informatie Memo Geachte leden van de Raad

Vergelijkbare documenten
Zomerbedverlaging Beneden-IJssel. Kampen

Ruimte voor de Rivier Scheller en Oldeneler Buitenwaarden

Doel van de informatiebijeenkomst

Witteveen+Bos, RW /torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning

Bouwwegen beslisnotitie bouwweg in nabijheid Veessen

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad,

1 ADVIESNOTA ZOMERBEDVERLAGING BENEDEN-IJSSEL

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Nr Houten, 10 mei 2011

Informatie Regionaal Bedrijventerrein Twente

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

Reactienota zienswijzen. Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord mei 2017

Ruimte voor de Rivier IJsseldelta Presentatie 15 april 2013 Klankbordgroep

Gedeputeerde Staten kiezen voor voorkeursalternatief Bundeling Noord

Gemeente Boekel AB/ Z/

Informatieavond IJsseluiterwaarden Olst

Oplegnotitie quick scan Spoorbrugtracé

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 22 juni 2016

Reactie Katwijk op Nota voorkeursmaatregelen R-net buscorridor Leiden-Katwijk-Noordwijk.

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 3 augustus 2016

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Culemborg aan de Lek

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/65

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 6 augustus 2015

Raadsinformatiebrief 1

Bijlage 1 Overzicht besluitvorming Zuiderzeelijn

Nota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan De Eng II Zuidzijde

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/005277/9726 Agendapunt 5

Gedurende het project wordt dit document regelmatig herzien. Dit op basis van de laatste inzichten en vragen die aan de gemeente zijn gesteld.

COMMISSIEVOORSTEL Opiniërend BIJ ZAAKNUMMER: AST/2016/016030

Ruimte voor de Rivier

CONCEPT t.b.v. ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan

* * Omgevingsvergunning * * Aanvraagnummer (OLO) :

TITEL Ontwerpverklaring van geen bedenkingen voor bouw woningen aan de Stavestraat en de Valkestraat

Gewijzigde vaststelling '4e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Plattelandswoningen'.

Startnotitie procedure bestemmingsplan Brediusgronden

O N T W E R P O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 16 oktober 2015

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

Routeboek functieverandering Bijlage bij structuurvisie Functieverandering NL.IMRO.0233.SVfunctiever-0401 Gemeente Ermelo ( )

Voorstelnummer: Houten, 13 mei 2014

: Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan "Katwijk aan den Rijn 2012

Reactienota zienswijze ontwerpbestemmingsplan Giethoorn, Kanaaldijk 3 Baars, Baarsweg 19a

Nota zienswijzen Bestemmingsplan Stuif zand, deelplan uitbreiding woningbouw 2011

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. Onderwerp Mededeling Voortgangsrapportage Verbetering doorstroming N307 Roggebot - Kampen

Voortgang Tennishal Rapiditas

Raadsinformatiebrief Nr. :

Tweede Kamer der Staten-Generaal

GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD. Datum : 30 mei Voorstel van : college van burgemeester en wethouders

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

Raadsvoorstel CONCEPT T.B.V. TERINZAGELEGGING

Plattelandswoning Middenweg 87 en 91 Bestemmingsplan Plattelandswoning Middenweg 87 en 91

Raadsvergadering. 8 maart

Bypass IJsseldelta

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Raadsvoorstel agendapunt

Saskia Jansma van 8

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

Raadsvoorstel vaststellen bestemmingsplan 'De Utrecht' Datum voorstel: 4 februari 2014 Vergaderdatum: 25 februari 2014 Registratienr.

Naar een bereikbaar en leefbaar Stompwijk. Weergave inloopbijeenkomst 18 mei 2015

Bestuursovereenkomst Planstudie IJsseldelta - Zuid

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel

Scan nummer 2 van 2 - Scanpagina 1 van 5

1 Verslag 2 effectbepaling Rivierkundige effecten Via15 Depots Scherpekamp

GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD. Datum : 6 november Voorstel van : college van burgemeester en wethouders

Op onderstaande luchtfoto is de locatie aangeduid met een rode omcirkeling.

1 e Wijziging Legmeerpolder, Omzetting bedrijfswoningen naar burgerwoningen (Voorontwerp)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

werkzaamheden en/of het daarbij veranderende gebruik van panden en/of percelen,

Raadsvergadering d.d. 13 september 2011 agendapunt 15. Aan: De Gemeenteraad. Vries, 21 juni 2011

Onderwerp: Beslispunten: Samenvatting van het voorstel:

Reactienota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Klaver 6a

Ruimte voor rivier en bever in De Schellen, deel II

Ontwerp omgevingsvergunning

Nakoming gemaakte afspraken project 'Ruimte voor de Waal - Nijmegen'

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.1. Onderwerp: keuze tussen twee locaties voor een brandstofverkooppunt te Fijnaart.

behorende bij het voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van bestemmingsplan Anklaarseweg 35 en 37

Landschappelijk advies Sanering en nieuwbouw in buitengebied Gebroeders Maas Holding B.V. Hillegom

PROVINCIE. Mededeling FLEVOLAND. Onderwerp Mededeling Voortgangsrapportage Verbetering doorstroming N307 Roggebot - Kampen

De heer F. van der Lee Norbertusplein EE Vlijmen. Geachte heer Van der Lee,

Memo. aan. Leden van de gemeenteraad Gouda Voorkeursalternatief IJsseldijk. van. Wendy Ruwhof. memo

: beslissing op bezwaarschrift afwijzing verzoek inpassingsplan Lage Weide, gemeente Utrecht. Besluit pag. 4. Toelichting pag. 5

Rivierverruiming Uiterwaarden Neder-Rijn

Belanghebbenden Grote Bleek. Project Samen mee naar de A-twee? 28 augustus 2014

Nota van Inspraak Voorontwerp bestemmingsplan Hoek Graaf van Egmondstraat/Pad van Jongejan

Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam.

Pagina 1 van 6 Versie Nr. 1 Registratienr.: Z/14/005105/9510. Afdeling: Beleid Ruimte Leiderdorp, 25 augustus 2014 Onderwerp: herontwikkeling

Joure, 25 april 2014 Ons kenmerk : OV / Verzonden: Uw kenmerk : In behandeling bij : de heer R. Kluiwstra Bijlage(n) : 0

In de samenwerkingsovereenkomst (SOK) wordt de bestuurlijke voorkeur voor het Heemskerkalternatief uitgesproken.

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Aalst, Prins Hendrikstraat naast 3

RAADSVOORSTEL. Bestemmingsplan Buitengebied Zuidwest Een nieuw planologisch kader bieden voor het zuidwestelijk buitengebied van Zeist.

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

Raadsvoorstel 2016./ ontwerp t.b.v. terinzagelegging

M- C ^ y* ) iieywegein. y*^-% Roytingformylier. Middelen/ dekking Akkoord concei Akkoord leidinggevende. Nummer: 2010/73G4

NOTA VAN OVERWEGINGEN bestemmingsplan Dr. de Voslaan nabij nrs. 4, 6 en 8

Zienswijzennotitie omgevingsvergunning Slotselaan 11a Rossum (OV0018)

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Ruimtelijke onderbouwing

26 november 2013 afgeven 'verklaring van geen bedenking' omgevingsvergunning nieuwbouw tankstation De Buunderkamp aan de A12

Nota zienswijzen. Bestemmingsplan Park Beelland te Heesch

2017/53151 gemeente Zaanstad Burgemeester & Wethouders

Transcriptie:

Memo Aan de Raad Van wethouder H.J. Dannenberg Onderwerp Beantwoording van de vragen gesteld tijdens Raadsplein van 23 mei 2011 betreffende Bestemmingsplan Scheller en Oldeneler Buitenwaarden Wethouder Stad en Landschap Telefoon (038) 498 22 26 Fax (038) 498 20 41 Geachte leden van de Raad In de vergadering van 23 mei jl. is door enkele fracties opgemerkt dat de raad onvoldoende is meegenomen in het proces dat heeft geleid tot het ontwerp Bestemmingsplan Scheller en Oldeneler Buitenwaarden. Dat kon ook worden afgeleid uit de vele vragen die zijn gesteld. Ik heb toen toegezegd deze en eventueel nakomende vragen schriftelijk te zullen beantwoorden, zodat deze kan worden betrokken in uw besluitvorming, die staat geagendeerd voor 20 juni a.s. Dit memo dient daartoe. Het memo wordt aangevuld met een korte overzichtstabel van de verschillende ontsluitingsvarianten waarvan in de beantwoording sprake is (inclusief de door u gevraagde visualisaties). Ook is een samenvatting toegevoegd van het proces dat heeft geleid tot de gekozen ontsluiting. In aanvulling hierop heeft de realisator van het project, Waterschap Groot Salland, aangeboden alle te verschaffen waar u mogelijk nog behoefte aan heeft. Hiervoor kunt u telefonisch of per e-mail contact opnemen met Charlotte van der Gun, cgun@wgs.nl, telefoon 038 4556700. Medewerkers uit de projectorganisatie kunnen desgewenst ook persoonlijk in het veld, in het Stadhuis of tijdens een fractievergadering uw vragen beantwoorden. Samenvatting proces De gemeente Zwolle was in de periode 2006-2008 initiatiefnemer voor de planstudie Uiterwaardvergraving Scheller en Oldeneler Buitenwaarden. In 2008 verzenden B&W het SNIP 3 advies (projectontwerp) aan de Staatssecretaris en informeren de Raad hierover. Begin 2009 wordt de realisatieovereenkomst ondertekend. Waterschap Groot Salland wordt realisator en krijgt opdracht om het project uit te voeren. Wat nu voorligt in het bestemmingsplan is gelijk aan het door de gemeente in 2008 vastgestelde plan (inclusief de ontsluiting van Groten via de zuidelijke oeverwal). Het Waterschap werkt sinds 2009 aan de voorbereiding van de uitvoering. Op verzoek van Groten wordt in 2009 de discussie over de ontsluiting heropend en worden enkele mogelijke alternatieve varianten verkend. Er wordt geen overeenstemming bereikt over een alternatief, omdat Groten alle door de realisator aangeboden compromissen afwijst en vasthoudt aan de veel duurdere oplossing, die in de planfase al is afgevallen. De stuurgroep besluit

daarom het planontwerp niet te wijzigen. In 2009 en 2010 worden het voorontwerp en ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd. Op 22 maart 2011 laat Groten zijn eisen m.b.t. de hoogte en de locatie van de brug los. Hierdoor komt een geheel nieuwe optie aan bod, die door de eerst afwijzende houding van Groten niet eerder is onderzocht. Groten herziet zijn mening na de periode waarin zienswijzen over het Bestemmingsplan konden worden ingediend. Desondanks kijken de betrokken organisaties (provincie, gemeente, rijk en waterschap) of en zo ja hoe kan worden nagegaan of de door Groten aangegeven optie haalbaar is. De nu aan de raad voorgestelde procedure geeft ruimte aan dit onderzoek, zonder de planning van de uitvoering van het project (en dat van Westenholte) te vertragen. Beantwoording van de gestelde vragen Voor de overzichtelijkheid worden de gestelde vragen geclusterd beantwoord. Daarbij zijn steeds de vragen vermeld waarop de antwoorden betrekking hebben en de naam van de vragensteller. De volgende clusters komen aan bod: A. NOODZAAK VAN DE PLANNEN B. NATUUR EN LANDSCHAP C. VERKEER D. SCHELLERDIJK 2-4 (verplaatsing huidige woningen en herbestemming) E. SCHELLERDIJK 6 (verplaatsing agrarisch bedrijf) F. SCHELLERDIJK 12 (ontsluitingsweg) G. PROCES H. GEVOLGEN VOOR BESTEMMINGSPLAN I. VERVOLG Tenslotte gelieve u nog aan te treffen: Bijlage 1: Chronologisch overzicht besluitvorming Scheller en Oldeneler Buitenwaarden Bijlage 2: Tabel en visualisatie van alle ontsluitingsvarianten sinds 9 oktober 2008 (na SNIP3-beslissing) 2/

A. NOODZAAK VAN DE PLANNEN Er worden rond Zwolle diverse Ruimte voor de Rivierprojecten uitgevoerd. Deze dienen de veiligheid ten tijde van hoge afvoeren van de IJssel. 1. Dhr. M.A.R. van Harten (GroenLinks): De heer van Swaaij stelt dat de zomerbedverlaging tussen Zwolle en Kampen een verlaging van de maatgevende hoogwaterstand geeft met 40 cm en de vervanging van de spoorbrug met 9 centimeter. De enorme ingreep van de uiterwaardvergraving heeft een kleiner effect. Is de noodzaak van deze plannen inderdaad zo relatief als dhr. van Swaaij aangeeft? 2. Wat is de relatie van de maatgevende hoogwaterstanddoelen in de Scheller en Oldener Buitenwaarden en de effecten die behaald worden met de vervanging van de spoorbrug en de zomerbedverlaging? Ruimte voor de Rivier bestaat uit een pakket van maatregelen die samen zorgen voor de noodzakelijke waterstandsdaling. De effecten die met elke maatregel moeten worden bereikt (de taakstelling), staan in de Planologische Kernbeslissing. Voor de Scheller en Oldeneler Buitenwaarden is de taakstelling 8 cm. Daarbij is reeds rekening gehouden met het effect van de vervanging van de spoorbrug. B. NATUUR EN LANDSCHAP 3. Mevr. D.G. Rots (ChristenUnie): Waarom is het de bedoeling om het nieuwe landschap alleen maar weids en kaal te houden, kan er niet enige begroeiing ontstaan? Om de veiligheidsdoelstelling te halen moet de begroeiing minimaal worden gehouden. Op enkele plaatsen waar begroeiing de waterafvoer niet of nauwelijks belemmert, voorziet het plan in ruigere vegetatie en bebossing. Hiermee wordt voldaan aan de Flora & Faunawet en de Natuurbeschermingswet. 4. Dhr. H. Borrel (Swollwacht): In het plan wordt een houtsingel verwijderd terwijl deze zeer waardevol is voor allerlei diersoorten maar ook landschappelijk. Kan dat zomaar? De houtsingel moet worden verwijderd om hydraulische (rivierkundige) redenen. Opgaande begroeiing zorgt er voor dat het water opstuwt waardoor de afvoercapaciteit afneemt. Op andere plaatsen binnen het project is ruigere vegetatie wel acceptabel omdat ze minder belemmerend werken in de afvoer. 5. Dhr. M.T.J. van Gurp (CDA): Kunnen de knotwilgen in het gebied blijven staan of worden gespaard, zoals dat ook in Westenholte is gebeurd voor de steenuil? De knotwilgen in Westenholte worden verplaatst van uit een compensatienoodzaak omdat leefgebied van de Steenuil hier verloren gaat. Een zeer kostbare operatie. 3/

Onderzoek wijst uit dat er geen Steenuilen zitten in de Scheller en Oldeneler Buitenwaarden, zodat verplaatsing hier niet nodig is. 6. Dhr. M.T.J. van Gurp (CDA): Wat weegt er nu zwaarder bij de boordeling van de alternatieven: de weidevogels of de diverse andere vogels in het gebied? Voor de beoordeling van de alternatieven wordt geen onderscheid gemaakt tussen weidevogels of andere vogels in het gebied. In alle gevallen wordt gekeken naar de doelstellingen van het project en de verplichtingen van uit de wetgeving. Deze wettelijke verplichtingen kunnen verschillend zijn per alternatief. C. VERKEER 7. Mevr. D.G. Rots (ChristenUnie): Hoe zit het met de infrastructuur rond Schellerdijk 10? Kunnen de suggesties om de veiligheid te verbeteren worden meegenomen bij de uitvoering van het plan? De aanpassing van infrastructuur om gevaarlijke situaties te verminderen is geen onderdeel van deze maatregel. 8. Mevr. D.G. Rots (ChristenUnie): Hoe gaat het college om met het gevaar van een rondweg tegen over beide ontsluitingsroutes, waar de Buurtvereniging zijn zorg over uitsprak? In het voorliggende plan ontstaat geen gevaar van een rondweg. In het onderzoek naar het alternatief zal ook aandacht worden besteed aan het mogelijke gevaar van een rondweg. D. SCHELLERDIJK 2 4 (verplaatsing huidige woningen en herbestemming) De bewoners van Schellerdijk 2 en 4 hebben besloten te verhuizen naar nieuw te bouwen woningen. Daardoor komen hun huidige huizen leeg te staan. De woningen worden als herinnering aan bewoning van de uiterwaarden behouden. Herbestemming huidige woningen 9. Dhr. H. Borrel (Swollwacht): Waarom worden er twee huizen (Schellerdijk 2 4) uit 1250 afgebroken tot een ruïne? Van de cultuurhistorische waarden blijft zo niets over. 10. Dhr. M.A.R. van Harten (GroenLinks): Hoe zit het met de cultuurhistorische waarden van Schellerdijk 2 en 4? 11. Mevr. D.G. Rots (ChristenUnie) Is het mogelijk om de twee woningen (13e eeuw) te behouden en te laten gebruiken door kunstenaars als bijvoorbeeld atelierruimte? De woningen op zich hebben weinig cultuurhistorische waarde. Ze zijn in de vorige eeuw gebouwd op de plaats waar in de middeleeuwen een steenbakkerij stond. Er 4/

wordt op deze plaats niet gegraven, dus de archeologische waarden blijven behouden. Om rivierkundige redenen is het niet nodig de woningen te slopen. Er is daarom gekozen ze te laten staan, als herinnering aan de manier waarop eeuwenlang in de uiterwaarden is gewoond. Bouwdelen zoals het dak en de ramen worden verwijderd, om gevaarlijke situaties te voorkomen. De ruïnes worden geschikt gemaakt als uitkijkpunt voor wandelaars. Gebruik van de woningen als bijvoorbeeld atelierruimte is zonder dure voorzieningen zoals een ontsluitingsweg is niet mogelijk. Verplaatsing De bewoners van Schellerdijk 2 4 bouwen nieuwe huizen zo dicht mogelijk bij de woningen die ze verlaten. Hiervoor worden in een uitstulping van de dijk twee bestaande terpen vergroot. 12. Dhr. H. Borrel (Swollwacht): Is er gekeken naar het hydraulische effect van het ophogen van 7 hectare voor de terp? 13. Dhr. M.A.R. van Harten (GroenLinks) Is de ophoging van de terpen voor de nieuwbouw van de woningen Schellerdijk 2 4 niet contraproductief uit het oogpunt van MHW verlaging? Er wordt 20.000 kuub grond verplaatst voor ophoging van de terp, is dit niet in strijd met de doelstelling van Ruimte voor de Rivier? Er wordt niet 7 hectare opgehoogd, maar een gebied van ongeveer 1,0 hectare dat ligt tussen twee bestaande terpen waardoor 1 terp ontstaat. Deze aanvullingen en ophogingen hebben een verwaarloosbaar effect op de afvoercapaciteit van de rivier, omdat de terp in een stroomluw deel van het rivierbed ligt. 14. Mevr. D.G. Rots (ChristenUnie) Waarom wordt de terp van de nieuwe woningen tussen Schellerdijk 6 en 8 hoger dan de aanwezige terpen?. Dhr. M.A.R. van Harten (GroenLinks) Hoe zijn de belangen van Schellerdijk 8 en 10 geborgd in relatie tot de nieuwbouw Schellerdijk 2 4? De verplaatsing van de families Sluiter is vrijwillig. De locatie, omvang en hoogte van de terp is resultaat van de onderhandeling over de vrijwillige verplaatsing. Met de bewoners Schellerdijk 8 en 10 is tijdens dit proces overleg gevoerd over de vormgeving van hun terp. Er is ook gesproken over de plaats van de nieuw te bouwen woningen zodat het zicht op de uiterwaard zo veel mogelijk behouden blijft. Dit is geborgd in het bestemmingsplan. Daarnaast is met de bewoners doorgesproken hoe de waterveiligheid van de bestaande terp kan worden verbeterd door ophogingen. E. SCHELLERDIJK 6 (verplaatsing agrarisch bedrijf) De heer Westemeijer verplaatst zijn bedrijf van Schellerdijk 6 naar de Kleine Veerweg. 16. Dhr. M.A.R. van Harten (GroenLinks): Graag een visualisatie van de verplaatsing van het agrarisch bedrijf Schellerdijk 6 naar de Kleine Veerweg. Wat gaat er gebeuren in relatie tot de vraagtekens die de heer Bredenhof plaatst, namelijk: 5/

"Westemeijer bouwt alleen woning aan kleine veerweg.." en ".heeft ander bedrijf in Zwolle gekocht...". 17. Dhr. J.E. Brink (D66): Graag meer duidelijkheid over de verplaatsing van het agrarisch bedrijf Schellerdijk 6. Wat is er opgenomen in de regeling met Westemeijer? Wat is er opgenomen in het bestemmingsplan over het perceel van Westemeijer. Is er een koppeling aan de verplaatsing, of is er een autonoom recht? In het bestemmingsplan is aan de Kleine Veerweg een bouwblok opgenomen voor een agrarisch bedrijf met een bijbehorende bedrijfswoning. Dit is bedoeld voor de verplaatsing van het bedrijf van de heer Westemeijer. Het is uitgesloten dat op deze locatie alleen een woning wordt gebouwd zonder bedrijfsgebouwen (dit is vastgelegd in het bestemmingsplan). De heer Westemeijer is met de aanvraag van een omgevingsvergunning gestart, maar een visualisatie is nog niet beschikbaar. F. SCHELLERDIJK 12 (ontsluitingsweg) De heer Groten heeft besloten in de uiterwaarden te blijven wonen. Blijvende bewoning 18. Mevr. D.G. Rots (ChristenUnie): Heeft het College overwogen om nogmaals de keuze van vrijwillige verhuizing voor te leggen aan de heer Groten en eventueel over te gaan op onteigening, zodat de brug helemaal niet meer nodig is? 19. Dhr. M.A.R. van Harten (GroenLinks): Is er met Groten (doordringend) gesproken over het verplaatsen van zijn woning? Mede gezien de ongelukkige ligging en de constructies die nodig zijn om de woning te handhaven. 20. Dhr. D. Slijkhuis (PvdA): Is er bij de start van het proces serieus gekeken naar verplaatsing van de woning Schellerdijk 12? Zo ja, waarom is hier dan niet voor gekozen? Nu is er een geweldige ingreep nodig om de woning te behouden. Bij de start en gedurende het planvormingsproces hebben bestuurders en vertegenwoordigers van gemeente, provincie, waterschap en de programmadirectie Ruimte voor de Rivier zeer frequent individuele gesprekken gevoerd met de heer Groten. Daarbij heeft hij steeds aangegeven dat hij wel wil verhuizen in de uiterwaard, maar niet naar de dijk. Deze optie is niet mogelijk vanuit de veiligheidsdoelstelling. Onteigening van de woning is niet noodzakelijk voor de uitvoering van de maatregel en daarom niet mogelijk. Ontsluiting De huidige ontsluiting van Schellerdijk 12 is een belemmering voor de uiterwaardvergraving en moet daarom verdwijnen. Om zo veel mogelijk tegemoet te komen aan de wensen van de heer Groten zijn verschillende alternatieve ontsluitingen bekeken (zie bijlage 2). Deze voldeden alle niet aan de wensen van de heer Groten. Na de ter inzage termijn van het ontwerp bestemmingsplan, heeft de heer Groten een aantal randvoorwaarden laten vallen, waardoor een nieuwe vijfde variant voor hem in beeld kwam. 6/

In bestemmingsplan vastgelegde variant 21. Mevr. D.G. Rots (ChristenUnie): Wat is de reden dat de palen van de huidige hoogwaterloopbrug van de heer Groten weg moeten? De loopbrug is al jaren niet meer in gebruik en een veilig gebruik kan niet worden gegarandeerd. Bovendien liggen veel van de palen in het tracé van de nieuw te graven geul. De heer Groten krijgt een gemotoriseerd vaartuig ter vervanging van de loopbrug. 22. Mevr. D.G. Rots (ChristenUnie): Ondanks de maatregelen en de brug, is toch nog een motorvoertuig voor Groten nodig. De motorboot is voor de hoogwatersituaties boven 3.00 m +NAP. Ook in de huidige situatie gebruikt de heer Groten een boot onder deze omstandigheden. 23. Dhr. M.T.J. van Gurp (CDA): Bewoners moeten volgens de uitgangspunten voor en na uitvoering van de plannen een vergelijkbare situatie krijgen. Hoe kan het dan dat er sprake is van omrijafstanden? Wat wordt er gedaan aan de omrijafstanden voor de bewoners van Schellerdijk 12 wanneer het komt tot de voorgestelde ontsluiting? Wat betekent de opmerking dat de situatie van Groten gelijkwaardig blijft? De afstand tot zijn woning verdubbelt. Dit is niet gelijkwaardig. Het algemene uitgangspunt in de toelichting van de Planologische Kernbeslissing (pag. 95) is dat de bereikbaarheid van woningen en bedrijven wordt gehandhaafd. Specifiek voor deze maatregel wordt in de toelichting (pag. 65) gesteld dat de woningen en opstallen in het gebied bereikbaar blijven. Over de mate waarin de bereikbaarheid moet worden gehandhaafd of gegarandeerd doet de toelichting geen uitspraken. Het is de bedoeling van de globaal geformuleerde PKB dat dit wordt geconcretiseerd in het voor de maatregel vast te stellen bestemmingsplan. De bedoelde bereikbaarheid is in het hele proces vertaald in het aantal dagen per jaar dat de woning Schellerdijk 12 niet over de weg kan worden bereikt. Indien overigens mocht blijken dat de heer Groten door de nieuwe ontsluiting in een nadeliger positie komt te verkeren waardoor hij meent schade te lijden kan hij een verzoek om planschadevergoeding bij het Rijk indienen. Alternatieve ontsluiting 24. Dhr. M.A.R. van Harten (GroenLinks): Waarom is er eerst geen onderzoek gedaan naar een alternatieve ontsluiting voor Schellerdijk 12, en bestaat die bereidheid er nu kennelijk wel? 25. Dhr. J.E. Brink (D66): Waarom is er nu wel ruimte om een alternatieve ontsluiting voor Schellerdijk 12 te overwegen en is die eerder in het proces er kennelijk niet geweest? Waarom is de alternatieve brug niet eerder als optie herkend nu het niet meer past in de procedure? 26. Dhr. D. Slijkhuis (PvdA): Vreemd dat er kennelijk pas op het laatste moment aan een alternatievenonderzoek is gedaan voor de ontsluiting van Schellerdijk 12. Hoe 7/

serieus is dit alternatief als er gezegd wordt dat de planning van het project geen ruimte biedt voor het onderzoek. Het moet wel een reëel alternatief zijn anders zijn we bezig om betrokkene een worst voor te houden en dat is niet de bedoeling. 27. Mevr. D.G. Rots (ChristenUnie): Welke alternatieven worden er precies onderzocht? Zitten in het onderzoek waarover gesproken wordt wel rivierkundige berekeningen? Wat voegt het voorgestelde onderzoek toe aan de memo van 4 oktober? 28. Dhr. H. Borrel (Swollwacht): Waarom ontbreken de rivierkundige berekeningen die ten grondslag liggen aan de keuze voor de ontsluiting van Schellerdijk 12? Zijn de rivierkundige berekeningen voor de alternatieve brug gemaakt? Waarom zijn de rivierkundige berekeningen van de brug niet aan Groten overhandigd? 29. Dhr. M.A.R. van Harten (GroenLinks): Geef duidelijkheid over de berekeningen voor de brug voor het alternatief. Is er sprake van een TEFAL redenering? 30. Dhr. M.T.J. van Gurp (CDA): Iedereen lijkt het erover eens te zijn dat de haakse ontsluiting naar de dijk beter is. Maar waarom dit alternatief niet kan is niet duidelijk. Rivierkundig wordt niet aangetoond dat het niet zou kunnen. Bewoners worden met een kluitje in het riet gestuurd. Dit bevordert het vertrouwen burgeroverheid niet. Toezeggingen aan bewoners moeten ook gestalte krijgen. 31. Dhr. J.E. Brink (D66): Wat zijn de nadelen van de korte variant voor de brug haaks op de dijk? Er zijn gedurende het planvormingsproces verschillende mogelijkheden onderzocht om Schellerdijk 12 te ontsluiten. Bijlage 2 geeft hier een overzicht van met visualisaties van de varianten. In de planstudie door de gemeente Zwolle (2006 2008) werd variant 1 ontwikkeld, die in het bestemmingsplan is opgenomen. De ontsluiting loopt zuidelijk, over de oeverwal parallel aan de overlaat richting Kleine Veerweg. De brug heeft een hoogte van 3.00 m + NAP en is geschikt voor personenautoverkeer en fietsers. De hoogte van de brug (en daarmee het aantal dagen per jaar dat de woning alleen via het water bereikbaar is) is vergelijkbaar met de huidige situatie. Deze variant is rivierkundig doorgerekend. De uitkomsten zijn opgenomen in de bijlage van het bestemmingsplan. Groten vindt deze variant niet acceptabel. De heer Groten heeft steeds vastgehouden aan een aantal harde eisen voor wat betreft de locatie en de hoogte van de brug. Hierop zijn verschillende varianten onderzocht waaronder de oplossing van de heer Groten: variant 4. Deze varianten zijn beoordeeld via quickscans door deskundigen. De varianten geven verschillende oplossingen voor de bereikbaarheid en voor het omrijden. Uit de deskundigenanalyse blijkt dat er rivierkundig geen grote onoplosbare verschillen zijn te verwachten. Verdere berekeningen voor de beoordeling van de varianten zijn om die reden niet nodig. Voor Groten boden de varianten 2 en 3 onvoldoende meerwaarde en zijn daarmee voor hem niet acceptabel. Groten hield vast aan zijn oplossing (variant 4). Variant 4 is gunstig voor de omgeving en de recreatieve mogelijkheden, maar scoort laag op punten zoals ruimtelijke kwaliteit, natuur en kosten (1,4 miljoen euro extra kosten). Daarmee is deze variant voor de stuurgroep niet acceptabel. Dit is vastgelegd in een memo van 4 oktober 2010 die aan de heer Groten is verzonden. 8/

Met betrekking tot de ontsluiting ontstond op 22 maart 2011 een nieuwe situatie, toen de heer Groten zowel zijn wens voor de locatie van de brug, als voor de hoogte los liet. Daardoor is voor hem een nieuw alternatief (variant 5) in beeld gekomen, die vanwege de eerdere bezwaren van Groten nog niet eerder is onderzocht. Het gaat om een ontsluiting met een hoogte van 2.35 m +NAP. De weg ligt haaks op de dijk, halverwege de woning van de heer Groten en de overlaat. Het alternatief komt tegemoet aan de wensen van Groten. Door de gewijzigde ligging komt de weg grotendeels op het maaiveld te liggen en kan worden volstaan met een korte brug over de geul. De betrokken organisaties willen onderzoeken of deze optie haalbaar is. Daaruit komt de nu aan de raad voorgestelde procedure naar voren, waarmee de planning van het project (en die van Westenholte) kan worden gehaald en de aangegeven optie kan worden beoordeeld op alle aspecten, zoals veiligheid (hydraulische aspecten/rivierkundige berekeningen) ruimtelijke kwaliteit, omgeving, recreatie, vergunbaarheid en kosten. G. PROCES 32. Dhr. H. Borrel (Swollwacht): Het is minimaal 2,5 tot 3 jaar geleden dat de situatie in de gemeenteraad is geweest en dat mijn toenmalige collega Kistemaker al vragen heeft gesteld over de brug. In het plan staat dat rekening moet worden gehouden met bewoners, aanwonenden en omwonenden. Deze mogen er geen schade of overlast van hebben, Als je gedurende een periode van 3 jaar niet terugkoppelt naar de raad kan er ook niemand gehoord worden. Een tussentijds overzicht voor de raad was verstandig geweest. Als de raad hier een jaar geleden in meegenomen was, had het alternatief voor de brug ingepast kunnen worden. 33. Dhr. M.A.R. van Harten (GroenLinks): Er is nog veel discussie over dit onderwerp, en er moet in een korte tijd besloten worden. Had de raad eerder meegenomen. Het was inderdaad beter geweest de raad in de periode na het advies aan de Staatssecretaris te informeren. Het alternatief (variant 5) is pas in beeld sinds belanghebbende eind maart 2011 zijn randvoorwaarden en aanzien van de ontsluiting wijzigde. H. GEVOLGEN VOOR BESTEMMINGSPLAN In het bestemmingsplan is voor de ontsluiting van Schellerdijk 12 variant 1 opgenomen. Variant 1 voldoet in alle opzichten aan de eisen die vanuit een goede ruimtelijke ordening aan de ontsluiting van de woning van de heer Groten kunnen worden gesteld. Nadat de procedure was gestart, wijzigde de opvatting van de heer Groten, waardoor wellicht een andere ontsluiting van zijn woning mogelijk wordt die meer aan de wensen van de heer Groten tegemoet komt. Alhoewel variant 1 naar het oordeel van het college reeds voldoende recht doet aan de belangen van de heer Groten is het waard deze variant te onderzoeken. 9/

34. Mevr. D.G. Rots (ChristenUnie): Waarom kiest het college er nu voor dit bestemmingsplan vast te stellen, terwijl er nog onduidelijkheid is over de ontsluiting van Schellerdijk 12 en de wethouder aangeeft onderzoek te willen doen naar het alternatief? Wat zijn hiervoor de redenen? Ligt het niet meer voor de hand om de brug voor de ontsluiting van Schellerdijk 12 uit dit plan te halen en in zijn geheel in een tweede, aparte bestemmingsplan te regelen? Bereikbaarheid van Schellerdijk 12 is dan toch mogelijk via de weg over de overlaat. Dan kan de rest van het project verder. Is dat werkbaar? 35. Dhr. M.A.R. van Harten (GroenLinks): Wat is de harde noodzaak om dit bestemmingsplan nu vast te stellen? (als harde argumenten ontbreken zou het zou logisch om nu niet vast te stellen en eerst onderzoek uit te voeren) 36. Dhr. J.E. Brink (D66): Wonderlijk dat er in deze fase nog zoveel vragen zijn. Voorstel is in onze ogen nog niet "besluitwaardig" zolang er onduidelijkheid is over de brug, een elementaire deel van het plan, mede gezien het belang voor de landschappelijke waarde. 37. Dhr. E. Koster (SP): Het plan behoeft op meerdere aspecten meer uitleg, anders is het voorstel niet beslisrijp. Van 28 oktober tot en met 8 december 2010 hebben het ontwerpbestemmingsplan, MER en de ontwerp vergunningen ter inzage gelegen. Daarin is als ontsluiting van Schellerdijk 12 variant 1 opgenomen. Na de inzage periode, wijzigde de heer Groten zijn voorwaarden met betrekking tot de ontsluiting en is duidelijk geworden dat er wellicht mogelijkheden zijn voor een nieuwe variant (variant 5). Deze wijkt zodanig af van het huidige plan, dat aanpassing van het voorliggende bestemmingsplan niet zomaar mogelijk is. Er zou opnieuw een ontwerpbestemmingsplanprocedure (inclusief ter inzage legging) moeten worden doorlopen. Dit vergt veel tijd, met als consequentie dat de uitvoering van het project niet binnen de gestelde termijnen kan starten, waardoor de maatregel niet binnen de gestelde einddatum bijdraagt aan de veiligheidsdoelstelling. Het project ligt nu nog op schema: het Rijk heeft in de Planologische Kernbeslissing vastgelegd dat het vereiste veiligheidsniveau voor eind 20 moet zijn bereikt. Volgens de laatste planning zijn de werkzaamheden in Schelle in december 20 gereed. In principe zou het uitvoeren van benodigd onderzoek, het aanpassen van vergunningen en het opnieuw doorlopen van de terinzageperiode van het bestemmingsplan voor een vertraging van minimaal 6 maanden zorgen. Bovendien zou het project te maken krijgen met een extra hoogwaterseizoen. Mede door de uitvoeringsvoorschriften uit de vergunningen, zou de oplevering dan in 2016 plaatsvinden. Ook de uitvoering van het project Westenholte zal hierdoor vertragen, omdat de projecten aan elkaar zijn gekoppeld: de vrijkomende grond bij Westenholte wordt gebruikt voor de verondieping van de zandwinplas in Schelle. Uitstel zorgt dat niet wordt voldaan aan de opdracht van het Rijk, dat het vereiste veiligheidsniveau pas later wordt bereikt en dat de bewoners van Schellerdijk 2, 4 en 6 langer in onzekerheid blijven. Vertraging is niet nodig. Het onderzoek naar de nieuwe variant kan in de uitvoeringsfase van het project plaatsvinden. Als de variant voordelen biedt, kan deze 10/

via een projectomgevingsvergunning juridisch worden geregeld. De overige werkzaamheden kunnen dan gewoon doorgang vinden. I. VERVOLG 38. Dhr. M.A.R. van Harten (GroenLinks): Heeft de Raad nog invloed op de uiteindelijke keuze voor de wijze van ontsluiting van Schellerdijk 12? Kunnen we als raad invloed op dit proces houden? Als het bestemmingsplan wordt vastgesteld zoals het nu voorligt, kan de ontsluiting parallel aan de dijk worden uitgevoerd. Als gekozen wordt voor het alternatief, zal dit met toepassing van een projectomgevingsvergunning worden gerealiseerd. De raad besluit dan of ze een verklaring van geen bedenkingen afgeeft. 11/

Bijlage 1: Chronologisch overzicht besluitvorming Scheller en Oldeneler Chronologisch overzicht besluitvorming Scheller en Oldeneler Buitenwaarden m.b.t. ontsluiting woning Groten Het traject van visie naar realisatie kent al een lange geschiedenis. Onderstaand een kort overzicht van de besluitvormingshistorie. 2005 Initiatiefnemer Uiterwaardvergraving Scheller en Oldeneler Buitenwaarden Gemeente Zwolle wordt initiatiefnemer voor de planstudie Uiterwaardvergraving Scheller en Oldeneler Buitenwaarden (verder: SOB). Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat sluit bestuursovereenkomst met gemeente. 2006 2008 Uitwerking planstudie De gemeente werkt het plan uit in nauwe samenwerking met bewoners en andere belanghebbenden. Er is een begeleidingsgroep met vertegenwoordigers van bewoners en belanghebbenden (buurtvereniging Schelle Oldeneel, bewoners Schellerdijk waaronder dhr. Groten, ANWB, Prorail, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, vereniging Regionaal viswaterbeheer, Staatsbosbeheer, Milieuraad, Koninklijke vereniging voor veldbiologie (KNVV) Zwolle, Natuur en Milieu Overijssel, Buurtschap IJsselzone). 2006 SNIP 2a advies (variantkeuze) In het voorkeursalternatief SNIP 2A wordt gekozen voor een ontsluiting van de drie woningen in de uiterwaarden (twee families Sluiter en J. Groten) met een brug die aansluit op de Schellerenkweg en die de natuurlijke lijn van het landschap volgt. 2007 Consultatienota SNIP 3 (voorlopig projectvoorstel): gewijzigde ontsluiting In het projectontwerp wordt het SNIP 2A voorkeuradvies verder uitgewerkt in werksessies met deskundigen, betrokken overheden, maatschappelijke groeperingen en bewoners van het plangebied (waaronder dhr. Groten). De families Sluiter blijken bereid hun woningen te verplaatsen naar de Schellerdijk. Groten geeft aan slechts in te stemmen met een woning in de uiterwaard direct aan de geul. Dit is rivierkundig en ruimtelijk niet acceptabel. Besloten wordt de woning van Groten te handhaven. De ontsluiting wijkt af van het SNIP 2a advies. De nieuwe verbinding loopt via de zomerkade richting Kleine Veerweg en wordt gecombineerd met de toegang voor fietsers en wandelaars naar het Kleine Veer (variant 1, gelijk aan die in het in 2011 voorliggende ontwerp Bestemmingsplan). Gemeente Zwolle rondt Planstudie af; resultaat in Consultatienota SNIP 3 (voorlopig projectvoorstel). Maart 2008 Consultatieperiode SNIP 3: voorgestelde ontsluiting blijft gehandhaafd In de periode 18 februari tot 14 maart ligt de consultatienota Uiterwaardvergraving Scheller en Oldeneler Buitenwaarden ter consultatie. Hierop komen 22 reacties binnen van bewoners en andere belanghebbenden. 12/

De bezwaren van de bewoners van Schellerdijk 12 en andere partijen tegen de voorgestelde ontsluiting over de overlaat worden in deze nota uitgebreid behandeld. De stuurgroep realisatie besluit de voorgestelde ontsluitingsroute te handhaven. Op 8 april 2008 nemen B&W kennis van de "Reactienota consultatieperiode SNIP3 Uiterwaardvergraving Scheller en Oldeneler Buitenwaarden". De Raadscommissie Ruimte wordt geïnformeerd over de inhoud van deze reactienota. Juli 2008 Oktober 2008 Projectontwerp en SNIP 3 advies aan staatssecretaris B&W nemen een besluit over het eindproduct van de planstudiefase: het projectontwerp. B&W formuleren een advies aan de staatssecretaris. B&W informeren de Raad in een Raadsbrief over dit besluit en het advies. In het Projectontwerp is de ontsluiting van Schellerdijk 12 gelijk aan die in het in 2011 voorliggende ontwerp Bestemmingsplan. Samenwerkingsovereenkomst en projectbeslissing SNIP 3 advies Staatssecretaris stelt projectbeslissing (SNIP 3 advies) vast. De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, minister van LNV, provincie Overijssel, Waterschap Groot Salland en gemeente Zwolle tekenen bestuurlijke samenwerkingsovereenkomst (SOK). In de SOK ligt o.a. vast dat partijen zich maximaal gezamenlijk inzetten om ervoor te zorgen dat de Realisator (Waterschap Groot Salland) de maatregel tijdig en binnen de randvoorwaarden van de Projectbeslissing (SNIP 3) kan opleveren (en o.a. de planologische procedures tijdig te doorlopen). 2009 Heropening discussie over ontsluiting: onderzoek alternatieven Voorontwerp bestemmingsplan ter inzage Waterschap Groot Salland wordt realisator van het project. De Stuurgroep realisatie heropent op verzoek van de begeleidingsgroep de discussie over de ontsluiting. Realisator verkent mogelijke alternatieven en peilt daarvan de haalbaarheid bij Groten. Groten vindt dat geen van de varianten een oplossing biedt die vergelijkbaar is met zijn huidige bereikbaarheid. Hij houdt vast aan een andere oplossing. Opdrachtgever Programmadirectie Ruimte voor de Rivier stelt dat er geen nieuwe feiten/argumenten zijn die een wijziging van de scope rechtvaardigen. Bovendien is de genoemde variant 4 veel duurder. De stuurgroep besluit daarom het planontwerp niet te wijzigen. Voorontwerp bestemmingsplan ligt ter inzage. In het voorontwerp bestemmingsplan is de ontsluiting van Schellerdijk 12 gelijk aan die in het in 2011 voorliggende ontwerp Bestemmingsplan. 2010 Onderbouwing onderzoek alternatieven Ontwerpbestemmingsplan ter inzage Op verzoek van Groten wordt in een memo (4 oktober) onderbouwd waarom variant 4 niet de voorkeur geniet. Groten geeft aan dat in zijn ogen de brug 13/

veel goedkoper zou kunnen, indien gebruik zou worden gemaakt van duikers. Een dergelijke uitvoering is echter in strijd met de veiligheidsdoelstelling en is daarom dus geen reële optie. Het ontwerpbestemmingsplan ligt ter inzage. Groten dient een zienswijze in tegen het bestemmingsplan. Maart 2011 Nieuwe variant ontsluiting in beeld Op verzoek van Groten wordt een nadere specificatie van de kostenraming gemaakt. In reactie hierop neemt Groten contact op met gemeente en Realisator. In deze gesprekken komt een geheel nieuwe optie aan bod, die niet eerder is onderzocht omdat Groten steeds vasthield aan zijn eisen m.b.t. hoogte en locatie. 14/

Bijlage 2: Overzicht van varianten sinds 9 oktober 2008 (SNIP3 beslissing) /

Tijd Variant Locatie Hoogte Lengte Bereikbaarheid hoogwater Omrijden Besluit 2008 1 Zuidelijk, over oeverwal parallel aan overlaat richting Kleine Veerweg 3.00 m + NAP 180 m Vergelijkbaar huidige situatie (1 a 2 dg/jaar varen) Omweg voor autoverkeer (ca. 1,3 km) en fietsverkeer (ca. 1,0 km). Sinds 2008 in plan (SNIP 3 advies gemeente/snip 3 beslissing staatssecretaris.) In voorliggend bestemmingsplan 2011. Voor Groten niet acceptabel. 2009 2 Variant 1 in combinatie met ontsluitingsweg langs teen dijk richting Schellerenkweg 3.00 m + NAP 180 m Vergelijkbaar huidige situatie (1 a 2 dg/jaar varen) Autoverkeer via beperkte omweg (ca. 1,0 km) naar Schellerenkweg. Voor Groten niet acceptabel. 2009 3 Loodrecht over geul richting Schellerenkweg; ca. 0 m zuidelijk van de bestaande weg. 1.80 m + NAP 0 m Slechter dan huidige situatie (20 dg/jaar varen) N.v.t. Voorstel realisator (augustus2009 besluit Stuurgroep) Voor Groten niet acceptabel. Vanaf 2007 Tot 2010 4 Loodrecht over geul richting Schellerenkweg ter plaatse bestaande ontsluiting. 3.00 m + NAP 360 m Vergelijkbaar huidige situatie (1 a 2 dg/jaar varen) N.v.t. Vanaf 2007 door Groten gewenst. Afgevallen bij SNIP3 (advies en besluit 2008). Vervolgens door de stuurgroep heroverwogen en opnieuw niet als acceptabel beoordeeld met als argumenten de ruimtelijke kwaliteit, effecten op natuur en de extra kosten van 1,4 mln. 22 maart 2011 5 Loodrecht over geul richting Schellerenkweg; ca. 300 m zuidelijk van de bestaande weg (dus tussen locaties var. 1 en var. 4) 2.35 m + NAP 0 m Slechter dan huidige situatie, beter dan variant 3 (7 a 8 dg/jaar varen) Autoverkeer via beperkte omweg (ca. 0,3 km) naar Schellerenkweg. Vanaf 22 maart 2011 door Groten gewenst. Akkoord Stuurgroep, echter onderzoek nodig alvorens via Projectomgevingsvergunning te realiseren. N.B. Voor alle varianten geldt: brug is alleen voor personenautoverkeer en fietsers. Zwaar verkeer gaat over de overlaat (2,10 m + NAP).

Huidige situatie

Variant 1 Sinds 2008 in plan en nu in bestemmingsplan Hoogte: 3.00 M+NAP Lengte brug: 180 meter

Variant 2 Voorstel Realisator aan Groten in 2009. Afgewezen door Groten. Hoogte: 3.00 M+NAP Lengte brug: 180 meter Met ontsluitingsweg langs dijk

Variant 3 Voorstel Realisator aan Groten in 2009. Afgewezen door Groten Hoogte: 1.80 M+NAP Lengte brug: 0 meter

Variant 4 Vanaf 2007 door Groten gewenst. Voor Stuurgroep niet acceptabel. Hoogte: 3.00 M+NAP Lengte brug: 360 meter

Variant 5 Sinds 22 maart 2011 in beeld. Te onderzoeken alternatief via Projectomgevingsvergunning. Hoogte: 2.35 M+NAP Lengte brug: 0 meter