2706/10

Date de réception : 10/01/2012

C14-1 Richtlijn voor de coördinatie van de voor vreemdelingen geldende bijzondere maatregelen ten aanzien van verplaatsing en verblijf, die

Oorspronkelijke tekst Toepasselijk vanaf en voor het eerst op de in 1967 te nemen vakantie

BERICHT AAN DE GEMEENTEN GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 14 OKTOBER 2012

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Verblijfsrechtelijke gevolgen van. (tijdelijk) verblijf buiten Nederland

Zaaknummer : CBHO 2015/033 Rechter(s) : mrs. Olivier, Lubberdink en Troostwijk Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en

Deze richtlijn dient nog omgezet te worden in Belgisch recht. De termijn voor omzetting verstrijkt op 30 april 2006.

A 5 Toezicht Aantekeninqen in en het tijdelijk in bewarinq nemen van reis- en identiteitspapieren

B 11 Buitenlandse werknemers 8

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Vestigingsverdragen. Nederlands-Duits Vestigingsverdrag. sdu J&F -- VC (april 1995, Aanv. 13)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

- Voorts - 5. Maatregelen in net belan~ van de volksgezondheid.

4 Verzoeken betreffende de vergunning tot verbliif. de vergunnine tot vesti~ing en de toelating als vluchteling (art. 16 Vw jo 52 Vb en 28 W)

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar Nr. 391 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Hoofdstuk VIr. De machtining tot voorlopig verblijf (m.v.v.)

- geldig - diplomatieke ambtenaren en andere

B1 O. Onderdanen van de Republiek Suriname

Datum van inontvangstneming : 26/02/2019

Associatiebesluiten van de Associatieraad EEG- Turkije BETREFFENDE DE TENUITVOERLEGGING VAN ARTIKEL 12

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

1 Inleiding. 1.1 In beqinsel schrifteliik contact

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 15 maart 1989 *

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

~it~aveüai het ministerie van Justitie, Immigratieen Naturalisatiedienst, maart 1994, 's-grauenhage.

DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE, Besluit: De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

Titel V. De overzeese sociale zekerheid

Bevoegdheid Koninklijke Marechaussee tot inbewaringstelling van vreemdelingen

I. INLEIDING A. Algemeen kader B. Herinnering : toegang tot het grondgebied van het Koninkrijk en kort verblijf

Verdrag inzake de wetsconflicten betreffende de vorm van testamentaire beschikkingen

Inleiding. 3 De Minister en de Staatssecretaris van Justitie. 1 Algemeen. 2 Indeling

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ministerievan Justitie telefoon (070) telex mvj nl faxnummer (070)

INSTRUCTIE VOOR DE ONDERDANEN VAN EU-LIDSTATEN EN VOOR DE FAMILIELEDEN VAN EU-BURGERS

Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname

6.1 Verlening of weigering van de vergunninp tot vesti Aanspraak op een vergunning tot vestiging

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Lijst van bijlagen. Bijlage 3ter Bijlage 19 Bijlage 19 quinquies Bijlage 8 Bijlage 20 Bijlage 22. EU onderdanen.

BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 25 juni 2007;

Marktverordening Westvoorne 2012

TOELATINGSBELEID CURACAO 2016

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Toegang. 1 Inleiding. 3 Grensbewaking 3.1 Algemeen 3.2 Benelux 3.3 Schengen

(zie A 9 onder 2.3.2).

DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE, Besluit: De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

Vreemdelingencirculaire - Herschreven deel A van hoofdstuk B4Vc

Vreemdelingen op wie het Europees Verdrag betreffende sociale en medische bijstand van toepassing is

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

2.1 Voorschriften voor opneminq en toelatinq voor wat betreft verzoeken om opneming ingediend vanaf 15 juli 1989

REGULARISATIE 7/2009 Samenvatting opgesteld door het advocatenkantoor

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1975 Nr. 132

[appellante], gevestigd te [plaats], waarvan de vennoten zijn [vennoot A], wonend te [woonplaats] en [vennoot B], wonend te [woonplaats],

ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 11 december 2007 *

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wet arbeid Vreemdelingen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

VREEMDELINGEN. Wijzigingen in de formulieren die de gemeentebesturen moeten gebruiken

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

(Publicatieblad van de Europese Unie L 158 van 30 april 2004)

Examenreglement basisexamen inburgering.

Transcriptie:

Hoofdstuk V Afwijkende bepalinmn ten voordele van Rewezen werknemers die onderdaan van een LidStaat van de E.E.G. zi.jn. A. Voorwaarden waaronder gewezen werknemers en hun fami lieleden recht op voort~zet verblijf hebben. Dp 20 juli 1970 is in werking getreden Verordening (EEG) nr. 1251/70 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 juni 1970 met betrekking tot het recht van werknemers die onderdaan van een Lid Staat van de E.E.G. zijn, om verblijf te houden op het grondgebied van een andere LidStaat, ook na er een betrekking in loondienst te hebben vervuld. De tekst van de Verordening, welke werd opgenomen in het Puolikatieblad van de Europese Gemeenschappen van 30 juni 1970, nr. L. 142, is al$ bijlage G lb bij deze circulaire gevoegd. De Verordening is zelfwerkend. Dit betekent dat de personen die voldoen aan de in de Verordening gestelde voorwaarden, daaraan rechten ontlenen, onafhankelijk van de nationale voorschriften. werknemers aan wie het recht is' toegekend gepensioneerdeb invaliden i. Ingevolge de bepalingen van de Verordening komen voor een recht van voortgezet verblijf in Nederland in aanmerking: a. werknemers die in Nederland worden gepensioneerd, mits zij gedurende tenminste de laatste twaalf maanden hier te lande hebben gewerkt en hier bovendien neer dan drie jaar voortdurend hebben gewoond. b. werknemers die in Nederland worden getroffen door blijvende ivaliditeit, mits zij hier te lande hebben gewerkt teen bepaalde minimum periode van tewerkstelling is in dit geval

door een arbeidsongeval of beroepsziekte getroffenen grensarbeiders niet voorgeschreven), en mits zij tenminste twee jaar, onmiddellijk voorafgaande aan de defintieve beëindiging van de verkzaamheden, voortdurend in Eederland hebben gewoond. c. werknemers die hier te lande door een arbeidsongeval of door een beroepsziekte worden getroffen; in dit geval is geen termijn bepaald gedurende welke zij in ons land moeten hebben gewerkt of gewoond,. d. werknemers die gedurende drie jaar bij voortduring in Nederland woonaohtig en werkaaarn waren, en die daarna als grensarbeider in een andere LidStaat zijn gaan werken (dus met behoud van hun woonplaats in Nederland). Worden zij in de andere LidStaat gepensioneerd, dan wel door blijvende invaliditeit getroffen, dan behouden zij het recht van voortgezet verblijf in Nederland. (zie in dit verband art. 2 van de Verordening). N.B. In de onder 3 en b genoemde gevallen behoeft niet te worden voldaan aan de daax genoemde voor waarden betreffende de duur van de tewerkstelling en/of van het wonen in Nederland, indien de echtgenoot van de gevezen werknemer de Nederlandse nat&onaliteit bezit, of deze nationaliteit door het huwelijk met de werknemer heeft verloren. bijzondere bepa 2. Voor de beantwoording van de vraag, of de betroklingen betreffen kene tot aan het ogenblik waarop hij aanspraak de mede als perioden van woonachtig op het reoht van voortgezet verblijf meent ts zijn of van tewerkkunnen doen gelden, voortdurend in Nederland en stelling aan te merken onderbre woonachtig, en er tewerkgesteld is geweest, is nog kingen het volgende van belang (art. 4): a, het voortdurend karakter van het woonachtig zijn in Nederland van de in punt 1 van dit Hoofdstuk

Hoofdstuk genoemde werknemers, en van hun in punt 3 te noemen familieleden, wordt niet be invloed door: afwezigheid gedurende perioden welke in totaal drie maanden per jaar niet overschrijden; afwezigheid van langer duur, vereist voorhst vervullen van militaire dienstplicht. b. als perioden van tewerkstelling worden mede aangemerkt perioden van onvrijwillkge werkloos heid welke door de bevoegde dienst voor de ar beidsvoorziening hier te lande derhalve het arbeidsbureau naar behoren is geconstateerd, zomede perioden van afwezigheid als gavolg van ziekte of ongeval. familieleden van j. De familieleden, genoemd in art. 91, eerste lid, de werknemer onder 2, Vb, van sen werknemer (zie hiervoor Hoofdstuk 11) hebben een recht van voortgezet verblijf in de folgende gevallen: a, indien en voor zover de werknemer zelf ook een recht van voortgezet verblijf heeft; b, als de werknemer die een reoht van voortgezet verblijf had, is komen te overlijden; c. als de werknemer op het tijdstip van over lijden nog geen recht van voortgezet verblijf had, doch deze werknemer bij zijn overlijden ten minste twee jaar voortdurend in Nederland woonachtig is geweest. Aan deze laatste voor waarde behoeft echter weer niet te worden vol daan indien het overlijden een gevolg is van een arbeidsongeval of van een beroepsziekte, of indien de echtgenoot de Nederlandse natio naliteit bezit of ieze nationaliteit door het huweli jk met de werknemer heeft verloren (art, 3), 4. Bij

bedenktijd voor de gewezen werknemer en zijn familie 4. Bij art. 5 van de Verordening is aan degenen op wie de Verordening van toepassing is, gedurende een periode van twee jaar vanaf het ontstaan van het recht van voortgezet verblijf een bedenktijd toegestaan om te beslissen of zij van het hun toegekende fecht gebruik willem maken. Zij kunnen gedurende die periode het grondgebied van de Lid Staat verlaten en er terugkeren naar eigen wens. Dit geldt zowel voor de werknemer zelf als ook voor de familieleden aan wie, in afhankelijkheid van hem, dan wel na zijn overlijden zelfstandig, het recht van voortgezet verblijf is teegekend. Indien werknemers of hun familieleden, als hierbedoeld, na terugkeer uit het buitenland een beroep doen op hun recht van voortgezet verblijf, dient het hoofd van plaatsekijke politie derhalve, eventueel in overleg met zijn ambtgenooh van de laatste woonplaats van betrokkenen in Nederland, na te gaan, of aan de vorenvermelde voorwaarden voor de uitoefening van het recht is voldaan. 1 andere onderbre 5, Overigens bepaalt art, 6, tweede lid, dat voor kingen van het verblijf door de degenen die het recht van voortgezet verblijf gevezen werkne hebben verkregen, dit recht niet verloren gaat mer of zijn door onderbrekingen van het verblijf van niet familie meer dan zes aohtereenvolgende maanden, geldigheidsduur 6, Personen die het recht van voortgezet verblijf van de vergunning tot verblijf uit hoofde van de Verordening genieten, hebben recht op een vergunning tot verblijf welke een geldigheidsduur heeft van vijf jaren, en zon der meek met een zelfde periode noet kunnen worden verlengd, B. Toezicht, 1. Ingevolge art, 6, eerste lid, van de Verordening dienen

identiteitsbewijs dienen personen die het recht van voortgezet verde gewezen blijf genieten, in het bezit te worden gesteld werknemer en zijn familie van een verbli jfskaart (model bijlage 5g W). In de regel zullen deze personen uit hoofde van hun vorige hoedanigheid van E.E.G.werknemer, of fa milielid daarvan, reeds in het bezit van zulk een verblijfskaart zijn. In dat geval zullen zij dus zonder meer in het bezit van de kaart worden gek laten. Aan werknemers die op het ogenblik waarop zij voor het recht van voortgezet verblijf in aanmer king komen, reeds houder waren van een vergunning tot vestiging, en uit dien hoofde in het bezit waren van een document van het als bijlage 5s bij het Voorschrift Vreemdelingen gevoegde model, behoeft geen ander document te worden uitgereikt, vreemdelingenadministratie 2. In alle gevallen waarin is vastgesteld dat een begunstigde E. E.G.onderdaan die hier te lande was tewerkgesteld, en eventueel zijn familie leden, in aanmerking komen voor het recht van voortgezet verblijf, ware daarvan in de administratie van het hoofd van plaatselijke politie aantekening te houden. Bovendien ware de hoofdafdeling Vreemdelingenzaken en Grensbewaking van het Yinisterie van Justitie daarvan in kennis te stellen door toezending van een formulier, als bedoeld in bijlage B 2b bij deze circulaire, C, Uitzetting en rechtsmiddelen. gronden tot Het recht van gewezen werknemers en hun familieleden ontzegging van om in de LidStaat van vroegere tewerkstelling verblijf verder verblijf te houden, vormt een onderdeel van het vrije verkeer van werknemers zoals dat in het E.E.G.verdrag is geregeld. Daarbij gelden als enig voorbehoud'de uit hoofde

hoofde van de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid gerechtvaardigde beperkingen. Ook aan gewezen werknemers en hun farailieleden kan derhalve nimraer het verder verblijf worden ontzegd op grond van gebrek aan bestaansmiddelen, indien en zolang zij voldoen aan de door de Co;nr;iissie in haar Verordening neergelegde voorwaarden voor de uitoefening van hun verblijfsrecht. coördinatierichtlijn rechtspositie van gewezen werknemers en hun familie Het ligt overigens in de verwachting dat de Raad van de Europese Gemeenschappen de Coördinatierichtlijn 64/221/E~G (zie nota van toelichting op het Vreem delingenbesluit,hoofdstuk TI, Af&, A, ~l~emeen) van toepassing zal verklaren op degenen die het recht van voortgezet verblijf uitoefenen. Alsdan zullen te hunnen aanzien, voor wat betreft het aanvoeren van redenen van openbare orde, openbare veiligheid en volksgezondheid, dezelfde criteria moeten worden aangelegd als ten aanzien van andere onderdanen van LidStaten van de E.E.G. op wie de bepalingen van het Gemeenschapsrecht van toepassing zijn, Dit houdt mede in dat zij alsdan 66k voor de toepassing van de artikelen 95, derde %/m vijfde lid, Tb en 97 102 Vb. zullen moeten worden behandeld als begunstigde E.E.G.onderdanen in de zin van art. 91 Tb, %n afwachting van het desbetreffende besluit van de Raad van de Europese Gemeenschappen, en vooruitlo pende op een daamit voortvloeiendd wijziging van het Vreemdelingenbesluit, dienen degenen die het recht van voortgezet verblijf genieten, thans te worden behandeld als waren zij begunstigde E.E.G. onderdanen in de zin van art, 91 Vb. Dit geldt der halve niet alleen ten aanzien van de gronden waarop hun verder verblijf kan worden ontzegd, en de be voegdheid tot het nemen van beslissihgen daaromtrent,

maar ook ten aanzien van hun reahtspositie in het bijzonder bij het aanwenden van rechtsmiddelen (vgl, Hoofdstuk III), In twijfelgevallen, met name wanneer niet duidelijk is, of een onderdaan van een LidStaat van de E.E.G. aanspraak kan maken' op het reaht van voortgezet ver blijf, ware hieromtrent een bijzondere aanwijzing te vragen aan de Minister van Justitie (eventueel op de wijze, bedoeld in Deel H, onder 1, van deze circulaire).