Impressieverslag thema-avond De succesvolle brugklasser, 21 april 2010 Welkom en inleiding Otger Meuwissen, penningmeester van ouderplatform Gooi & Omstreken, heet de aanwezigen welkom bij deze 10 e themabijeenkomst en vertelt kort iets over de achtergrond van het Ouderplatform. Ouderplatform Gooi & Omstreken Het Ouderplatform heeft als doel om de belangen te behartigen van ouders van leerplichtige kinderen op het gebied van onderwijs en zorg in de regio. Hieronder enkele activiteiten van het Ouderplatform: Het is de bedoeling dat de jeugdzorg, het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en de onderwijszorg samen één zorglijn gaan vormen, op de scholen en bij de CJG s. Het Ouderplatform praat namens de ouders mee over de organisatie hiervan en hoe de zorg voor ouders voor ouders zo toegankelijk mogelijk gemaakt kan worden. Het Ouderplatform ondersteunt individuele ouders en wil dat uitbreiden tot een 'ouder-voor-ouder-steunpunt', mogelijk binnen of in de buurt van de CJG s. Het Ouderplatform inventariseert het aantal rugzakleerlingen in het basisonderwijs in de regio. Momenteel bestaat hiervan geen overzicht. Het Ouderplatform praat met het basisonderwijs over Passend Onderwijs in de regio. Het Ouderplatform organiseert tweemaal per jaar een avond rond een thema dat bij ouders leeft. Naast het geven van informatie zijn de avonden bedoeld om ouders, onderwijs en zorg met elkaar in gesprek te brengen. Het Ouderplatform organiseert, op verzoek van ouders, informele contactavonden of lotgenotenavonden voor ouders met een kind uit een specifieke doelgroep. Het Ouderplatform hoort graag wat wensen, behoeften, zorgen of klachten van ouders zijn. Er is een website in ontwikkeling; via ouderplatform.het.gooi@gmail.com kan contact met het Ouderplatform worden opgenomen. Inleiding Het thema van deze bijeenkomst, De succesvolle brugklasser, is gekozen omdat veel kinderen problemen ondervinden bij de overgang van basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Uit onderzoek blijkt dat een goede voorbereiding op deze stap een positief effect heeft op de verdere schoolcarrière van een kind. De bedoeling van de avond is om te komen tot aanbevelingen die bijdragen aan een succesvolle start van de brugklasleerling. Deze aanbevelingen vormen de eerste aanzet voor een eigen handboekje voor ouders; een 'Kijkwijzer' met een overzicht van scholen en tips over waar je op moet letten bij de schoolkeuze. Otger stelt de beide sprekers voor: Co de Custer, projectleider Passend Onderwijs voor het Gooi en Marij Bosdriesz, werkzaam voor het Nederlands Jeugd Instituut, het expertisecentrum voor Jeugd en Opvoeding. Kernprocedure overdracht van primair naar voortgezet onderwijs in het Gooi Co de Custer schetst aan de hand van een Powerpoint presentatie hoe de overgang van primair naar voortgezet onderwijs in het Gooi eruit komt te zien. Hij benadrukt dat dit beleid nog in ontwikkeling is en dat het op dit moment nog niet is ingevoerd.
Er komt een convenant tussen primair en voortgezet onderwijs, waarin het gaat over de overdracht van de een naar de ander. Voor het primair onderwijs is de vraag: wat geef je mee? Voor het voortgezet onderwijs is de vraag hoe de kinderen ontvangen worden. Voor de kinderen is het een transitiemoment. Daarin zijn ze kwetsbaar en wat ze het meest nodig hebben is een gevoel van veiligheid. Zowel ouders als primair en voortgezet onderwijs kunnen daaraan bijdragen. De overdracht heeft een koude en een warme kant. Aan de koude kant, via papier, gaat het om: 1. Het basisschooladvies. De basisschool bepaalt op welke opleiding een kind wordt aangemeld. 2. De Cito-score 3. De Entreetoets groep 7. Met deze toets worden eventuele achterstanden gesignaleerd, waar in groep 8 aan gewerkt kan worden. 4. Aanvullende onderwijskundige informatie, bijvoorbeeld als een kind speciale aandacht nodig heeft, bijvoorbeeld omdat het dyslexie heeft of hoogbegaafd is. 5. Kwalificaties over tempo, niveau en gedrag De regie hierover ligt bij het primair onderwijs, waarbij de ouder gelijkwaardige gesprekspartner is. De ouder is ook verantwoordelijk voor de aanmelding bij het voortgezet onderwijs. Om de ouders voldoende te informeren, wordt de procedure in het primair onderwijs als volgt: 1. Het gesprek over het vervolgonderwijs start in groep 7. Daarbij zijn naast de ouder(s) tenminste twee professionals van het basisonderwijs aanwezig, bijvoorbeeld de IB-er en de leerkracht. Op grond van de Entreetoets geeft de leerkracht een duidelijk beeld van de vaardigheden, attituden en individuele werkpunten van de leerling. Dit gesprek moet op hoofdlijnen worden vastgelegd; vraag daarom als ouder of maak zelf een verslag. 2. In groep 8 vindt voor de kerstvakantie een vervolggesprek plaats. Bij dit gesprek is vanuit de basisschool tenminste één persoon aanwezig die ook bij het eerste gesprek was. In het gesprek wordt de ontwikkeling van de werkpunten doorgenomen en wordt in hoofdlijnen het basisschooladvies vastgelegd. De Cito-score is één van de onderdelen van het advies. Het advies van het basisonderwijs is bindend; hier komt ook in te staan of er een warme overdracht nodig is. Bij leerlingen die naar het leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) of naar het praktijkonderwijs gaan, is er altijd een warme overdracht. De regie hierover ligt bij de school voor primair onderwijs. De school voor voortgezet onderwijs maakt een onderwijsrapport met een ontwikkelingsperspectief. Dit wordt samengesteld de ambulante begeleiders van zowel het primair als het voortgezet onderwijs, de IB-er, de ouder(s), de leerling en een lid van het zorgteam van het voortgezet onderwijs. In de huidige situatie blijkt er nog niet veel geregeld te zijn. De manier waarop leerlingen worden overgedragen is sterk afhankelijk van de basisschool en de school voor voortgezet onderwijs. Over het algemeen is er nu alleen sprake van een koude overdracht. Verder is er onvoldoende eenduidigheid. Scholen voor het voortgezet onderwijs bepalen in hoge mate zelf hun toelatingscriteria. Vaak wordt te weinig informatie overgedragen, ook van de ouders. Moeilijke informatie wordt vermeden, verzacht of niet benoemd, met de insteek dat leerlingen in het voortgezet een nieuwe kans krijgen, met een schone lei kunnen beginnen of om te voorkomen dat het kind niet op de gewenste school van voortgezet onderwijs
wordt geaccepteerd. Maar om het kind een reële kans te geven moet je realistisch zijn: welke informatie is nodig om het kind ook in het voortgezet onderwijs de juiste zorg te kunnen bieden? Op dit moment mogen scholen voor voortgezet onderwijs nog weigeren, vanaf 2012 hebben ze, bij de invoering van Passend Onderwijs, een zorgplicht. Bij problemen kun je als ouder terecht bij Qinas, de coöperatie van samenwerkende schoolbesturen in het Gooi. Knelpunten zijn nu nog: - de positie van de ouders is onduidelijk - er is onvoldoende samenwerking met ouders - ouders houden informatie achter - scholen voor voortgezet onderwijs hebben onvoldoende kennis als het gaat om bepaalde zorgleerlingen Op dit moment zijn de scholen aan het kijken hoe ze met dat laatste punt omgaan; het kan zijn dat scholen zich gaan specialiseren. Samenvattend: De overdracht moet een proces worden waar alle partijen aan deelnemen en waarin alle partijen serieus worden genomen. Alle scholen hanteren daarbij hetzelfde overdrachtsdocument en volgen hetzelfde overdrachtproces. Ervaringsdeskundigheid Marij Bosdriesz heeft de formulieren doorgenomen die alle aanwezigen bij het begin van de avond hebben ingevuld. Uit die formulieren is veel informatie gekomen; zij wil focussen op tips en suggesties voor ouders om hun kinderen bij de overstap te begeleiden. Voor kinderen is het een grote gebeurtenis: ze gaan nieuwe kinderen ontmoeten, komen op een veel grotere school, krijgen te maken met veel leraren, veel vakken, zijn opeens weer de jongsten, moeten zelf hun boeken meenemen en hun huiswerk plannen. Het is nieuw en spannend. Als ouder vraag je je af of je kind voldoende (sociale) vaardigheden heeft om zich in deze nieuwe situatie te kunnen redden. - Een kind met ADHD vindt het heerlijk: tussen de lessen door mag gelopen worden. - Een kind is de eerste maanden voornamelijk bezig om een plek te krijgen in de groep, het onderwijs heeft niet de eerste prioriteit. - Voor een kind dat zich zorgen maakte over de grootte van het gebouw heeft de ouder van te voren een plattegrond opgevraagd en routes uitgestippeld. Ook voor ouders verandert de situatie: het contact met de school is veel minder, ze spreken niet meer alle leraren. Het is moeilijker te zien of het kind voldoende begeleiding krijgt. De vraag is hoe je als ouder het kind goed kunt begeleiden: heb je de goede school gekozen, moet je helpen met huiswerk? Je moet het kind loslaten, kun je dat? Het is positief voor het kind om aan zelfstandigheid te winnen. - Een ouder is op een open dag geweest, maar vindt het jammer om de school niet in bedrijf te kunnen zien voor kinderen zijn er vaak wel meeloopdagen, die zouden er eigenlijk ook voor ouders moeten zijn. Dan krijg je een echt schoolbeeld, bijvoorbeeld hoe in de praktijk wordt omgegaan met ADHD of dyslexie. - Het zou prettig zijn als je als ouder ouders zou kunnen spreken waarvan de kinderen al een aantal jaren op de school zitten. Bij open dagen zouden ouders aanwezig kunnen zijn om te vertellen hoe het er is. Of het systeem dat op een basisschool wordt gehanteerd, waarbij een nieuwe ouder wordt
geadopteerd door een andere ouder en van hem of haar een rondleiding krijgt. - Een ouder heeft van een AB-er de tip gekregen om een jaar van te voren al een gesprek aan te gaan met de school, aan de hand van een vragenlijst. Dat biedt de mogelijkheid om één op één vragen te stellen. Een andere ouder heeft de ervaring dat je als je zo n rondje maakt met een vragenlijst op heel veel scholen niet terecht kunt. Mentoren zijn vaak heel enthousiast. In de eerste twee jaar is vaak voldoende begeleiding, daarna wordt meer zelfstandigheid verwacht. Sommige kinderen lopen daarna alsnog vast. Het probleem is dat veel afhangt van de welwillendheid van individuele docenten, die niet het grote geheel zien. De mentor gaat over de zorg, de leerkracht draagt kennis over. - Er zou een adviesgroep van ouders moeten zijn, bijvoorbeeld op het gebied van ADHD of dyslexie, waar scholen informatie kunnen krijgen scholen weten ook niet alles. - Scholen hebben moeite met de dialoog met ouders, ze vinden het lastig om ouders als partner te zien. - Het ouderplatform zou een koppeling kunnen maken met ouders van zorgleerlingen die al op het voortgezet onderwijs zitten, zodat je niet iedere keer het wiel uit hoeft te vinden. - Scholen voor havo/vwo zien het als hun core business om kinderen op te leiden voor een diploma. Ingewikkelder vragen zijn ze niet aan gewend/niet voor toegerust. Ze kunnen niet goed omgaan met een zorgvraag. Op het vmbo is men hier al eerder over na gaan denken, daar hebben leerlingen minder docenten, is de band sterker en wordt meer met elkaar samengewerkt. Kun je je kind met zorgvraag dan maar beter daar aanmelden? Het overstijgend thema van Passend Onderwijs is nu juist om leerlingen te laten integreren, niet te selecteren. De basisschool moet goede informatie aan kinderen en ouders geven en hen daar actief mee aan de gang laten gaan. - Laat brugklassers een boekje met hun ervaringen maken voor de leerlingen van groep 8 van hun vroegere basisschool. Of nodig deze oud-leerlingen uit om te komen vertellen hoe het er is. - Maak een video over een school van voortgezet onderwijs. - Leer de kinderen op de basisschool plannen. - Geef aan ouders goede informatie over wat de vo-scholen aan extra zorg te bieden hebben. - Een warme overdracht is van belang voor bijna alle kinderen, zeker voor zorgleerlingen. Ook bij een kind dat geen indicatie heeft, weet de leerkracht van de basisschool vaak wat het kind nodig heeft. - Betrek de kinderen bij de overdracht, bijvoorbeeld door ze samen met leerkracht en ouder een portfolio te laten maken, waarmee ze laten zien wie ze zijn. - Geef ouders al in groep 7 een idee over welke soort onderwijs bij het kind past. - Wissel ervaringen uit met het voortgezet onderwijs: laat zien hoe het zit met de zorg en hoe ze dat aanpakken. - Bied extra begeleidingsmogelijkheden, bijvoorbeeld extra sociale vaardigheidstraining.
Vanuit het voortgezet onderwijs kunnen meeloopdagen voor kinderen en ouders worden georganiseerd. Sommige scholen werken met leerlingmentoren (buddy's). Ouders, met name ouders van kinderen met een extra zorgvraag, willen graag begeleiding hebben, bij een gesprek kan bijvoorbeeld de psychologe die een kind begeleid mee naar school. Welke school is het beste voor mijn kind? Basisscholen kunnen advies geven, je kunt ook ervaringen uitwisselen met andere ouders. Er komen tips voor een soepele overgang op papier, die zich op de verschillende betrokken partijen richten. Leidraad is, dat je het met elkaar moet doen. Daarin is vertrouwen van wezenlijk belang, ieder kent nu eenmaal een deel van de werkelijkheid van het kind. Otger Meuwissen vertelt dat het Ouderplatform oorspronkelijk is opgericht door ouders die problemen hadden met het vinden van een goede vo-school voor hun kind met een extra zorgbehoefte. Kinderen met een zorgvraag kunnen in onze regio nauwelijks een goede plaats vinden. Het Ouderplatform verzamelt ervaringen van ouders en geeft deze door aan andere ouders en zo nodig aan het onderwijs en/of de overheid. Ouders kunnen elkaar tips geven over welke scholen geschikt zijn. Otger nodigt ouders uit om hun ervaringen te delen en om mee te denken of te doen binnen het Ouderplatform, bijvoorbeeld als contactouder op een school of in een gemeente. Ouders kunnen daarbij aangeven waar hun belangstelling naar uitgaat. Hoe meer ouders betrokken raken, hoe serieuzer ouders worden genomen! Ouders kunnen contact opnemen met het Ouderplatform per email: ouderplatform.het.gooi@gmail.com of telefonisch : 06-11323776. JJG