Muziek en meer MUZIEK METHODE VOOR BASISONDERWIJS GROEP 6



Vergelijkbare documenten
De toonhoogte wordt hierbij bepaald door de lipspanning van de speler en de lengte van de buis.

Samenvatting Muziek Instrumenten

Informatie voor docent: Les 1

Voorwoord voor docenten

Handleiding bij de website van het lesmateriaal van de SamenDOOR!-dag met philharmonie zuidnederland

De symfonie. Welke symfonie hoor je? Schrijf de juiste volgorde in de kaders bij de cd-hoezen.

Voorwoord voor docenten

DE MARINIERSKAPEL IN DE DOELEN Maandag 9 en maandag 16 maart 2015

Muzieklessen groep 5:

Bijlage 1. Familie: Instrument: Familie: Instrument: Eigenschappen. Eigenschappen. Familie: Instrument: Familie: Instrument: Eigenschappen

Instrumentenleer klas 2

In de rij. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

MOWGLI VAN DE WOLVENHORDE LESMAP

Instrumentenleer klas 3

DE INSTRUMENTENTOCHT. Muiekale voorseling van het Noord Nederlands Orket voor kinderen in groep 3 en 4 LESMATERIAAL

Aan de slag bij het orkest

Een computer met internet, geluidsapparatuur en een beamer, groot scherm of digibord.

Liefde voor muziek. Deze bundel is van:


Muziekmethode voor basisonderwijs Docentenhandleiding voor groep 3. Jennemieke Snijders. Uitgeverij Lambo telefoon:

Op zoek naar muziek Een introductie van de instrumenten van het symfonieorkest Groep 5-6 Docentenhandleiding

SLAC/Conservatorium : Houtblazers 1: blokfluit, traverso, dwarsfluit, fagot

Het Symfonie orkest. Lessuggestie bovenbouw: Lesdoelen: Lesopbouw:

METROPOLE ORKEST IN DE KLAS

Lesbrief bij workshop PBones

Workshop Pbones Een project van philharmonie zuidnederland voor de groepen 5 t/m 8 van het basisonderwijs

Informatie. Maak kennis, maak muziek! Onderwijsprogramma. voor GROEP 5 van het basisonderwijs Gemeente. Woudrichem BROCHURE.

Inleiding Het bezoek Achtergrondinformatie voor de leerkracht: Het Symfonieorkest

Luister naar de muziekfragmenten en verbind de juiste bezetting met elk orkest.

DADA EN POMPIDOM GROEP 1-2

IK KIES MIJN INSTRUMENT

De hele noot Deze noot duurt 4 tellen

Onthoud wel dat dit alleen een oefening is. Als je dit examen goed maakt, betekent dat niet dat je genoeg weet voor het echte examen!

Indeling Bladmuziek Centrale Bibliotheek

Laat je horen - docentenhandleiding Muziekproject van Markant

Brood, tafel, maaltijd houden

Adviesverkoopprijslijst incl. BTW

samengesteld bovenste cijfer is 4 of meer

De namen van de noten komen uit het alfabet. We gebruiken de eerste zeven letters: A B C D E F G Na de G komt opnieuw de noot A.

S C I E N C E C E N T E R

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

DOMEIN MUZIEK:KLASSIEKE & OUDE MUZIEK

Website Repetitiebezoek philharmonie zuidnederland

> Lees Hoe praten we?

wat wordt gemaakt? id-o-matic fantasiekaarten

Jeugdopleiding Kon. Harmonie van Horst

Alice in Wonderland.

Hoe hoog of laag je de toon moet spelen kun je zien aan de plek van de noot op de notenbalk.

Keuze van een instrument. Accordeon

Ga je mee om de wonderlijke wereld van de zintuigen te ontdekken? Linda van de Weerd

Week 5 Lengte van de noten

Examenopgaven VBO-MAVO-C 2003

Muziekmethode voor basisonderwijs Docentenhandleiding groep 5. Jennemieke Snijders. Uitgeverij Lambo telefoon:

Les 3 Monniken en Ridders MUZIEK

Muziekmethode voor basisonderwijs Docentenhandleiding groep 1 en 2. Jennemieke Snijders. Uitgeverij Lambo telefoon:

Vol verwachting. philharmonie zuidnederland. Een project van philharmonie zuidnederland voor de groepen 5/6 van het basisonderwijs

Namiddag. Doel: Concept: Tijdschema

LESBRIEF DE MARINIERSKAPEL IN DE DOELEN Maandag 27 en dinsdag 28 maart SCHOOLCONCERTEN VOOR GROEP 7 / 8 onderdeel van Cultuurtraject Rotterdam

Opstartlessen. Lesbrief 9. Muziek. Wat leert u in deze les? Veel succes!

Muziekschool De Muzen

Docentenhandleiding. Koos en de Kapotte Kopjes

DieDrie. Lesbrief bij de voorstelling Zeg het met muziek

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

1. Het ritme wat ik voor ga spelen bestaat uit twee bouwstenen en extra halve noot. Schrijf de nummers van de goede bouwstenen op de juiste plek.

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Dit boek is van. Plak hier je pasfoto

2 punten. 3 punten. 4 punten. 1 punt. 3 punten

In Evacuate the dancefloor van Cascada wordt een langer motief gebruikt. Meteen daarna wordt een variatie gespeeld.

MUSICEREN. Thema 3 Uitvinden. Les 3.1 Het concertgebouw. 2. De fagot: een groot houten blaasinstrument,met

LESBRIEF. THEATER ZAMZAM i.s.m. Stefan Boonen & Frank Daenen. Meer informatie over de schrijver van het boek en de theatertekst:

Lees Zoek op Om over na te denken

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

NEDERLANDS MUZIEK INSTITUUT BEZETTINGSCODE BLADMUZIEK I. INSTRUMENTAAL / SOLO

Het Orkest. 1 e graad SECUNDAIR ONDERWIJS. Beste leerkracht,

De Worstelhop van het t Leusveld * door: Edith Gloerich. Muziekles voor kinderen van groep 3 en 4

Thema school. Deze werkbundel is van:

werkboekje voorbereiding op het HaFa-schoolconcert 2019 in CKB Theaterzaal dit boekje is van

Werkstuk Nederlands Houtblazers

God geeft evenveel aan de laatste als aan de eerste.

Zwier. Een muziekvoorstelling door het Wervelwind Ensemble

Het onze Vader. Naam:

1. Het ritme wat ik voor ga spelen, bestaat uit 2 bouwstenen en een extra halve noot. Schrijf de nummers van de juiste bouwstenen op de goede plek.

THEORIE EXAMEN A 2019

LEERLINGENHANDLEIDING. Inleiding

OOSTENRIJK 1 GROEP 7. Muzikale elementen. Volksmuziek. Bron: Alma ten Bruin

Documentaire. Voorbereiding op het documentaire project

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

a. Een zin lees je van links naar rechts. Waarom eigenlijk? Wat denk jij?

Muziek Les. Tekst bestuderen. De informatieve tekst en illustraties geven de leerlingen meer inzicht in de Oosterhoutse carnavals muziek.

REIMSREISJE. Lesmateriaal

JE CULTURELE ZELFPORTRET

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Deel A. Breuken vergelijken

Hagelandse Academie voor Muziek en Woord OEFENINGEN BOEK L2 NAAM:... Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p.

Kleuren. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Me, myself and I. Je gaat op de volgende manieren portretten maken:

Hans en Grietje. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Orkest. Voorwoord. Indeling. H.1 Een concert

SAMEN DELEN. een lesbrief in het kader van de schoenendoosactie

Transcriptie:

Muziek en meer MUZIEK METHODE VOOR BASISONDERWIJS GROEP 6

Muziek en meer MUZIEK METHODE VOOR BASISONDERWIJS GROEP 6

1.1. Lied allemaal voor jou tekst & muziek: Jennemieke Snijders 3

Opdracht 1.1.a. Omcirkel de koperen blaasinstrumenten met een rood kleurpotlood. Omcirkel de houten blaasinstrumenten met een blauw kleurpotlood. Opdracht 1.2.b. Hier zie je een dwarsfluit en een trompet. Zet de namen van de onderdelen op de lijntjes. Kies uit ventielen - kleppen - mondstuk - mondstuk - beker. tuba saxofoon fagot trompet hobo 1.3. Lied Jan Japie tekst & muziek: Jennemieke Snijders 4 dwarsfluit trombone klarinet hoorn Opdracht 1.1.b. Omcirkel in het lied allemaal voor jou alle koperen blaasinstrumenten met rood. Omcirkel alle houten blaasinstrumenten met blauw. 5 Opdracht 1.2.a. Het vogeltje vliegt telkens een andere route naar de boom. Zet ze op volgorde met behulp van cijfers.

Opdracht 1.3.a. Om te lezen: In deze les maak je kennis met de fagot en de hobo. De fagot heeft niets te maken met God. De fagot is de grootste van alle houtblazers. Hij heeft een buis van bijna drie meter lang. Daarom hebben de makers hem dubbelgevouwen. Gelukkig maar, anders zou je op een ladder moeten klimmen om door het mondstuk te kunnen blazen. En je buurjongen zou de kleppen moeten bedienen. Toch meet een fagot nog altijd anderhalve meter. Ben jij groter dan de fagot? De fagot heeft een grote broer. Dit is de contrafagot. Dit instrument is bijna vijf meter lang en is daarom twee keer dubbelgevouwen. Doordat de fagot zo groot is, klinkt hij laag. Het mondstuk van de fagot bestaat uit een dubbelriet: twee rietbladen tegen elkaar die gaan trillen als je erop blaast. De hobo heeft ook een mondstuk van dubbelriet. De klank van een hobo noemen we nasaal. Je kunt deze klank imiteren door je neus dicht te houden en te spreken. De hobo is een stuk kleiner dan de fagot. Daardoor is de klank hoger dan die van de fagot. Opdracht 1.3.c. Vul in: Dit is de achtste noot. Deze noot duurt tel. Dit is de noot. Deze noot duurt tel. Dit is de noot. Deze noot duurt tellen. Als twee of meer achtste noten naast elkaar staan wordt het vlaggetje vervangen door een streepje. wordt wordt Opdracht 1.3.b. Je hoort de fagot en de hobo. 6 Trek een lijntje van de fagot en hobo naar het dier dat er het beste bij past. Nu je dit weet kun je de volgende vragen invullen: 7 Hoeveel achtste noten passen er in 1 tel? Hoeveel achtste noten passen er in een halve noot? Kijk goed naar de achtste noot, de kwartnoot en de halve noot. Teken ze in het vakjes hieronder: achtste noot twee achtste noten kwartnoot halve noot Opdracht 1.3.d. In het lied Jan Japie staan 8 achtste noten. Omcirkel deze 8 achtste noten met een groen kleurpotlood. In het lied Jan Japie staan 4 halve noten. Omcirkel deze 4 halve noten met een blauw kleurpotlood.

Opdracht 1.3.e. De hobo speelt vier ritmes. Zet ze in de goede volgorde. Opdracht 1.4.b. In de jazzmuziek wordt veel gebruik gemaakt van klarinetten en saxofoons. Maar ook van trompetten en trombones. Je gaat luisteren naar vier improvisaties. Zet de instrumenten in de juiste volgorde. Schrijf de instrumentnamen eronder. Opdracht 1.5.a. Je hoort alle blaasinstrumenten die je tot nu toe (in groep 5 en 6) hebt leren kennen. Zet in het vakje linksonder het nummer. Omcirkel of het een koperen of houten blaasinstrument is. Schrijf de naam van het instrument op het lijntje. 8 Opdracht 1.4.a. Om te lezen: In deze les maak je kennis met de klarinet en de saxofoon. Koper of hout? Koper of hout? Koper of hout? 9 De klarinet lijkt een beetje op de hobo. 300 jaar geleden, toen de klarinet net was uitgevonden, werd de klarinet vaak bespeeld door hoboïsten. Toch zijn er verschillen. De hobo klinkt nasaal, een klarinet warm. De hobo heeft een mondstuk van dubbelriet, de klarinet van enkelriet. De klarinet wordt in klassieke muziek gebruikt, maar ook in pop- en jazzmuziek. De saxofoon wordt vooral in pop- en jazzmuziek gebruikt. De saxofoon is een jong instrument: hij werd pas in 1840 uitgevonden door Adolphe Sax. De saxofoon heeft een mondstuk van enkelriet, net als de klarinet. De saxofoon heeft veel broertjes: De sopraansax is de kleinste broer. Dan volgen de altsax en de tenorsax. De baritonsax is de grootste broer. Koper of hout? Koper of hout? Koper of hout? Koper of hout? Koper of hout? Koper of hout?

Opdracht 1.5.b. Schrijf de goede antwoorden in de vakjes. De oplossing lees je van boven naar onder (dit is een ander instrument). 1. Dit instrument is van hout gemaakt. Het mondstuk bestaat uit een dubbelriet. Als je je neus dichthoudt terwijl je praat lijkt de klank op dit instrument (nasale klank). 2. Dit instrument is van hout gemaakt. Het mondstuk bestaat uit een dubbelriet. Van alle houtblazers klinkt deze het laagst. Het instrument heeft niets met God te maken. 3. Dit instrument is van hout gemaakt. Het mondstuk bestaat uit een enkelriet. Het instrument is vooral populair geworden in de pop- en jazzmuziek. En dankt zijn naam aan de uitvinder Adolphe Sax. Opdracht 1.5.c. De ontwerper van de saxofoon was Adolphe Sax. Jij gaat, net als Adolphe Sax, je eigen blaasinstrument ontwerpen: Bepaal of het een houten of koperen blaasinstrument moet zijn. Een houten blaasinstrument moet kleppen en een rieten mondstuk hebben. Een koperen blaasinstrument moet een beker, ventielen en een koperen mondstuk hebben. Bepaal of je instrument een hoge of lage klank heeft. Hoe lager de klank, hoe groter het instrument. Teken de bespeler van je instrument: hoe moet je het vasthouden? Geef je instrument een naam. 4. Dit instrument werd vroeger van hout gemaakt. Het mondstuk bestaat uit een gat. Van alle houtblazers klinkt deze het hoogst. Het instrument is een dwarsligger. 5. Dit instrument is van hout gemaakt. Het mondstuk bestaat uit een enkelriet. Het instrument is bijna altijd zwart gekleurd en lijkt qua uiterlijk het meest op de hobo. 10 2. 1. 11 3. 4. 5. Dit is een

2.1. Lied zingen in een koor tekst: Jennemieke Snijders Vraag 3: Welke stemsoorten zingen er nog meer in het koor? Vraag 4: Vraag 5: 12 Opdracht 2.2.a. Interview iemand die in een koor zingt. Verzin de vragen die je aan hem/haar wilt stellen. Schrijf deze hieronder op. Een paar vragen zijn al verzonnen. Als je hiermee klaar bent neem je dit papier mee naar huis. Daar interview je degene die in een koor zingt. Vul de antwoorden in en neem het papier weer mee naar school. Naam van de geinterviewde: Opdracht 2.2.b. Je hoort een interview met een meneer die in een koor zingt. Luister goed en vul onderstaande vragen in. Hoe heet de meneer die in het koor zingt? 13 Vraag 1: Hoe heet het koor waar je in zingt en wat voor soort koor is het? Wat is de naam van het koor waarin hij zingt? Vraag 2: Wat voor soort stem heb je? Wat voor soort koor is het? Welke stemsoorten zingen in het koor? mannenkoor gemengd koor popkoor smartlappenkoor Wat vindt hij leuk aan het zingen in een koor? Welk lied vindt hij het mooist om te zingen?