Proef Biologie Verslag van practicum: drosophila vliegjes = bananenvliegjes = fruitvliegjes

Vergelijkbare documenten
Praktische opdracht Biologie Overerving bij drosophila vliegjes

Verslag Biologie Fruitvliegjes

Werkstuk Biologie Fruitvliegjes

6,1. Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou

Profielwerkstuk Biologie Genetica

Fruitvliegpracticum 4H Scala Rietvelden vakgroep biologie

Level 1. Vul het juiste woord in

Het genotype van een individu staat in de chromosomen. Daar staat namelijk de erfelijke informatie in van alle eigenschappen die erfelijk zijn.

Level 1. Vul het juiste woord in

Let er op dat je voor iedere vraag een uitwerking maakt met kruisingsschema en/of berekening.

Monohybride en dihybride kruisingen vmbo-kgt34

Paragraaf Homologe chromosomen

1 Antwoorden Monohybride Kruisingen

Oefenvraagstukken genetica

Reebop-practicum 2 havo/vwo Liesbeth Vredeveld 2010

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijkheid 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn

Mendel en Morgan versie

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31

Keuzeopdracht Biologie Leertaken Hoofdstuk 5 en 7

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica

Examenreader Erfelijkheid BIOLOGIE

Alles door elkaar 1. a) b) c) 2. a) b) c) a) b) BIOLOGIE 2017/18 WERKBOEK

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4

AVL-nascholing NW02. KU Leuven

De volgende vragen testen je kennis van de meest voorkomende vaktermen in de klassieke genetica. Welk woord ontbreekt in de volgende zinnen?

Van Nico van Hove en Niek Spronsen. Begeleider: Dhr. Van Piekeren

Erfelijkheid. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage.

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

TAAK B ANTWOORDBLADEN BELGIUM TEAM A LAND EN TEAM CODE: HANDTEKENING:

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11

OPEN VRAGEN. Genetica en Evolutie (5502GEEV9Y) Biologie en Biomedische Wetenschappen. Deeltoets 2

Examen Voorbereiding Erfelijkheid

Genetica. Marvin Tersluijsen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Mendels tomaten plantjes

Begrippenlijst Biologie DNA

SPREEKBEURT BIDSPRINKHAAN

Werkstuk Biologie Erfelijkheid

Compex biologie havo 2004-I

Examen VWO. wiskunde A (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Mogelijke combinaties van genotypen. Mogelijke combinaties van fenotypen. Deze kruising levert 2 X 2 = 4 fenotypen.

MENDELS TOMATEN PLANTJES

Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 26 mei totale examentijd 3 uur

Erfelijke eigenschappen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Examenreader ERFELIJKHEID

Werkbladen. Boekopdrachten. K13 Erfelijkheid

Practicum: Het ontkiemen van zaadjes

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).

Antwoorden Biologie Thema 4

Klinische Genetica. Autosomaal recessieve overerving

Populatie- en kwantitatieve genetica. Wieneke van der Heide

Examen VWO. wiskunde C (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

vwo erfelijkheid 2010

4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN

Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 41 tot en met 52. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken.

Tekst lezen en verwijswoorden begrijpen

BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V

Examen VMBO-GL en TL-COMPEX

Bijlage VMBO-GL en TL

Genetische Selectie. Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar. Sabine Spiltijns


MENDELS TOMATEN PLANTJES DOCENTENHANDLEIDING

1,1. Verslag door Brenno 757 woorden 27 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie. Verslag Bacteriën Kolonies.

Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld

Vraag Welk van de onderstaande beweringen over deze F 2 zijn juist?

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.

CE toets HAVO (1) erfelijkheid

Lekker: rot of vers? De keuze van de fruitvlieg Drosophila

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 25 oktober Beste natuurliefhebber/-ster

Klinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving

Proef Natuurkunde Positieve lens

AAbb of Aabb = normaal zicht aabb of aabb = retinitis pigmentosa AABB of AABb = retinitis pigmentosa

PENTA College csg Scala Rietvelden Vakgroep biologie 3 havo Thema 5 Erfelijkheid

Lesvoorbereidingsformulier

SPREEKBEURT GUPPY VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

De onderwaterwereld Watervlooien: anatomie en voortplanting

Biologie (jaartal onbekend)

Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Tenzij anders vermeld, is er sprake van normale situaties en gezonde organismen.

Werkplan Leerjaar: 4H Sectie: Biologie Verantwoordelijke docent: E van Rhijn, MJ vd Voort

Werkstuk Biologie Zee-otter

Samenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni keer beoordeeld. Genetica

Klinische Genetica. Autosomaal dominante overerving

Werkstuk Natuurkunde Schakeling

Vraag /144. Vraag 14

Oefenstencil opdrachten ter voorbereiding op het SE1. Cellen Kattenziekte

Voedselweb en voedselketen vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

SPREEKBEURT VINK VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1, 7 en 8

VOORBEELD WETENSCHAPPELIJK VERSLAG

HAPTE CHAP SAMENVATTING

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:

Module Basisgenetica. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2

Praktische opdracht Scheikunde Biomassa als brandstof

SPREEKBEURT GROENE BOOMKIKKER

Transcriptie:

Proef Biologie Verslag van practicum: drosophila vliegjes = bananenvliegjes = fruitvliegjes Proef door een scholier 1622 woorden 30 maart 2003 5,9 140 keer beoordeeld Vak Biologie Inleiding: Wij hebben de opdracht gekregen bij de biologieles om de erfelijkheid bij drosophila melanogaster vliegjes (bananenvliegjes) te onderzoeken. Deze opdracht hebben we gekregen omdat we bezig zijn met het hoofdstuk genetica. Bij dit practicum moeten we letten op: kleur ogen, lichaamskleur, en vleugeltjes. De ouders (P1) hebben we niet gezien, de F1 en de F2 wel. We moeten proberen uit te vissen d.m.v. kruisschema s wat het genotype en het fenotype is van de P1. Ook moeten we onze resultaten vergelijken met de totale resultaten. Elke les moeten we aantekeningen maken over het verloop van het practicum. De zin van dit werkstuk is dat we leren hoe we de erfelijkheid kunnen onderzoeken in de praktijk. Les 1: onderzoeken F1 Les 2: F1 tussen de eitjes weghalen Les 3: onderzoeken F2 Hypothese: Ik verwacht dat de kenmerken van de bananenvliegjes die in het wild voorkomen (+) dominant zijn en de overige kenmerken recessief. Werkwijze: Materialen en uitvoering: Benodigde materialen: Les 1: - Buisje met voedingsbodem, kruising A met 4 vliegjes, 2 vrouwtjes en 2 Mannetjes. - Buisje met voedingsbodem, kruising B met 4 vliegjes, 2 vrouwtjes en 2 Pagina 1 van 11

Mannetjes. - Vergrootglas (loep). - Pincet. - Kwast. Les 2: - buisje A, met de vliegjes - buisje B, met de vliegjes - ether - trechtertje (bedwelmingsbuisje) - oliegraf - kwastje - glazen schaaltje - papiertje - kussentje Les 3: - buisje A, met de vliegjes - buisje B, met de vliegjes - ether - trechtertje (bedwelmingsbuisje) - pincet - vergrootglas (Loep) - oliegraf - kwastje - glazen schaaltje - papiertje - kussentje Uitvoering: Les 1: We kregen de F1, de kinderen van de P1. 2 Vrouwtjes en 2 mannetjes. Deze waren verdoofd, de bedoeling was dat we ze gingen bekijken en de kenmerken opschreven. Dit deden we door ze op een wit papiertje te leggen en ze te bestuderen met een loep en de resultaten hebben we opgeschreven. Les 2: We kregen weer de F1 te zien. Deze waren nu niet meer verdoofd en ze hadden (veel) eitjes gelegd. We moesten de F1 er tussenuit halen, door ze te verdoven met ether en daarna moesten we ze in het oliegraf doen. Het verdoven ging zo: ten eerste moesten we met het buisje (met daarin de vliegjes) schudden zodat de vliegjes naar de (voedings) bodem gingen, daarna konden we het kurkje van het buisje halen en het trechtertje erop zetten. Onder aan het trechtertje lagen een paar druppeltjes Ether, hierdoor werden de Pagina 2 van 11

vliegjes (tijdelijk) verdoofd. Na een paar seconde waren alle vliegjes verdoofd en konden we ze uit het trechtertje halen (onderaan was een soort van klepje). Les 3: De eitjes van de F1 waren uitgekomen. De F2 moesten we verdoven om ze te onderzoeken. Het verdoven ging zo: ten eerste moesten we met het buisje (met daarin de vliegjes) schudden zodat de vliegjes naar de (voedings) bodem gingen, daarna konden we het kurkje van het buisje halen en het trechtertje erop zetten. Onder aan het trechtertje lagen een paar druppeltjes Ether, hierdoor werden de vliegjes (tijdelijk) verdoofd. Na een paar seconde waren alle vliegjes verdoofd en konden we ze uit het trechtertje halen (onderaan was een soort van klepje). Nadat we ze verdoofd en onderzocht hadden moesten we ze ook in het oliegraf doen. Hierbij was ons practicum beëindigd. Kort samengevat zonder toelichtende uitleg: Week 1: de TOA doet de ouders bij elkaar. Week 2: de TOA verwijdert de ouders. Week 3: de F1 leeft, deze worden aan ons gegeven als ze al bedwelmd zijn. Wij krijgen allemaal twee vrouwtjes en mannetjes die we in een reageerbuis met voedingsbodem moeten stoppen. Week 4: de F1 eruit halen door ze te bedwelmen met ether. Ook gaan we trainen om de mannetjes en vrouwtjes te kunnen herkennen. Week 5: F2 is nu levend, die gaan we bedwelmen met ether en daarna kunnen we bekijken wat mannetjes en wat vrouwtjes zijn. Ook bekijken we of de vliegjes witte of rode ogen hebben en vleugelstompjes of lange vleugels hebben. Die aantallen moeten we invoeren in de computer (en voor ons zelf natuurlijk noteren). Hieruit kunnen de totaalresultaten worden afgeleid, en daarmee kunnen we aan de slag. Waarnemingen: De waarnemingen heb ik samengevat in een tabel: + = normaal vliegje. vg = vliegje met vleugelstompjes en rode ogen. wh = vliegje met witte ogen en normale vleugels. vgwh = vliegje met vleugelstompjes en witte ogen. Eigen resultaten: F1 van les 1: Kruising A F1 Vrouwtje rode ogen met vleugels = + Vrouwtje witte ogen met vleugels = wh Mannetje rode ogen met vleugels = + Mannetje witte ogen met vleugels = wh Pagina 3 van 11

Kruising B: F1 Vrouwtje rode ogen met vleugels = + Vrouwtje rode ogen met vleugels = + Mannetje rode ogen met vleugels = + Mannetje rode ogen met vleugels = + Eigen resultaten: F2 van les 3: Donkere (zwarte) + vg wh vgwh vrouw man vrouw man vrouw man vrouw man A 4 16 2 5 2 6 3 2 B 16 15 0 10 17 4 0 6 Totaal resultaten: F2: 4 VWO 02-03 Donkere (zwarte) Rode o+gen vg wh vgwh vrouw man vrouw man vrouw man vrouw man A 368 388 347 175 118 135 113 123 B 492 274 0 256 163 95 0 74 Verwerking: + = vliegje met rode ogen en vleugels. vg = vliegje met vleugelstompjes en rode ogen. wh = vliegje met witte ogen en normale vleugels. vgwh = vliegje met vleugelstompjes en witte ogen. Eigen resultaten: F2 van les 3: Donkere (zwarte) + vg wh vgwh vrouw man vrouw man vrouw man vrouw man A 4 16 2 5 2 6 3 2 Pagina 4 van 11

B 16 15 0 10 17 4 0 6 Totaal resultaten: F2: 4 VWO 02-03 Donkere (zwarte) Rode o+gen vg wh vgwh vrouw man vrouw man vrouw man vrouw man A 368 388 347 175 118 135 113 123 B 492 274 0 256 163 95 0 74 Kruising A: Verhouding voor rode ogen : witte ogen = 368+347 = 715 vrouwtjes met rode ogen 388+175 = 563 mannetjes met rode ogen 715+563 = 1278 vliegjes met rode ogen 118+113 = 231 vrouwtjes met witte ogen 135+123 = 258 mannetjes met witte ogen 231+258 = 489 vliegjes met witte ogen 1278 : 489 is ongeveer gelijk aan 3 : 1 Kruising B: Verhouding voor rode ogen : witte ogen = 492+0 = 492 vrouwtjes met rode ogen 274+256 = 530 mannetjes met rode ogen 492 + 530 = 1022 vliegjes met rode ogen 163+0 = 163 vrouwtjes met witte ogen 95+74 = 169 mannetjes met witte ogen 163+169 = 332 vliegjes met witte ogen 1022 : 332 is ongeveer gelijk aan 3 : 1 Totaal resultaten: F2: 4 VWO 02-03 Donkere (zwarte) Rode o+gen vg wh vgwh vrouw man vrouw man vrouw man vrouw man A 368 388 347 175 118 135 113 123 B 492 274 0 256 163 95 0 74 Kruising A: verhouding vleugeltjes : vleugelstompjes Pagina 5 van 11

368+118 = 468 vrouwtjes met vleugeltjes 388+135 = 523 mannetjes met vleugeltjes 468 + 523 = 991 vliegjes met vleugeltjes 347+113 = 460 vrouwtjes met vleugelstmp. 175+123 = 298 mannetjes met vleugelstmp. 460 + 298 = 758 vliegjes met vleugelstompjes 991 : 758 is ongeveer gelijk aan 1 : 1 Kruising B: verhouding vleugeltjes : vleugelstompjes 492+163 = 655 vrouwtjes met vleugeltjes 274+95 = 369 mannetjes met vleugeltjes 655+369 = 1024 vliegjes met vleugeltjes 0+0 = 0 vrouwtjes met vleugelstmp. 256+74 = 330 mannetjes met vleugelstmp 0+330 = 330 vliegjes met vleugelstompjes 1024 : 330 is ongeveer gelijk aan 3 : 1 Verklaring van groepsresultaten en totaalresultaten: Mijn resultaten wijken iets af van de totale resultaten, dit komt waarschijnlijk omdat wij maar een paar vliegjes onderzocht hebben. Geslachtsverhoudingen: Totale resultaten: Kruising A: 368+347+118+113 = 946 vrouwtjes 388+7+135+123 = 653 mannetjes. Dat betekent: 946 : 653 = 1 : 1 Kruising B: 492+0+163+0 = 655 vrouwtjes 274+256+95+74 = 699 mannetjes Dat betekent: 655 : 699 = 1 : 1 Eigen resultaten: Kruising A: 4+2+2+3 = 11 vrouwtjes 16+5+6+2 = 29 mannetjes Dat betekent: 11 : 29 = 1 : 3 Kruising B: 16+0+17+0 = 33 vrouwtjes 15+10+4+6 = 35 mannetjes Dat betekent: 33: 35 = 1 : 1 XA = rode ogen Xa = witte ogen B = gewone vleugels b = vleugelstompjes P1: M (?) & V (?) Pagina 6 van 11

F1: kruising A: 2M & 2V kruising B: 2M & 2V M: XA (B) en Xa (B) M: XA (B) en XA (B) V : XA (B) en Xa (B) V : XA (B) en XA (B) F2: kruising A: 29M & 11V kruising B: 35M & 33V M: 16 XAB, 5 XAb, 6 XaB, 2 Xab M: 15 XAB, 10 XAb, 4 XaB, 6 Xab V: 4 XAB, 2 XAb, 2 XaB, 3 Xab V: 16 XAB, 0 XAb, 17 XaB, 0 Xab KRUISING A A A A A A A A X- chromosomale overerving: Ogen: P XaXa XAY Geslachtscellen: Xa XA of Y F1 XAXa XaY geslachtscellen XA of Xa Xa of Y F2 Xa Y XA XAXa XAY Xa XaXa XaY F2 Monohybride kruising: Vleugels: p bb BB geslachtscellen b B F1 Bb Bb geslachtscellen B of b B of b F2 B b B BB Bb b Bb bb F2 Dihybride kruising: p XaXabb XAYBB geslachtscellen Xab XAB of YB F1 XAXaBb XaYBb geslachtscellen XAB of XAb of XaB of Xab XaB of Xab of YB of Yb F2 XaB Xab YB Yb XAB XAXaBB XAXaBb XAYBB XAYBb XAb XAXaBb XAXabb XAYBb XAYbb XaB XaXaBB XaXaBb XaYBB XaYBb Pagina 7 van 11

Xab XaXaBb XaXabb XaYBb XaYbb Fenotypen: normaal : vleugelstompjes : witte ogen : vleugelstompjes en witte ogen = 6 : 2 : 6 : 2 Maar deze kan ook anders XA = rode ogen Xa = witte ogen B = normale vleugels B = vleugelstompjes X-chromosomale kruising: Ogen p XaXa XAY geslachtscellen Xa XA of Y F1 XAXa XaY geslachtscellen XA of Xa Xa of Y F2 Xa Y XA XAXa XAY Xa XaXa XaY Monohybride kruising: Vleugels p bb BB geslachtscellen b B F1 Bb Bb geslachtscellen B of b B of b F2 B b B BB Bb b Bb bb Dihybride kruising: p XaXaBB XAYbb geslachtscellen XaB XAb of Yb F1 XAXaBb XaYBb geslachtscellen XAB of XAb of XaB of Xab XaB of Xab of YB of Yb F2 XaB Xab YB Yb XAB XAXaBB XAXaBb XAYBB XAYBb XAb XAXaBb XAXabb XAYBb XAYbb XaB XaXaBB XaXaBb XaYBB XaYBb Pagina 8 van 11

Xab XaXaBb XaXabb XaYBb XaYbb Fenotypen: normaal : vleugelstompjes : witte ogen : vleugelstompjes en witte ogen = 6 : 2 : 6 : 2 Kruising: B B B B B B B B B B B XA = rode ogen Xa = witte ogen B = gewone vleugels b = vleugelstompjes X- chromosomale overerving: Ogen p XAXA XaY geslachtscellen XA Xa of Y F1 XAXa XAY Geslachtscellen XA of Xa XA of Y F2 XA Y XA XAXA XAY Xa XAXa XaY Monohybride kruising: Vleugels p bb BB geslachtscellen b B F1 Bb Bb geslachtscellen B of b B of b F2 B b B BB Bb b Bb bb Dihybride kruising: p XAXAbb XaYBB geslachtscellen XAb XaB of YB F1 XAXaBb XAYBb geslachtscellen XAB of XAb of XaB of Xab XAB of XAb of YB of Yb F2 XAB XAb YB Yb XAB XAXABB XAXABb XAYBB XAYBb Pagina 9 van 11

XAb XAXABb XAXAbb XAYBb XAYbb XaB XAXa BB XAXaBb XaYBB XaYBb Xab XAXaBb XAXabb XaYBb XaYbb Fenotypen: normaal : vleugelstompjes : witte ogen : vleugelstompjes en witte ogen = 9 : 3 : 3 : 1 Maar hij kan ook anders. XA = rode ogen Xa = witte ogen B = gewone vleugels b = vleugelstompjes X-chromosomale overerving: Ogen p XAXA XaY geslachtscellen XA Xa of Y F1 XAXa XAY Geslachtscellen XA of Xa XA of Y F2 XA Y XA XAXA XAY Xa XAXa XaY Vleugels Monohybride kruising: p bb BB geslachtscellen b B F1 Bb Bb geslachtscellen B of b B of b F2 B b B BB Bb b Bb bb Dihybride kruising: p XAXABB XaYbb geslachtscellen XAB Xab of Yb F1 XAXaBb XAYBb geslachtscellen XAB of XAb of XaB of Xab XAB of XAb of YB of Yb F2 XAB XAb YB Yb Pagina 10 van 11

XAB XAXABB XAXABb XAYBB XAYBb XAb XAXABb XAXAbb XAYBb XAYbb XaB XAXa BB XAXaBb XaYBB XaYBb Xab XAXaBb XAXabb XaYBb XaYbb Fenotypen: normaal : vleugelstompjes : witte ogen : vleugelstompjes en witte ogen = 9 : 3 : 3 : 1 Conclusie: voor de kruising A geldt dat de ouders van de F1 de genotypen XaXabb XAYBB of XaXaBB XAYbb hebben. En dus hebben ze de fenotypen van een vrouwtje met witte ogen en vleugelstompjes een mannetje met rode ogen en normale vleugels of een vrouwtje met witte ogen en normale vleugels een mannetje met rode ogen en vleugelstompjes. De ouders van de F1 van de kruising B hebben de genotypen XAXAbb XaYBB of XAXABB XaYbb. En dus hebben ze de fenotypen van een vrouwtje met rode ogen en vleugelstompjes een mannetje met witte ogen en normale vleugels of een vrouwtje met rode ogen en normale vleugels een mannetje met witte ogen en vleugelstompjes. De monohybride kruising en de X-chromosomale overerving komen overeen met de theorie van het boek. De dihybride kruising van B komt wel overeen, alleen ene eigenschap ligt in de x-chromosomen en de andere eigenschap niet, maar voor de dihybride kruising van A is anders dan het boek. De hypothese klopt wel, want inderdaad zijn de normale eigenschappen dominant. Pagina 11 van 11