dierenarts
De spreekkamer Nee, ik blaf, miauw, piep of fluit niet tegen een ziek dier. Ik spreek in mensentaal, met het baasje van mijn patiënt. We bespreken de klachten en hoe we het dier kunnen helpen. Schaar, naald en draad Ik naai geen hip jasje voor je huisdier. Als een dier een grote wonde heeft, moet die soms worden gehecht. Dan haal ik een dun draadje door het vlees. Zo komen de randen van de wonde weer mooi bij elkaar. De weegschaal Ik houd het gewicht van je huisdier bij in mijn computer. Dan weet ik steeds hoeveel pillen het beestje mag nemen. Of hoeveel verdoving er nodig is bij een operatie. En dan merk ik ook wanneer een dier te snel vermagert of verdikt. Toestel om tandsteen weg te halen Eet je hond te weinig? Heeft hij bruine tanden? En een vieze mondgeur? Dan zal ik het tandplak weghalen. Als ik dat niet doe, kan je hond na een tijd zijn tanden verliezen. - 5 -
Toestel om een dier te verdoven Soms opereer ik een dier. Dan doe ik het in slaap. Met gas. Zo zal het dier geen pijn hebben en zich ontspannen. Ikzelf moet wel goed wakker blijven, natuurlijk. Oorspiegel, oogspiegel, stethoscoop, thermometer Oren, ogen, hart, longen, temperatuur... alles onderzoek ik. Vaak lukt dat goed. Maar er zijn ook dieren die zo n onderzoek niet leuk vinden. Mijn dikke handschoenen leg ik dus altijd klaar. Ik hoop dat jij niet zo n herrie schopt als je naar de dokter moet! De spuit Af en toe moet ik medicijnen inspuiten. Dat is niet erg hoor. Jij kreeg vast ook al eens een injectie. Dus je weet hoe het voelt: een klein prikje, meer niet. LACHEN! Ik voel me zo ziek als een hond, mompelt vader. Dan moet je naar de dierenarts gaan, zegt zijn zoontje. - 6 -
Een beestig praatje met de dierenarts Ben je dierenarts geworden omdat je zo sterk bent als een paard? Ik ben een hele grote dierenvriend. Al heel mijn leven lang. En toen ik ouder werd, kreeg ik belangstelling voor geneeskunde. Zo werd ik een dokter voor dieren. Eigenlijk is het bij jou elke dag dierendag. Hoe ziet zo n dag eruit? In mijn spreekkamer houd ik spreekuur. Dan komen mensen met hun zieke dieren bij mij. Soms ga ik op huisbezoek. Ik onderzoek de dieren, bezorg medicijnen, zoek naar gepaste voeding, geef goede raad. Soms opereer ik dieren. Die blijven bij mij tot ze weer sterk genoeg zijn. Zoals in een ziekenhuis. Wat doet jou fluiten van plezier? Dat ik dieren kan verzorgen. En knuffelen. En genezen. En dat ik veel verschillende dieren ontmoet. Katten, honden, kippen, duiven, muizen... Is het bij jou altijd een vrolijke beestenboel? Neen, niet alles is even leuk. Soms moet ik heel vroeg op. Soms heb ik veel werk in de voormiddag. Soms s avonds. Ik werk wanneer dieren mijn zorg nodig hebben. En vaak moet ik s nachts uit bed. Ik kan daardoor niet makkelijk met vrienden afspreken. En wat helemaal niet leuk is: een dier laten inslapen. Maar soms moet het. Als een dier niet meer kan lopen, eten, zitten en ik kan het niet genezen. Dan geef ik een spuitje en probeer ik het baasje te troosten. Moest je beestig lang studeren voor je diploma? Ik heb 6 jaar hoger onderwijs gevolgd. (Daar begin je aan als je ongeveer 18 jaar bent.) Tijdens het laatste jaar heb ik er voor gekozen om dokter te worden voor kleine huisdieren. Er zijn ook dokters voor grotere dieren. Die noemen we veeartsen. - 7 -
kok
Het restaurant In het restaurant komen de klanten eten. De tafels zijn er mooi gedekt. Het is er gezellig. Een kok voelt zich het beste thuis in de keuken. De keuken De keuken heeft drie zones. De koude zone is voor koude bereidingen. De warme zone is voor warme bereidingen. En dan is er nog de zone voor de afwas. Het liefste werk ik in de warme zone. Behalve op snikhete dagen. Messen en snijplank Groenten, vlees, vis, brood... moeten gesneden worden. Vis wordt van de graten gehaald. Vlees wordt van de beenderen gesneden. De messen moeten scherp zijn. Heel scherp. Ik heb heel lang moeten oefenen voordat mijn vingers veilig waren. Maar als je weet hoe je scherpe messen moet gebruiken, zijn die niet gevaarlijk. Klopper Een sausje maken. Wat room opkloppen. Een romig dessert maken... Met de klopper klop ik erop los! - 21 -
Kookpotten en pannen Kleine potten, grote potten, nog grotere potten... Ik heb ze allemaal in mijn keuken. Voor elke bereiding een geschikte kookpot. Soms staat de vaat zo hoog al een toren. Het kookvuur Wanneer er eten op het vuur staat, moet ik het goed in de gaten houden. Er mag niets aanbranden. Ik wil mijn klanten een smakelijke hap voorzetten. Dan komen ze vast nog een keer. Het menu Neem gerust de tijd om te kiezen wat je wil eten. Heb je je keuze gemaakt? Dan zal de ober die noteren. En dan hoor ik van hem wat ik voor jou moet klaarmaken. LACHEN! Een kok plukt de veren van een kip. Hij stopt het dier in een pan met water. Hij vergeet het vuur aan te steken. Na een kwartier zegt de kip tegen de kok: Of je doet het vuur aan, of je geeft me mijn veren terug. Want in dit koude water krijg ik kippenvel! - 22 -
Een smakelijk praatje met de kok Waarom roer je zo graag in potten en pannen? Eerst en vooral omdat ik zelf van lekker eten hou. Iemand die niet graag eet, kan geen goede kok zijn, denk ik. Maar ook omdat ik graag in de keuken bezig ben. Als kind hielp ik mama al bij het koken. En bij het proeven, natuurlijk. Doe jij nog iets anders dan koken? Ja hoor! Gerechten bedenken en bereiden, is mijn voornaamste bezigheid. Maar boodschappen doen, de tafels in de zaal mooi dekken, bloemen schikken, tafellakens strijken... Ook dat moet allemaal gebeuren. En tijdens en na het koken moet alles netjes opgeruimd worden. Wat zijn de zoetste momenten voor een kok? Nieuwe gerechten bedenken, vind ik het leukst. En proeven natuurlijk. Moet er nog een kruid bij? Of wat room? Pas als een gerecht helemaal naar mijn zin is, zet ik het op het menu. Het geeft me een goed gevoel dat ik mensen blij maak door lekker te koken. Is alles altijd koek en ei in je job? Elk beroep heeft minder leuke kantjes. Ik moet elke dag heel veel uren werken. Ook op zaterdag en zondag. En in het weekend uitgaan met mijn vrienden? Dat lukt niet. Ik moet koken... Moest je lang studeren om chef te worden? Na de lagere school heb ik nog zes jaar gestudeerd. Soms liep ik stage bij bekende koks. Door in hun keuken te werken, heb ik veel geleerd. - 23 -