Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden,

Vergelijkbare documenten
Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden,

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting woongebieden,

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting woongebieden,

Werkgelegenheid en verhouding wonen en werken per gemeente, 2013

Rijksuitgaven aanleg, beheer en onderhoud hoofdinfrastructuur,

Bundeling wonen in nationale bundelingsgebieden,

Aanbod openbaar vervoer,

Bundeling wonen in nationale bundelingsgebieden,

Rijksuitgaven aanleg, beheer en onderhoud hoofdinfrastructuur,

Rijksuitgaven aanleg, beheer en onderhoud hoofdinfrastructuur,

Fietsgebruik,

Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren,

Aanbod openbaar vervoer,

Fietsgebruik,

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Windturbines in de groene ruimte

Wonen binnen bestaand bebouwd gebied,

Beschikbaarheid hoofdinfrastructuur,

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Woningen in buisleidingstroken,

Werken binnen bestaand bebouwd gebied,

Bundeling werken in nationale bundelingsgebieden,

Bedrijfsvestigingen en werkzame personen naar locatietype,

Bouwen in natuurgebieden in de Ecologische Hoofdstructuur,

Ontsluitingskwaliteit openbaar vervoer voor woningen,

Huishoudens,

Aanbod openbaar vervoer,

Aantal auto's per provincie,

Beschermde stads- en dorpsgezichten en wederopbouwgebieden,

Ruimtelijke ontwikkelingen in reserveringsgebieden 'Ruimte voor de Rivier',

Ruimtelijke ontwikkelingen in reserveringsgebieden 'Ruimte voor de Rivier',

Recreatief aanbod voor wandelen en fietsen,

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven ( )

Beschikbaarheid openbaar groen binnen 500 meter van de woning in nieuwbouwwijken,

Ruimtelijke ontwikkelingen in het rivierbed van grote rivieren,

Infrastructuur, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Inwoners en huishoudens per gemeente, provincie en in de Randstad,

Aanbod, gebruik en reistijdverlies hoofdwegennet,

Infrastructuur, 2015 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Banen per gemeente,

Woningen en nieuwbouwwoningen per gemeente en provincie,

Hernieuwbare elektriciteit,

Bevolkingsgroei,

Hobbyboeren, 2013 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Glastuinbouw,

Woningvoorraad naar type in stad en ommeland,

Woningvoorraad, investeringen en nieuwbouwwoningen,

Dichtheid wonen, werken en detailhandel in stedelijke centra,

Infrastructuur, 2016 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Gft-afval verwerkers,

Hernieuwbare elektriciteit,

Dichtheid wonen, werken en detailhandel in stedelijke centra,

Duurzame elektriciteit,

Hernieuwbare elektriciteit,

Nederlanders wonen op gemiddeld 0,9 kilometer van een huisartsenpraktijk (2008)

Verkoopprijs woningen, 2010

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven,

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Glastuinbouw,

Composteer- en vergistingsinstallaties voor gft-afval,

Hernieuwbare elektriciteit,

Aanbod openbaar vervoer,

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens,

Bodemgebruik in Nederland,

Huishoudens naar type in stad en ommeland,

Woningen, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Energieverbruik door verkeer en vervoer,

Wonen binnen bestaand bebouwd gebied,

Afstand tot treinstations, 2012

Beschikbaarheid openbaar groen binnen 500 meter van de woning in nieuwbouwwijken,

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Vliegbewegingen en handelsverkeer op Nederlandse luchthavens,

Draagvlak voor natuur en natuurbeleid, 2017

Afstand tot treinstations, 2015

Vliegbewegingen en handelsverkeer op Nederlandse luchthavens,

Geluidshinder in Nederland door weg-, rail- en vliegverkeer, 2012

Leegstand van winkels,

Barrières en versnippering van de Ecologische Hoofdstructuur,

Sloop en export van motorvoertuigen,

Afstand tot voortgezet onderwijs, 2011

Aantal verkeersdoden en ernstige verkeersgewonden,

Aantal motorvoertuigen,

Vliegbewegingen en handelsverkeer op Nederlandse luchthavens,

Biologische voedingsmiddelen,

Samenstelling van huishoudelijk restafval,

Afstand tot huisartsenpraktijk, 2015

Verkoopprijs woningen, 2013

Beschermde stads- en dorpsgezichten en wederopbouwgebieden,

Biologische landbouw: arealen en veestapels,

Biologische voedingsmiddelen,

Zoogdieren van de Habitatrichtlijn,

Leegstand van winkels,

Culturele en natuurlijke kernkwaliteiten van het landschap

Regionale economische groei, 2012

Belangstelling voor maatschappelijke problemen,

Energieverbruik door verkeer en vervoer,

Energieverbruik per bedrijfstak,

Aantal motorvoertuigen,

Energieverbruik door verkeer en vervoer,

Leegstand van kantoren,

Transcriptie:

penbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden, 2000-2010 Indicator 20 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aandeel arbeidsplaatsen dat goed of afdoende is ontsloten per openbaar vervoer is tussen 2000 en 2010 licht gedaald. Dit kwam vooral door sterke groei van de werkgelegenheid op locaties zonder goed openbaar vervoer. Het aantal arbeidsplaatsen in de directe omgeving van een op- of afrit van een autosnelweg steeg. Dit kwam door een combinatie van de opening van nieuwe op- en afritten en de sterke groei van de werkgelegenheid op autolocaties. Het aantal arbeidsplaatsen is in de periode 2000-2010 vooral op autolocaties gegroeid, en is licht afgenomen op openbaar vervoerlocaties. De toename op multimodale locaties blijkt het gevolg te zijn van de ontsluitingsmaatregelen als aanleg van nieuwe stations en op- en afritten. De Randstad, Arnhem/ Nijmegen en Limburg kennen relatief veel multimodale locaties. Groningen, Friesland, verijssel en Noord-Holland kennen relatief veel Vlocaties. Friesland, Drenthe en Noord-Brabant kennen relatief veel autolocaties. Arbeidsplaatsen ten opzichte van ontsluiting auto en openbaar vervoer. Bron: PBL Inwoners ntsluiting ntsluitin 2000 per V g per auto 2010 2000-2010 door nieuwe stations/ afritten Naar Vontsluiting 15,4% 15,9% 0,5% 0,9% Door mutaties werkgelegenh eid bij bestaande stations/ afritten -0,4% - 21,3% 63,4% 20,8% 20,3% 63,8% 23,1% -1,0% 0,4% 2,3% 0,4% -1,4% 0,8% -1,4% 1,8% 1,5% 25,8% 53,4% 26,0% 50,9% -2,5% 0,8% -1,6% -0,6% -0,9% 3,2% 3,7% 0,5% 0,4% 0,1% 4,8% 4,9% 6,8% 19,7% 7,4% 9,6% 17,0% 12,7% 14,3% 27,0% 36,4% 5,0% 4,7% 6,4% 19,9% 7,2% 9,1% 16,3% 14,6% 14,6% 29,2% 34,6% - -0,4% - -0,5% -0,7% 1,9% 0,3% 2,2% -1,8% 0,5% -0,1% 0,3% 1,1% 0,0% 0,5% -0,1% 0,4% -1,8% -0,3% -0,1% -0,7% -0,9% - -0,6% -0,8% 1,4% 0,3% 1,8% 0,0% Naar Autoontsluiting Naar multimodale ontsluiting Multimodale locatie Totaal totaal V locatie Totaal totaal Autolocatie Totaal totaal Minder goed ontsloten goed ontsloten, afdoend ontsloten, - minder goed ontsloten. Pagina 1 van 7

Goed en afdoende ontsloten arbeidsplaatsen: per V gedaald, per auto gestegen Het aantal arbeidsplaatsen in de directe omgeving van goed openbaar vervoer tussen 2000 en 2010 licht steeg (van 15,4 naar 15,9%), maar het aandeel nog afdoende ontsloten daalde van 21,3% naar 20,3%. Het aandeel arbeidsplaatsen zonder goed openbaar vervoer steeg hierdoor per saldo van 63,4% naar 63,8%. Dit kwam vooral door sterke groei van de werkgelegenheid op locaties zonder goed openbaar vervoer. De opening van nieuwe haltes ontsloot 1,4% van de werkgelegenheid extra, maar dit kon de verschuiving van 1,8% van de werkgelegenheid naar de slecht ontsloten locaties niet compenseren. Het aantal arbeidsplaatsen in de directe omgeving van een op- of afrit van een autosnelweg steeg tussen 2000 en 2010 van 20,8% naar 23,1%, en ook het aandeel nog afdoende ontsloten nam toe van 25,8% naar 26,0%. Daardoor daalde het percentage slecht ontsloten arbeidsplaatsen van 53,4% naar 50,9%. Dit kwam door een combinatie van de opening van nieuwe op- en afritten en de sterke groei van de werkgelegenheid op autolocaties. Het aantal arbeidsplaatsen is vooral op autolocaties gegroeid, in beperkte mate is toegenomen op multimodale locaties, en is afgenomen op openbaar vervoerlocaties. De toename heeft vooral op bestaande autolocaties plaatsgevonden, maar ook op nieuwe. De arbeidsplaatsengroei op multimodale locaties betreft vooral nieuwe locaties; op bestaande multimodale locaties nam het aantal arbeidsplaatsen af. De twee rechterkolommen in de tabellen geven aan in hoeverre de verandering tussen 2000 en 2010 het gevolg is geweest van de groei van arbeidsplaatsen bij bestaande V-stations en -haltes of autosnelwegafritten, dan wel van de bouw van nieuwe stations en haltes of afritten. [figuurgroep] Pagina 2 van 7

Download figuur [2] Pagina 3 van 7

Download figuur [3] Pagina 4 van 7

Download figuur [4] [/figuurgroep] Ga naar de gedetailleerde kaart met ontsloten locaties [5] Ruimtelijk beeld van arbeidsplaatsen naar kwaliteit van ontsluiting Vooral in de stedelijke regio's worden locaties gebruikt die goed tot afdoend multimodaal zijn ontsloten. Door de aanleg van nieuwe autosnelwegen is het aantal inwoners en arbeidsplaatsen op locaties die goed tot afdoend per auto (of multimodaal) zijn ontsloten duidelijk toegenomen, vooral in ost-brabant respectievelijk Twente, Arnhem-Nijmegen en Limburg. De toename van inwoners op locaties die goed tot afdoend per V zijn ontsloten is het grootst geweest rond Utrecht en Tilburg. Wat de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen betreft, valt vooral de grote toename op in Amsterdam. Deze is voor het grootste deel tot stand gekomen op goed tot afdoend multimodaal ontsloten locaties. De ontwikkeling in de Zuidvleugel is daar sterk bij achtergebleven. Voorts is het aantal arbeidsplaatsen sterk toegenomen in Noord-Brabant, Gelderland en Twente. Dit zijn vooral Pagina 5 van 7

locaties die goed tot afdoend per auto zijn ontsloten. Definitie ontsluitingskwaliteit nderstaande tabel geeft aan welke criteria zijn aangehouden om te bepalen of locaties goed dan wel nog afdoend ontsloten zijn per openbaar vervoer of auto. Voor 'goed ontsloten' gelden voor wonen en werken dezelfde criteria. Voor 'nog afdoend ontsloten' verschillen deze voor wat betreft het openbaar vervoer. Mensen zijn namelijk bereid om een langere afstand te accepteren tussen hun woning en het openbaar vervoer dan tussen hun werk en het openbaar vervoer. Definitie ontsluitingskwaliteit. Bron: PBL Per openbaar vervoer Per auto Goed ontsloten < 250 m metro/sneltram < 500 m station < 750 m IC station < 1.000 m afrit Nog afdoende ontsloten 250-500 m metro/sneltram 500-1.000 m station 750-1.500 m IC station 1.000-2.000m afrit p basis van deze criteria zijn vervolgens multimodale locaties, openbaar vervoerlocaties en autolocaties gedefinieerd. Multimodale locaties zijn locaties die goed of nog afdoende zijn ontsloten zowel per openbaar vervoer als per auto. penbaar vervoerlocaties zijn goed of afdoend ontsloten per openbaar vervoer, maar minder goed ontsloten per auto. Autolocaties zijn goed of afdoend ontsloten per auto, maar minder goed ontsloten per openbaar vervoer. Beleidsdoelstellingen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Deze indicator verwijst naar de volgende doelen en nationale belangen: Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland (concurrerend) Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat (bereikbaar) Nationaal Belang 6: Betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem Referenties Ministerie van Infrastructuur en Milieu (2012), Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte [6] Technische toelichting Verantwoordelijk instituut Pagina 6 van 7

Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), auteur: Hans Hilbers Berekeningswijze p pc6 niveau is voor 2000, 2002, 2004, 2006, 2008 en 2010 aantal banen en inwoners bekend. Tevens is voor die jaren de coordinaten van ovknooppunten en op/afritten bekend. Per PC6 wordt hemelsbrede afstand tot dichtstbijzijnde station, ic station, metro/sneltramhalte en open afrit berekend. Uitgerekend wordt welk deel van de banen/inwoners binnen normafstand ligt uitgaande van aanbod aan knooppunten in 2000 en 2010. Vervolgens wordt bepaald of verandering komt door opening nieuwe knopen of andere verdeling banen/inwoners over pc6gebieden. Geografisch verdeling Landelijk Verschijningsfrequentie 1 keer per twee jaar Referentie van deze webpagina CBS, PBL, RIVM, WUR (2012). penbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden, 2000-2010 [7] (indicator 2139, versie 01, 20 september 2012 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen. Bron-URL: https://www.clo.nl/indicatoren/nl213901 Links [1] https://www.clo.nl/indicatoren/nl2139 [2] https://www.clo.nl/sites/default/files/infographics/2139_001k_clo_01_nl.jpg [3] https://www.clo.nl/sites/default/files/infographics/2139_002k_clo_01_nl.jpg [4] https://www.clo.nl/sites/default/files/infographics/2139_003k_clo_01_nl.jpg [5] http://geoservice.pbl.nl/website/flexviewer/index.html?config=cfg/cl_mm.xml [6] http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2012/03/13/structuurvisieinfrastructuur-en-ruimte.html [7] https://www.clo.nl/indicatoren/nl213901 Pagina 7 van 7