FACULTEIT GODGELEERDHEID FACULTAIR EXAMENREGLEMENT TER AANVULLING VAN HET ALGEMEEN EXAMENREGLEMENT ( )

Vergelijkbare documenten
Bijzondere examenreglementen

Onderwijsregeling: facultaire aanvullingen en toelichtingen ( )

Bij het quoteren worden geen negatieve cijfers toegekend per vraag van een examen, uitzondering: toepassing van gis -correctie.

STUDIEGIDS (v. 3.0) INLEIDING

Masterproef en stage kunnen worden geïntegreerd, maar de masterproef moet meer zijn dan een loutere beschrijving van de stagewerkzaamheden.

Examenreglement ten behoeve van de interuniversitaire opleidingen waarvoor inschrijving kan worden genomen aan meer dan één universiteit

Aanvraagformulier toelatingsprocedure Faculteit Theologie en Religiewetenschappen

Aanvullingen bij het examenreglement Studiegebied industriële ingenieurswetenschappen

Beoordelingsreglement voor de opleiding Getuigschrift Bijzondere Leergang Pensioenrecht

Onderwijs- en examenreglement opleiding gerechtsvertalen en tolken academiejaar

Algemeen examenreglement

INFOSESSIE OMBUDSDIENST & OER. Examenreglement

Doctoraatsreglement van de FPPW

Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel

BISDOM ANTWERPEN EXAMENREGLEMENT

FACULTEIT DER LETTEREN EN WIJSBEGEERTE MASTERPROEF GESCHIEDENIS REGLEMENT

! " #" $ % & $ & "! ' ( ) & ) & ) * + *,+ *,+ + -.& / 0 (

Faculteit Rechten. Universiteit Hasselt. Reglement betreffende de bachelorscriptie (derde bachelor rechten)

FAQ Frequently Asked Questions Master na master Notariaat

Onderwijs- en examenreglement opleiding gerechtsvertalen en tolken cursusjaar

Informatie voor docenten

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Beoordelingsreglement voor de opleiding Getuigschrift Vervolmaking in de pedagogische wetenschappen

Aanvraagformulier toelatingsprocedure Faculteit Theologie en Religiewetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

OER juli 2017

Onderwijs- en examenreglement opleiding gerechtsvertalen en tolken cursusjaar

FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Laarbeeklaan Brussel AANVULLEND FACULTAIR DOCTORAATSREGLEMENT

INFOSESSIE OMBUDSDIENST & OER. Examenreglement

Zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur van 18 januari 2005, 21 juni 2005, 4 juli 2006, 22 mei 2007, 1 juli 2008 en 23 juni 2009.

Beoordelingsreglement voor de opleiding Gedragstherapie bij kinderen en jongeren

Examenreglement ten behoeve van de interuniversitaire postgraduaatsopleiding Innoverend Ondernemen voor ingenieurs

FAQ Frequently Asked Questions Master na master Notariaat

Ombudsdienst Letteren OMBUDSDIENST & EXAMENS. december 2017 WELKOM!

MODEL REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE

Examenreglement ten behoeve van de interuniversitaire masteropleidingen waarvoor inschrijving kan worden genomen aan meer dan één universiteit

Wijzigingen OER-regeling Toelichting (onder)voorzitters examencommissies

HUISHOUDELIJK REGLEMENT. Opleiding Pastoraal werk(st)er in de zorg

Academiejaar Masterproef Pedagogische Wetenschappen en Sociaal Werk

Examenspreiding in de praktijk

Vernieuwde Tolerantieregeling

DEPARTEMENTALE AANVULLING VAN HET ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

Beoordelingsreglement voor cursisten van permanente vormingsopleidingen met getuigschrift 1

Aanvulling onderwijs- en examenreglement RITS School of Arts

REGELS EN RICHTLIJNEN VOOR DE TENTAMENS EN EXAMENS IN DE MASTEROPLEIDING NANOSCIENCE

Regeling Praktijkonderzoekstage-scriptietraject (POSST)

EXAMENREGLEMENT: VRAAG EN ANTWOORD

DEPARTEMENTALE AANVULLING OP HET ALGEMEEN ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT EN DE ALGEMENE RECHTSPOSITIEREGELING

Besluit van de Deputatie

Studietraject. Academiejaar

Studietraject. Academiejaar

Regeling en Aanmelding Examen BC of SC

Examens en ombudsdienst. Yasmine Sidhoumi Faculteit Sociale Wetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Arabische Taal en Cultuur

REGLEMENT VOOR DE MASTERTHESIS WISKUNDE 1

Taal- en Regiostudies. Regeling van de Masterproef. 1 Opzet

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR

EXAMENREGLEMENT GRADUATE SCHOOL OF HUMANITIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Reglement Masterproef Faculteit Sociale Wetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT. Academiejaar Aanvullingen en afwijkingen Leuven Engineering College

EXAMENREGLEMENT TEN BEHOEVE VAN HET INTERUNIVERSITAIR EXAMEN GEDEELTELIJKE GELIJKWAARDIGHEID DIPLOMA ARTS VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD

INFOSESSIE OMBUDSDIENST & OER

Algemene informatie voor studenten: 1 ste examenperiode januari/februari academiejaar

Ouderinfo-avond Flexibel hoger onderwijs: creditsysteem en studievoortgangsbewaking

MASTERPROEF TAAL- EN LETTERKUNDE REGLEMENT

Regels voor het schrijven, begeleiden en beoordelen van MAscripties

Reglement voor het toelatingsexamen van accountant en/of belastingconsulent

Status Vertrouwelijk Werkdocument Finaal document

Faculteit Rechten. Universiteit Hasselt. Reglement betreffende de bachelorscriptie (derde bachelor rechten)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Letterkunde en Literatuurwetenschap

EXAMENREGLEMENT Opleiding juridisch / gerechtelijk expert September 2016

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en Spraaktechnologie (Language and Speech Technology)

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

VOOR HOUDERS VAN EEN MASTERDIPLOMA GENEESKUNDE BEHAALD BUITEN DE EUROPESE ECONOMISCHE REGIO MET HET OOG OP HET BEHALEN VAN DE EVENTUELE

EXAMENCONTRACT VOOR HET VERWERVEN VAN EEN DIPLOMA

Faculteit der Geesteswetenschappen. Bachelor scriptiereglement voor de opleidingen: Nederlandse Taal en cultuur Taal en communicatie

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op , verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Aanvulling onderwijs- en examenreglement RITCS School of Arts

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

7.3 Regels en Richtlijnen van de Examencommissie Lerarenopleiding voor:

ongewettigde afwezigheid van meer dan 25% aanleiding geven tot de quotatie afwezig voor het volledige opleidingsonderdeel.

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Stage/veldwerk contract: Master in de wereldreligies

AANVULLING OP HET ALGEMEEN ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT EN DE ALGEMENE RECHTSPOSITIEREGELING. ו Royal Institute for Theatre, Cinema & Sound

Onderwijs- en examenreglement ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT DEFINITIES

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

STAGEREGLEMENT WERKPLEKLEREN FBO

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Kunst en visuele cultuur in historisch perspectief

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur d.d. 1 april Opleidingsraden. reglement

Lees onderstaande richtlijnen grondig door vooraleer je aanvraag in te dienen! Je kan slechts één dossier, per opleiding, per academiejaar indienen.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Literatuurwetenschap

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Duitslandstudies. studierichtingen:

Stad Antwerpen College van burgemeester en schepenen

Onderwijs- en examenregeling

DEELEXAMENREGLEMENT 'BETONTECHNOLOGISCH ADVISEUR'

EXAMENREGLEMENT EPB-VERSLAGGEVER

Algemene informatie voor docenten: 1 ste examenperiode januari/februari academiejaar

RITCS School of Arts Aanvulling onderwijs- en examenreglement

Transcriptie:

FACULTEIT GODGELEERDHEID FACULTAIR EXAMENREGLEMENT TER AANVULLING VAN HET ALGEMEEN EXAMENREGLEMENT (2006-2007) Voorstel voor advies voorgelegd aan POC/TCPE op 10 november 2006, het Faculteitsbestuur op 13 november 2006, en goedgekeurd door de Faculteitsraad op 24 november 2006. Deze aanvullingen en toelichtingen op het examenreglement gelden voor alle studenten van de Faculteit Godgeleerdheid. De nummers van de artikelen verwijzen naar het algemeen examenreglement van de K.U.Leuven (www.kuleuven.be/admin/reglementen.htm). In het examenreglement van de K.U.Leuven komt herhaaldelijk de door de faculteit aangewezen instantie voor. Voor onze Faculteit geldt telkens de volgende procedure: het Faculteitsbureau legt op basis van voorafgaandelijk advies van de permanente Onderwijscommissies, voorstellen tot wijziging van het algemene examenreglement ter goedkeuring voor aan de Faculteitsraad. 0.1 Toelichtingen en aanvullingen op het universiteitsreglement Artikel 4 (aanvullingen en afwijkingen) A. Algemeen examenreglement Onderafdeling 1 - Algemene bepalingen De facultaire aanvullingen en afwijkingen op het examenreglement worden aan de studenten bekendgemaakt via de facultaire website http://www.theo.kuleuven.be/ en Toledo. Artikel 5 (examenperiodes) Onderafdeling 2 - Organisatie van de examens Studenten die in aanmerking komen voor beraadslaging in de januarizittijd, dienen het studentensecretariaat hiervan op de hoogte brengen vóór 15 november (Nederlandstalige studenten) of 29 november (Engelstalige studenten) van het lopende academiejaar. Een bijzonder regime geldt voor de uitwisselingsstudenten aan de Faculteit: zij kunnen examens afleggen voor de Kerstvakantie indien het uitwisselingsakkoord dit stipuleert. Artikel 6 (deelexamens) Over opleidingsonderdelen die over twee semesters worden georganiseerd, kan mits goedkeuring van de Faculteitsraad- aan het einde van elk semester een deelexamen worden afgenomen. 1

Artikel 7 (bijzondere examineertijdstippen voor volledige opleidingsonderdelen) De Faculteitsraad beslist op voorstel van het Faculteitsbureau na advies van de Permanente Onderwijscommissies of de studenten buiten de gewone examenperiodes geëxamineerd kunnen worden over andere onderwijsleeractiviteiten dan hoorcolleges en in de gevallen aangeduid in artikel 7 van het Examenreglement. Oefeningen en werkcolleges, behorend bij een hoorcollege, worden geëvalueerd tijdens de oefenzittingen of maken samen met het hoorcollege deel uit van het eindexamen. Herkansingen van oefeningen en werkcolleges die geen integrerend deel uitmaken van het hoorcollege, vinden plaats in de septemberexamenperiode. Artikel 12 (examenregeling) Het studentensecretariaat stelt de examenregeling op. De examenregeling wordt bekendgemaakt via de facultaire website http://www.theo.kuleuven.be/ entoledo. De studenten dienen geregeld deze electronische valven te raadplegen; alleen deze berichten zijn rechtsgeldig. De studentenvertegenwoordigers kunnen voorstellen met betrekking tot de opstelling van de examenregeling indienen tot 1 november, 1 maart en 1 juni voor respectievelijk de 1e, 2e en 3e examenperiode. Zij hebben ook inzagerecht in het ontwerp van examenregeling en kunnen suggesties geven ter verbetering van de opgestelde examenregeling. Naleving van de examenregeling: a) De ombuds kan voor individuele gevallen en om ernstige redenen een examen verplaatsen. De ombuds verwittigt de examinator. b) Een examinator die door overmacht op de aangestelde dag geen examen kan afnemen, zal hiervan de voorzitter van de examencommissie onmiddellijk op de hoogte brengen en met de ombuds naar een nieuwe regeling zoeken. De ombuds oordeelt soeverein over de geschiktheid van de nieuwe regeling. De examinator dient de studenten te verwittigen. Kan de ombuds geen regeling treffen, dan wordt voor de betrokken reeks een schriftelijk examen georganiseerd op de voorziene dag en het voorziene uur. c) Komt de examinator niet opdagen op het vastgestelde uur, dan gelden de volgende richtlijnen: na één kwartier wachten, en indien de examinator niet te bereiken is, nemen de studenten contact op met hetzij de ombuds, hetzij het studentensecretariaat of de voorzitter van de examencommissie. Vanaf dat ogenblik heeft de gecontacteerde persoon een uur tijd om te weten te komen of de examinator al dan niet zal komen. Blijft de examinator niet bereikbaar, dan mag de gecontacteerde persoon na verloop van dat uur de studenten wegsturen. Nadien moet getracht worden een nieuwe datum voor het examen vast te leggen, waarbij dezelfde procedure als sub. b. gevolgd wordt en de studenten voorrang van keuze hebben. d) Elke examinator, ombuds en student/e moet de examenregeling na ontvangst nakijken en eventuele fouten onmiddellijk melden aan het studentensecretariaat of de ombuds. Deze fouten kunnen zo binnen de week verbeterd worden, waarna de examenregeling definitief wordt. Onderafdeling 3 - Deelname aan examens Artikel 13 (voorwaarde om aan examens deel te nemen) Studenten die ingeschreven zijn voor een bepaald studiejaar, zijn automatisch ingeschreven voor de examens van de eerste, de tweede en de derde examenperiode. Wanneer een student/e niet wenst deel te nemen aan één van de examenperiodes, dan moet hij/zij dat via het geëigende formulier (zie http://www.theo.kuleuven.be/onderwijs/) aan het faculteitssecretariaat melden voor de door de Faculteit voorziene data per examenperiode (20 november, 28 maart en 10 juli). Er is ook een verplichting tot inschrijving bij het faculteitssecretariaat voor de studenten die deelnemen aan de examens van de academische lerarenopleiding. De student/e bezorgt zijn/haar inschrijvingsformulier aan het faculteitssecretariaat uiterlijk op 20 november, 28 maart, 10 juli van het betrokken academiejaar, al naargelang de gekozen examenperiode (januari, juni of september). 2

Artikel 15 (hernemen van examens uit de eerste examenperiode) Het hernemen van opleidingsonderdelen uit de eerste examenperiode tijdens de tweede examenperiode kan enkel voor studenten uit de internationale programma s en Nederlandstalige studenten die de Master- of de Master-na-Master-opleidingen volgen. Studenten die dit wensen dienen het studentensecretariaat hiervan op de hoogte te brengen voor 28 maart van het lopende academiejaar. De Faculteitsraad beslist op advies van de Permanente Onderwijscommissies of de studenten buiten de gewone examenperiodes geëxamineerd kunnen worden over andere onderwijsleeractiviteiten dan hoorcolleges en in de gevallen aangeduid in artikel 7 van het Examenreglement. Artikel 16 (uitstellen van examens tot de tweede examenperiode) Wanneer een student/e een studieprogramma heeft waarbij er voor meer dan 36 studiepunten aan opleidingsonderdelen in het eerste semester vallen, beslist de programmadirecteur welke opleidingsonderdelen in de tweede examenperiode kunnen afgelegd worden. Studenten die dit wensen dienen dit te melden aan het studentensecretariaat voor 20 november van het lopende academiejaar. Artikel 19 (samenstelling) Onderafdeling 4 - De examencommissies De programmadirecteurs treden op als voorzitter van de respectievelijke examencommissies (Nederlandstalige programma s, internationale programma s). Voor de canoniekrechtelijke programma s is de decaan voorzitter van de examencommissie. De secretarissen van de permanente onderwijscommissies zijn ook secretaris van de respectievelijke examencommissies. Over de samenstelling van de examencommissies beslist de Faculteitsraad. Indien er voor een bepaald opleidingsonderdeel meerdere examinatoren zijn, is alleen de coördinator van dit opleidingsonderdeel of zijn/haar vervanger stemgerechtigd lid van de examencommissie. De voorzitter, de secretaris en de vice-decaan onderwijs vormen de beperkte examencommissie. Voor zowel het geheel van de bacheloropleiding als het geheel van zowel de master- als master-namaster-opleidingen wordt een examencommissie opgericht die bestaat uit de voorzitter/secretaris en een door de Faculteitsraad goedgekeurde lijst van examinatoren van de betrokken opleiding. De examenombuds is lid met raadgevende stem. Voor de lerarenopleiding bestaat de examencommissie naast de voorzitter en de secretaris uit de professoren van de theoretische vakken, de luisterstage en de lesstage. Onderafdeling 5 - Verloop van de examens Artikel 26 (informatie vooraf en inleveringstermijn) Wanneer er voor het indienen van een werkstuk een bepaalde inleveringstermijn is vastgelegd (zie academische kalender) en een student/e om gegronde redenen voorziet een bepaalde termijn niet te kunnen respecteren, neemt hij/zij voor de aangegeven vervaldatum contact op met de titularis die een nieuwe inleveringstermijn kan bepalen. De Faculteitsraad kan bepalen dat, indien de inleveringstermijn niet gerespecteerd wordt, het werkstuk als niet-ingeleverd wordt beschouwd en dat de student/e voor deze opdracht een nul krijgt of als niet geslaagd wordt beschouwd. Als deze sanctie is voorzien, geldt ze ook wanneer een nieuw toegestane termijn niet wordt nageleefd. Toepassing van die sanctie wordt schriftelijk aan de student/e meegedeeld. 3

Artikel 27 (examenvorm) De examenvorm wordt vastgelegd door de Permanente Onderwijscommissie, op voorstel van de titularis, en wordt vermeld in de Studiegids. De laatst goedgekeurde examenvorm blijft gelden zolang niet anders wordt beslist. Noodzakelijke aanpassingen worden op dezelfde wijze goedgekeurd voor 15 november van het academiejaar waarin de regeling wordt toegepast. De syllabustekst dient onmiddellijk aangepast te worden. Artikel 35 (weging) Onderafdeling 6 - Beraadslaging A. Algemene principes Bij de beraadslaging wordt uitgegaan van het gewogen percentage, behaald voor alle opleidingsonderdelen samen. De standaardweging vertrekt van een opleidingsonderdeel van 4 studiepunten (in de regel 2 s.u.): dit staat voor 20 examenpunten. Een opleidingsonderdeel van 3 studiepunten weegt de helft lichter (10 examenpunten). Een opleidingsonderdeel van 5 studiepunten (3 s.u.) weegt de helft zwaarder (30 examenpunten), en een opleidingsonderdeel van 6 studiepunten (4 s.u.) weegt het dubbele (40 examenpunten). B. Meesterproeven Het gewicht van de meesterproef van het vierde jaar (Licentiaat in de godsdienstwetenschappen / Master in Religious Studies) bedraagt 40% van het totale eindresultaat; de andere opleidingsonderdelen tellen voor 60%. Het finale punt van de meesterproef wordt bepaald door de promotor voor 40%, beide correctoren elk 20%, en een gezamenlijk cijfer na beraadslaging voor 20%. De meesterproef van het vijfde jaar (Master in de gespecialiseerde studies in de Godgeleerdheid en godsdienstwetenschappen / Master of Advanced Studies in Theology and Religion) wordt berekend op een totaal van 160 examenpunten. Het finale punt van de meesterproef wordt bepaald door de promotor voor een derde, beide correctoren elk voor een zesde, en een gezamenlijk cijfer na beraadslaging voor een derde. Voor wie een meesterproef maakt in de major Pastoraaltheologie, specialisatie Praktische theologie: in het vierde jaar wordt de stage mee verrekend in het punt van de promotor voor de verhandeling. In het vijfde jaar wordt de stage verrekend voor 40% en de reflectiescriptie voor 60% van de finale beoordeling. Bij de bepaling van het punt voor deze stage weegt het punt van de werkbegeleider voor 20%, dat van het ZAP-lid voor 30%, dat van de stage-coördinator (inclusief stagemap) 30 %, en wordt de resterende 20% bepaald na beraadslaging door de voltallige stuurgroep Praktische theologie. Voor de GAS WIDR maakt de meesterproef 40% van het eindresultaat uit, de andere opleidingsonderdelen 60%. Voor wie hiertoe veldwerk doet of stage loopt, wordt het veldwerk/de stage verrekend voor 40% en het onderzoeksrapport voor 60%. Bij de bepaling van het punt voor deze stage weegt het punt van de stagementor voor 20%, dat van het ZAP-lid (per dossier aangeduid door de stuurgroep) voor 30%, dat van de praktijklector (inclusief stagemap) 30% en wordt de resterende 20% bepaald na beraadslaging door de voltallige stuurgroep. In geval geen stagementor aanwezig is, weegt het punt van het ZAP-lid voor 40%, dat van de praktijklector eveneens 40% en wordt de resterende 20% bepaald na beraadslaging door de voltallige stuurgroep. Het punt voor het onderzoeksrapport wordt bepaald door de promotor voor 40%, beide correctoren elk 20%, en een gezamenlijk cijfer na beraadslaging voor 20%. 4

C. Bijzondere opleidingsonderdelen Scripties In de Nederlandstalige programma s geldt de scriptie in het tweede jaar (6 studiepunten) voor 30 examenpunten, in het derde voor 60 examenpunten (10 studiepunten). De bachelorsscriptie uit het derde jaar van de Nederlandstalige programma s wordt als volgt beoordeeld: de punten van de promotor en de corrector wegen voor elk twintig examenpunten; ook het gemeenschappelijk punt dat zowel de geschreven tekst als de poster betreft wordt bepaald op 20 examenpunten. In de internationale programma s geldt de scriptie twee maal 40 examenpunten (telkens 6 studiepunten). Andere opleidingsonderdelen Het college Introduction to Theology (14 studiepunten) telt voor 80 examenpunten. Dit punt wordt bepaald door quoteringen van elk van de drie docenten op minimaal zeven evaluatieactiviteiten (onder meer: encyclopedia, inleidingen in verschillende theologische disciplines, seminariepresentatie, paper, kwaliteit van de deelname aan de discussiesessies), waarna na overleg een gemiddeld eindcijfer wordt bepaald. De evaluatie-activiteiten en de criteria waarop de evaluatie gebaseerd zal zijn, worden jaarlijks bepaald door de stuurgroep en vermeld in de syllabus De werkcolleges praktische theologie en WIDR (8 studiepunten) tellen voor 40 examenpunten (equivalent van twee vakken van 4 studiepunten). Het resultaat is een gemeenschappelijk cijfer dat in elk geval is samengesteld uit op zijn minst twee onafhankelijke quoteringen van verschillende examinatoren. De evaluatie-activiteiten, evenals de criteria waarop de evaluatie gebaseerd zal zijn, worden jaarlijks bepaald door de stuurgroep en vermeld in de syllabus. De studiereis naar Bangalore, equivalent aan twee vakken van 4 studiepunten, telt voor 40 examenpunten. Dit punt wordt bepaald door een lid van de stuurgroep dat als promotor van de evaluatiepaper fungeert in samenspraak met een corrector, door de stuurgroep aangeduid. De criteria waarop de evaluatie gebaseerd is, worden jaarlijks bepaald door de stuurgroep en vermeld in de syllabus. In de academische lerarenopleiding geldt de lesstage (tien studiepunten) voor 70 examenpunten en de luisterstage (drie studiepunten) voor tien examenpunten. Deze punten worden bepaald na beraadslaging door de ALO-staf op voorstel van de praktijklector en de stagementor. Het finale punt van de lesstage wordt bepaald op basis van twee examenlessen en de eerste lesvoorbereiding (resp. 15%, 25% en 5%), de stagelessen (30%), de schoolstage (10%) en de stagemap (15%). D. Toelichting Zijn er voor eenzelfde opleidingsonderdeel verschillende onderwijsleeractiviteiten en/of examinatoren, dan worden alle onderwijsleeractiviteiten samengevoegd, dan de punten berekend. De docent kan naar eigen inzicht de hem beschikbare punten voor een examen verdelen over de hoorcolleges en andere onderwijsleeractiviteiten. Niet deelnemen aan de onderwijsleeractiviteiten kan leiden tot een onvoldoende voor het hele examen. De examinator zal, in uitvoering van artikel 26 van dit examenreglement, de verdeling van de punten en de sancties voor niet-deelname in de syllabus vermelden en aan de studenten toelichten. Artikel 36 (criteria voor het slagen voor één programmajaar van een bachelor- of masteropleiding) In afwijking van wat in b) van het algemene examenreglement wordt bepaald, leidt voor de volgende opleidingsonderdelen een onvoldoende steeds tot het niet-slagen: - verhandeling of meesterproef - stage. 5

Artikel 39 (criteria voor het behalen van een diploma van bachelor of master en een graad van verdienste) Het percentage voor de bacheloropleidingen is het gewogen gemiddelde van de percentages van elk programmajaar: eerste bachelor: 20%, tweede bachelor: 30% en derde bachelor: 50%. Voor het canoniekrechtelijke diploma van Sacrae Theologiae Baccalaureus krijgen de studenten een graad op basis van de behaalde jaarpercentages en de resultaten van de bijkomend verplicht te volgen vakken. Voor wie de opleiding in drie jaar voltooit, is dat voor het eerste en het tweede jaar telkens het behaalde percentage x 25% en voor het derde jaar het percentage x 50%. Bijkomende vakken worden geïntegreerd in de percentageberekening van het derde jaar. Voor wie de opleiding in vier jaar voltooit, wordt voor het eerste en het tweede jaar samen het behaalde percentage x 25%, voor het derde jaar het behaalde percentage x 25% en voor het vierde jaar het behaalde percentage x 50% in het eindresultaat verrekend. Voor het canoniekrechtelijke diploma van Sacrae Theologiae Licentiatus krijgen de studenten een graad op basis van de behaalde jaarpercentages. Het eerste jaar geldt voor 40%, het tweede jaar voor 60% in het eindresultaat. Indien het STL1 samenvalt met de master-na-master geldt het afwerken van de doctoraatsopleiding als STL2. Wie slaagt voor het canoniekrechtelijke programma, wordt geproclameerd cum fructu. Wie echter 70% behaalt, wordt de graad cum laude toegekend; wie 80% behaalt, verwerft magna cum laude ; en wie 90% behaalt, verwerft summa cum laude. Onderafdeling 8 Mededeling en bespreking van de examenresultaten Artikel 43 (mededeling van resultaten na de eerste examenperiode) De examencijfers behaald voor of in de eerste examenperiode worden na de vaststelling van het resultaat door de beperkte examencommissie aan de student/e meegedeeld: de studenten van het eerste jaar Bachelor halen hun resultaten af bij de studietrajectbegeleider; de andere studenten kunnen de resultaten ophalen op het studentensecretariaat (de tweede maandag na het eindigen van de eerste examenperiode); indien de resultaten binnen de vijf dagen niet worden afgehaald worden deze per post toegestuurd op het thuisadres. Artikel 44 (mededelingen van resultaten na de tweede en derde examenperiode) Het algemeen examenresultaat (geslaagd/niet-geslaagd) voor een bepaald programmajaar na een tweede of derde examenperiode wordt publiek meegedeeld aansluitend op de overeenkomstige deliberatie. De niet-geslaagde studenten krijgen onmiddellijk daarna hun gedetailleerde resultaten uit handen van de examenombudspersoon. De studenten van het eerste en tweede bachelor krijgen hun resultaten na de proclamatie van de graad van verdienste aan de geslaagden van het derde jaar bachelor, de master- en master-na-master-opleidingen. Indien de resultaten binnen de vijf werkdagen niet worden afgehaald worden deze per post toegestuurd op het thuisadres. De beroepstermijn van vijf kalenderdagen loopt vanaf het tijdstip van de proclamatie. Artikel 47 (bewaren van examenkopijen) Voor de examens waarvoor in de context van artikel 61 van dit reglement door de student/e een formele klacht is ingediend of waarvoor de voorzitter de examencommissie opnieuw bijeen riep, bewaart het facultair secretariaat de kopijen of de examennotities bij mondelinge examens gedurende vijf jaar. 6

Onderafdeling 10 - Examenregelingen voor bijzondere groepen Artikel 49 (bijzondere regelingen in individuele omstandigheden) De Faculteit Godgeleerdheid heeft de toelating bekomen om aan studenten die (al dan niet voltijds) werken een spreiding van examens tussen de gewone examenperiodes toe te staan. Studenten die menen voor examenspreiding in aanmerking te komen dienen daartoe een aanvraag in bij de secretaris van de permanente onderwijscommissie. Zij staven hun aanvraag met een attest van tewerkstelling van hun werkgever of een ander attest dat de aanvraag motiveert. Examens kunnen afgelegd worden tussen het begin van de eerste examenzittijd (januari) en het einde van de derde examenzittijd (september). Om een examen te programmeren volgt de student/e volgende regeling. 1. In de mate van het mogelijke sluit de student/e aan bij de examenprogrammering van de gewone examenzittijden. De student/e wordt van die programmering tijdig op de hoogte gebracht door het secretariaat. Hij/zij meldt vervolgens aan het secretariaat voor welk(e) examen(s) hij/zij wenst aan te sluiten (Monique.Evers@theo.kuleuven. be, tel. 016/32.38.67). 2. Examens die de student/e buiten de gewone examenperiodes wenst af te leggen worden afgelegd op de dagen en uren die een examinator daartoe maandelijks vrijhoudt. Die examineermomenten liggen in de regel buiten de kantooruren zodat werkenden zoveel mogelijk in de gelegenheid gesteld worden om examen af te leggen zonder dat zij daarvoor verlof moeten aanvragen. Een overzicht van de maandelijkse examineermomenten van de professoren wordt begin januari van het lopende academiejaar bekendgemaakt. De student/e contacteert het secretariaat om te melden voor welk examen hij/zij zich aanbiedt. Dit gebeurt ten laatste twee weken vóór het examen. 3. Buiten de examenmomenten vermeld onder (1) en (2) zal slechts uitzonderlijk en mits grondige motivatie een examen kunnen geprogrammeerd worden. Op die manier wordt voorkomen dat de examineertijd van professoren al te zeer versnipperd wordt. 4. Eenmaal het examen geprogrammeerd is, valt de student/e onder de algemene examenreglementering. Dit betekent onder meer dat hij/zij zich dient aan te melden bij de examinator op het geprogrammeerde moment. Enkel om zwaarwichtige reden kan hij/zij vragen om het examen te verplaatsen. Die vraag richt de student/e VOOR het moment waarop het examen is geprogrammeerd aan de ombuds (ombuds@theo.kuleuven. be, tel: 016/32.38.01). Die oordeelt over de ontvankelijkheid van de vraag tot verplaatsing. Voor ziekte wordt steeds een attest van de dokter gevraagd, conform de regelgeving voor reguliere studenten. 5. Voor scripties en verhandeling dient de student/e zich te houden aan de uiterste inleveringdatum die door de faculteit is vastgelegd en bekendgemaakt, hetzij de datum in mei (indien de student/e wenst gedelibereerd te worden in de juni-zittijd), hetzij de datum in augustus (indien hij/zij wenst gedelibereerd te worden in de augustus/september-zittijd). Op die wijze wordt aan de faculteit de mogelijkheid geboden tijdig een jury samen te stellen en wordt aan de promotor en de correctoren de tijd gegeven die nodig is om de scriptie of verhandeling grondig te lezen en te evalueren. 6. Een student/e heeft recht op herkansing van examens binnen het academiejaar. Om te weten of een student/e die toelating heeft bekomen om zijn/haar examens te spreiden, van dit recht op herkansing wil gebruik maken, moet hij/zij het resultaat van het afgelegde examen kennen Daarom voorziet de examenregeling dat deze student/e het resultaat kan opvragen vanaf het ogenblik dat de officiële examenzittijd waarin dit examen geprogrammeerd staat voor reguliere studenten, is afgesloten. Concreet betekent dit dat een student/e voor de examens van het eerste semester die hij/zij aflegt NA januari en voor de examens van het tweede semester die hij/zij aflegt NA juni, het resultaat onmiddellijk kan opvragen. Dit betekent ook dat voor een vak dat hij/zij pas voor het eerst aflegt in augustus/september nog een herkansing kan vragen. 7

Onderafdeling 11 - Voorafnemen van opleidingsonderdelen uit volgende programmajaren Artikel 50 (valorisatie van de voorafnames) zie ook onderwijsregeling afdeling 5.3.2 De Faculteit Godgeleerdheid laat, volgens analoge regels, ook voorafnames toe op basis van verworven creditbewijzen en/of vrijstellingen binnen één semester. Als een student/e met een voltijds studietraject creditbewijzen en/of vrijstellingen verworven heeft, dan mag hij/zij opleidingsonderdelen opnemen van het volgende programmajaar of van het (eerste) programmajaar van een aansluitende opleiding. Het totale studieprogramma van dat academiejaar mag slechts 66 studiepunten bedragen en hij/zij mag geen opleidingsonderdelen opnemen waarvoor slagen op één of meerdere andere opleidingsonderdelen uit het voorgaande programmajaar is vereist en waarvoor hij/zij nog niet slaagde. 1. Enkel volledige opleidingsonderdelen kunnen in rekening worden gebracht bij de berekening van de studiepunten voor verworven creditbewijzen en/of vrijstellingen. Enkel volledige opleidingsonderdelen kunnen worden voorafgenomen. 2. De thesis/meesterproef kan niet worden voorafgenomen, tenzij in die gevallen waarin een student/e voor 48 of meer studiepunten creditbewijzen en/of vrijstellingen heeft verworven en dus alle opleidingsonderdelen van een volgend programmajaar mag voorafnemen. 3. De Facultaire POC s verlenen de goedkeuring voor het volgen van de voorafgenomen opleidingsonderdelen. 4. De procedure voor aanvraag van voorafnames wordt beschreven op http://www.theo.kuleuven.be/onderwijs/iaj.html. 5. Het tijdschema van deze procedure is conform artikel 5.1.1. van de onderwijsregeling. D.w.z. de aanvragen vóór 15 oktober (a) en de facultaire beoordeling vóór 15 november (c). 8

Artikel 62-63-64 B. Bijzonder examenreglement Onderafdeling 1 - Bijzondere bepalingen in verband met de verhandeling of masterproef ZAP-leden en postdoctorale onderzoekers verbonden aan de Faculteit Godgeleerdheid (als onderzoeker, docent) kunnen promotor zijn. Voor het schrijven van een wetenschappelijke tekst volgen de studenten de "inhoudelijke, bibliografische en typografische richtlijnen voor het schrijven van een scriptie, verhandeling of proefschrift" (http://theo.kuleuven.be/cms/fckupload/file/richtlijnen/richtlijnen-11.05.2006.pdf). Scriptie (10 pt. inclusief postersessie) 3 de bachelor in de Godgeleerdheid en de Godsdienstwetenschappen en verkorte bachelor De scriptie staat voor 10 studiepunten. De scriptie wordt geëvalueerd door de promotor en een corrector op basis van de volgende criteria: een uitgeschreven werkplan van drie tot vijf bladzijden, een bibliografie en een hoofdstuk van 13.500 woorden. Deze scriptie wordt beoordeeld als een afzonderlijk opleidingsonderdeel, d.w.z. onafhankelijk van een eventueel verband met de eindverhandeling van het volgende studiejaar. De studenten van de Nederlandstalige sectie vatten de voornaamste onderzoeksresultaten op een poster samen, waarvoor de richtlijnen gegeven worden in de bijlage bij dit document. De posters worden publiek geafficheerd tijdens een postersessie (donderdag 28 juni, vrijdag 29 juni 2007; maandag 10 september 2007). De gehele sessie in de juni-zittijd beslaat twee maal één uur, waarbij respectievelijk ook twee groepen studenten hun poster voorstellen, in een lokaal dat voldoende ruimte biedt voor het ordentelijk opstellen van de aanplakborden én dat toelaat dat er zich een rustig, geconcentreerd gesprek kan ontwikkelen. Op een op voorhand bepaald uur zijn de studenten ter beschikking om toelichting te geven bij hun poster. De student/e krijgt daarbij de gelegenheid eerst zijn/haar werk én zijn/haar poster voor te stellen; pas nadien ontwikkelt zich een evaluatief gesprek tussen student/e, promotor en corrector. Hierbij mag de kritische en objectieve beoordeling niet voorbij gaan aan het te bieden perspectief van progressie. Hoe wordt er geëvalueerd? De promotor en de corrector geven zoals gebruikelijk op voorhand op basis van de lectuur van de scriptie elk onafhankelijk een punt op twintig. Daarnaast wordt de poster gezamenlijk geëvalueerd via een gemeenschappelijk punt dat promotor en corrector overeenkomen na het zien van de poster en de toelichting van de student/e. Dit gemeenschappelijk punt zal 1/3 van de beoordeling innemen en zowel de geschreven tekst als de poster betreffen. Verhandeling met publieke presentatie (Licentiaat in de godsdienstwetenschappen/master s Degree in Religious Studies) De verhandeling van het vierde studiejaar, die wordt ingediend mits instemming van de promotor, staat voor 16 studiepunten. De verhandeling wordt beoordeeld door de verhandelingscommissie (de promotor en twee correctoren)*. De som van de gegeven punten bedraagt 100 (promotor 40, correctoren elk 20 en een gemeenschappelijk punt 20). Bij de beraadslaging over de licentiaatsverhandeling wordt een weging toegepast die overeenkomt met 40% van het totale aantal punten. De student/e kiest een onderwerp binnen het onderzoeksprogramma van zijn/haar major. De verhandeling is dus een studie over een onderwerp uit één van de hoofddisciplines, nl. bijbelwetenschap, systematische theologie, theologische ethiek, geschiedenis van kerk en theologie, pastoraaltheologie of religiestudie. Niet-theologische of godsdienstwetenschappelijke onderwerpen in domeinen verwant met de theologie of de religiestudie (zoals kerkelijk recht, godsdienstpsychologie, godsdienstsociologie) komen enkel in aanmerking als ze theologische of godsdienstwetenschappelijke reflectie mogelijk maken. De onderwerpen die studenten gekozen hebben, worden eerst voor bespreking aan de onderzoekseenheden voorgelegd en vervolgens door de betrokken onderwijscommissie vastgelegd. 9

De verhandeling telt 40.000 à 50.000 woorden (exclusief inleiding, bibliografie en bijlagen) en is geschreven in correct Nederlands, Engels, Duits of Frans. Opteert een Nederlandstalige student/e ervoor om zijn/haar verhandeling in een vreemde taal te schrijven, dan moet hij/zij een samenvatting in het Nederlands toevoegen. Studenten die met studieduurverkorting in het vierde studiejaar (tweede cyclus) instromen, schrijven een uitgebreide scriptie (16 pt.) van ongeveer 20.000 woorden (exclusief inleiding, bibliografie en bijlagen). Hetzelfde geldt voor studenten die na het derde jaar beslissen om van onderwerp en/of promotor te veranderen. Met het schrijven van de verhandeling levert de student/e een eigen bijdrage tot de theologische of godsdienstwetenschappelijke wetenschapsbeoefening (i.c. relevante wetenschappelijke literatuur selectief verzamelen en gestructureerd verwerken, godsdienstwetenschappelijke en theologische teksten in de originele taal bestuderen en interpreteren, conclusies formuleren en een eigen standpunt verwoorden). De richtlijnen voor de verhandeling zijn te vinden op de facultaire website. De student/e presenteert zijn/haar verhandeling. Hij/zij zet de probleemstelling uiteen, geeft een overzicht en beoordeling van het onderzoek en formuleert de belangrijkste onderzoeksresultaten. Daarna volgt een discussie, waarin de promotor, de correctoren en eventueel de andere toehoorders vragen en opmerkingen kunnen formuleren. De gehele sessie duurt 45 minuten, waarvan er 15 minuten voorbehouden zijn voor de presentatie van de student/e. * De verhandelingscommissie wordt opnieuw samengesteld. De corrector van de scriptie in de derde bachelor behoort niet automatisch tot de verhandelingscommissie in de tweede licentie. 10

Meesterproef met publieke presentatie (Master in de gespecialiseerde studies in de Godgeleerdheid en de godsdienstwetenschappen/master of Advanced Studies in Theology and Religion) De meesterproef (20 studiepunten) wordt, mits instemming van de promotor, ter beoordeling aan de verhandelingscommissie (promotor en twee correctoren) voorgelegd in het jaar dat de student/e zich inschrijft voor de examens voor het behalen van de academische graad van Master in de gespecialiseerde studies in de Godgeleerdheid en de godsdienstwetenschappen/master of Advanced Studies in Theology and Religion. Op dit opleidingsonderdeel wordt een weging toegepast die overeenkomt met 40% van het totale aantal punten. De meesterproef wordt zoals de licentiaatsverhandeling beoordeeld door de promotor (40 punten) en twee correctoren die de meesterproef elk op 20 punten beoordelen. Het gemeenschappelijke cijfer is de weergave van een gezamenlijke evaluatie van de thesis en de publieke presentatie (40 punten). De meesterproef telt ongeveer 25.000 woorden (exclusief inleiding, bibliografie en bijlagen). De studenten met studieduurverkorting die toegelaten zijn tot de Licentie in de godsdienstwetenschappen/master s Degree in Religious Studies, kunnen hun uitgebreide scriptie uitwerken tot een verhandeling van ongeveer 40.000 à 50.000 woorden (exclusief inleiding, bibliografie en bijlagen). De student/e presenteert zijn/haar onderzoeksscriptie in een openbare lezing van 30 minuten. Hij/zij zet de probleemstelling uiteen, geeft een overzicht en beoordeling van het onderzoek en formuleert de belangrijkste onderzoeksresultaten. Daarna volgt een discussie, waarin de promotor, de correctoren en de andere toehoorders vragen en opmerkingen kunnen formuleren. De gehele sessie duurt ongeveer één uur. De procedure voor het verloop van de verdediging wordt via de electronische valven aan de studenten bekend gemaakt (http://www.theo.kuleuven.be/onderwijs.html). De student/e moet de definitieve tekst inleveren voor 13 december 2006 (16u.; eerste examenperiode), 30 mei 2006 (16u.; tweede examenperiode) of 20 augustus 2006 (12u.; derde examenperiode). De leden van de evaluatiecommissie voor de verhandeling of de meesterproef die geen lid zijn van de examencommissie, moeten door de examencommissie worden geconsulteerd wanneer de student/e of een lid van de evaluatie- of examencommissie daarom verzoekt. De permanente onderwijscommissies en de onderwijscel zullen waken over de uniformiteit van de quoteringen van de verhandelingen/meesterproef. Artikel 73 Onderafdeling 3 - Bijzondere bepalingen in verband met voortgezette academische opleidingen en master-na-masteropleidingen De examens voor de voortgezette academische opleidingen en master-na-masteropleidingen worden gepland in de reguliere examenperiodes. Aanvragen van werkstudenten tot spreiding van examens dienen schriftelijk te gebeuren en worden beoordeeld door de facultaire permanente onderwijscommissies. Toegestane uitzonderingen blijven geldig tot herroeping. Artikel 76 Onderafdeling 5 - Bijzondere bepalingen in verband met het doctoraat Het facultaire doctoraatsreglement is ter beschikking op http://www.theo.kuleuven.ac.be/ 11

12