ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 15 maart 1989 *

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 15 maart 1989 *"

Transcriptie

1 ECHTERNACH E. A. / MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 15 maart 1989 * In de gevoegde zaken 389 en 390/87, betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Commissie van Beroep Studiefinanciering, in de aldaar aanhangige gedingen tussen G. B. C. Echternach, te Voorburg, Minister van Onderwijs en Wetenschappen, en tussen A. Moritz, te Enschede, Minister van Onderwijs en Wetenschappen, en en om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 48 EEG-Verdrag en van verordening nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB 1968, L 257, blz. 2), wijst HET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer), samengesteld als volgt: T. Koopmans, kamerpresident, G. F. Mancini, C. N. Kakouris, F. A. Schockweiler en M. Diez de Velasco, rechters, advocaat-generaal: M. Darmon griffier: J. A. Pompe, adjunct-griffier * Procestaal: Nederlands. 755

2 ARREST VAN GEVOEGDE ZAKEN 389 EN 390/87 gelet op de opmerkingen, ingediend door: de Nederlandse regering, voor de schriftelijke behandeling vertegenwoordigd door E. F. Jacobs, secretaris-generaal van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, en ter terechtzitting door M. A. Fierstra, als gemachtigden, de Portugese regering, vertegenwoordigd door L. Fernandes, directeur Juridische zaken bij het directoraat-generaal Europese Gemeenschappen, bijgestaan door L. Real, juriste bij het directoraat-generaal Europese Gemeenschappen, als gemachtigden, de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur D. Gouloussis en B. J. Drijber, lid van haar juridische dienst, als gemachtigden, gezien het rapport ter terechtzitting en ten vervolge op de mondelinge behandeling op 14 december 1988, gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 25 januari 1989, het navolgende Arrest 1 Bij twee beschikkingen van 24 december 1987, bij het Hof ingekomen op de 30e van dezelfde maand, heeft de Commissie van Beroep Studiefinanciering krachtens artikel 177 EEG-Verdrag verscheidene prejudiciële vragen gesteld over de uitlegging van artikel 48 van het Verdrag en van verordening nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB 1968, L 257, biz. 2), en met name artikel 12 daarvan. 2 Die vragen zijn gerezen in het kader van beroepen die door twee studenten van Duitse nationaliteit zijn ingesteld tegen de weigering van de bevoegde Nederlandse autoriteiten om hun een toelage toe te kennen als bedoeld in de Wet op de Studiefinanciering van 24 april 1986 (Stbl. 252). Die beroepen zijn voor de Commissie 756

3 ECHTERNACH E. A. / MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN van Beroep Studiefinanciering gebracht, de bij voornoemde wet ingestelde, gespecialiseerde administratieve rechterlijke instantie. 3 De Nederlandse autoriteiten baseerden hun weigering op het feit dat de twee betrokken studenten volgens de toepasselijke nationale bepalingen niet behoorden tot de met Nederlandse studenten gelijkgestelde" buitenlandse studenten. De twee bezaten namelijk geen verblijfsvergunning in de zin van de Vreemdelingenwet, waarnaar de Wet op de Studiefinanciering verwijst bij de omschrijving van de categorieën met Nederlandse studenten gelijkgestelde buitenlandse studenten. 4 De kennisnemende rechterlijke instantie was van oordeel, dat de wettigheid van de bestreden beschikkingen kon afhangen van de vraag, of de twee betrokken studenten waren aan te merken als gezinsleden van een werknemer van een andere Lid- Staat in de zin van artikel 48 EEG-Verdrag en verordening nr. 1612/68. Zij heeft daarom de behandeling van de zaken geschorst en het Hof elf prejudiciële vragen gesteld zes in zaak 389/87 en vijf in zaak 390/87 die in het rapport ter terechtzitting in extenso zijn opgenomen. 5 Deze vragen zijn met name ingegeven door bepaalde, door de Nederlandse autoriteiten aangevoerde argumenten, te weten: student Echternach (zaak 389/87) is geen kind van een communautair werknemer, omdat zijn vader in Nederland bij een internationale organisatie werkzaam is en dus niet valt onder de vrijheid van werknemersverkeer in de zin van het Verdrag; student Moritz (zaak 390/87) is geen kind van een werknemer van een andere Lid-Staat, omdat zijn vader naar zijn land van herkomst is teruggekeerd na in Nederland in loondienst werkzaam te zijn geweest; de door de Nederlandse wet geregelde studiefinanciering behoort niet tot de rechten en voordelen die ingevolge het gemeenschapsrecht toekomen aan gezinsleden van communautaire werknemers. 757

4 ARREST VAN GEVOEGDE ZAKEN 389 EN 390/87 6 De prejudiciële vragen betreffen de volgende punten : A de hoedanigheid van werknemer van een Lid-Staat, in de zin van artikel 48 van het Verdrag (zaak 389/87, eerste en tweede vraag); B de hoedanigheid van gezinslid" van een werknemer, in de zin van verordening nr. 1612/68 (zaak 390/87, derde vraag); C het verblijfsrecht van gezinsleden van een werknemer (zaak 389/87, derde en vierde vraag; zaak 390/87, tweede vraag); D de aard van het onderwijs dat toegankelijk moet zijn voor gezinsleden van een werknemer (zaak 389/87, zesde vraag; zaak 390/87, vijfde vraag); E de aard van de bijdragen in de financiering van de studiekosten, waarvoor gezinsleden van een werknemer in aanmerking dienen te komen (zaak 389/87, vijfde vraag; zaak 390/87, eerste en vierde vraag). 7 De prejudiciële vragen dienen in deze volgorde te worden behandeld. 8 Voor een nadere uiteenzetting van de toepasselijke regelingen en de antecedenten van de hoofdgedingen zomede voor de bij het Hof ingediende schriftelijke opmerkingen wordt verwezen naar het rapport ter terechtzitting. Deze elementen van het dossier worden hierna slechts weergegeven voor zover dat noodzakelijk is voor de redenering van het Hof. A De hoedanigheid van werknemer van een Lid-Staat 9 Met een eerste groep vragen wenst de nationale rechter te vernemen, of een onderdaan van een Lid-Staat, die in een andere Lid-Staat een functie vervult die door een bijzonder internationaalrechtelijk statuut wordt beheerst, zoals bij voorbeeld bij het Europees Ruimteagentschap (ESA), moet worden aangemerkt als werknemer van een Lid-Staat in de zin van artikel 48, leden 1 en 2, EEG-Verdrag, en zo ja, of een dergelijke functie niet valt onder de betrekkingen in overheids- 758

5 ECHTERNACH E. A. / MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN dienst", waarop ingevolge artikel 48, lid 4, de overige bepalingen van dat artikel niet van toepassing zijn. 10 De ESA, aldus de Nederlandse regering, is een internationale publiekrechtelijke organisatie en het personeel ervan geniet voorrechten en immuniteiten op grond van een bijzonder protocol, dat onder meer bepaalt dat dat personeel is vrijgesteld van alle de immigratie beperkende maatregelen die door het gastland mochten zijn genomen. Een personeelslid van een internationale organisatie als de ESA kan zich derhalve niet op artikel 48 EEG-Verdrag beroepen, daar zijn rechtsverhouding met het gastland uitsluitend wordt bepaald door het protocol inzake de voorrechten en immuniteiten. 11 Dienaangaande moet worden vastgesteld, dat een gemeenschapsonderdaan die in een andere Lid-Staat dan zijn land van herkomst werkt, zijn hoedanigheid van werknemer in de zin van artikel 48, lid 1, van het Verdrag niet verliest doordat hij een functie bij een internationale organisatie vervult, ook al zijn de voorwaarden van zijn toelating en verblijf in het land van tewerkstelling speciaal geregeld in een internationale overeenkomst tussen die organisatie en de staat waar zij haar zetel heeft. 12 Daaruit volgt in het bijzonder, dat het genot van de door artikel 48 van het Verdrag en verordening nr. 1612/68 toegekende rechten en voorrechten niet aan een kind van zo een werknemer uit een Lid-Staat kan worden geweigerd. 13 De Nederlandse regering betoogt nog, dat een betrekking bij een internationale organisatie als de ESA beschouwd moet worden als een betrekking in overheidsdienst, waarop volgens artikel 48, lid 4, de andere bepalingen van dat artikel niet van toepassing zijn. 1 4 Zonder dat het nodig is de aard van de hierbedoelde betrekking te onderzoeken, kan worden volstaan met op te merken, dat artikel 48, lid 4, de Lid-Staten enkel de mogelijkheid biedt, onderdanen van andere Lid-Staten de toegang tot bepaalde betrekkingen in overheidsdienst te weigeren; dit betekent echter niet, dat de Lid- 759

6 ARREST VAN GEVOEGDE ZAKEN 389 EN 390/87 Staten degenen die zij niettemin tot dergelijke betrekkingen hebben toegelaten, van de communautaire behandeling zouden mogen uitsluiten. 15 Mitsdien moet de nationale rechter op dit punt worden geantwoord, dat een onderdaan van een Lid-Staat die in een andere Lid-Staat een functie vervult die door een bijzonder internationaalrechtelijk statuut wordt beheerst, zoals bij voorbeeld bij het Europees Ruimteagentschap, moet worden aangemerkt als werknemer van een Lid-Staat in de zin van artikel 48, leden 1 en 2, EEG-Verdrag en derhalve, evenals zijn gezinsleden, de door die bepalingen en door verordening nr. 1612/68 voorziene rechten en voorrechten geniet. B De hoedanigheid van gezinslid van een werknemer van een Lid-Staat 16 In een tweede groep vragen stelt de verwijzende rechter het probleem aan de orde, of een kind van een werknemer van een Lid-Staat die in een andere Lid-Staat arbeid heeft verricht, beschouwd kan worden als gezinslid van een werknemer in de zin van verordening nr. 1612/68, wanneer dat kind, na met zijn familie het gastland te hebben verlaten om in het land van herkomst te gaan wonen, alleen naar het gastland terugkeert om er zijn opleiding te vervolgen, die hij in het land van herkomst niet kon voortzetten. 17 Deze vragen hebben betrekking op de bijzondere situatie van student Moritz. Deze is als vijfjarig kind naar Nederland gekomen en heeft daar lager en middelbaar onderwijs gevolgd; zijn vader was toen werkzaam bij het Nederlandse bedrijf van een Duits-Nederlandse onderneming voor de verrijking van uranium, gevestigd in Almelo in het oosten van Nederland. Toen de zoon met zijn HTS-opleiding begon, werd de vader overgeplaatst naar het Duitse bedrijf van dezelfde onderneming, te Gronau, in Duitsland, op vijftien km van Almelo, waar hij zich met zijn gezin vestigde. De zoon kon zijn opleiding daar echter niet voortzetten, omdat de Fachhochschule Münster zijn Nederlandse diploma's niet erkende. Daarom schreef hij zich weer in aan de Nederlandse instelling die hij tevoren had bezocht, te Enschede, niet ver van Almelo, waar hij na enige tijd ging wonen. 760

7 ECHTERNACH E. A. / MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN 18 De Nederlandse regering is van oordeel, dat de betrokken student niet kan worden aangemerkt als gezinslid van een communautair werknemer, omdat zijn vader niet meer in Nederland werkt en dus niet onder de bepalingen van artikel 48 van het Verdrag en van verordening nr. 1612/68 valt. Bovendien had de student Nederland verlaten om zich met zijn ouders in Duitsland te vestigen, en was hij pas later weer in Nederland komen wonen. 19 De Portugese regering en de Commissie zijn een andere opvatting toegedaan. In de eerste plaats herinneren zij eraan, dat volgens artikel 12 van verordening nr. 1612/68 de kinderen van een onderdaan van een Lid-Staat die op het grondgebied van een andere Lid-Staat arbeid verricht of heeft verricht", bepaalde rechten op het stuk van onderwijs hebben indien zij op dat grondgebied woonachtig zijn. Verder betogen zij, dat het in het gemeenschapsrecht verankerde beginsel van gelijke behandeling een zo verregaand mogelijke integratie van de werknemers en hun gezinsleden in het gastland moet verzekeren, en dat derhalve een onderbreking van zijn verblijf in dat land voor een gezinslid geen belemmering mag zijn om er zijn opleiding te vervolgen. 20 Het Hof stemt in met deze argumenten van de Portugese regering en de Commissie. De gelijke behandeling ten opzichte van nationale werknemers, waarop werknemers van een Lid-Staat die in een andere Lid-Staat werkzaam zijn, aanspraak hebben met betrekking tot aan hun gezinsleden toegekende voordelen, draagt bij tot hun integratie in het sociale leven van het gastland overeenkomstig de doelstellingen van het vrije werknemersverkeer. 21 Wil die integratie kunnen slagen, dan moeten de kinderen van een communautair werknemer de mogelijkheid hebben, in het gastland de school te bezoeken en aldaar een opleiding te volgen, zoals artikel 12 van verordening nr. 1612/68 uitdrukkelijk voorziet, om deze opleiding met succes te kunnen afronden. Wanneer de vader naar het land van herkomst terugkeert en het kind zijn opleiding daar niet kan vervolgen omdat de schooldiploma's niet op elkaar zijn afgestemd, zodat het geen andere keus heeft dan voor die opleiding terugkeren naar het land waar het zijn schoolopleiding heeft genoten, dan kan het, als kind van een onderdaan van een Lid-Staat, die op het grondgebied van een andere Lid-Staat arbeid verricht of heeft verricht" in de zin van artikel 12 voornoemd, zich blijven beroepen op de bepalingen van het gemeenschapsrecht. 761

8 ARREST VAN GEVOEGDE ZAKEN 389 EN 390/87 22 Met het oog op de bijzonderheden van de onderhavige zaak moet hieraan worden toegevoegd, dat de hoedanigheid van kind van een communautair werknemer op wie de bepalingen van verordening nr. 1612/68 van toepassing zijn, niet verloren gaat enkel doordat de betrokken student aanvankelijk is meegegaan met zijn familie toen deze in het land van herkomst ging wonen, nu hij zonder onderbreking onderwijs heeft gevolgd in het gastland. 23 Om al deze redenen moet aan de nationale rechter worden geantwoord, dat een kind van een werknemer van een Lid-Staat die in een andere Lid-Staat arbeid heeft verricht, de hoedanigheid van gezinslid van een werknemer in de zin van verordening nr. 1612/68 behoudt, wanneer de familie van het kind terugkeert naar de Lid-Staat van herkomst en het kind eventueel na een zekere onderbreking in het gastland blijft om er zijn opleiding te vervolgen, die hij in het land van herkomst niet kon voortzetten. C Het verblijfsrecht van gezinsleden van een werknemer 24 Een derde groep vragen betreft het probleem, of de rechten van een gezinslid van een werknemer van een Lid-Staat die in een andere Lid-Staat arbeid verricht, afhankelijk kunnen worden gesteld van de afgifte van een verblijfsvergunning die overeenkomstig de geldende nationale regelingen voor een bepaalde tijd is verleend. 25 Het recht van de onderdanen van een Lid-Staat om tot het grondgebied van een andere Lid-Staat te worden toegelaten en er te verblijven ten einde er arbeid te zoeken of te verrichten dan wel zich bij hun echtgenoot of familie te voegen, is een recht dat rechtstreeks wordt verleend door het Verdrag respectievelijk door de ter uitvoering daarvan vastgestelde bepalingen. Het recht van verblijf wordt geconstateerd door afgifte van een bijzonder document, de verblijfskaart, overeenkomstig artikel 4 van richtlijn 68/360 van de Raad van 15 oktober 1968 inzake de opheffing van de beperkingen van de verplaatsing en het verblijf van de werknemers der Lid-Staten en van hun familie binnen de Gemeenschap (PB 1968, L 257, blz. 13); de door het gemeenschapsrecht gewaarborgde rechten ontstaan echter niet eerst door de afgifte van dat document en het ontbreken ervan kan de uitoefening van die rechten dus niet in gevaar brengen. 762

9 ECHTERNACH E. A. / MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN 26 Op de prejudiciële vragen van de derde groep moet mitsdien worden geantwoord, dat het genot van de rechten die een gezinslid van een werknemer van een Lid- Staat aan de bepalingen van het gemeenschapsrecht ontleent, niet afhankelijk kan worden gesteld van de afgifte van een verblijfsvergunning die aan bepaalde voorwaarden beantwoordt. D De aard van het voor gezinsleden van een werknemer toegankelijke onderwijs 27 Een vierde groep vragen stelt het punt aan de orde, of artikel 12 van verordening nr. 1612/68 ook betrekking heeft op universitair onderwijs in de economie en op een hogere beroepsopleiding aan een Nederlandse hogere technische school (HTS). 28 Genoemd artikel 12 bepaalt, dat de kinderen van een communautair werknemer onder dezelfde voorwaarden als onderdanen van het gastland worden toegelaten tot het algemene onderwijs, het leerlingstelsel en de beroepsopleiding". 29 Wat de kinderen van communautaire werknemers betreft, strekt deze gelijkheid van behandeling zich derhalve uit tot iedere vorm van onderwijs, of het nu tot de beroepsopleiding dan wel tot het algemene onderwijs behoort, zodat in casu niet behoeft te worden onderzocht of het in de prejudiciële vragen bedoelde onderwijs al dan niet het karakter van beroepsopleiding heeft. 30 Aan de nationale rechter moet mitsdien worden geantwoord, dat artikel 12 van verordening nr. 1612/68 aldus moet worden uitgelegd, dat het betrekking heeft op iedere vorm van onderwijs, daaronder begrepen universitair onderwijs in de economie en hogere beroepsopleiding aan een hogere technische school. E De aard van de bijdragen in de financiering van de studiekosten 31 Met een vijfde groep vragen wenst de nationale rechter te vernemen, of de studiefinanciering zoals door de Nederlandse wetgeving en in het bijzonder door de 763

10 ARREST VAN GEVOEGDE ZAKEN 389 EN 390/87 Wet op de Studiefinanciering 1986 geregeld, behoort tot de in artikel 12 van verordening nr. 1612/68 bedoelde voordelen. 32 Volgens de gegevens die het dossier met betrekking tot de Nederlandse wettelijke regeling bevat, heeft de studiefinanciering ten doel kosten van zeer uiteenlopende aard te dekken, met name de kosten van de toegang tot het onderwijs, de kosten van levensonderhoud van de student en eventueel van de personen te zijnen laste, de kosten van de aanschaf van boeken en ander studiemateriaal en, in voorkomend geval, de kosten van de ziekteverzekering. 33 Waar artikel 12 van verordening nr. 1612/68 bepaalt, dat de kinderen van communautaire werknemers onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van het gastland tot het onderwijs worden toegelaten, heeft het niet slechts de toelatingsregels in eigenlijke zin op het oog, maar ook de algemene maatregelen om de deelneming aan het onderwijs te vergemakkelijken. 34 Verder is volgens 's Hofs rechtspraak steun voor levensonderhoud en opleiding, toegekend om middelbaar en hoger onderwijs te kunnen volgen, te beschouwen als een sociaal voordeel in de zin van artikel 7, lid 2, van verordening nr. 1612/68, waarop migrerende werknemers recht hebben op dezelfde voet als eigen onderdanen. Dit beginsel dient ook te gelden voor kinderen van die werknemers, wanneer zij tot het onderwijs in het gastland worden toegelaten op grond van artikel 12 van die verordening, nu deze bepaling in elke andere uitlegging vaak ieder praktisch gevolg zou missen. 35 De status van kind van een communautair werknemer in de zin van verordening nr. 1612/68 brengt heel in het bijzonder mee, dat de betrokkene op grond van het gemeenschapsrecht in aanmerking dient te komen voor overheidssteun bij de studie, ten einde aldus zijn integratie in het sociale leven van het gastland mogelijk te maken. Dit geldt te meer, wanneer degenen die op toepassing van de betrokken gemeenschapsbepalingen aanspraak kunnen maken, studenten zijn die nog vóór de leerplichtige leeftijd in het gastland zijn aangekomen. 764

11 ECHTERNACH E. A. / MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN 36 Mitsdien moet op de prejudiciële vragen van de vijfde groep worden geantwoord, dat steun toegekend ter dekking van de kosten van onderwijs en levensonderhoud van de student, te beschouwen is als een sociaal voordeel waarop kinderen van communautaire werknemers recht hebben onder dezelfde voorwaarden als voor de onderdanen van het gastland gelden. Kosten 37 De kosten door de regering van het Koninkrijk der Nederlanden, de regering van de Portugese Republiek en de Commissie van de Europese Gemeenschappen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakt, kunnen niet voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. HET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer), uitspraak doende op de door de Commissie van Beroep Studiefinanciering bij beschikkingen van 24 december 1987 gestelde vragen, verklaart voor recht: 1) Een onderdaan van een Lid-Staat die in een andere Lid-Staat een functie vervult die door een bijzonder internationaalrechtelijk statuut wordt beheerst, zoals bij voorbeeld bij het Europees Ruimteagentschap, moet worden aangemerkt als werknemer van een Lid-Staat in de zin van artikel 48, leden 1 en 2, EEG-Verdrag; hij geniet, evenals zijn gezinsleden, de rechten en voorrechten voorzien door die bepalingen en door verordening nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap, met name door artikel 12 van deze verordening. 2) Een kind van een werknemer van een Lid-Staat die in een andere Lid-Staat arbeid heeft verricht, behoudt de hoedanigheid van gezinslid van een werknemer in de zin van verordening nr. 1612/68, wanneer de familie van het kind terugkeert naar de Lid-Staat van herkomst en het kind eventueel na een zekere onderbreking in het gastland blijft om er zijn opleiding te vervolgen, die hij in het land van herkomst niet kon voortzetten. 765

12 ARREST VAN GEVOEGDE ZAKEN 389 EN 390/87 3) Het genot van de rechten die een gezinslid van een werknemer van een Lid- Staat aan de bepalingen van het gemeenschapsrecht ontleent, kan niet afhankelijk worden gesteld van de afgifte van een verblijfsvergunning die aan bepaalde voorwaarden beantwoordt. 4) Artikel 12 van verordening nr. 1612/68 moet aldus worden uitgelegd, dat het betrekking heeft op iedere vorm van onderwijs, daaronder begrepen universitair onderwijs in de economie en hogere beroepsopleiding aan een hogere technische school. 5) Steun toegekend ter dekking van de kosten van onderwijs en levensonderhoud van de student, is te beschouwen als een sociaal voordeel waarop kinderen van communautaire werknemers recht hebben onder dezelfde voorwaarden als voor de onderdanen van het gastland gelden. Koopmans Mancini Kakouris Schockweiler Diez de Velasco Uitgesproken ter openbare terechtzitting te Luxemburg op 15 maart De griffier J.-G. Giraud De president van de Zesde kamer T. Koopmans 766

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-263/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Østre Landsret (Denemarken), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 * ARREST VAN 12.5, 1989 ZAAK 388/87 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 * In zaak 388/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Centrale Raad van Beroep, te

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* ARREST VAN 8. 2. 1990 ZAAK C-320/88 ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* In zaak C-320/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 SEPTEMBER 1987. BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK TEGEN J. A. DE RIJKE. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * In zaak C-93/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landgericht Augsburg, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 165/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987* ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987* In zaak 375/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundessozialgericht, in het aldaar aanhangig geding tussen A.

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988*

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988* ARREST VAN 22. 9. 1988 ZAAK 236/87 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988* In zaak 236/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landessozialgericht

Nadere informatie

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 *

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * ARREST VAN 13. 11. 1990 ZAAK C-106/89 Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * In zaak C-106/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Juzgado de Primera

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 * In zaak C-116/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Finanzgericht München, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 * In zaak C-322/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 7 juli 1992 *

ARREST VAN HET HOF 7 juli 1992 * ARREST VAN 7.7.1992 ZAAK C-369/90 ARREST VAN HET HOF 7 juli 1992 * In zaak C-369/90, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Tribunal Superior de Justicia de Cantabria

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 * In zaak C-5/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel Í77 EG-Verdrag van de Belgische Raad van State, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 * ACCIARDI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 * In zaak C-66/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Nederlandse Raad van State, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 102/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het House of Lords, in het aldaar aanhangig geding tussen Apple

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * ARREST VAN 8. 7. 1999 ZAAK C-186/98 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * In zaak C- 186/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 26 februari 1991 *

ARREST VAN HET HOF 26 februari 1991 * ANTONISSEN ARREST VAN HET HOF 26 februari 1991 * In zaak C-292/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de High Court of Justice, Queen's Bench Division, te Londen,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 * ALDEWERELD ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 * In zaak C-60/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EE G-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 februari 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 februari 1991 * ARREST VAN 7. 2. 1991 ZAAK C-227/89 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 februari 1991 * In zaak C-227/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Sozialgericht Stuttgart,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* ARREST VAN 29. 6. 1988 ZAAK 240/87 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* In zaak 240/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de grande instance

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * ARREST VAN 14. 4. 1994 ZAAK C-389/92 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-389/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Belgische Raad van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 * ARREST VAN 4. 2. 1988 ZAAK 157/86 ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 * In zaak 157/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Ierse High Court, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 24 november 1993 *

ARREST VAN HET HOF 24 november 1993 * ARREST VAN 24.11.1993 GEVOEGDE ZAKEN C-267/91 EN C-268/91 ARREST VAN HET HOF 24 november 1993 * In de gevoegde zaken C-267/91 en C-268/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 18 juni 1987*

ARREST VAN HET HOF 18 juni 1987* ARREST VAN HET HOF 18 juni 1987* In zaak 316/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Arbeidshof te Bergen, in het aldaar aanhangig geding tussen Openbaar centrum

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 * ARREST VAN 24. 1. 1991 ZAAK C-339/89 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 * In zaak C-339/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de commerce

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * In zaak C-342/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag,

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag, ARREST VAN 27. 6. 1989 GEVOEGDE ZAKEN 48, 106 EN 107/88 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* In de gevoegde zaken 48, 106 en 107/88, betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * ARREST VAN 5. 5. 1994 ZAAK C-38/93 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * In zaak C-38/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Finanzgericht Hamburg (Bondsrepubliek

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 * ARREST VAN 20. 6. 1991 ZAAK C-60/90 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 * In zaak C-60/90, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Arnhem,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987* ARREST VAN 8. 10. 1987 ZAAK 80/86 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987* In zaak 80/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arrondissementsrechtbank te

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 * ARREST VAN 13.3.1997 ZAAK C-131/95 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 * In zaak C-131/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Nederlandse Raad van State,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * ARREST VAN 2.5.1996 ZAAK C-231/94 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * In zaak C-231/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 * CLUB-TOUR ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 * In zaak C-400/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunal Judicial da Comarca do Porto (Portugal), in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 *

ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 * ARREST VAN 5. 10. 1988 ZAAK 238/87 ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 * In zaak 238/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de High Court of Justice, Chancery Division,

Nadere informatie

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig geding tussen

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig geding tussen JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1991 BLADZIJDEN I-1401 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 20 MAART 1991. ERMINIA CASSAMALI TEGEN OFFICE NATIONAL DES PENSIONS. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING: TRIBUNAL

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 11 juni 1987*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 11 juni 1987* ARREST VAN 11. 6. 1987 ZAAK 30/85 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 11 juni 1987* In zaak 30/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Raad van Beroep te Amsterdam,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992*

ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992* ARREST VAN HET HOF 17 juni 1992* In zaak C-26/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van het Verdrag van 27 september

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * TOLSMA ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * In zaak C-16/93, betreifende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Leeuwarden (Nederland), in het aldaar

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 *

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 * ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 * In zaak C-2/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland), in het aldaar aanhangig geding tussen Michael

Nadere informatie

(" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN).

( ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN ). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN). ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 APRIL 1980. UNA COONAN TEGEN INSURANCE OFFICER. (" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * ARKEST VAN 27.10.1993 ZAAK C-281/91 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * In zaak C-281/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 15 maart 1994 *

ARREST VAN HET HOF 15 maart 1994 * ARREST VAN 15.3.1994 ZAAK C-45/93 ARREST VAN HET HOF 15 maart 1994 * In zaak C-45/93, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door B. Rodríguez Galindo, lid van haar juridische dienst,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 mei 1985 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 mei 1985 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 mei 1985 * In zaak 139/84, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * NESTLÉ ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * In zaak C-353/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Court of Appeal (England and

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 11 JULI 1991»

ARREST VAN HET HOF 11 JULI 1991» ARREST VAN HET HOF 11 JULI 1991» In de gevoegde zaken C-87/90, C-88/90 en C-89/90, betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Raad van Beroep te VHertogenbosch, in de aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 11 december 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 11 december 2007 * EIND ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 11 december 2007 * In zaak C-291/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Raad van State (Nederland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 * TELLERUP / DADDY'S DANCE HALL ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 10 februari 1988 * In zaak 324/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Deense Højesteret, in het

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 * RYDERGÅRD ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 * In zaak C-215/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van Regeringsrätten (Zweden), in het aldaar aanhangige geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 *

ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 * ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 * In zaak 235/85, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur J. F. Buhl als gemachtigde, bijgestaan door M. Mees, advocaat

Nadere informatie

1 van 5 20/11/2008 15:04 Beheerd door Avis het juridique Publicatiebureau important 61992J0313 ARREST VAN HET HOF (ZESDE KAMER) VAN 2 JUNI 1994. - STRAFZAAK TEGEN VAN SWIETEN BV. - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997* ARREST VAN 6. 2. 1997 ZAAK C-80/95 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997* In zaak C-80/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 27 september 1988 *

ARREST VAN HET HOF 27 september 1988 * THE QUEEN/ TREASURY EN COMMISSIONERS OF INLAND REVENUE, EX PARTE DAILY MAIL AND GENERAL TRUST PLC ARREST VAN HET HOF 27 september 1988 * In zaak 81/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * ARREST VAN 9. 2. 2006 - ZAAK C-473/04 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * In zaak C-473/04, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG,

Nadere informatie

Jurisprudentie van het Hof van Justitie 1995 bladzijden I-3551

Jurisprudentie van het Hof van Justitie 1995 bladzijden I-3551 Jurisprudentie van het Hof van Justitie 1995 bladzijden I-3551 ARREST VAN HET HOF (VIJFDE KAMER) VAN 26 OKTOBER 1995. S. E. KLAUS TEGEN BESTUUR VAN DE NIEUWE ALGEMENE BEDRIJFSVERENIGING. VERZOEK OM EEN

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 16 juni 1987*

ARREST VAN HET HOF 16 juni 1987* COMMISSIE / ITALIË ARREST VAN HET HOF 16 juni 1987* In zaak 118/85, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door S. Fabro, lid van haar juridische dienst, als gemachtigde, domicilie

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 *

ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 * ARREST VAN 9. 11. 1995 ZAAK C-475/93 ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 * In zaak C-475/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Sozialgericht Speyer (Duitsland),

Nadere informatie

ARREST VAN ZAAK C-215/94. ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 *

ARREST VAN ZAAK C-215/94. ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 * ARREST VAN 29.2. 1996 ZAAK C-215/94 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 * In zaak C-215/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 24 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF 24 februari 1988 * ARREST VAN HET HOF 24 februari 1988 * In zaak 260/86, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door Ph. Combescot, lid van haar juridische dienst, als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 27 september 1988 *

ARREST VAN HET HOF 27 september 1988 * ARREST VAN 27. 9. 1988 ZAAK 18/87 ARREST VAN HET HOF 27 september 1988 * In zaak 18/87, Commissie vao de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door J. Sack, lid van haar juridische dienst, als gemachtigde,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 23 februari 1994 *

ARREST VAN HET HOF 23 februari 1994 * COMITATO DI COORDINAMENTO PER LA DIFESA DELLA CAVA E. A. ARREST VAN HET HOF 23 februari 1994 * In zaak C-236/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de president van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 14 november 1995 *

ARREST VAN HET HOF 14 november 1995 * ARREST VAN HET HOF 14 november 1995 * In zaak C-484/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Luxemburgse Conseil d'état, in het aldaar aanhangig geding tussen P.

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 21 november 1991*

ARREST VAN HET HOF 21 november 1991* ARREST VAN HET HOF 21 november 1991* In zaak C-269/90, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het aldaar aanhangig geding tussen Hauptzollamt

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 * ARREST VAN 7. 7. 1994 ZAAK C-130/93 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 * In zaak C-130/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Hof van Beroep te Brussel,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 september 1988*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 september 1988* KALFEUS / SCHRÖDER ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 september 1988* In zaak 189/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof

Nadere informatie

ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * SCHMIDT ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-392/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landesarbeitsgericht Schleswig-Holstein (Duitsland),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 23 mei 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 23 mei 1996 * O'FLYNN ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 23 mei 1996 * In zaak C-237/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Social Security Commissioner (Verenigd Koninkrijk),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 30 september 1987 *

ARREST VAN HET HOF 30 september 1987 * ARREST VAN HET HOF 30 september 1987 * In zaak 12/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Verwaltungsgericht Stuttgart, in het aldaar aanhangig geding tussen Meryem

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF 5 maart 1986 *

BESCHIKKING VAN HET HOF 5 maart 1986 * BESCHIKKING VAN HET HOF 5 maart 1986 * In zaak 69/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Verwaltungsgericht Frankfurt/Main, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * ARREST VAN 28. 5.1998 ZAAK C-3/97 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * In zaak C-3/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Court of Appeal Criminal Division,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *'

ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *' ARREST VAN HET HOF 19 september 1995 *' In zaak C-48/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Sø- og Handelsret i København, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * ARREST VAN 15. 3. 2001 ZAAK C-444/98 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * In zaak C-444/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 * ARREST VAN 12. 11. 1992 ZAAK C-163/91 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 12 november 1992 * In zaak C-163/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * SPI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * In zaak C-108/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG-Verdrag van de Conseil d'état (Frankrijk), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 * In zaak C-143/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof (Duitsland), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 januari 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 januari 1997 * ARREST VAN 9.1.1997 ZAAK C-383/95 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 januari 1997 * In zaak C-383/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 13 juli 1995 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 13 juli 1995 * ARREST VAN 13. 7.1995 ZAAK C-391/93 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 13 juli 1995 * In zaak C-391/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundessozialgericht

Nadere informatie

( Richtlijnen van de Raad 77/388, artikel 13, B, sub d, punt 1, en 78/583, artikel 1 )

( Richtlijnen van de Raad 77/388, artikel 13, B, sub d, punt 1, en 78/583, artikel 1 ) Downloaded via the EU tax law app / web @import url(./../../../../css/generic.css); EUR-Lex - 61987J0207 - NL Avis juridique important 61987J0207 ARREST VAN HET HOF (ZESDE KAMER) VAN 14 JULI 1988. - GERD

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 * ARREST VAN 16. 9.1997 ZAAK C-145/96 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 * In zaak C-145/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Finanzgericht Rheinland-Pfalz,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 september 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 september 2006 * ARREST VAN 7. 9. 2006 ZAAK C-108/05 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 september 2006 * In zaak C-108/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 juli 1992 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 juli 1992 * K" LINE AIR SERVICE EUROPE ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 juli 1992 * In zaak C-131/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 * INGMAR ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 * In zaak C-381/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Court of Appeal (England

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235, C14-7 Richtlijn betreffende het recht van onderdanen van een Lid-Staat op het grondgebied van een andere Lid-Staat verblijf te houden na er een werkzaamheid anders dan in loondienst te hebben uitgeoefend

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 20 september 1988*

ARREST VAN HET HOF 20 september 1988* ARREST VAN HET HOF 20 september 1988* In zaak 302/86, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur R. Wainwright en J. Christoffersen, lid van haar juridische

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 april 2004 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 april 2004 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 april 2004 * In zaak C-112/02, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Oberverwaltungsgericht für das Land Nordrhein-Westfalen (Duitsland),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 21 juni 1988*

ARREST VAN HET HOF 21 juni 1988* ARREST VAN 21. 6. 1988 ZAAK 39/86 ARREST VAN HET HOF 21 juni 1988* In zaak 39/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Verwaltungsgericht Hannover, in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974.

ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974. ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974. B. N. O. WALRAVE, L. J. N. KOCH TEGEN ASSOCIATION UNION CYCLISTE INTERNATIONALE, KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE WIELREN UNIE EN FEDERATION ESPANOLA CICLISMO. (VERZOEK

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 juli 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 juli 2000 * MONTE DEI PASCHI DI SIENA ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 juli 2000 * In zaak C-136/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Conseil d'état

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 28 maart 1996*

ARREST VAN HET HOF 28 maart 1996* AGF BELGIUM ARREST VAN HET HOF 28 maart 1996* In zaak C-191/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 februari 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 februari 1996 * ARREST VAN 1.2.1996 ZAAK C-164/94 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 februari 1996 * In zaak C-164/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Oberverwaltungsgericht

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 26 september 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 26 september 2000 * ARREST VAN 16. 9. 2000 ZAAK C-42/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 26 september 2000 * In zaak C-42/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van

Nadere informatie

tegen Istituto Nazionale della Previdenza (INPS) (verzoek om een prejudiciële beslissing,

tegen Istituto Nazionale della Previdenza (INPS) (verzoek om een prejudiciële beslissing, ARREST VAN HET HOF VAN 10 JULI 1975 1 G. Bonaffini en anderen tegen Istituto Nazionale della Previdenza (INPS) (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Pretore di Enna) Zaak 27-75 Samenvatting

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 28 september 1994 *

ARREST VAN HET HOF 28 september 1994 * ARREST VAN 28.9. 1994 ZAAK C-28/93 ARREST VAN HET HOF 28 september 1994 * In zaak C-28/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Kantongerecht te 's-gravenhage,

Nadere informatie

Samenvatting van het arrest

Samenvatting van het arrest 1 van 7 20/11/2008 14:41 Zaak C 128/04 Strafzaak tegen Annic Andréa Raemdonck en Raemdonck-Janssens BVBA (verzoek van de Rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde om een prejudiciële beslissing) Wegvervoer

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Tweede kamer) 12 februari 2003 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Tweede kamer) 12 februari 2003 * ALAMI BESCHIKKING VAN HET HOF (Tweede kamer) 12 februari 2003 * In zaak C-23/02, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Hof van Cassatie (België), in het aldaar aanhangig

Nadere informatie