RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 augustus 2012 (OR. en) 12872/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0222 (NLE) AVIATION 117 RELEX 722

Vergelijkbare documenten
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 juni 2014 (OR. en) 11190/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0188 (NLE) AVIATION 137 ISR 2

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 februari 2018 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 juni 2010 (OR. en) 11682/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0180 (NLE) AVIATION 100 RHJ 13 RELEX 599

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 mei 2010 (18.05) (OR. en) 9846/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0123 (NLE) EEE 18 BUDGET 30 MI 149

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 september 2014 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2012 (OR. en) 7909/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0052 ( LE) ACP 37 FI 217 PTOM 7

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 januari 2015 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 december 2014 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 oktober 2014 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 14 april 2015 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2010 (19.03) (OR. en) 7701/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0053 (NLE) ACP 66 PTOM 10 COAFR 102

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2005 (02.09) (OR. fr) 11843/05 FISC 96

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 februari 2012 (OR. en) 6596/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0050 ( LE) ECO 22 E T 54 MI 113 U ECE 6

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

8194/18 JVS/sht DGC 2A. Raad van de Europese Unie Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 8194/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0102 (NLE)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. inzake de eventuele verhuizing van het ICCO-hoofdkwartier van Londen naar Abidjan

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de sluiting van de Internationale Overeenkomst van 2015 voor olijfolie en tafelolijven

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 oktober 2005 (20.10) (OR. fr) 13441/05 STAT 24 FIN 375. VOORSTEL de Commissie d.d.: 12 oktober 2005 Betreft:

Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Transcriptie:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 augustus 2012 (OR. en) 12872/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0222 (NLE) AVIATION 117 RELEX 722 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 14 augustus 2012 Nr. Comdoc.: COM(2012) 457 final Betreft: Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het door de Europese Unie in het gemengd comité EU-ICAO in te nemen standpunt betreffende het besluit inzake de vaststelling van een bijlage over luchtvaartbeveiliging bij het memorandum van samenwerking tussen de Europese Unie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie tot vaststelling van een kader voor versterkte samenwerking Hierbij gaat voor de delegaties het voorstel van de Commissie dat bij brief van de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, aan de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie, is toegezonden. Bijlage: COM(2012) 457 final. 12872/12 dm DG E 2 A NL

EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.8.2012 COM(2012) 457 final 2012/0222 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het door de Europese Unie in het gemengd comité EU-ICAO in te nemen standpunt betreffende het besluit inzake de vaststelling van een bijlage over luchtvaartbeveiliging bij het memorandum van samenwerking tussen de Europese Unie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie tot vaststelling van een kader voor versterkte samenwerking NL NL

TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL 1.1. Doelstellingen van de bijlage over luchtvaartbeveiliging bij het memorandum van samenwerking De Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) is een gespecialiseerde organisatie van de VN die dienst doet als mondiaal forum voor de burgerluchtvaart. De ICAO tracht haar visie op een veilige en duurzame ontwikkeling van de burgerluchtvaart te verwezenlijken via samenwerking tussen haar lidstaten. De rechtsgrondslag van de ICAO is het Verdrag van Chicago inzake de internationale burgerluchtvaart van 1944. Momenteel zijn 191 landen lid van de ICAO. De Europese Unie werkt nauw samen met de ICAO. Ten eerste vallen de meeste aspecten van het Verdrag van Chicago onder de bevoegdheid van de Unie. De ICAO voert beleid op het gebied van veiligheid, beveiliging, milieu en luchtverkeersbeheer. Ten tweede vormen de ICAO-normen en -eisen de basis van de EU-wetgeving. Bovendien worden internationale normen, zoals op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart, overgenomen in het EUrecht. Het is dan ook belangrijk voor de EU om aan de ICAO-werkzaamheden en -beleidsvorming deel te nemen, teneinde bij te dragen tot een gezond mondiaal luchtvaartbeleid. Voorts staat het concurrentievermogen van de Europese burgerluchtvaartindustrie op het spel. Om deze reden worden ook andere mondiale spelers actief betrokken bij de ICAO-activiteiten. De EU en de ICAO hebben een memorandum van samenwerking tot vaststelling van een kader voor versterkte samenwerking 1 gesloten. Het memorandum van samenwerking noemt luchtvaartbeveiliging als een van de gebieden waarop samenwerking tussen de partijen tot stand wordt gebracht en die wordt uitgewerkt in een specifieke bijlage over luchtvaartbeveiliging bij het memorandum. De bijlage moet bijdragen tot een betere beveiliging van de internationale luchtvaart en voorziet in samenwerking op een aantal gebieden, onder meer door het uitwisselen van relevante beveiligingsinformatie, het detacheren van deskundigen en het financieren van specifieke beveiligingsmaatregelen. Er bestaat al een bijlage over veiligheid van de luchtvaart en het is de bedoeling dat ook bijlagen over milieu en luchtverkeersbeheer worden opgesteld. De bijlage over luchtvaartbeveiliging is dus de tweede bijlage bij het memorandum van samenwerking. De vaststelling van een bijlage over luchtvaartbeveiliging laat de rechten en plichten van de EU- lidstaten uit hoofde van het Verdrag van Chicago onverlet, alsook de relatie tussen de EUlidstaten en de ICAO, die het gevolg is van het feit dat die lidstaten lid zijn van de ICAO. 1.2. Procedurele aspecten De Commissie is op 17 december 2009 door de Raad gemachtigd om over het memorandum van samenwerking te onderhandelen. Na ondertekening 2 en sluiting 3 door de EU is het memorandum van samenwerking op 29 maart 2012 in werking getreden, nadat de partijen 1 2 3 PB L 232 van 9.9.2011, b lz. 2, en PB L 121 van 8.5.2012, blz. 16. PB L 232 van 9.9.2011, b lz. 1. PB L 121 van 8.5.2012, b lz. 16. NL 2 NL

elkaar hadden meegedeeld dat zij hun interne procedures voor de inwerkingtreding ervan hadden voltooid. In artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is bepaald dat de Raad, op voorstel van de Commissie, een besluit vaststelt tot bepaling van de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt. Artikel 3 van Besluit 2012/243/EU van de Raad inzake de sluiting van een memorandum van samenwerking tussen de Europese Unie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie 4 bepaalt dat de Raad het standpunt zal bepalen dat de Unie in het bij punt 7.1 van het memorandum van samenwerking opgericht gemengd comité moet innemen ten aanzien van nieuwe bijlagen bij het memorandum en wijzigingen daarvan, zoals bedoeld in punt 7.3, onder c), van het memorandum. Derhalve dient de Raad een besluit vast te stellen betreffende het standpunt dat de EU in het gemengd comité dient in te nemen over het besluit inzake de vaststelling van een bijlage over luchtvaartbeveiliging. 1.3. Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie De formele vastlegging van de samenwerking ter zake tussen de ICAO en de EU in de bijlage over luchtvaartbeveiliging dient de fundamentele doelstellingen van het Europese externe luchtvaartbeleid. 2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELINGEN De lidstaten zijn in de loop van het onderhandelingsproces regelmatig op de hoogte gehouden. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL 3.1. Samenvatting van de voorgestelde maatregel De bijlage over luchtvaartbeveiliging zal de samenwerking met de ICAO versterken met het oog op het opzetten van een discussieforum inzake luchtvaartbeveiliging, het uitwisselen van relevante beveiligingsinformatie, het bevorderen van beveiligingsmaatregelen en regionale samenwerking, en het detacheren van deskundigen. 3.2. Rechtsgrondslag Artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. 3.3. Subsidiariteitsbeginsel Het memorandum heeft betrekking op kwesties die onder de bevoegdheid van de EU vallen en waarvoor op EU-niveau betrekkingen met de ICAO moeten worden onderhouden. 4 PB L 121 van 8.5.2012, b lz. 16. NL 3 NL

3.4. Evenredigheidsbeginsel Alleen een dergelijk memorandum maakt het mogelijk de inspanningen van de EU te bundelen en een betere coördinatie tussen de lidstaten te waarborgen. 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING De bijlage over luchtvaartbeveiliging heeft geen gevolgen voor de begroting 5. 5 Voor het memorandum van samenwerking is voor de periode 2011-2013 een begroting van 500 000 EUR per jaar uitgetrokken. NL 4 NL

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD 2012/0222 (NLE) over het door de Europese Unie in het gemengd comité EU-ICAO in te ne men standpunt betreffende het besluit inzake de vaststelling van een bijlage over luchtvaartbeveiliging bij het me morandum van samenwe rking tussen de Europese Unie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie tot vaststelling van een kader voor versterkte samenwerking DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Besluit 2012/243/EU van de Raad van 8 maart 2012 inzake de sluiting van een memorandum van samenwerking tussen de Europese Unie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie houdende vaststelling van een kader voor versterkte samenwerking, en tot vaststelling van de daarmee verband houdende procedures 6 (hierna "memorandum van samenwerking" genoemd) is op 29 maart 2012 in werking getreden. (2) Overeenkomstig punt 7.3, onder c), van het memorandum van samenwerking kan het bij punt 7.1 daarvan opgericht gemengd comité bijlagen bij het memorandum van samenwerking vaststellen. (3) Het is dienstig het standpunt te bepalen dat door de Europese Unie in het gemengd comité moet worden ingenomen ten aanzien van de vaststelling van een bijlage over luchtvaartbeveiliging die aan het memorandum van samenwerking moet worden gehecht, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 Het standpunt dat de Europese Unie in het gemengd comité EU-ICAO, overeenkomstig punt 7.3, onder c), van het memorandum van samenwerking tussen de Europese Unie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie tot vaststelling van een kader voor versterkte samenwerking ("het memorandum van samenwerking"), dient in te nemen ten aanzien van de 6 PB L 121 van 8.5.2012, b lz. 16. NL 5 NL

vaststelling van een bijlage over luchtvaartbeveiliging bij het memorandum van samenwerking, wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het gemengd comité EU-ICAO. Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld. Gedaan te Brussel, Voor de Raad De voorzitter NL 6 NL

BIJLAGE 1 ONTWERP BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ICAO van betreffende de vaststelling van een bijlage over luchtvaartbeveiliging bij het memorandum van samenwerking tussen de Europese Unie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie tot vaststelling van een kader voor versterkte samenwerking HET GEMENGD COMITÉ EU-ICAO, Gezien het memorandum van samenwerking tussen de Europese Unie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie tot vaststelling van een kader voor versterkte samenwerking ("het ICAO-memorandum van samenwerking"), en met name punt 7.3, onder c), Overwegende hetgeen volgt: Het is dienstig een bijlage over luchtvaartbeveiliging op te nemen in het ICAO-memorandum van samenwerking, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 De bijlage bij dit besluit wordt hierbij vastgesteld en vormt een integrerend deel van het ICAO-memorandum van samenwerking. Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld. Gedaan te Voor het gemengd comité EU-ICAO De voorzitters NL 7 NL

1. Doelstellingen BIJLAGE 2 "BIJLAGE II - LUCHTVAARTBEVEILIGING 1.1 De partijen komen overeen op het gebied van luchtvaartbeveiliging samen te werken in het kader van het memorandum van samenwerking tussen de Europese Unie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) dat is ondertekend op 28 april 2011 te Montreal en op 4 mei 2011 te Brussel. 1.2 Overeenkomstig hun verbintenis om wereldwijd een passend en duurzaam niveau van luchtvaartbeveiliging te bereiken, met name via de normen en aanbevolen praktijken (SARP's) van de ICAO, komen de partijen overeen nauw samen te werken bij de uitvoering van hun activiteiten op het gebied van luchtvaartbeveiliging. 2. Toepassingsgebied 2.1 De partijen komen, met het oog op de in punt 1 vermelde doelstellingen, overeen om samen te werken door: a) het voeren van een regelmatige dialoog over luchtvaartbeveiligingskwesties van wederzijds belang; b) het regelmatig uitwisselen van relevante informatie op het gebied van luchtvaartbeveiliging in overeenstemming met de toepasselijke voorschriften; c) het deelnemen aan luchtvaartbeveiligingsactiviteiten; d) het analyseren, wanneer zinvol, van de naleving door de staten van de ICAO-normen en van de toepassing van de aanbevolen praktijken alsmede van de doeltreffende uitvoering door de staten van een systeem voor het toezicht op de luchtvaartbeveiliging; e) het toezien op de naleving door de EU-lidstaten van de ICAO-normen en op de toepassing van de aanbevolen praktijken alsmede op de doeltreffende uitvoering door de EUlidstaten van een systeem voor het toezicht op de luchtvaartbeveiliging; f) het voortzetten van de samenwerking op het gebied van regelgeving en normalisatie; g) het ontwikkelen en verlenen van technische bijstand; h) het bevorderen van regionale samenwerking; i) het uitwisselen van deskundigen en NL 8 NL

j) het verzorgen van opleidingen op het gebied van luchtvaartbeveiliging. 3. Uitvoering 3.1 De partijen kunnen werkregelingen vaststellen waarin de wederzijds overeengekomen mechanismen en procedures voor de doeltreffende uitvoering de in punt 2.1 vermelde samenwerkingsactiviteiten worden vastgelegd. Deze werkregelingen worden vastgesteld door het gemengd comité. 4. Dialoog 4.1 De partijen organiseren regelmatig vergaderingen en/of teleconferenties om luchtvaartbeveiligingskwesties van wederzijds belang te bespreken en, voor zover nodig, hun activiteiten te coördineren. 5. Uitwisseling van luchtvaartbeveiligingsinformatie, onde rzoeken/studies en analyses 5.1 Onverminderd hun toepasselijke voorschriften stellen de partijen werkregelingen vast waarin wordt gespecificeerd welke informatie en analyses zij kunnen uitwisselen op basis van de door hun respectieve audit- en inspectieprogramma's verzamelde informatie, en leggen zij het mechanisme voor uitwisseling vast teneinde overeenkomstig punt 6 van het memorandum van samenwerking de vertrouwelijkheid te waarborgen van de informatie die zij van de andere partij hebben ontvangen. 5.2 De partijen verlenen medewerking aan luchtvaartbeveiligingsactiviteiten door relevante en passende gegevens, onderzoeken, studies, informatie en documentatie uit te wisselen, en door de wederzijdse deelneming aan vergaderingen te faciliteren. 6. Deelneming aan luchtvaartbeveiligingsactiviteiten 6.1 Met het oog op de toepassing van deze bijlage nodigt elke partij de andere partij overeenkomstig de vastgestelde regels en procedures uit om deel te nemen aan luchtvaartbeveiligingsgerelateerde activiteiten en vergaderingen, teneinde nauwe samenwerking en coördinatie tot stand te brengen. De voorwaarden voor dergelijke samenwerking worden vastgelegd in werkregelingen die door de partijen zijn overeengekomen. 7. Regelgevende kwesties 7.1 Elke partij ziet erop toe dat de andere partij op de hoogte wordt gehouden van al haar relevante wet- en regelgeving, normen, eisen en aanbevolen praktijken die gevolgen kunnen hebben voor de toepassing van deze bijlage, alsook van alle wijzigingen daarvan. 7.2 De partijen stellen elkaar tijdig in kennis van alle voorgestelde wijzigingen van hun relevante wet- en regelgeving, normen, eisen en aanbevolen praktijken, voor zover deze wijzigingen gevolgen kunnen hebben voor deze bijlage. NL 9 NL

7.3 Met het oog op de mondiale harmonisering van luchtvaartbeveiligingsregels en -normen informeren de partijen elkaar over kwesties van technische regelgeving op het gebied van luchtvaartbeveiliging tijdens de verschillende stadia van de processen voor de vaststelling van regelgeving en de opstelling van SARP's, en kunnen zij in voorkomend geval worden uitgenodigd om deel te nemen aan de besprekingen in de geassocieerde technische organen. 7.4 De partijen verstrekken elkaar tijdig informatie over besluiten en aanbevelingen betreffende de luchtvaartbeveiliging. 7.5 De EU treedt in voorkomend geval in overleg met de ICAO om technische informatie te verstrekken indien zich, ten gevolge van de toepassing van EU-wetgeving, problemen voordoen met betrekking tot de naleving van de normen en aanbevolen praktijken van de ICAO. 8. Technische bijstand 8.1 De partijen coördineren de bijstand aan staten, teneinde te waarborgen dat de middelen effectief worden benut en dubbel werk wordt vermeden, en wisselen informatie uit over projecten en programma's voor technische bijstand die betrekking hebben op de luchtvaartbeveiliging. 8.2 De partijen werken nauw samen om de EU-lidstaten en andere staten waar nodig te ondersteunen bij het verbeteren van de doeltreffende toepassing van de cruciale onderdelen van hun systemen voor beveiligingstoezicht en van de naleving van de SARP's van de ICAO. Deze samenwerking omvat onder meer het uitwisselen van informatie, het faciliteren van de dialoog tussen de betrokken partijen en het coördineren van technische bijstand. 9. Regionale samenwerking 9.1 De partijen geven voorrang aan activiteiten die tot doel hebben de uitvoering van de SARP's te bespoedigen in gevallen waarin een regionale aanpak de gelegenheid biedt om de kostenefficiëntie, het toezicht en/of de normalisatie te verbeteren. 10. Bijstand door deskundigen 10.1 Onverminderd de regelingen voor bijstand door deskundigen die buiten het toepassingsgebied van deze bijlage zijn opgezet, stellen de partijen elkaar, op verzoek, deskundigen met technische expertise op relevante gebieden van de luchtvaartbeveiliging ter beschikking om taken uit te voeren en deel te nemen aan activiteiten die binnen het toepassingsgebied van deze bijlage vallen. De voorwaarden voor dergelijke bijstand door deskundigen worden vastgelegd in een werkregeling tussen de partijen. 11. Opleiding 11.1 Voor zover van toepassing faciliteert elke partij de deelneming van personeel van de andere partij aan haar opleidingsprogramma's op het gebied van luchtvaartbeveiliging. NL 10 NL

11.2 De partijen wisselen informatie en materiaal uit met betrekking tot opleidingsprogramma's op het gebied van luchtvaartbeveiliging en zorgen in voorkomend geval voor coördinatie en samenwerking bij het opstellen van opleidingsprogramma's. 11.3 In het kader van de in punt 9 van deze bijlage bedoelde activiteiten werken de partijen samen bij het faciliteren en coördineren van de deelneming aan opleidingsprogramma's voor stagiairs uit landen of regio's waaraan door een van de partijen technische bijstand wordt verleend. 12. Toetsing 12.1 De toepassing van deze bijlage wordt door de partijen regelmatig getoetst; zij houden daarbij, voor zover nodig, rekening met relevante ontwikkelingen in beleid of regelgeving. 12.2 Toetsing van deze bijlage geschiedt door het bij punt 7 van het memorandum van samenwerking opgericht gemengd comité. 13. Inwe rkingtre ding, wijzigingen en beëindiging 13.1 Deze bijlage wordt van kracht op de dag waarop zij door het gemengd comité wordt vastgesteld en blijft van kracht totdat zij wordt ingetrokken. 13.2 Werkregelingen die krachtens deze bijlage zijn overeengekomen, worden van kracht op de dag waarop zij door het gemengd comité worden vastgesteld. 13.3 Wijzigingen of de beëindiging van werkregelingen die krachtens deze bijlage zijn vastgesteld, moeten worden goedgekeurd door het gemengd comité. 13.4 Deze bijlage kan te allen tijde door elk van beide partijen worden beëindigd. De beëindiging wordt van kracht zes maanden nadat zij schriftelijk ter kennis van de andere partij is gebracht, tenzij deze kennisgeving van de beëindiging met wederzijdse instemming van de partijen wordt ingetrokken vóór de opzegtermijn van zes maanden is verstreken. 13.5 Onverminderd de andere bepalingen van dit punt, houdt beëindiging van het memorandum van samenwerking in dat tegelijkertijd eveneens deze bijlage en alle krachtens deze bijlage vastgestelde werkregelingen worden beëindigd." NL 11 NL