sumptieaardappelen KW 406, KW 407 Door: ing H.W.G.Floot



Vergelijkbare documenten
Invloed plantversterkers op opbrengst en gezondheid gewas in de teelt van pootaardappelen

Invloed Magnesium-(bij)bemesting bij de teelt van pootaardappelen KW 0313 Door: ing. H.W.G. Floot

Invloed Magnesium-(bij)bemesting bij de teelt van pootaardappelen KW 0409 Door: ing. H.W.G. Floot

Het gebruik van ammoniumpolyfosfaat (Hydro Terra) en zwavel in pootaardappelen

Doel van het onderzoek

Bestrijding van blad- en aarziekten in wintertarwe. EH 859 Door: ing.h.w.g.floot

Programma voor vandaag:

AGRITON Inhoudsopgave:

Druppelirrigatie met brak water in pootaardappelen. KW 0106 Door: ing. H.W.G. Floot, ing. J.Alblas

Proefopzet In tabel 1 zijn enkele gegevens over het proefveld weergegeven.

Het belang van magnesium-, mangaanen zwavelbemesting In de akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt J.G.M. Paauw

AGRITON INHOUDSOPGAVE:

Waarom plantsapmetingen?

Raseigenschappen biologische aardappelen. Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal (VBU) KW0826 Door: Douwe Werkman

Rhizoctoniabestrijding in de teelt van biologische pootaardappelen KW0721 Door: Ing. W.S. Veldman

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot

INHOUDSOPGAVE: AGRO-VITAL

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.

CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt

DLV Plant. Kg/ha Eiwit (%) 7,5 8,8 7,9 8,7 9,2 9,1 7,6. Kg/hl 69,7 70,9 70,1 68,3 68,2 67,1 67,4

Zomergerstrassen EH 0110 KW Door: ing. H.W.G. Floot (SPNA), ing. A.Venhuizen (ACM)

Gebruik Bokashi in de akkerbouw. 26 maart 2015, Gerard Meuffels

Bemesting aardappelen2017

Overvloedige neerslag tijdens het groeiseisoen

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting

INHOUDSOPGAVE AGRO-VITAL

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt.

Resultaten onderzoek Gerard Meuffels. Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

Invloed bemestingsstrategie en ras op het zetmeelgehalte van wintertarwe EH0713 en EH0714

DOORWAS EEN PROBLEEM IN 2015?

Het effect van het toepassen van ORGAplus Sierteelt of Hi-Cal op de opbrengst en maatsortering van tulpen op kalkrijke zavelgrond in 2008

2.1.6 Grasland zonder klaver: Natrium

Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot

Kop Bemesting maïs 2015

Bemesting kool en relatie tot trips.

Interactie Moddus en Actirob

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT. verrijkt met borium organische meststof toepasbaar in derogatiebedrijf

Verslag onkruidbestrijdingsonderzoek suikerbieten 2009

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt.

DUURZAME BEMESTING EN DUURZAAM BODEMBEHEER. 16 mei 2019

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT

Effecten van zwavel, borium en mangaan bij de teelt van zetmeelaardappelen

De kracht van organische stof.

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven

Maiszaden. Samen naar een optimaal rendement.

Het gebruik van humuszuren bij de bemesting van aardappelen

Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen. Bemesting Blauwe Bessen

landbouw en natuurlijke omgeving plantenteelt open teelten CSPE KB

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO)

Cultuur- en gebruikswaardeonderzoek industriespinazie 2002 Voorjaarszaai. H. de Putter

BIOSTIMULANT. Het begint bij de wortel

Inhoudsopgave: AGRITON

Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien.

Kali bemesting aardappelen Zuidoostelijke zandgronden en Löss

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Biologische bestrijding van Rhizoctonia solani in pootaardappels

Optimale toepassing van Moddus in zaadgewassen Engels raaigras

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Bemesting. Fosfaatgebruiksnormen. Mestwetgeving Wettelijk op maisland: 112 kg N/ha/jaar en bij hoge PW 50 kg P205/ha/jaar

VELDSLA ONDER GLAS 2015

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Bodem in Balans?

QUICKDOWN Tijd voor een nieuw hoofdstuk in loofdoding

Groeicurve Bintje en Fontane 2014

Bijeenkomst PN DA. Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV

Gemengde rijentoepassing GBM en meststoffen

MLHD onkruidbestrijding in suikerbieten. ing. K.H. Wijnholds en ing.h.w.g. Floot, PAV-NNO

Groeiregulatie in Engels raaigras

--..--Jbl2Jl BIJLAGE 1: ProefProtocol 8. BIJLAGE 11: Resultaten per herhaling 10. BIJLAGE 111: Weersgegevens gedurende de proef 13

MLHD onkruidbestrijding in suikerbieten. KW 0120 Door: ing.h.w.g. Floot,

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe

Het gebruik van humuszuren bij de bemesting van aardappelen

Bemesting in maïs. Oktober 2011

Verslag onkruidbestrijdingsonderzoek 2008

Maiszaden. Samen naar een optimaal rendement.

Toestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid in België en noordelijk Frankrijk

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Onderzoek naar blad- en aarziektenbestrijding in wintertarwe 2010

Workshop Najaarsproblemen bieten en cichorei

Hendrix UTD Agro Jaarrond bemesting. Programma: Kringloop Bodem Jaarbemesting Grasland

Bemesting in pootaardappelen

Seizoen Droogte, hitte, lage opbrengsten, doorwas,

Meerjarige vergelijkingsproef met compost van Attero in de akkerbouw

9.1 Kiemremming van in het veld

Effluenten van de biologische mestverwerking

Groeicurve Bintje en Fontane 2015

YaraVita. Gewasspecifieke bladmeststoffen voor akkerbouw, maïs en grasland. Voor een geslaagde en rendabele teelt.

Programma: Studiemiddag Klein- en Steenfruit

Groeiregulatie in Engels raaigras

AARDAPPELEN. nr variëteit maat zaadhuis. 1 Agria Bioselect Agrico/Binst. 2 Biogold Van Rijn. 3 Charlotte Bio Terra (Binst)

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

Carial Star Eén schot, twee voltreffers

Rijenbemesting in relatie tot schilkwaliteit tafelaardappelen, 2010

Werken aan bodem is werken aan:

Aanvullend onderzoek mineralenconcentraten op bouwland en grasland

Jolien Bode, Technisch onderzoeksmedewerker

Toepassing Humostart in maïs. December 2010

RESIDU FUNGICIDEN IN PEEN 2009

Inhoudsopgave: AGRITON

ONDERZAAI GRAS IN BLOEMKOOL: EFFECT OP HET NITRAATRESIDU

Beheersing koolmotje in spruitkool in 2002

Transcriptie:

opbrengst en sortering van con- Invloed van bladbemesters ( vooral Mg en Mn) op de sumptieaardappelen KW 406, KW 407 Door: ing H.W.G.Floot Inleiding Vele mineralen, anorganische stoffen en sporenelementen hebben invloed op het behalen van een goede opbrengst van hoge kwaliteit. De produktie van droge stof is direct afhankelijk van de beschikbaarheid van stikstof, omdat stikstof een onderdeel is van de eiwitten in het bladgroen. Stikstof zorgt er ook voor dat de loofgroei langer doorgaat en het loof langer groen blijft. Een overdaad aan stikstof kent ook zijn nadelen: er wordt teveel loof gevormd, de knolgroei wordt naar later in het seizoen verschoven, er kan legering optreden, de plant is gevoeliger voor ziekten en kwaliteitseigenschappen als onderwatergewicht, bakkleur, grauwverkleuring en het nitraatgehalte worden negatief beïnvloed. Kalium speelt onder andere een belangrijke rol bij enzymatische omzettingen en het transport van stoffen door de plant. Kali heeft dus een directe invloed op de opbrengstvorming, maar ook op het onderwatergewicht en de blauwgevoeligheid. Ter beperking van blauw moet bij consumptieaardappelen meer kali gegeven worden dan voor de opbrengst nodig is. Magnesium is - evenals stikstof - onderdeel van de bladeiwitten die de fotosynthese verzorgen. Magnesiumionen nemen aan alle enzymreacties deel. Het is daarom een essentieel element voor het functioneren van de plant. Op kleigrond is magnesiumgebrek veelal het gevolg van een slechte bodemstructuur. De aardappelplant heeft vanaf het begin van de knolgroei -nog in de bloeifase- de hoogste behoefte aan magnesium (en zwavel). Een tekort aan magnesium wordt het eerst zichtbaar in de oudste bladeren. Het blad wordt tussen de nerven, vanuit het midden van het blad, lichtgroen. Bij ernstig gebrek vergeelt het blad snel en krijgt dode plekken tussen de nerven, tenslotte sterft het blad geheel af. Naarmate minder stikstof is gegeven, treden gebreksverschijnselen eerder op, maar er zijn ook duidelijke rasverschillen in gevoeligheid voor magnesiumgebrek. Mangaan is een sporenelement en is dus wel noodzakelijk voor de groei van aardappelen, maar is slechts in kleine hoeveelheden nodig. In tegenstelling tot magnesiumgebrek, dat zich onderin de plant openbaard, wordt mangaangebrek het eerst zichtbaar in de top van de plant. De topblaadjes krijgen een bronsgele tint, waarin later bruine vlekjes zichtbaar worden. Mangaangebrek wordt af en toe waargenomen op kalkrijke klei- en zavelgronden. Aan de hand van deze proef, die uitgevoerd wordt in opdracht van Cores b.v., wordt gekeken wat de invloed van verschillende N-, K-, Mg of Mn-bladbemesters is op de opbrengst en sortering van consumptie-aardappelen.

Proefopzet KW406 object behandeling dosering tijdstip O Onbehandeld - - J Bitterzalz microtop 10 kg/ha 6* K Mg(NO3)2 3 kg/ha 6* L Mg-suspensie 1 l/ha 6* M Mg-Y (3 bitterz+0,72 ureum ) 3,72 kg/ha 6* Proefopzet KW407 object behandeling dosering tijdstip A TOP-Trace mangaan-suspensie 0,5 l/ha 10* B TOP-Trace mangaannitraat 0,5 l/ha 10* C TOP-Trace mangaan x 0,5 l/ha 10* D TOP-Trace mangaan chelaat 2 l/ha 10* O Onbehandeld - - Algemene proefveldgegevens ras Asterix 35/50 pootdatum 4 mei 1999 pootafstand 30 cm voorvrucht wintertarwe bodemanalyse ph-kcl 7.4; CaCO3 7.6; org.st. 2.6; lutum 18%; Pw-get 29; K-get 24; K-HCl 22; MgO 98; Mn 95 N-min 0-60 cm 25 kg N bemesting herfst: 400 kg K2O als Vinasse kali 19 mei: 171 kg N als kalkammonsalpeter 24 juni: 65 kg N 19 april: 180 P2O5, als tripelsuperfosfaat ziektebestrijding wekelijks tegen phytophthora en luizen loofdoding 9 sept: loofklappen en spuiten 2,5 l/ha Finale oogstdatum 24 september

Aanleg en uitvoering Het pootgoed van het ras Asterix, potermaat 35/50, is voorgekiemd in bakjes en afgehard in de schuurkas. Het was goed voorgekiemd en afgehard materiaal. De bemesting is op 19 mei met KAS uitgevoerd, waarbij rekening is gehouden met de N uit bepaalde objecten. Op 19 mei zijn de ruggen gefreesd. De opkomst was goed en regelmatig. De bespuitingen zijn uitgevoerd op de volgende data: 14 juni zonnig, lucht temp. 20 C, rlv 54%, gewastemp. 26 C, ZZW wind 4,7 m/sec 23 juni zonnig, temp. 16 C, rlv 62%, gewastemp. 19 C, NNW wind 3,0 m/sec 1 juli half bewolkt, temp. 17 C, rlv 94%, gewastemp. 17 C, Z wind 3,5 m/sec 8 juli half bewolkt, temp. 19 C, rlv 98%, gewastemp. 19 C, ZZW wind 2,7 m/sec 16 juli half bewolkt, temp. 21 C, rlv 81%, gewastemp. 21 C, ZZW wind 5,4 m/sec 2 aug zonnig, temp. 16 C, rlv 91%, WNW wind 2,3 m/sec, gewastemp. 15 C 9 aug half bewolkt, temp. 21 C, rlv 89%, WZW wind 3,2 m/sec, gewastemp. 21 C 16 aug zonnig, temp 18 C, rlv 82%, W wind 3,0 m/sec, gewastemp. 17 C 27 aug half bewolkt, temp 20 C, rlv 91%, W wind 4,1 m/sec, gewastemp. 19 C Er zijn kleine kleurverschillen waargenomen. Bij de objecten met Magnesium bemesting was vaak Mangaan gebrek te zien. Na het loofklappen en doodspuiten zijn de aardappelen op 24 september gerooid. Na droging zijn de aardappelen gesorteerd en is het owg bepaald van de maat 50/60 mm ook is een mengmonster van deze 50/60 mm naar ALF gegaan voor knolanalyse.

Resultaten In tabel 1 zijn de de kg-opbrengsten totaal en > 50 mm, de analyse-resultaten van het bladsteeltjesonderzoek (plantsap), de elementen in de drogestofvan het loof en knol vermeld van KW 406 (Mg) en in tabel 2 van KW 407 (Mn). Tabel 1: Opbrengst >50 mm en totaal in kg/are, elementen Mg en Mn in de bladsteeltjes (mg/l), elementen in de d.s. van de bladsteeltjes en in ds van de knol (mg/100 g ds). KW 406 kg/are bladsteeltjes d.s. bladsteeltjes d.s. knol obj >50 totaal Mg Mn Mg Mn Mg Mn O onbehandeld 565 720 172 10 384 760 107 48 J microtop 601 767 228 11 410 724 107 53 K Mg(NO3)2 598 768 267 14 386 792 99 47 L Mg-suspensie 560 722 205 10 381 756 109 48 M Mg-Y 553 714 209 13 386 864 112 53 lsd 54 54 Tabel 2: Opbrengst >50 mm en totaal in kg/are, elementen Mg en Mn in de bladsteeltjes (mg/l), elementen in de d.s. van de bladsteeltjes en in ds van de knol (mg/100 g ds). KW407 kg/are bladsteeltjes ds bladsteeltjes ds knol obj >50 totaal Mg Mn Mg Mn Mg Mn A Mn-suspensie 576 755 231 2.5 335 9.80 104 0.54 B Mn-nitraat 588 784 246 3.9 342 17.92 105 0.52 D Mn-chelaat 587 787 245 2.5 357 14.48 108 0.52 O onbehandeld 578 751 224 1.0 357 5.80 110 0.52 lsd 47 51 Bespreking resultaten: elementen in bladsteeltjes en droge stof De objecten met een behandeling bevatten soms hogere waarden aan magnesium en/of mangaan in zowel de bladsteeltjes als de droge stof.

opbrengst Binnen de afzonderlijke maten komen significante verschillen in opbrengst voor, hoewel het totaal geen significante verschillende toont. Voorlopige conclusie: - Een hogere opbrengst kan een lager gehalte aan elementen geven door verdunning. - Met bladbemesting is een opbrengstverhoging te realiseren. - Plantanalyse gegevens en opbrengst komen niet altijd overeen.