1. We ademen om te leven Net als alle levende wezens hebben wij energie nodig om te leven. De spijsvertering zorgt ervoor dat ons lichaam de voedingsstoffen opneemt. De bloedsomloop brengt die stoffen naar alle delen van ons lichaam. Om die voedingsstoffen te verbranden heeft ons lichaam zuurstof nodig. Daarom ademen we zonder ophouden. Per seconde nemen we ongeveer een halve liter lucht op. Tijdens inspanningen is dat zelfs nog meer. Het ademhalingsstelsel haalt de zuurstof uit de lucht. De afvalgassen, zoals koolstofdioxide, worden weer uitgeademd. Ons lichaam bestaat uit een aantal stelsels die binnen ons lichaam een aantal taken uitvoeren. Enkele bekende stelsels - De bloedsomloop - Het ademhalingsstelsel - De zintuigen - Het bewegingsstelsel - Het spijsverteringsstelsel -
2. Ademhalingsstelsel Wanneer we inademen, stroomt de lucht via onze neus of langs onze mond ons lichaam binnen. De binnenzijde van onze neus is bedekt met slijmvliezen. Daarop staan kleine haartjes. Ze verwarmen de binnenkomende lucht en houden de stofdeeltjes tegen. De lucht stroomt door het strottenhoofd naar de luchtpijp. Die luchtpijp heeft kraakbeenachtige wanden. Zo kan die niet zomaar worden dichtgedrukt. De luchtpijp vertakt in twee luchtpijptakken. Ze zijn de verbinding met de longen.
De longen zijn sponsachtig en roze van kleur. Ze bestaan uit miljoenen longblaasjes. Dat zijn kleine zakjes met een heel dunne wand. In die wand lopen dunne bloedvaatjes. Zo wordt zuurstof afgegeven aan het bloed. Bij het uitademen worden koolstofdioxide en water uit het bloed opgenomen door de longen en uitgeademd. De longen steunen op het middenrif. Dat is een gekromde spier. Bij iedere ademhaling wordt het middenrif naar beneden gedrukt. De ribben zetten zich open, zodat de longen lucht naar binnen kunnen zuigen. Bij het uitademen ontspant het middenrif zich. Weetjes We niezen en hoesten om stofdeeltjes naar buiten te krijgen Als we niezen, wordt de lucht met een snelheid van 160 km/u naar buiten gedreven. Ademhaling Het is van allergrootst belang dat we onze longen verzorgen. In de lucht rondom ons zitten al heel wat vervuilende stoffen waar rokers nog een schepje bovenop doen. De teer die zich in sigaretten bevindt blijft achter in de longen met als resultaat een slechtere ademhaling, rokershoest en een grote kans op kanker. Herken jij de rokerslong?
3. Ons hart, een sterke motor Ons hart is ongeveer een vuist groot. Het is een onvermoeibare spierpomp. Die spier klopt ongeveer zeventig maal per minuut. Dat kloppen komt door de hartboezems die samentrekken en het bloed in de hartkamers stuwen. Die kamers trekken tegelijkertijd samen en jagen het bloed in de slagaders. Tussen de boezems en de kamers zit een hartklep. Die voorkomt dat het bloed de verkeerde richting uitgaat.
4. De bloedsomloop 1. Vanuit de linkerkamer vertrekt zuurstofrijk bloed naar de slagaders. De aorta is de grootste slagader van ons lichaam. 2. Het bloed komt in aders en bloedvaten terecht en laat zuurstof en voedsel achter in de cellen. 3. Het zuurstofarme bloed wordt langs aders naar het hart gepompt. 4. De rechterhelft van het hart pompt het bloed langs de kleine bloedsomloop naar de longen. 5. Daar wordt koolstofdioxide afgegeven en opnieuw zuurstof opgenomen. 6. Het bloed kan opnieuw aan de reis beginnen. Het bloed stroomt in één richting door de aders. De bloedsomloop
De bloedsomloop is het belangrijkste transportsysteem van ons lichaam. Het bloed voorziet alle cellen van zuurstof en neemt koolstofdioxide op. Daarnaast vervoert het voedingsstoffen, afvalstoffen en warmte. Voedingsstoffen komen in je bloed in je darmen. Afvalstoffen worden gefilterd door de nieren. Per dag filteren die ongeveer 2000 liter bloed. De afvalstoffen verlaten je lichaam via de urine als je plast. Een volwassene heeft ongeveer vijf liter bloed. (ongeveer 1/13 van je lichaamsgewicht, reken eens uit) De kleine en grote bloedsomloop 5 Ken je bloedgroep! Rode en witte bloedcellen in het bloed In het bloed vind je drie soorten bloedcellen. De rode bloedcellen zorgen voor het transport van zuurstof naar de cellen. De witte bloedcellen zorgen voor de verdediging van ons lichaam tegen ziekmakers. De bloedplaatjes dichten wonden af tot er nieuwe huid klaar is. Je bloed behoort tot een bepaalde bloedgroep. Die informatie vind je op je bloedgroepkaartje. Dat is belangrijk wanneer je bloed moet krijgen na een ongeval of een operatie. (Ken jij de bloedgroepen?)