Navigatie. TravelPilot DX-N. Gebruiksaanwijzing



Vergelijkbare documenten
TravelPilot Navigatie. TravelPilot DX-V. Gebruiksaanwijzing.

Navigatie TravelPilot EX-V

GPS NAVIGATION SYSTEM QUICK START USER MANUAL

Waarschuwingen. Controleer dat uw positie stabiel is voordat u uw reis begint.

Navigatiesysteem. TravelPilot RGS 08. Gebruiksaanwijzing

Traffic Message Channel (TMC)

NAVIGATIE. Quick Start Guide X-302MH. Nederlands. Rev 1.0

1. Deze handleiding gebruiken

BehervanhetnavigatiesystemviaBlue&Me

1. RDS-TMC-informatie

Bosch iphone Navigation

Inhoud van de handleiding

BE 1000 Brand BEDIENINGS INSTRUCTIE INHOUDSOPGAVE A3

Uw gebruiksaanwijzing. BLAUPUNKT RIO RCR 87

FIAT DUCATO NL SMS-READER

Traffic. Copyright TomTom B.V., Nederland. TomTom is een handelsmerk van TomTom B.V. Inleiding

InteGra Gebruikershandleiding 1

COPYRIGHT GARANTIEBEPERKINGEN

Beknopte gebruiksaanwijzing voor de belangrijkste functies van het Mobile Station

Spraakbediening WERKINGSPRINCIPE. Uzelf duidelijk verstaanbaar maken. Belangrijke informatie

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje.

HiPath 3000 HiPath Xpressions Compact Versie 2.0. Beknopte handleiding Xpressions aangepaste bedieningsinstructies

testo 865, 868, 871, Warmtebeeldcamera

DOWNLOADED FROM Set-top Box Controller - SECOND LIFE BANG & OLUFSEN. Handleiding NOT FOR USE AT OTHER WEBSITES THEN

SGH-A400 WAP browser Handleiding

Handleiding ComfortTouch App voor Busch-ComfortTouch. Busch-ComfortTouch / / Busch-ComfortTouch / /12-825

Bestnr Micro Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

Inhoudsopgave: Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Televisie menu. 4 Radio menu. 6 MiniGids. 8 TV Gids . Programma informatie oproepen. Kiezen en Kijken...

Uw gebruiksaanwijzing. HONEYWELL CM901

BeoSound Handleiding

Lagarde BV - Voorthuizerstraat 69c SC Putten - Tel : info@lagarde.nl

aê~~çäçòé=rsnm=fm=ab`qjíéäéñççå

SmartLife Veilig Gebruikershandleiding programma s beheren

Gebruikershandleiding HERE Drive

Handleiding en Tutorials

De ActiveRadio-software

Aanvullende gebruiksaanwijzing. SMS op het vaste net tiptel 340 clip

Enkele tips voor de bediening van deze DVD Belangrijk!

DOWNLOADED FROM Set-top Box Controller - SECOND LIFE BANG & OLUFSEN. Guide NOT FOR USE AT OTHER WEBSITES THEN

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display

Spraakbediening WERKINGSPRINCIPE DE SPRAAKBEDIENING GEBRUIKEN. Het systeem activeren

PTV MAP&GUIDE INTERNET V2 EENVOUDIG OVERSTAPPEN

Gebruikershandleiding HERE Maps

Gebruikershandleiding Nokia Maps

O-synce NAVI2move. Gebruikershandleiding NEDERLANDS

CONFIGURATIE VAN DE ONTVANGER Twee bedrijfsmodi zijn beschikbaar: Basic (basis) en Advanced (uitgebreid).

LightBoy DIGI 12V. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Handleiding M532 HD-recorder

VibraLITE 3. Digitale aanduiding ( naar keuze 12 of 24 uren). De 2de aanduiding kan gebruikt worden voor reizen in verschillende tijdzones.

TravelPilot DX-R52 / DX-R5

BeoSound Bedieningshandleiding

Mobiel Internet Veiligheidspakket

Head Pilot v Gebruikershandleiding

Dagoverzicht van de geprogrammeerde schakeltijden 5 = vrijdag

1. AM/FM-radio gebruiken

Cijfers 1 t/m 4,8,16 hiermee kunt u van kanaal wisselen. Gebruik deze iconen om naar een split screen terug te gaan.

Display keypad. Gebruikshandleiding 11/09-01 PC

ACSI HANDLEIDING GARMIN NÜVI 250

Mapsource. handleiding Mapsource vs

Galaxy Dimension TOUCHCENTER Handleiding gebruiker

BEP 600-TLM2 CONTOUR MATRIX TANK MONITOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING

Auris. Handleiding navigatiesysteem (Entry)

NEDERLANDS. S n e l s t a r t g i d s GPS 100 S GLOBAL POSITIONING SYSTEM ONTVANGER. Instructies om u op weg te helpen! Niets overtreft een Cobra

NEDERLANDS. Snelstartgids GPS 100 GLOBAL POSITIONING SYSTEM ONTVANGER. Instructies om u op weg te helpen! Niets overtreft een Cobra

testo 885 / testo 890 warmtebeeldcamera Korte handleiding

Personal Navigation System

De Konftel 250 Korte handleiding

Introductie. Werking van RallySafe Unit. 1 De unit aanzetten

Mitel 5360 phone. Cheatsheet. 1. Scherm. Luidspreker. 2. Oproep-/berichtindicator. Dempen. 3. Toetsen voor volume, luidspreker en dempen.

IDPF-700 HANDLEIDING

Beknopte handleiding animeo SOLO 1 en 2 zones Functie Wind - Zon - Regen en Klok

TIPS EN HINTS VOOR BEGINNERS. Klik nu in de Menu balk op het menu item ELEMENT. Onder het woord Element gaat er nu vervolgens nu een sub menu open

13. Symbool-, Lijnstijlbibliotheek (Resource Editor)... 1

Het Keypad (met segmenten)

Bedieningselement voor de Eeberspächer-standverwarmingen A WORLD OF COMFORT

Handleiding M532 PVR maart 2011

ADVISOR CD3401. Manager Handleiding. Software versie: vanaf V

Z-EMAP50 ESSENTIAL II NAVIGATION QUICK START GUIDE

Afbeelding: V1.0. Klantenservice: Uitleg van de toetsen Gebruik de afbeelding V1.

CP-508 GEBRUIKERS-HANDLEIDING

Z-E3756 NAVIGATION SNELSTARTGIDS NL

Veelgestelde vragen Navigatie

Bedieningshandleiding voor het extern Regin Display

Overzicht van het navigatiesysteem

Elektronisch werkbriefje

ADVISOR CD7201 CD95/ Manager Handleiding. Software versie: vanaf V

GO x40, GO x30, GO x20, GO x10, GO,XXL IQ Routes, XL IQ Routes, XL,ONE, ONE 2nd edition, Urban Rider, Rider Pro

Na bediening van de Menu - toets kan men met de + of - toets kiezen uit 3 verschillende menu s nl.:

Google Drive: uw bestanden openen en organiseren

EEN STUKJE. Van daaruit ontstonden de «merci-platen GESCHIEDENIS KENT U AL IN1910 BEDACHT MICHELIN DE VOLGENDE FEITEN? DE VERKEERSPALEN, DIE NU

Gebruiksaanwijzing voor schakelklok "Onderbouw"

Gebruikershandleiding Ruimtebedienapparaat Webbased regelaar

Bedieningen Dutch - 1

Video Intercom Systeem

Märklin draaischijf 7286 met draaischijf decoder TT-DEC aansturen via het draaischijf symbool in het beeldscherm van de Central Station 3 (plus)

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

draaimolen programmeren PC

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER

Telefonisten handleiding snom 360

SMART MAP PRO. Prog. Ver. V3.00. Database Ver NVD-V003 OWNER'S MANUAL Please read before using this disc.

Transcriptie:

Navigatie TravelPilot DX-N Gebruiksaanwijzing

Aanwijzingen voor de veiligheid 2 De TravelPilot is ontworpen voor gebruik in personenauto s. Speciale informatie, zoals hoogtebeperkingen of maximale wiel- of asdruk die nodig zijn voor de routegeleiding van vrachtwagens en autobussen, is niet opgenomen op de cd. Bediening tijdens de rit Wanneer u geen acht slaat op het verkeer, kunt u ernstige ongelukken veroorzaken. Om afleiding door de TravelPilot te voorkomen, dient u de volgende punten in het oog te houden: Maak u voor het begin van de rit vertrouwd met de TravelPilot en de bediening ervan. Stop op een geschikte plaats wanneer u de TravelPilot opnieuw wilt programmeren. Bedien de TravelPilot tijdens de rit alleen wanneer de verkeerssituatie dit toelaat. Voer alleen een reisdoel in wanneer de auto stilstaat.

Inhoudsopgave Aanwijzingen voor de veiligheid...2 Algemeen...5 Over deze handleiding... 5 Accessoires... 5 Infrarood-stuurwielafstandsbediening RC 09... 5 TMC-Tunerbox D-Namic... 5 Principe van de navigatie... 6 Inschakelen... 6 Bedieningsintro... 6 Diefstalbeveiligingssysteem... 7 Uitschakelen van de TravelPilot DX-N. 7 Beknopte handleiding...8 Markeren van menuopties... 8 Kiezen van menuopties... 8 Menu s verlaten... 8 Direct invoeren van reisdoelen in tien stappen... 9 Actueel reisdoel met naam opslaan voor de routegeleiding... 11 Voorbeeld voor routegeleiding met kaartweergave... 12 Routeopties wijzigen vóór de routegeleiding... 12 Overschakelen op de kaartweergave. 13 Schaal van de kaart wijzigen... 13 Informatie oproepen op de kaart... 13 Reisdoel invoeren...15 Reisdoel invoeren wanneer het adres bekend is... 15 Een centrum (stadsdeel) als reisdoel kiezen... 16 Huisnummer invoeren... 16 Reisdoelen in de omgeving (parkeerterreinen, tankstations, enz.) kiezen... 17 Landelijke reisdoelen (snelwegop-/ afrit, rustplaats, luchthaven of grensovergang) kiezen... 18 Reisdoel invoeren via de kaartweergave... 19 Schaal wijzigen... 19 Informatie oproepen op de kaart... 20 Routegeleiding starten... 20 Reisdoel op kaart opslaan vóór de routegeleiding... 21 Reisdoel uit geheugen... 22 Reisdoel kiezen uit het geheugen... 22 Routegeleiding...23 Routegeleiding starten... 23 Afgebroken routegeleiding opnieuw starten... 23 Volume van de gesproken mededelingen instellen... 24 Reisdoel- en route-informatie opvragen... 24 Routelijst inzien... 24 Routegeleiding met optische rijadviezen... 25 Overzicht... 25 Symboolweergave activeren... 25 Routegeleiding met kaartweergave. 26 Kaartweergave activeren... 26 Overzicht... 27 Infokaart kiezen (omgeving reisdoel, overzichtskaart)... 27 Positiekaart kiezen (noord, automatisch, kruispuntzoom)... 28 Schaal van de kaart instellen... 28 Informatie op de kaart... 29 Reistijd of aankomsttijd en afstand tot het reisdoel op de kaart... 30 Reistijd of aankomsttijd kiezen... 31 Beeldschermmodus Automatisch/ Dag/Nacht/Uit kiezen... 32 File-omleiding instellen... 33 File-omleiding activeren... 33 File-omleiding opheffen... 34 Wegen resp. weggedeelten in de routelijst blokkeren... 34 Blokkering in de routelijst opheffen... 35 Allgemeines Kurzanlei- Zieleingabe Touren Zielspeicher Einstellun- Anhang 3

Inhoudsopgave Dynamische routegeleiding met TMC...36 TMC in-/uitschakelen... 36 TMC-zender kiezen met de TMC-Tunerbox D-Namic... 37 TMC-zender kiezen met de autoradio... 38 Verkeersinformatie weergeven... 39 Route tijdens de routegeleiding berekenen met TMC... 39 Routeopties kiezen...40 Routeopties voor de routegeleiding wijzigen... 40 Routeopties activeren/deactiveren... 40 Routeopties wijzigen tijdens de routegeleiding... 41 Instellingen bewaren... 41 Reisdoelgeheugen...42 Reisdoelgeheugen openen... 42 Reisdoel opslaan... 43 Actueel reisdoel met naam opslaan... 43 Positie opslaan als reisdoel... 43 Reisdoelen wissen uit het reisdoelgeheugen... 44 Reisdoel wissen... 44 Laatste reisdoelen wissen... 44 Reisdoelgeheugen wissen... 45 Reisdoelgeheugen opnieuw sorteren... 45 Trajectgeheugen...46 Reisdoel voor traject invoeren... 46 Nieuw reisdoel voor traject invoeren.. 46 Reisdoel overnemen uit het reisdoelgeheugen... 47 Laatste reisdoel van de navigatie overnemen... 47 Traject sorteren... 48 Reisdoel voor traject wissen... 48 Traject geheel wissen... 49 Routegeleiding naar een reisdoel in een traject starten... 49 Reisgids...50 Reisgids activeren... 50 Overige functies...51 Kaartweergave zonder routegeleiding... 51 GPS-status en positie laten weergeven... 51 Systeeminstellingen...52 Basismenu voor de systeeminstellingen oproepen... 52 Audio/video-instellingen uitvoeren. 52 Taal kiezen... 52 Volume van de gesproken mededelingen instellen... 53 Overige opties voor het volume instellen... 53 Beeldschermmodus Automatisch/ Dag/Nacht/Uit kiezen... 54 Een andere bron kiezen... 54 Basisinstellingen uitvoeren... 55 Veiligheidscode activeren/ deactiveren... 55 Bedieningsintro in-/uitschakelen... 55 Tv/video vrijgeven... 55 Achteruitrijcamera vrijgeven... 56 QuickInfo in-/uitschakelen... 56 Overige instellingen uitvoeren... 57 Klokinstellingen uitvoeren... 57 Aanduiding van de reis- of aankomsttijd kiezen... 58 Klokindeling kiezen... 58 Standby-tijd instellen... 59 Systeemversie laten weergeven... 59 Positie handmatig invoeren... 59 Demomodus oproepen... 60 Demomodus deactiveren... 60 Instellingen ter kalibrering uitvoeren... 61 Kalibrering na bandenwissel... 61 Systeem opnieuw installeren... 61 Status van de kalibrering laten weergeven... 62 Handmatig kalibreren... 62 Appendix... 63 Beschikbare navigatie-cd-roms... 63 Verkrijgbare reisgids-cd-roms... 63 Navigatie-cd-rom verwisselen... 63 4

Algemeen Over deze handleiding Deze handleiding moet u vertrouwd maken met de bediening en de functies van uw TravelPilot DX-N en een veilige en succesvolle bediening mogelijk maken. Lees deze handleiding voordat u de TravelPilot DX-N voor het eerst gebruikt aandachtig door en bewaar hem zorgvuldig in de auto. Om informatie snel te kunnen opzoeken worden in deze handleiding de volgende symbolen gebruikt op afzonderlijke stappen aan te duiden: 1. Markeert bedieningsstappen die u dient uit te voeren om het doel van een handeling te bereiken. Hiermee zijn de reacties van het apparaat gekenmerkt die na een handeling optreden. Pluspunt: hier krijgt u aanwijzingen en tips voor de omgang met de Travel- Pilot DX-N. Accessoires Infrarood-stuurwielafstandsbediening RC 09 Met de infrarood-stuurwielafstandsbediening RC 09 kunt u de TravelPilot DX-N comfortabel vanaf het stuurwiel bedienen. TMC-Tunerbox D-Namic Om dynamische navigatie mogelijk te maken (automatisch omzeilen van files) moet de TravelPilot DX-N worden verbonden met een TMC-bron (Traffic Message Channel). Hiervoor is de als accessoire verkrijgbare TMC-Tunerbox D-Namic voor de ontvangst van TMC-gegevens beschikbaar. Bovendien hebt u de mogelijkheid om de TMC-gegevens te ontvangen via een Blaupunkt-autoradio. Welke Blaupunkt-autoradio s in staat zijn om TMC-gegevens te ontvangen en door te geven aan de TravelPilot DX-N kunt u navragen bij uw Blaupunktvakhandel of via de Blaupunkt-hotline. Het nummer van de Hotline vindt u op de laatste pagina van deze handleiding. Allgemeines Kurzanlei- Zieleingabe Touren Zielspeicher Einstellun- Anhang 5

Algemeen 6 Principe van de navigatie De actuele positie van de auto wordt door uw TravelPilot DX-N bepaald d.m.v. het door satellieten ondersteunde positioneringssysteem GPS. GPS betekent Global Positioning System en maakt het mogelijk om wereldwijd veilig de positie te bepalen. Bovendien worden de bewegingen van de auto geregistreerd d.m.v. een gyro en het elektronische snelheidssignaal van de auto. Het navigatiesysteem van de TravelPilot DX-N vergelijkt de zo verkregen gegevens met het gedigitaliseerde gegevensmateriaal op de navigatie-cd-rom en berekent daaruit de routes voor de routegeleiding. Wanneer de TravelPilot DX-N is aangesloten op een TMC-bron ( TMC-Tunerbox D- Namic of geschikte autoradio), wordt bij de berekening van de route rekening gehouden met de actuele situatie van het verkeer. Nadere informatie bij TMC vindt u in het hoofdstuk Dynamische routegeleiding met TMC. Inschakelen Wanneer de TravelPilot DX-N op de juiste wijze is aangesloten op het contactslot en de continue pluspool, wordt deze automatisch tegelijk met de ontsteking van de auto geactiveerd. Bedieningsintro Bij het opstarten van het systeem verschijnt een bedieningsintro. Hier worden de functies van de afstandsbediening verklaard. Aansluitend kunt u kiezen of het bedieningsintro telkens moet worden weergegeven wanneer de TravelPilot DX-N wordt ingeschakeld. Pluspunt: u kunt het bedieningsintro altijd activeren resp. deactiveren in het menu Instelling. Lees hiervoor het hoofdstuk Instellingen, Bedieningsintro in- en uitschakelen.

Algemeen Diefstalbeveiligingssysteem Om ingebruikname van de TravelPilot DX-N na onderbreking van de accuspanning (bv. bij diefstal) te voorkomen hebt u de mogelijkheid om de codering van uw Travel- Pilot DX-N te activeren. Wanneer de codering actief is, kan het apparaat na onderbreking van de accuspanning alleen in gebruik worden genomen door het invoeren van het codenummer. U vindt het codenummer in de apparaatpas van de TravelPilot DX-N. Bewaar de apparaatpas nooit in de auto! Hoe u de codering activeert resp. deactiveert en hoe u gecodeerde apparaten inschakelt na onderbreking van de accuspanning, leest u in het hoofdstuk Instellingen, Veiligheidscode activeren/deactiveren. Pluspunt: Het diefstalbeveiligingssysteem voorkomt elektronisch dat de TravelPilot DX-N na demontage door onbevoegden in gebruik wordt genomen. Uitschakelen van de TravelPilot DX-N Om technische redenen is het niet mogelijk de TravelPilot DX-N uit te schakelen. Desgewenst kunt u het display van de TravelPilot DX-N uitschakelen in het menu Instelling. 1. Markeer hiertoe in het hoofdmenu de optie Instelling met de - toetsen van de afstandsbediening. Druk op de OK -toets. Het menu Instelling verschijnt. 2. Kies de optie Beeldscherm en druk op de OK -toets. Het menu Beeldscherm verschijnt. 3. Markeer de menuoptie Uit en druk op de OK -toets. Het display is uitgeschakeld. U kunt het display opnieuw activeren door op een willekeurige toets te drukken. Allgemeines Kurzanlei- Zieleingabe Touren Zielspeicher Einstellun- Anhang 7

Beknopte handleiding 8 De gehele bediening van de TravelPilot DX-N verloopt via de toetsen van de afstandsbediening. OK-toets; voor het kiezen van menuopties Pijltoetsen; voor het verschuiven van de keuzemarkering Terug-toets; voor het verlaten van menu s! File-toets; opent het menu ban de dynamische routegeleiding en de handmatige file-omleiding. Info-toets; herhaalt de laatste gesproken mededeling van de navigatie en roept het Info-menu op. In lijsten worden vermeldingen die zijn aangegeven met, volledig weergegeven. Pluspunt: met de als optie verkrijgbare infrarood-stuurwielafstandsbediening RC 09 kan de TravelPilot DX-N comfortabel vanaf het stuurwiel worden bediend. OK Bedieningspaneel Markeren van menuopties Verschuif de keuzemarkering met de - en de -toetsen van de afstandsbediening. Pluspunt: de bedieningsassistent (markering in de afbeelding) laat u met een gele markering zien welke toetsen van de afstandsbediening in het actuele menu kunnen worden gebruikt. Stuurwielafstandsbediening RC 09 Kiezen van menuopties Om gemarkeerde vermeldingen in menu s te kunnen kiezen, drukt u op de OK -toets van de afstandsbediening. Menu s verlaten Wanneer u een menu wilt verlaten, drukt u op de -toets van de afstandsbediening.

Beknopte handleiding Om u snel vertrouwd te maken met de basisfuncties van de TravelPilot DX-N worden hieronder drie voorbeelden gegeven ter illustratie: Direct invoeren van een stad als reisdoel met vermelding van straat en dwarsstraat. Invoeren van een naam voor het reisdoel en deze opslaan in het reisdoelgeheugen. Routegeleiding met kaart: wijzigen van de schaal van de kaart en de informatie op de kaart. Overige mogelijkheden voor het invoeren van het reisdoel zijn beschreven in het hoofdstuk Reisdoel invoeren. Direct invoeren van reisdoelen in tien stappen Als voorbeeld wordt hier de handelwijze voor het invoeren van een reisdoel weergegeven. Stad: Berlijn Straat: Alexanderplatz Dwarsstraat: Alexanderstraße Stad: 1. Schakel het contact van de auto in. Het hoofdmenu verschijnt. 2. Kies in het hoofdmenu Reisdoel. Druk op de OK -toets. Het menu Reisdoel verschijnt. 3. Markeer het -symbool (stad). Druk op de OK -toets. De lijst met letters voor het invoeren van de plaatsnaam verschijnt. 4. Markeer de letter B met de -toetsen van de afstandsbediening. Druk op de OK -toets. In de lijst (onder het veld met de letters) verschijnt de eerste plaatsnaam die begint met de letter B. Allgemeines Kurzanlei- Zieleingabe Touren Zielspeicher Einstellun- Anhang 9

Beknopte handleiding 10 Pluspunt: telkens wanneer een volgende letter wordt ingevoerd, verandert automatisch de lijst met weergegeven plaatsnamen. Zo kunt u de gewenste plaats snel vinden. 5. Markeer achtereenvolgens de letters E, R, L en I en druk na elke letter op de OK -toets. In de lijst verschijnt BERLIN. Pluspunt: de laatste twintig ingevoerde steden worden automatisch opgeslagen. Hiermee kunt u steden die u frequent kiest, snel terugvinden, omdat deze direct worden weergegeven op het invoerveld. 6. Om naar de lijst met plaatsnamen te gaan markeert u OK in het letterveld en drukt u op de OK -toets. De plaatsnamenlijst verschijnt. Pluspunt: om snel bij de plaatsnamenlijst te komen, houdt u de OK -toets langer dan twee seconden ingedrukt. 7. Markeer BERLIN in de lijst met plaatsnamen. Druk op de OK -toets. Aangezien Berlin tweemaal voorkomt als stad in Duitsland (hoofdstad van de Bondsrepubliek en stadsdeel van Segeberg), verschijnt een keuzemenu voor de exacte bepaling van de bestemming. 8. Markeer BERLIN in het keuzemenu. Druk op de OK -toets. Het menu Reisdoel verschijnt opnieuw.

Beknopte handleiding Straat: 9. De keuzemarkering staat in het menu Reisdoel automatisch op het -symbool (straat). Druk op de OK -toets. De lijst met letters voor het invoeren van de straatnaam verschijnt. Ga voor het invoeren van de straatnaam Alexanderplatz te werk zoals beschreven onder Stad. Dwarsstraat: 10. De keuzemarkering staat automatisch op het -symbool (dwarsstraat). Druk op de OK -toets. De keuzelijst met de beschikbare dwarsstraten verschijnt. Kies ALEXANDERSTRASSE. Druk op de OK -toets. Het menu Reisdoel verschijnt. De keuzemarkering staat op Start. U kunt nu de routegeleiding starten met de OK -toets. Pluspunt: nadat het reisdoel compleet is ingevoerd en voordat u de routegeleiding start, hebt u de mogelijkheid om het reisdoel op te slaan in het reisdoelgeheugen. Actueel reisdoel met naam opslaan voor de routegeleiding 1. Kies de menuoptie Bewaren. Druk op de OK -toets. De lijst met letters voor het invoeren van een naam voor het reisdoel verschijnt. 2. Voer zoals u gewend bent een naam in voor het reisdoel, bv. HOTEL. 3. Markeer OK in het letterveld en druk op de OK -toets. Het menu Reisdoel opslaan verschijnt. 4. Zet de naam van het reisdoel met de -toetsen pp de gewenste positie in het reisdoelgeheugen. Druk op de OK -toets. Het hoofdmenu verschijnt. Allgemeines Kurzanlei- Zieleingabe Touren Zielspeicher Einstellun- Anhang 11

Beknopte handleiding 12 Voorbeeld voor routegeleiding met kaartweergave Nadat het reisdoel is ingevoerd, kunt u de routegeleiding starten. 1. Kies de menuoptie Start. Druk op de OK -toets. Er verschijnt een menu met de gegevens van het actuele reisdoel. De gesproken mededeling De route wordt berekend is te horen. U kunt vanuit dit menu de routeopties wijzigen. Pluspunt: de routeopties kunnen op elk moment tijdens de routegeleiding worden gewijzigd. Lees hiervoor het hoofdstuk Routeopties kiezen, Routeopties wijzigen tijdens de routegeleiding. Routeopties wijzigen vóór de routegeleiding De routegeleiding uit het voorbeeld moet plaatsvinden met de opties Korte weg en zonder Autosnelweg. 2. Terwijl het menu met de gegevens van het reisdoel wordt weergegeven, wordt de menuoptie Wegenopties wijzigen gemarkeerd weergegeven. Druk op de OK -toets. Het menu Wegenopties wijzigen verschijnt. 3. Verschuif de keuzemarkering naar de menuoptie Korte weg en druk op de OK -toets. Korte weg is gekozen. 4. Wanneer Autosnelweg geactiveerd is (v-tekentje in het hokje ervoor), verschuift u de keuzemarkering naar Autosnelweg en drukt u op de OK -toets. Autosnelweg is gedeactiveerd. Het v-tekentje in het hokje voor Autosnelweg verdwijnt. 5. Markeer Start en druk op de OK -toets. De gesproken mededeling De route wordt berekend is te horen. Nadat de route berekend is, begint de routegeleiding. De eerste gesproken mededeling van de routegeleiding is te horen. Hiervoor wordt de als laatste actieve weergave gebruikt (routegeleiding met symbolen of kaartweergave).

Beknopte handleiding Overschakelen op de kaartweergave 6. Wanneer de als laatste actieve routegeleiding met symbolen werd weergegeven, schakelt u als volgt over op de kaartweergave: druk tijdens de routegeleiding op de OK -toets. Aan de linker onderrand verschijnt een uitvouwmenu. 7. Kies Kaart en druk op de OK -toets. De kaartweergave verschijnt. Pluspunt: met dit uitvouwmenu kunt u tijdens de routegeleiding gemakkelijk wisselen tussen de symbool- en de kaartweergave. Schaal van de kaart wijzigen Omdat het reisdoel op grote afstand van de eigen positie ligt, moet de schaal van de kaart worden gewijzigd. Zo hebt u een goed overzicht over de gehele route. Wanneer u zich in de omgeving van het reisdoel bevindt, kunt u de schaal van de kaart weer vergroten om gedetailleerde informatie over de omgeving van het reisdoel te verkrijgen. 8. Druk tijdens de kaartweergave op de - toets. Er wordt een venster geopend voor de instelling van de schaal van de kaart. 9. Kies met de -toetsen de gewenste schaal. Druk op de OK -toets. De kaart wordt weergegeven met de nieuwe schaal. Informatie oproepen op de kaart Wanneer u de omgeving van het reisdoel nadert, kunt u comfortabel extra informatie over bv. parkeergarages, openbare instellingen of werkplaatsen laten weergeven op de kaart. Voor de routegeleiding uit het voorbeeld moeten parkeergarages/-terreinen en tankstations op de kaart worden weergegeven. Allgemeines Kurzanlei- Zieleingabe Touren Zielspeicher Einstellun- Anhang 13

Beknopte handleiding 14 10. Druk tijdens de routegeleiding op de OK -toets. Aan de linker onderrand verschijnt een uitvouwmenu. 11. Kies Instelling en druk op de OK -toets. Het menu Instelling verschijnt. 12. Kies het -symbool en druk op de OK -toets. Het keuzemenu Info op kaart verschijnt. Kies met de -toets de menuoptie Parkeerplaats en druk op de OK -toets. In het vakje links naast de menuoptie verschijnt een v-tekentje. Pluspunt: dankzij het v-tekentje voor de menuoptie kunt u snel zien of een menuoptie geactiveerd is of niet. 13. Kies met de -toets de menuoptie Tankstation en druk op de OK -toets. In het hokje links naast de menuoptie verschijnt een v-tekentje. 14. Kies met de -toets de menuoptie OK op de bovenste regel van het menu. Druk op de OK -toets. De kaartweergave verschijnt met de gekozen symbolen. Pluspunt: u kunt in menu s met een driehoek aan de linkerrand (markering in de afbeelding) direct naar de menuregel gaan (OK / Alles aan / Alles uit) door op de -toets te drukken. 15. Wanneer het reisdoel bereikt wordt en de routegeleiding beëindigd is, blijft de kaartweergave actief. Wanneer u een nieuw reisdoel wilt invoeren, drukt u op de -toets. Het hoofdmenu verschijnt. Nadere informatie over de routegeleiding en een uitvoerige beschrijving van de soorten routegeleiding en weergave vindt u in het hoofdstuk Routegeleiding.

Reisdoel invoeren Naast de vier symbolen op de bovenste regel in het menu Reisdoel hebt u de volgende mogelijkheden om een reisdoel in te voeren: Via de enveloppe kunt u het reisdoel direct invoeren wanneer u het exacte adres kent. U gebruikt hiervoor de menuopties Stad - Centrum - Straat - Dwarsstraat - Huisnummer. Via de vuurtoren kunt u kiezen uit een lijst met reisdoelen in de omgeving, zoals parkeerterreinen, ziekenhuizen, tankstations, stations en andere openbare instellingen. Deze reisdoelen in de omgeving kunnen worden opgeroepen voor de omgeving van de eigen positie, het laatste reisdoel van de navigatie en voor de omgeving van een vrij te kiezen plaats. Via de zon kunt u direct een reisdoel kiezen uit de vier categorieën voor landelijke reisdoelen: snelwegop-/afrit, snelwegservice, luchthaven en grensovergang. Via de wereldbol kunt u een reisdoel direct vastleggen in de kaartweergave. Bovendien hebt u de mogelijkheid een reeds opgeslagen reisdoel uit het reisdoelgeheugen op te roepen om het opnieuw in te voeren als reisdoel. Reisdoel invoeren wanneer het adres bekend is 1. Kies in het hoofdmenu de menuoptie Reisdoel. Druk op de OK -toets. Het menu Reisdoel verschijnt. Pluspunt: Telkens wanneer het menu Reisdoel wordt opgeroepen, wordt automatisch de enveloppe voor het direct invoeren van het reisdoel actief. Het direct invoeren van een adres via stad, straat en dwarsstraat wordt als voorbeeld gegeven in de beknopte handleiding. Bovendien kunt u als onderdeel van het een centrum of een huisnummer invoeren. Allgemeines Kurzanlei- Zieleingabe Touren Zielspeicher Einstellun- Anhang 15

Reisdoel invoeren 16 Een centrum (stadsdeel) als reisdoel kiezen Bij grote steden kunt u het centrum van een stadsdeel invoeren als reisdoel. Bij kleinere steden dient deze menuoptie voor het invoeren van het stadscentrum, omdat het invoeren van het reisdoel via de menuoptie Straat slechts beperkt mogelijk kan zijn. 1. Om een centrum te kiezen als reisdoel voert u eerst een stad in. Het menu Reisdoel verschijnt. 2. Markeer dan het -symbool (centrum). Druk op de OK -toets. Vervolgens wordt de lijst van centra (bij maximaal twaalf vermeldingen) of de lijst van letters opgeroepen (bij meer dan twaalf vermeldingen). 3. Voer in de letterlijst de naam van hert gewenste centrum in of bevestig de aanwezige vermelding. Roep vervolgens de lijst met centra op. 4. Markeer het gewenste centrum. Druk op de OK -toets. Het menu Reisdoel verschijnt. De keuzemarkering staat op Start. U kunt nu de routegeleiding starten met de OK -toets. Lees hiervoor het hoofdstuk Routegeleiding. Huisnummer invoeren Het invoeren van het reisdoel kan worden uitgebreid met de vermelding van een huisnummer. Voorwaarde is dat de hiervoor benodigde gegevens op de navigatiecd aanwezig zijn. 1. Voer eerst een plaats- en een straatnaam in. 2. Markeer het 3 -symbool (huisnummer). Druk op de OK -toets. De lijst met cijfers voor het invoeren van het huisnummer verschijnt. 3. Ga voor het invoeren van het huisnummer te werk zoals beschreven bij Stad. Kies het gewenste huisnummergebied uit de lijst. Druk op de OK - toets. Het menu Reisdoel verschijnt. De keuzemarkering staat op Start. U kunt nu de routegeleiding starten met de OK -toets. Lees hiervoor het hoofdstuk Routegeleiding.

Reisdoel invoeren Reisdoelen in de omgeving (parkeerterreinen, tankstations, enz.) kiezen Via het -symbool (vuurtoren) kunt u verschillende bestemming in de omgeving invoeren als reisdoel. Deze reisdoelen kunt u kiezen met betrekking tot uw positie op dat moment ( Omgeving positie ), tot het als laatste actieve reisdoel van de navigatie ( Laatste reisdoel ) of tot elke gewenste plaats ( Omgeving adres ). De reisdoelen bij Omgeving positie en Laatste reisdoel worden gerangschikt volgens hun afstand. Bij Omgeving adres worden ze alfabetisch weergegeven. Pluspunt: Zo kunt u bv. eenvoudig het dichtstbijzijnde tankstation vinden. De beschikbare reisdoelen in de omgeving verschillen afhankelijk van de positie of de omgeving van het reisdoel, en hebben betrekking op een gebied met een straal van ca. 20 km (bij luchthavens tot 80 km). 1. Om een reisdoel in de omgeving te kiezen kiest u in het menu Reisdoel het -symbool. Druk op de OK -toets. Het menu Doelen omgeving verschijnt. 2. Zet de keuzemarkering op het gewenste referentiepunt ( Omgeving positie, Laatste reisdoel of Omgeving adres ). Druk op de OK -toets. 3. Wanneer u Omgeving adres hebt gekozen, moet eerst een plaats worden gekozen, waarop de reisdoelen betrekking hebben. Pluspunt: de bepaling van het reisdoel verloopt hier zoals u gewend bent bij het direct invoeren van reisdoelen. Wanneer de plaats bepaald is, verschijnt de lijst met reisdoelen. 4. Kies het gewenste reisdoel in de omgeving. Druk op de OK -toets. De lijst met beschikbare reisdoelen verschijnt. 5. Kies het gewenste reisdoel. Druk op de OK -toets. De naam van het reisdoel verschijnt in een menu. De keuzemarkering staat op Start. U kunt nu de routegeleiding starten met de OK -toets. Lees hiervoor het hoofdstuk Routegeleiding. Allgemeines Kurzanlei- Zieleingabe Touren Zielspeicher Einstellun- Anhang 17

Reisdoel invoeren 18 Landelijke reisdoelen (snelwegop-/afrit, rustplaats, luchthaven of grensovergang) kiezen Via het -symbool (zon) hebt u de mogelijkheid om snelwegop-/afritten, rustplaatsen, luchthavens of grensovergangen) in het gehele land te kiezen. U hoeft hiervoor alleen de naam ervan te kennen. 1. Kies het -symbool op de bovenste regel van het menu Reisdoel. Druk op de OK -toets. Er verschijnt een lijst met de beschikbare landelijke reisdoelen. 2. Kies de gewenste menuoptie. Druk op de OK -toets. De lijst met letters voor het invoeren van de naam van het reisdoel verschijnt. 3. Voer de naam van het reisdoel in. Pluspunt: de bepaling van het reisdoel verloopt hier zoals u gewend bent bij het direct invoeren van reisdoelen. Nadat u het reisdoel hebt gekozen, verschijnt de naam van het reisdoel in een menu. De keuzemarkering staat op Start. U kunt nu de routegeleiding starten met de OK -toets. Lees hiervoor het hoofdstuk Routegeleiding.

Reisdoel invoeren Reisdoel invoeren via de kaartweergave Via het -symbool (wereldbol) kunt u een reisdoel voor de navigatie bepalen in de kaartweergave. 1. Kies het -symbool op de bovenste regel van het menu Reisdoel. Druk op de OK -toets. Er verschijnt een op het noorden georiënteerde kaart. De omgeving van het als laatste ingevoerde reisdoel verschijnt. Wanneer er eerder geen reisdoel was ingevoerd, verschijnt de omgeving van de positie van de auto. Het dradenkruis dient om het reisdoel te bepalen. 2. Beweeg het dradenkruis met de -toetsen van de afstandsbediening in de richting van het gewenste reisdoel. Het dradenkruis beweegt over het display. Wanneer het dradenkruis over de rand van de kaart wordt bewogen, verschijnt automatisch de volgende uitsnede van de kaart. Pluspunt: afhankelijk van de schaal van de kaart verschijnt op de regel onder de kaart de naam van de straat of de stad waarover het dradenkruis wordt bewogen. Schaal wijzigen Wanneer het reisdoel op grote afstand van uw positie ligt, kunt u de schaal van de kaart wijzigen. Zo kunt u het dradenkruis snel over grote afstanden verplaatsen. 1. Druk tijdens de kaartweergave op de OK -toets. Er wordt een uitvouwmenu geopend. 2. Kies Schaal. Druk op de OK -toets. Er wordt een venster geopend voor de instelling van de schaal van de kaart. 3. Kies de gewenste schaal. Druk op de OK -toets. De kaart wordt met de nieuwe schaal weergegeven. Allgemeines Kurzanlei- Zieleingabe Touren Zielspeicher Einstellun- Anhang 19

Reisdoel invoeren 20 Informatie oproepen op de kaart U kunt extra informatie zoals parkeerterreinen en tankstations op de kaart laten weergeven. 1. Open het uitvouwmenu met de OK -toets. 2. Kies Info op kaart. Druk op de OK -toets. Er verschijnt een keuzemenu met de beschikbare informatie. 3. Markeer de informatie die op de kaart moet worden weergegeven. Druk telkens op de OK -toets. De informatie die op de kaart moet worden weergegeven, moeten gekenmerkt zijn met een v-tekentje. 4. Wanneer u alle voor de kaartweergave gewenste informatie hebt gekozen, drukt u op de -toets. OK op de bovenste regel van het menu is gemarkeerd. 5. Druk op de OK -toets. De kaart wordt weergegeven met de gewenste informatie. Routegeleiding starten Wanneer u het reisdoel op de kaart hebt bepaald, kunt u de routegeleiding direct starten. 1. Open het uitvouwmenu met de OK -toets. 2. Kies Start. Druk op de OK -toets. Er verschijnt een menu met de gegevens van het actuele reisdoel. De gesproken mededeling De route wordt berekend is te horen. Vanuit dit menu kunt u de routeopties wijzigen. Lees hiervoor de hoofdstukken Routeopties kiezen en Routegeleiding.

Reisdoel invoeren Reisdoel op kaart opslaan vóór de routegeleiding Wanneer u het reisdoel met het dradenkruis hebt gemarkeerd, kunt u het in het geheugen opslaan om het later opnieuw te gebruiken voor de routegeleiding. 1. Open het uitvouwmenu met de OK -toets. 2. Kies Bewaren. Druk op de OK -toets. De lijst met letters voor het invoeren van de naam van het reisdoel verschijnt. 3. Voer een naam voor het reisdoel in en verlaat de letterlijst door de OK -toets langer dan twee seconden ingedrukt te houden. Het menu Reisdoel opslaan verschijnt. 4. Beweeg de korte naam met de -toetsen naar de gewenste positie in het reisdoelgeheugen. Druk op de OK -toets. Het hoofdmenu verschijnt. Allgemeines Kurzanlei- Zieleingabe Touren Zielspeicher Einstellun- Anhang 21

Reisdoel invoeren 22 Reisdoel uit geheugen In het reisdoelgeheugen kunnen vaak gebruikte reisdoelen worden opgeslagen, van een korte naam worden voorzien en worden opgeroepen voor de routegeleiding. Pluspunt: de laatste twaalf reisdoelen worden door de TravelPilot DX-N automatisch opgeslagen. Reisdoel kiezen uit het geheugen Uitgangspunt: u bevindt zich in het hoofdmenu. Wanneer u zich niet in het hoofdmenu bevindt, komt u via de -toets terug in het hoofdmenu. 1. Kies in het hoofdmenu Reisdoelgeheugen. Druk op de OK -toets. Het menu Reisdoelgeheugen verschijnt. De symbolen op de bovenste symboolbalk betekenen: Geheugen van de laatste twaalf reisdoelen 123 Reisdoelgeheugen gerangschikt volgens eigen voorkeur abc Reisdoelgeheugen alfabetisch gerangschikt Reisdoelgeheugen bewerken (reisdoelen wissen, opslaan en sorteren) 2. Kies het symbool van het gewenste reisdoelgeheugen. Druk op de OK -toets. De beschikbare reisdoelen verschijnen. 3. Kies het gewenste reisdoel. Druk op de OK -toets. Er verschijnt een menu met de gegevens van het actuele reisdoel. De gesproken mededeling De route wordt berekend is te horen. Vanuit dit menu kunt u de routeopties wijzigen. Lees hiervoor de hoofdstukken Routeopties kiezen en Routegeleiding.

Routegeleiding Voor de routegeleiding staan twee soorten weergave tot uw beschikking. U kunt kiezen tussen de routegeleiding met rijsymbolen en de routegeleiding met de kaart. Pluspunt: bij beide soorten routegeleiding krijgt u bovendien door een sympathieke stem instructies voor het afslaan. Nadat u de routegeleiding hebt gestart en de route is berekend, wordt de routegeleiding weergegeven met de als laatste gekozen instellingen. Routegeleiding starten Nadat u het reisdoel hebt ingevoerd, kunt u de routegeleiding starten. 1. Markeer Start op de bovenste regel van het menu. Druk op de OK -toets. Er verschijnt een menu met de gegevens van het ingestelde reisdoel. De gesproken mededeling De route wordt berekend is te horen. Zodra er een deel van de route is berekend, wordt het eerste rijadvies opgesteld en doorgegeven als gesproken mededeling. Afgebroken routegeleiding opnieuw starten Pluspunt: wanneer u de routegeleiding hebt afgebroken, bv. om een langere pauze te houden, kunt u de routegeleiding comfortabel opnieuw starten vanuit het hoofdmenu. U bevindt zich in het hoofdmenu. 1. Markeer Start. Druk op de OK -toets. De route wordt berekend en er verschijnt een menu met de gegevens van het ingestelde reisdoel. Allgemeines Kurzanlei- Zieleingabe Touren Zielspeicher Einstellun- Anhang 23

Routegeleiding 24 Volume van de gesproken mededelingen instellen 1. Om het volume van de gesproken mededelingen voor de rijadviezen in te stellen, drukt u tijdens de routegeleiding op de of de -toets. Er verschijnt een venster voor de instelling van het volume. 2. Stel het volume in met de -toetsen. Druk op de OK -toets. De gesproken mededeling worden weergegeven met het ingestelde volume. Reisdoel- en route-informatie opvragen Nadat de route berekend is, kunt u reisdoel- en route-informatie opvragen. Als reisdoelinformatie worden het volledige adres, de verwachte rijtijd en de afstand tot het reisdoel weergegeven. 1. Houd tijdens de routegeleiding de -toets langer dan twee seconden ingedrukt. Het menu Info verschijnt. 2. Wanneer u tijdens de routegeleiding kort op de -toets drukt, wordt de laatste gesproken mededeling herhaald. Routelijst inzien De routelijst geeft een selectie van de straten weer die op de route zijn gevolgd of nog moeten worden gevolgd. Let op: De routelijst wordt tijdens de rit geactualiseerd. De nog te volgen delen van het traject worden weergegeven. Bij berekening van een lange route met bv. vermijding van snelweggedeelten, kunnen deze niettemin in de routelijst zijn opgenomen. Wanneer de auto deze delen van het traject nadert, worden ze uit de routelijst gewist. 1. Markeer in het menu Info op de bovenste regel van het menu het -symbool. Druk op de OK -toets. De routelijst verschijnt.

Routegeleiding Routegeleiding met optische rijadviezen Tijdens de routegeleiding met optische rijadviezen verschijnen op het display pijlsymbolen die de gesproken rijadviezen grafisch weergeven. Bovendien worden de actuele afstand tot het reisdoel, de resterende rijtijd, de naam van de weg waarop u rijdt en de naam van de weg waarnaar moet worden afgeslagen, weergegeven. Overzicht 1 Pijlsymbool 2 Afstand tot het reisdoel 3 Reistijd of aankomsttijd 4 Naam van de gevolgde weg 5 5 Naam van de weg waarnaar moet worden afgeslagen 6 Afstandsbalk tot de afslag 7 TMC-zendernaam (hier: NDR2) 3 1 6 Symboolweergave activeren 1. Om van de kaartweergave over te schakelen op de symboolweergave drukt u terwijl de kaartweergave actief is op de OK -toets. Aan de linker onderrand van het display wordt een uitvouwmenu geopend. 2 7 4 2. Markeer de optie Pictogram en druk op de OK -toets. De routegeleiding wordt voortgezet met optische rijadviezen. Pluspunt: bij het oproepen van het uitvouwmenu is altijd de laatste functie gemarkeerd. Allgemeines Kurzanlei- Zieleingabe Touren Zielspeicher Einstellun- Anhang 25

Routegeleiding 26 Routegeleiding met kaartweergave Bij de routegeleiding met kaartweergave krijgt u naar keuze een kaart van de omgeving van de positie (actuele positie van de auto) of van de omgeving van het reisdoel te zien. Wanneer de kaart van de eigen positie wordt getoond, kan de oriëntatie van de kaart worden gekozen uit de rijrichting ( Automatisch ) of op het noorden. Bovendien kunt u de kaartweergave met Kruispunt zoom kiezen. Daarbij wordt tijdens de routegeleiding van een kleine schaal, bv. 500 m, bij nadering van een afslag automatisch overgeschakeld op een grotere schaal, bv. 100 m. Na het afslaan wordt de schaal automatisch weer verkleind tot de eerder ingestelde schaal. Bovendien kunt u comfortabel een overzichtskaart oproepen van het gehele traject. In elk van de mogelijke kaartweergaven kunnen verschillende soorten extra informatie worden opgeroepen, zoals rijtijd, te rijden traject, tankstations, parkeerterreinen en bezienswaardigheden. Lees voor de routegeleiding met de kaart het hoofdstuk Beknopte handleiding, Voorbeeld voor routegeleiding met kaartweergave. Kaartweergave activeren 1. Wanneer u de routegeleiding voor het laatst met de symboolweergave hebt gebruikt, kunt u overschakelen op de kaartweergave. Druk tijdens de symboolweergave op de OK -toets. Aan de linker onderrand van het beeld wordt een uitvouwmenu geopend. 2. Markeer Kaart. Druk op de OK -toets. De routegeleiding wordt voortgezet met de kaart.

Routegeleiding Overzicht 1 Pijl voor de rijrichting geeft de positie van de auto en de rijrichting aan. 2 Linker infovenster met resterende reistijd / aankomsttijd, afstand tot het reisdoel en statusaanduiding van de TMC-filefunctie. 3 Rechter infovenster met pijlsymbool en afstandsbalk. 4 De berekende route wordt in de kaartweergave in kleur aangeduid. 5 Naam van de gevolgde weg. 6 Naam van de weg waarnaar moet worden afgeslagen. 7 TMC-zendernaam van de dynamische navigatie. 2 5 4 1 7 6 3 Infokaart kiezen (omgeving reisdoel, overzichtskaart) U hebt de mogelijkheid om een infokaart van de omgeving van het reisdoel of een overzichtskaart met het gehele verloop van de route te laten weergeven. 1. Open het uitvouwmenu met de OK -toets. Kies Instelling. Druk op de OK -toets. Het menu Instelling wordt geopend. 2. Kies Info-kaart. Druk op de -toets. Er wordt een keuzemenu ter bepaling van het soort infokaart geopend. 3. Kies de gewenste infokaart. Druk op de OK -toets. De routegeleiding wordt voortgezet met de gekozen infokaart. Allgemeines Kurzanlei- Zieleingabe Touren Zielspeicher Einstellun- Anhang 27

Routegeleiding 28 Positiekaart kiezen (noord, automatisch, kruispuntzoom) U kunt kiezen tussen drie verschillende soorten weergave van de positiekaart: Kaart georiënteerd op het noorden ( Op noorden ), Kaart georiënteerd in de rijrichting ( Automatisch ) en Kaart georiënteerd in de rijrichting of op het noorden, afhankelijk van de schaal. Bovendien wordt de schaal van de kaart aangepast ( Kruispunt zoom ). Pluspunt: wanneer Kruispunt zoom is ingesteld, wordt de schaal van de kaart voor afslagen automatisch ingesteld op de desbetreffende afstand. 1. Open het uitvouwmenu met de OK -toets. Kies Instelling. Druk op de OK -toets. Het menu Instelling wordt geopend. 2. Kies Kaart positie. Druk op de -toets. Er wordt een keuzemenu ter bepaling van het soort positiekaart geopend. 3. Markeer de gewenste weergavesoort. Druk op de OK -toets. De routegeleiding wordt voortgezet met de gekozen kaart. Schaal van de kaart instellen De schaal waarmee elke kaart wordt weergegeven, kan vrij worden gekozen. De schaal ken worden ingesteld tussen 100 m en 500 km. Dit betekent dat een cm op de kaart kan overeenstemmen met 100 m tot 500 km. 1. Open het uitvouwmenu met de OK -toets. Kies Schaal. Druk op de OK -toets. Het menu Schaal wijzigen wordt geopend. 2. Kies met de -toetsen de gewenste schaal. Druk op de OK -toets. De kaart wordt weergegeven met de nieuwe schaal. Pluspunt: u kunt de schaal in de kaartweergave ook direct met de -toetsen wijzigen.

Routegeleiding Informatie op de kaart U kunt extra informatie zoals parkeerterreinen en tankstations op de kaart laten weergeven. De volgende informatie kan als extra op de kaart worden weergegeven: Expositieruimtes Snelwegafrit Snelwegservice Autoverhuur Station Winkelcentrum Overzet Luchthaven Restaurant Grensovergang Hotel Ziekenhuis Openb. instelling Parkeerplaats Politie Postkantoor Bezienswaardigheid Overige reisdoelen Sportgelegenheden Tankstation Theater/Cultuur Werkplaatsen Pluspunt: voor de weergave van een autowerkplaats kunt u uw automerk kiezen. 1. Open het uitvouwmenu met de OK -toets. Kies Instelling. Druk op de OK -toets. Het menu Instelling verschijnt. 2. Kies het -symbool. Druk op de OK -toets. Er verschijnt een keuzemogelijkheid met de beschikbare soorten informatie. 3. Markeer de informatie die op de kaart moet worden weergegeven. Druk telkens op de OK -toets. De informatie die op de kaart moet worden weergegeven, moeten gekenmerkt zijn met een v-tekentje. Pluspunt: u kunt op de bovenste regel van het menu naar keuze alle informatie tegelijkertijd in-, resp. uitschakelen. Kies hiervoor de gewenste optie. 4. Wanneer u alle voor de kaartweergave gewenste informatie hebt gekozen, drukt u op de -toets. OK op de bovenste regel van het menu is gemarkeerd. Allgemeines Kurzanlei- Zieleingabe Touren Zielspeicher Einstellun- Anhang 29

Routegeleiding 30 5. Druk op de OK -toets. De kaart wordt weergegeven met de gewenste informatie. Reistijd of aankomsttijd en afstand tot het reisdoel op de kaart Als navi-informatie op de kaart zijn de volgende punten beschikbaar: Infovenster links met als inhoud: Reistijd of aankomsttijd, afstand tot het reisdoel en statusaanduiding van de TMC-filefunctie. Infovenster rechts met als inhoud: GPS-status, schaal van de kaart en kompas. Bovendien: TMC-zendernaam (alleen wanneer het apparaat is aangesloten op een TMC-bron). Pijlsymbolen waarmee het rijadvies en de afstand tot de afslag grafisch worden weergegeven. 1. Open het uitvouwmenu met de OK -toets. Kies Instelling. Druk op de OK -toets. Het menu Instelling verschijnt. 2. Kies het -symbool. Druk op de OK -toets. Er verschijnt een keuzemogelijkheid met de beschikbare infovensters. 3. Markeer de infovensters die op de kaart moeten worden weergegeven. Druk op de OK -toets. De infovensters die moeten worden weergegeven, moeten gekenmerkt zijn met een v-tekentje. Pluspunt: u kunt op de bovenste regel van het menu naar keuze alle infovensters in-, resp. uitschakelen. Kies hiervoor de gewenste optie. 4. Wanneer u alle gewenste infovensters hebt gekozen, drukt u op de -toets. OK op de bovenste regel van het menu is gemarkeerd.

Routegeleiding 5. Druk op de OK -toets. De kaart wordt weergegeven met de gewenste infovensters. Reistijd of aankomsttijd kiezen U kunt kiezen of in het linker infovenster de reistijd of de aankomsttijd bij het reisdoel moet worden weergegeven. 1. Open het uitklapmenu met de OK -toets. Markeer Instelling. Druk op de OK -toets. Het menu Instelling verschijnt. 2. Markeer het -symbool. Druk op de OK -toets. Het keuzemenu Klok verschijnt. 3. Kies de menuoptie Tijdinfo. Druk op de OK -toets. Het menu ter instelling van de displayweergave verschijnt. 4. Kies de gewenste weergavesoort door op de -toetsen te drukken. Druk op de OK -toets. De ingestelde weergavesoort wordt naast de menuoptie aangegeven. 5. Om het menu weer te verwijderen drukt u op de -toets. Allgemeines Kurzanlei- Zieleingabe Touren Zielspeicher Einstellun- Anhang 31

Routegeleiding 32 Beeldschermmodus Automatisch/Dag/Nacht/Uit kiezen U kunt het display van de TravelPilot DX-N instellen op automatisch, dag- of nachtbedrijf, of uitschakelen. 1. Open het uitvouwmenu met de OK -toets. Markeer Instelling. Druk op de OK -toets. Het menu Instelling verschijnt. 2. Markeer Beeldscherm. Druk op de OK -toets. Er verschijnt een keuzemenu ter bepaling van de beeldschermmodus. 3. Kies de gewenste modus. Druk op de OK -toets. De modus wordt veranderd. Wanneer u het beeldscherm hebt uitgeschakeld, kunt u het weer inschakelen door op een willekeurige toets te drukken. Pluspunt: wanneer u de instelling Automatisch hebt gekozen, schakelt het beeldscherm over op nachtbedrijf zodra de autoverlichting wordt ingeschakeld (mits het apparaat op de juiste wijze op de verlichting is aangesloten).

Routegeleiding File-omleiding instellen Ongeacht of uw TravelPilot DX-N is aangesloten op een TMC-bron ( TMC-Tunerbox D-Namic of een geschikte Blaupunkt-autoradio), kunt u een omleiding om een file ook met de hand invoeren. Zo kunt u de route in overeenstemming met de verkeerssituatie (bv. werk in uitvoering, geblokkeerde weggedeelten, enz.) op korte termijn veranderen. De TravelPilot DX-N berekent dan een nieuwe route langs de file. Hiervoor moet u de afstand van het begin en het einde van de file tot uw eigen positie weten. Bovendien kunt u gehele wegen in de routelijst blokkeren. File-omleiding activeren 1. Om een file-omleiding in te stellen drukt u tijdens de routegeleiding op de! -toets van de afstandsbediening. Het menu Verkeersopst. wordt geopend. 2. Markeer het -symbool. Druk op de OK -toets. Het menu Verkeersopst. voor het handmatig invoeren van een omleiding wordt geopend. 3. Kies Verkeersopstopping voor u. Druk op de OK -toets. Er verschijnt een menu voor het invoeren van het begin en einde van de file. 4. Markeer de onderste getalswaarde. Deze bepaalt de afstand van het begin van de file tot de positie van de auto. Zet de pijl met de -toetsen van de afstandsbediening op de afstand van het begin van de file tot de auto. De te kiezen afstanden zijn afhankelijk van het verloop van de route van de navigatie. 5. Markeer de bovenste getalswaarde Deze bepaalt de afstand van het einde van de file tot de positie van de auto. Stel met de -toetsen de afstand van het einde van de file in. 6. Markeer Start. Druk op de OK -toets. De routegeleiding wordt weergegeven, de gesproken mededeling De route wordt berekend is te horen. Allgemeines Kurzanlei- Zieleingabe Touren Zielspeicher Einstellun- Anhang 33

Routegeleiding 34 File-omleiding opheffen 1. Wanneer de file is opgelost, kunt u de file-omleiding weer opheffen. Markeer in het menu Verkeersopst. voor het handmatig invoeren de optie Verkeersopstopping opheffen. Druk op de OK -toets. De routegeleiding wordt weergegeven, de gesproken mededeling De route wordt berekend is te horen. Wegen resp. weggedeelten in de routelijst blokkeren 1. U hebt de mogelijkheid, wegen in de routelijst te blokkeren. Markeer in het menu Verkeersopst. voor het handmatig invoeren de optie Blokkeer in routelijst. Druk op de OK -toets. De routelijst verschijnt. 2. Markeer de eerste straat in de routelijst die moet worden geblokkeerd. Druk op de OK -toets. De straat wordt gemarkeerd als geblokkeerd met het -symbool. Wanneer er slechts één straat moet worden geblokkeerd, markeert u geen volgende straten, maar drukt u opnieuw op de OK -toets. Wanneer er verschillende straten geblokkeerd moeten worden, zet u de keuzemarkering op de laatste straat. Druk op de OK -toets. De routegeleiding wordt weergegeven, de gesproken mededeling De route wordt berekend is te horen. Pluspunt: u kunt bij lange wegen ook losse gedeelten blokkeren, bv. tussen twee kruispunten. Wegen die gedeeltelijk kunnen worden geblokkeerd, zijn in het menu Blokkeer in routelijst gekenmerkt met een pijl naar rechts. 3. Om weggedeelten te blokkeren markeert u de te blokkeren weg. Druk op de -toets. De weggedeelten worden weergegeven. 4. Ga om de weggedeelten te blokkeren te werk zoals hierboven beschreven.

Routegeleiding Blokkering in de routelijst opheffen 1. Wanneer de file is opgelost, kunt u de blokkering van de wegen in de routelijst weer opheffen. Markeer hiervoor Blokkering opheffen in het menu Verkeersopst.. Druk op de OK -toets. De routegeleiding wordt weergegeven, de gesproken mededeling De route wordt berekend is te horen. Allgemeines Kurzanlei- Zieleingabe Touren Zielspeicher Einstellun- Anhang 35

Dynamische routegeleiding met TMC 36 De TMC-functie van de TravelPilot DX-N maakt dynamische routegeleiding langs de file mogelijk (momenteel alleen mogelijk in Duitsland). Hiervoor evalueert de Travel- Pilot DX-N inkomende TMC-verkeersberichten, past de routeplanning aan aan de actuele verkeerssituatie en geeft berichten symbolisch weer op de kaart. Pluspunt: de TravelPilot DX-N berekent een naar reisduur geoptimaliseerde route. Dat wil zeggen dat wanneer een omleiding rond de file een te grote omweg zou inhouden, de TravelPilot DX-N u onder bepaalde omstandigheden via de weg met de file zal leiden. Dit hangt af van de lengte en het soort van de gemelde files en de lengte van de mogelijke omleiding. Voorwaarde voor dynamisering is dat de TravelPilot DX-N is aangesloten op een TMC-ontvangstapparaat. Als TMC-ontvangstapparaten zijn de voor de TravelPilot DX-N ontwikkelde TMC- Tunerbox D-Namic beschikbaar, alsmede enkele Blaupunkt-autoradio s. Welke Blaupunkt-autoradio s geschikt zijn voor aansluiting op de TravelPilot DX-N, kunt u navragen bij uw geautoriseerde Blaupunkt-vakhandel of bij de Blaupunkt-hotline (het nummer van de hotline vindt u op de laatste pagina van deze handleiding). Pluspunt: wanneer u geen TMC-Tunerbox D-Namic en geen geschikte Blaupunkt-autoradio bezit, kunt u een omleiding om een file ook met de hand instellen. Lees hiervoor het hoofdstuk Routegeleiding, File-omleiding instellen. TMC in-/uitschakelen De TMC-functie wordt in- resp. uitgeschakeld in het menu routeopties. Lees hiervoor het hoofdstuk Routeopties kiezen. Let op: Wanneer de TMC-functie wordt ingeschakeld, worden automatisch in het menu de opties Snelle weg, Autosnelweg, Overzet en Tol gekozen. Zodra u een optie uitschakelt, wordt ook de TMC-functie uitgeschakeld.

Dynamische routegeleiding met TMC TMC-zender kiezen met de TMC-Tunerbox D-Namic De TMC-Tunerbox D-Namic zoekt op de achtergrond automatisch de frequentieband af naar ontvangbare TMC-zenders. De ontvangbare TMC-zenders worden geordend in een zenderlijst en continu geactualiseerd. U hebt de mogelijkheid om uit deze zenderlijst een TMC-zender te kiezen. 1. Druk op de! -toets van de afstandsbediening. Het menu Verkeersopst. word geopend. 2. Kies TMC-zenderlijst. Druk op de OK -toets. De TMC-zenderlijst verschijnt. Let op: Wanneer er geen TMC-zenders beschikbaar zijn, is een signaaltoon te horen. 3. Kies de door u gewenste TMC-zender. Druk op de OK -toets. Het menu Verkeersopst. verschijnt. De actueel gekozen TMC-zender wordt naast de menuoptie aangegeven. Pluspunt: bij gebruik met de TMC-Tunerbox D-Namic wordt de door u gekozen TMC-zender (gewenste zender) automatisch als voorkeurzender ingesteld. Dat houdt in dat deze zender ook na het verlaten van het uitzendgebied van uw voorkeurzender (andere TMC-zender wordt automatisch ingesteld) en wanneer u het later weer betreedt, weer met voorrang wordt ontvangen, ook wanneer er andere TMC-zenders beschikbaar zijn. Deze intelligente omschakeling leidt ertoe dat de zenderweergave ook in het uitzendgebied vaak kan wisselen. Hierdoor wordt gegarandeerd dat u alle verkeersinformatie ontvangt die door de ontvangbare TMC-zenders worden uitgezonden. Allgemeines Kurzanlei- Zieleingabe Touren Zielspeicher Einstellun- Anhang 37

Dynamische routegeleiding met TMC 38 TMC-zender kiezen met de autoradio De verkeersinformatie wordt aan de TravelPilot DX-N doorgegeven door een autoradio met TMC-functie. 1. Druk op de! -toets van de afstandsbediening. Het menu Verkeersopst. wordt geopend. 2. Kies TMC-zoekdoorloop. Druk op de OK -toets. De TMC-zoekdoorloop in de autoradio wordt gestart. De zoekdoorloop stopt bij de eerste ontvangbare TMC-zender en de zendernaam wordt weergegeven naast de menuoptie. 3. Wanneer u een andere zender wilt instellen, start u de TMC-zoekdoorloop opnieuw. Let op: Wanneer tijdens de routegeleiding op de autoradio een zender ingesteld die geen TMC-gegevens doorgeeft of het ontvangstgebied van de TMC-zenders wordt verlaten, verschijnen op het display streepjes in plaats van de zendernaam. Er wordt dan geen verkeersinformatie ontvangen. Wanneer u verkeersinformatie wilt ontvangen, moet de TMC-zoekdoorloop opnieuw worden gestart met de TravelPilot DX-N.