Sporen opsnorren docentenhandleiding



Vergelijkbare documenten
Klassengesprek - excursie

Het onderzoek van de burgemeester 5/6

Verschillende eters vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Opdrachten thema. Veluwe

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Handleiding. Geschikte tijd uitvoering jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

NME-leerroute Schuilen in het Wandelbos

Verschillende eters vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Ik weet wat een wintervoorraad is en waarom dieren dit verzamelen. (weinig verse voeding in de winter)

Verschillende eters hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Doel: Na deze opdracht weet je wat een voedselkringloop is en hoe het leven van planten en dieren met elkaar samenhangt.

Een midden- en bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem najaar 2015

Onderzoek op de Boerderij 2010 Buitenopdrachten

Milieu Educatie Centrum De Bevelanden

Voedselweb van strand en zee

Dieren in de winter. Kids for Animals winter spreekbeurt. Brrr. Honden

Themawandeling Herfst

15 Romp, staart en ledematen

Dieren in de winter 3

14 Speuren naar dieren Handleiding voor begeleiders 01

Beestige Buren. Naverwerking in de klas

Lesboek onderbouw klas 1 & 2 WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN? WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN?

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad

Opdrachten thema. Veluwe

Naam:...

Ontdek de eekhoorn. Ontdek de eekhoorn!

Thema dieren. Deze werkbundel is van:

WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN? WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN?

Natuur dagboek. Op ontdekking in je achtertuin

Lesboek onderbouw klas 1 & 2

Maak je schoolplein vogelvriendelijk

Een andere kijk op Den Haag

Speluitleg: Gebruik bij de speluitleg het bestand Hoe wordt het spel gespeeld op

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

Lesbrief T. rex voedselweb

NATUUR EN TECHNIEK V OOR HET BASISONDERWIJS

2. Maak met de 4 buizen een vierkant op de grond. Dit is het zoekraam.

LESPAKKET ECOLOGIE. Docenthandleiding. Dierenrijk is onderdeel van

WERKBLAD OPDRACHTEN. Locatie: De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen

DASSENWERK. werkbladen opdrachten Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen

De stad als leefgebied

Voeding. Voor klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit.

inhoud blz. Dieren in groepen 1. Insecten: de zwerm of kolonie 2. Vogels: de vlucht 3. Vissen: de school 4. Zoogdieren: de kudde 5.

Oefeningen niveau 2 Reeks 1

Planten voor de Prins Werkmap Eerste graad Basisonderwijs

Beestige bundel van: 1

Leskist THEMA-handleiding Ontelbare kringlopen Groep 7 en 8

SAFARIPARK BEEKSE BERGEN

Opdrachtkaarten Lente

( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

Sporen uit verleden en heden

Aanbod NME voorjaar 2014

Moeder Natuur BESCHUIT MET MUISJES

Wie eet wie en wie eet wat?

7-12 jaar Scharrelavontuur jaar Scharrelavontuur

Van boon tot koffie.

Hoe maak ik een Spreekbeurt?

Rondleidingen Planckendael

Thema 2 Planten en dieren

DINOSAURIËRS. Marthe Terny

NME-leerroute Vogels in het Wandelbos

BIOBOER. Maar vandaag is het aardoliealarm. Kijk op je aardoliekaart of er voor jou een probleem is.

SAFARIPARK BEEKSE BERGEN

Pelle de Koperwiek. Maak kennis. met Pelle de Koperwiek.

Uitsterven of wegwezen

3 Voedselweb van het wad

Voeding. klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

antwoorden en uitleg bij Micropia-onderwijsmateriaal primair onderwijs (groep 7-8)

dieren in de dierentuin

Aardoliealarm in het bos

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN

door dik en dun WERKBLAD 1. WIE EET WIE? Bekijk de clip Wat is een voedselweb?

Eekhoorn. Kids for Animals Eekhoorn spreekbeurt. Eekhoorn kennis. Woonplaats

Dinosauriërs. Inhoudsopgave. 1. Inleiding. 2. Wat is een dinosauriër?

Verschillende eters vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

Werkbladen Voortgezet onderwijs. Naam leerling:

Lesbrief online gastles. Een bek vol tanden. Een kijkje achter de schermen van museum Naturalis voor groep 5, 6, 7 en 8

Kaartenset gewervelde dieren

Module Dierverzorger. vmbo landbouwbreed basisberoepsgerichte leerweg leerjaar 3 en 4

Werkstuk groep 5 en 6

Auditieve oefeningen bij het thema: Mama kwijt

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

Gezonde dieren. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2

Tekst lezen en vragen stellen

Je school vogelvriendelijk! Voor vogel én mens

Opdrachten thema. Veluwe

inhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon

SAFARIPARK BEEKSE BERGEN

Soorten voereters herkennen

GROEP 1-2. Wat valt er buiten te BELEVEN?!

Spreekbeurt Huisdieren (goed) houden

Lesbrief Dierenzoekermoorden

Inhoud. 1 Allerlei dieren 6. 2 Voeding Huisvesting Verzorging Voortplanting en fokkerij 144

Limburgs Landschap. natuurboekje van

Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

Transcriptie:

Sporen opsnorren docentenhandleiding Doelgroep: VMBO onderbouw Doelen: leerlingen: - Leren diersporen herkennen - Ontdekken dat diersporen overal om ons heen te vinden zijn - Leren voedingssporen te onderscheiden - Ontdekken wat uitwerpselen zeggen over het voedselpatroon - Worden zich bewust van hun eigen sporen Benodigdheden Fototoestel/mobieltje (voor opdracht op onderzoek): Invulblad (zit achter de opdrachtenbladen) Filmpjes ter introductie van het onderwerp: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050614_uilen02 http://educatie.ntr.nl/beeldbank/clip/t20090224_wild02 Antwoorden Inleiding; Soorten sporen van dieren Opdracht A A. Hond B. Hert C. Eend D. Reiger E. Kikker Opdracht B Bv Afval, vingerafdrukken, haren, bandensporen, vertrapt gras/gebroken takjes Opdracht C Bv Voetafdrukken, uitwerpselen (poep, braakballen), haren, veren, vraatsporen, resten van prooien, geursporen, resten van nesten. Opdracht D Uitwerpselen, vraatsporen, resten van een prooi. Voedselsporen Opdracht A. A. Uitwerpselen, Koe B. Resten van een prooi (zebra), leeuw C. Vraatspoor, bever D. Uitwerpselen, worm Op onderzoek Antwoorden op de vragen A.- B. Er zijn meer planteneters dan roofdieren(vleeseters). Er moeten meer planteneters zijn dan vleeseters anders zouden de vleeseters niet genoeg te eten hebben. 1

Sporen opsnorren docentenhandleiding C1. Dan zien zijn vijanden hem of dan kan zijn prooi hem al van verre zien aankomen. C2. C3. C4. Bv Hebben geen vijanden in dit gebied, sporen worden soms gebruikt om een territorium af te bakenen zoals geurvlaggen. Uitwerpselen worden hier voor gebruikt. D. In dit geval door de zaden weer uit te poepen. Verspreiding kan ook via de vacht (klis, kleefkruid), doordat zaden vergeten worden (eikels, kastanjes), door vruchten die mee genomen worden naar een andere plek en waarvan pitten niet gegeten worden (perzik) E. De zaden die via de uitwerpselen verspreidt worden, worden ook gelijk bemest. In de uitwerpselen zitten nog stoffen waarvan de ontkiemende plantjes goed van kunnen groeien. 2

Sporen opsnorren Sporen opsnorren Doelen: - Je leert diersporen herkennen - Je ontdekt dat diersporen overal om ons heen te vinden zijn - Je leert voedingssporen te onderscheiden - Je ontdekt wat uitwerpselen zeggen over het voedselpatroon Inleiding: Soorten sporen van dieren Dieren zijn overal om ons heen maar zijn niet altijd zichtbaar. Een manier om te achterhalen of dieren ergens voorkomen of op die plek geweest zijn, is het zoeken naar sporen. Sporen zeggen iets over het verleden bijvoorbeeld wat een dier gegeten heeft. Hoewel er overal sporen zijn vallen ze je niet altijd op. Je aandacht is dan bij naar andere dingen, zoals het verkeer of je vriend of vriendin waar je op dat moment mee in gesprek bent. -Eén van de meest voor de handliggende sporen zijn voetafdrukken. Opdracht A. Geef van de onderstaande voetsporen aan van welk dier ze afkomstig zijn. Kies uit; eekhoorn, eend, hert, hond, kat, konijn, meerkoet, paard, reiger en varken (vul je antwoorden in op het invulblad). A B C D E Ook wij laten sporen achter, zoals voetafdrukken. Maar daarnaast is ook via ons mobieltje te achterhalen waar we geweest zijn. Opdracht B. Geef nog drie sporen die jij achter laat als je buiten bent. Zoals gezegd sporen zeggen iets over wie of wat er op een bepaalde plek geweest is. Sommige sporen moet je moeite voor doen om te vinden, bijvoorbeeld een verlaten nest in de struiken. Andere sporen zijn duidelijk zichtbaar, zoals hondenpoep. Als je niet oplet sta je daar midden in. Opdracht C. Noem 5 sporen die je buiten van dieren kunt aantreffen. 3

Sporen opsnorren Voedselsporen Een deel van de sporen die te vinden zijn hebben te maken met eten. Voor ons is dat misschien een patatbakje, voor een roofvogel is dat een braakbal. Maar er zijn meer voedselsporen. Vraatsporen en uitwerpselen zeggen iets over het voedselpatroon van dieren. Vraatsporen gemaakt door planteneters zijn bijvoorbeeld te vinden op een boomstam maar ook in bladeren. Denk bijvoorbeeld aan de gaatjes die door een rups zijn gemaakt in bladeren. Van vleesetende dieren kunnen overblijfselen van hun prooi een spoor zijn. Wroetsporen zijn een aanwijzing dat er dieren zijn geweest die hun eten opgraven. Tijdens de vertering van voedsel haalt het dier alle benodigde voedingsstoffen uit de maaltijd. Uitwerpselen zijn na de vertering van voedsel het restafval dat een dier uitpoept. Uitwerpselen geven vaak veel informatie over het soort dier en zijn voeding. Opdracht D. Noem drie soorten voedselsporen 1. Voedselsporen herkennen Tijdens en na het eten laten dieren sporen achter, bijvoorbeeld van wat ze eten of waar ze dit hebben gevonden. Dieren hebben verschillende voedselpatronen. Er is natuurlijk een verschil tussen vleeseters en planteneters maar ook tussen groepen diersoorten zoals tussen vogels en zoogdieren. De verschillen zijn terug te vinden in de voedselsporen die zij achterlaten. We maken onderscheid tussen vraatsporen, resten van een prooi en uitwerpselen. 4

Sporen opsnorren Opdracht A. Op onderstaande foto s zie je verschillende voedselsporen. Vul op je invulblad voor elke foto aan: -Wat voor soort spoor dit is -Van welk dier is dit spoor? A B C D 2. Op onderzoek De docent wijst per groepje een bepaald gebied aan om sporen te zoeken. Binnen dit gebied ga je voedselsporen zoeken. Zoek tenminste 6 verschillende sporen. Gebruik tabel 1 op het invulblad om de gegevens te verwerken. Hieronder staat uitgelegd hoe je dat moet doen. Soort spoor: Vul hier in of het om een vraatspoor of uitwerpselen gaat. Omschrijving: Vul hier in hoe het spoor eruit ziet. Plek: Vul hier in waar je het spoor gevonden hebt, bijvoorbeeld in het zand of op een boom. Groep diersoorten: Kruis hier aan van welke groep dierensoorten het spoor volgens jou kan zijn Voedsel: Vul hier in wat het dier volgens jou gegeten kan hebben. Dit kun je niet altijd zeker weten maar probeer het in te schatten. Denk bijvoorbeeld aan: een ander dier, zaden of planten. Aantal keer aangetroffen: Noteer hoe vaak je dit type spoor tegenkomt Soort spoor Omschrijving Aantal keer aangetroffen Plek Diergroep Voedsel 5

Sporen opsnorren Je hebt verschillende sporen gevonden. Dit vertelt iets over de dieren die in het onderzochte gebied leven. Beantwoord de volgende vragen A. Welk soort spoor ben je het meest tegengekomen? B. Sporen die je het meest tegenkomt zijn meestal afkomstig van planteneters. Dit komt doordat planten moeilijker te verteren zijn waardoor een planteneter veel poep produceert. Vleeseters kunnen hun eten makkelijker verwerken en zullen minder poepen. Maar er is nog een reden waarom je meer sporen van planteneters zult aantreffen. Wat is die reden? C. Sommige sporen vallen meer op dan andere. Dieren proberen zich vaak schuil te houden. Weinig dieren willen opvallen. C1. Noem een reden waarom een dier niet wil opvallen? C2. Van welke diersoort waren de sporen het best verstopt? C3. Van welk dier vielen de sporen wel heel erg op? C4. Wat zou hiervoor de reden zijn? Keutelkoffie Kopi Loewak of Civetkoffie is de duurste koffie ter wereld. De koffiebes wordt gegeten door de Loewak, een civetkatachtige. Het vruchtvlees wordt verteerd, maar de pit blijft intact en passeert het maagdarmkanaal. Hierdoor krijgt deze koffie zijn geliefde smaak. De pitten worden teruggevonden in de ontlasting van de kat en worden vervolgens gewassen. En daarvan wordt een heerlijk kopje koffie gezet. Aan Kopi Loewak heeft de koffieplant helaas weinig. Veel planten zijn voor hun verspreiding afhankelijk van uitwerpselen van dieren. D. Hoe zorgen de dieren voor de verspreiding van zaden? E. Wat is een extra voordeel van verspreiding van zaden in de uitwerpselen van dieren? 6

Sporen opsnorren Invulblad Inleiding; Soorten sporen van dieren Opdracht A. Geef van de onderstaande voetsporen aan van welk dier ze afkomstig zijn A B C D E Opdracht B. Geef nog drie sporen die jij achter laat als je buiten bent. 1. 2. 3. Opdracht C. Noem 5 sporen die je van dieren kunt aantreffen buiten 1. 2. 3. 4. 5. Opdracht D. Noem drie soorten voedselsporen 1. 2. 3. 7

Sporen opsnorren Invulblad Voedselsporen herkennen Opdracht A. Op foto s zie je verschillende voedselsporen. Geef voor elke foto aan: -Wat voor soort spoor dit is -Van welk dier is dit spoor? A B C D 2 Op onderzoek Soort spoor Omschrijving Aantal keer aangetroffen Plek Diergroep Voedsel 8

Sporen opsnorren Invulblad Soort spoor Omschrijving Aantal keer aangetroffen Plek Diergroep Voedsel 9

Sporen opsnorren Invulblad Beantwoord de volgende vragen A. Welk soort spoor ben je het meest tegengekomen? B. Wat is die reden? C. Sommige sporen vallen meer op dan andere. Dieren proberen zich vaak schuil te houden. Weinig dieren willen opvallen. C1. Noem een reden waarom een dier niet wil opvallen? C2. Van welke diersoort waren de sporen het best verstopt? C3. Van welk dier vielen de sporen wel heel erg op? C4. Wat zou hiervoor de reden zijn? D. Hoe zorgen de dieren voor de verspreiding van zaden? E. Wat is een extra voordeel van verspreiding van zaden in de uitwerpselen van dieren? 10