Onderwerp advies inzake voorlopige erkenning van DeNíeuwe Omroep (DNO)



Vergelijkbare documenten
Uw brief van. 28 juni 2004

Advies hernieuwde aanvraag zendtijdtoewijzing Heusdense Televisie en Radio Stichting

gezien de aanvraag tot aanwijzing van Stichting MEDIA036 als lokale publieke mediainstelling

PS2008WMC : adviesaanvraag inzake zendtijdtoewijzing regionale omroep. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5

Overzicht van eisen voor erkenning als omroeporganisatie voor de periode Disclaimer

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Waarborgen van platina, gouden en zilveren voorwerpen over de periode

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein "Invoerrechten en accijnzen" over de periode

Toelichting Raad zaaknummer 48672

gezien de aanvraag tot aanwijzing van GennepNews als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Gennep, bij van 31 maart 2017;

Raadsvoorstel. Neerijnen

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,

gezien de aanvraag tot aanwijzing van Stichting PopUpTv als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Schiedam, bij brief van 4 mei 2016;

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden zorgdrager minister van BZK, beleidsterrein Nationale Ombudsman over de periode

gezien de aanvraag tot aanwijzing van SLOAD als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Aalten, bij brief van 15 augustus 2016;

Hilversum, 24 februari Commissariaat voor de Media

Raadsvoorstel inzake zendtijdverlenging voor Omroep Eindhoven

Raad voor Cultuur. Telefax

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

gelet op de artikelen 2.61 tot en met 2.69 van de Mediawet 2008; gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer B&P pdi mr. M.P.H. Betzel (035)

Onderwerp Advies van de Raad voor Cultuur inzake Meerjarenbegroting landelijke publieke omroep

Raadsvergadering d.d. : 28 en 30 juni 2016 Agendanr.: 6d. : Bestuurlijk handelen en dienstverlening

Het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat),

Besluit om: 1. Het Commissariaat voor de Media positief te adviseren over zendtijdtoewijzing aan Stichting Stadsomroep Tiel

Gemeente jn Bergen op Zooth 1 9 DEC 2007

Besluit. A. Gevolgde procedure. Kenmerk: /703258

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer ZKZ za Mevr. Z.S.A. Aleksic (035)

Raad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,

gezien de adviezen van de gemeenteraden van Alblasserdam, Hardinxveld-Giessendam, Molenwaard en Sliedrecht;

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 27959/ mr. drs. Ronald van den Broek +31 (0)

thema's. De omroep is het niet eens met de passage in het advies waarin wordt gesteld

gezien het advies van Provinciale Staten van Groningen van 24 april 2013;

Onderwerp Advies van de Raad voor Cultuur inzake de Meerjarenbegroting landelijke publieke omroep

Afwijzing verzoek om handhaving

gemeente Eindhoven Raadsvoorstelbetreft Een sterke stad verdient een sterke lokale publieke

gezien de adviezen van de raden van de gemeenten Boxmeer, Grave, Sint Anthonis en Cuijk, van respectievelijk 30 juni, 5 juli, 7 juli en 11 juli;

Het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat),

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer / mr. Margreet Verhoef +31 (0)

Informatieve bijeenkomst concessie lokale omroep

Bij brieven van 19 maart 2015 geven Streekomroep en BLOS aan voornemens zijn te fuseren.

EO t.a.v. Directie en Bestuur Postbus BA Hilversum. Geachte Directie en Bestuur,

gelet op de artikelen 4:81 en 5:16 van de Algemene wet bestuursrecht, - strekking van de regeling -

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer Brief, d.d. 23 januari 2002 ZKZ rs R.J. van der Schagt (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa/nevenactiviteiten/ BIS

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

ZKZ lw Mevr. J.B.M. Wiersma (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer ZKZ za Mevr. Z.S.A. Aleksic (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer SBO jnt Mevr. drs. J. Terpstra (035)

Raad voor Cukuur. De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen mevrouw drs. M. van der Laan Postbus LZ Zoetermeer

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /619583

Reactie rapport Visitatiecommissie Landelijke Publieke Omroep

gezien het advies van de raad van de gemeente Rozendaal, van 15 september 2015;

Onderwijsraad. Aan de minister van onderwijs LZ Zoetermeer. Tel vy/eb d.d. 2k november 1988

3. Voor de relevante bepalingen wordt verwezen naar bijlage 1.

*Z015B66BD5F* documentnr.: INT/C/16/24320 zaaknr.: Z/C/16/28706

Nederlandse Omroep Stichting T.a.v. Directie en Bestuur Postbus JT Hilversum. Onderwerp Beoordeling nevenactiviteit NOS

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer -- ZKZ za Mevr. Z.S.A. Aleksic (035)

Nederlandse Omroep Stichting T.a.v. Directie en Bestuur Postbus JT Hilversum. Onderwerp Beoordeling nevenactiviteit NOS

2 4 AUG 2010 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA. Gemeente Tynaario T.a.v. de raadsgriffier Postbus AA VRIES. Geachte raadsgriffier,

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ibo Mevr. mr. I.M. Borninkhof (035)

Aan: de gemeenteraad Vergadering: 09 februari 2015

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb);

Hfierhugowa ard VQOrstelnummer: Stad van kansen

Bijgaand zenden wij u het besluit dat is genomen inzake het programmaonderdeel Schiphol TV.

Bestuurlijk rechtsoordeel

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ibo mr. I.M. Borninkhof-Slabbers (035)

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Mededingingsbeleid over de periode

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.20, tweede lid, artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008

*Z0213EC1FD3* Beoordeling lokale omroepen RMPGO en RTV GO (Stichting Radio Superstar) separaat aan de eisen van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer -- ZKZ za Mevr. Z.S.A. Aleksic (035)

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa iw Mevr. mr. I.E. Wiendels (035)

Algemene Omroepvereniging AVRO t.a.v. Directie en Bestuur Postbus JA HILVERSUM. Onderwerp Beoordeling melding nevenactiviteit

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

zaaknummer: blad: 1/6 datum nota:

Criteria: W=wettelijk, A= aanvullend Omroep Maasduinen GennepNews. + Rechtsvorm: stichting

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /

Arbodienst. Klacht; verzoeker/arbodienst

6. De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ibo

4. Nadere gegevens met betrekking tot de aanvraag van ZOO heeft het Commissariaat ontvangen bij bericht van 26 februari 2015.

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Het verlenen van een uitzendlicentie voor een onverkorte vastlegging van de AVRO (Canal Pride 2013).

COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA

Onderwerp : Advies aanvraag Commissariaat voor de Media

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Beschikking op ontheffingsverzoek

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer SBO lvdz Mevr. drs. L.E. van der Zee (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer B&P jnt Mevr. drs. J.Terpstra (035)

CONVENANT VIJFJAREN AFSPRAKEN BEKOSTIGING LOKALE OMROEP REIMERSWAAL DOOR GEMEENTE REIMERSWAAL

Het redactiestatuut van PowNed is vastgesteld door het Bestuur op 11 april 2018 en goedgekeurd door de Raad van Toezicht.

Besluit toestemming nevenactiviteit

Beschikking op ontheffingsverzoek

Kenmerk: / Betreft: afwijzing aanvraag nevenactiviteit Het exploiteren van twee digitale reclameschermen langs de Rijksweg.

Transcriptie:

Aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen de heer dr. F. van der Ploeg Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Onderwerp advies inzake voorlopige erkenning van DeNíeuwe Omroep (DNO) Mijnheer de Staatssecretaris, Per brief van 1 mei 2000 (MLB/JZ/2000/17.373) hebt u de Raad voor Cultuur advies gevraagd over de aanvraag van DeNíeuwe Omroep (DNO) voor het verkrijgen van een voorlopige erkenning voor programmaverzorging voor landelijke omroep. U verzocht de Raad zijn advies uiterlijk binnen vier weken na dagtekening van uw brief aan u te doen toekomen. De Raad heeft u per brief van 12 mei 2000 (med- 2000.1507/1) laten weten niet te kunnen voldoen aan deze termijn, maar het advies direct na vaststelling in zijn vergadering van 22 juni a.s. aan u te zullen toezenden. R.J. Schimmelpennincklaan 3 Postbus 61243 2506 AE Den Haag Telefoon 070-310 66 86 Telefax 070-361 47 27 E-mail cultuur@cultuur.nl Datum 23 juni 2000 Uwkenmerk MLB/IZ/2000/17.373 Uwbriefvan 1 mei 2000 Ons kenmerk Uw verzoek aan de Raad betreft met name de inhoudelijke toetsing van het beleidsplan van DNO aan de voorwaarden die de wet daaraan stelt, zoals vermeld onder a. en e. van de adviesaanvrage. In het bijzonder vraagt u het oordeel van de Raad of uit het beleidsplan voldoende blijkt dat in het programmabeleid de identiteit van de aanvrager tot uitdrukking komt, of met de voorgenomen programmering de verscheidenheid in de landelijke omroep wordt vergroot en daarmee een vernieuwende bijdrage wordt geleverd aan de verwezenlijking van de taakopdracht van de publieke omroep zoals die na mvoering van de Concessiewet luidt, en of uit het beleidsplan voldoende blijkt dat de aanvrager bereid is tot samenwerking binnen de landelijke publieke omroep. Op deze onderdelen wordt in het onderstaande advies achtereenvolgens mgegaan. Criteria genoemd onder a. van de adviesaanvraag [de onderstaande gecursiveerde tekst is ontleend aan de adviesaanvraag waarm verwezen wordt naar de desbetreffende artikelen in de Concessiewet en de Mediawet.] De aanvrager is een omroepvereniging, dat wil zeggen: - een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid; - die als statutaire (hoofd)doelstelling heeft het ter uitvoering van de taak van de publieke omroep op landelijk niveau verzorgen van een programma voor algemene omroep en alle activiteiten met betrekking tot programmaverzorging en uitzending te verrichten

die daartoe nodig zijn; en - die zich blijkens de statuten ten doel stelt in het programma een bepaalde, in de statuten aangeduide maatschappelijke, culturele, geestelijke ofgodsdienstige stroming te vertegenwoordigen en zich in het programma te richten op bevrediging van in het volk levende maatschappelijke, culturele. godsdienstige dan wel geestelijke behoeften (mede in het licht van de wetsgeschredenis en jurisprudentie). De onder de tweede en derde gedachtestreep vermelde voorwaarden Pagna hebben weliswaar betrekking op inhoudelijke zaken, maar zijn 2 tegelijkertijd van overwegend formeel-juridische aard, zeker gelet op onskenmerk latere besluitvorming over het zogenaamde stromingsbeginsel bij de behandeling van de wet en de rechtsspraak. Het ligt naar de mening van de Raad dan ook meer binnen de formele taakopdracht van het Commissariaat voor de Media om hierover een (meer juridisch) oordeel te vellen. Deze opvatting wordt bevestigd in de adviesaanvraag, die voor de Raad in het bijzonder wordt toegespitst op de voorwaarden genoemd onder e. Hierop wordt later in dit advies ingegaan. Met dit voorbehoud wil de Raad niettemin met name wat de stromingseis betreft enkele korte opmerkingen maken. Op grond van de bij het plan gevoegde Oprichtingsakte kan worden vastgesteld dat de aanvrager zonder meer voldoet aan het criterium dat hij een verentgrng met volledige rechtsbevoegdheid dient te zijn. Ook aan het criterium dat de vereniging als statutaire (hoofd)doelstelling moet hebben dat zi j op landeliik niveau een programma wil verzorgen voor algemene omroep, wordt voldaan getuige de tekst van artikel 2, lid 1 sub a van de statuten van DNO, waarin dit criterium vri jwel letterlijk is overgenomen. DeNíeuwe Omroep duidt in het derde lid van artikel 2 van de statuten de stroming aan als: "de stroming... die van mening is dat er een omroepvereniging moet zijn die structureel aandacht besteedt aan maatschappelijke onderwerpen op het gebied van economie en ecologie, de rechten van mens en dier en aan de tegenstelling tussen welvaart en armoede in deze wereld." In het beleidsplan 'Een Níeuwe Omroep, Een Níeuwe Lente wordt de stroming die DNO wil vertegenwoordigen in zeer brede en algemene bewoordingen omschreven. Enerzijds is het de vraag of hiermee een herkenbare stroming m onze samenleving wordt gedefinieerd: in zekere zin zou iedere Nederlander tot deze "stroming" gerekend kunnen worden. Anderzijds kan de aanhang die DNO heeft weten te verwerven ipso facto betekenen dat deze een strommg vertegenwoordigt. Dit gegeven heeft enige tijd geleden ongetwijfeld ook een rol gespeeld bij de toekenning van de zendbevoegdheid aan BNN. Het is dan ook eerder aan de leden van de omroepvereniging zelf om toe te zien op de realisatie van de statutaire doelstellingen betreffende de vertegenwoordiging

van de genoemde stroming en de bevrediging van de door haar veronderstelde 'in het volk levende behoeften Overigens heeft de Raad in het beleidsplan van DNO geen aanwijzingen gevonden dat de vereniging formeel of materieel gelegitimeerd wordt door organisaties die op het door DNO beschreven terrein actief zijn. Criteria genoemd onder e. van de adviesaanvraag {de onderstaande gecursiveerde tekst is ontleend aan de adviesaanvraag waarin verwezen wordt naar de desbetreffende artikelen in de Pagna Concessiewet en de Mediawet.] 3 Uit het beleidsplan blijkt voldoende dat; - het programma dat de omroepvereniging voornemens is te verzorgen zodanig afwijkt van de programma's van de andere omroepen, dat het de verscheidenheid in de landelijke omroep vergroot en daarmee een vernieuwende bijdrage levert aan de verwezenlijking van de taakopdracht van de landelijke omroep; - in het programmabeleid de identiteit van de aanvrager tot uitdrukking komt; - het programma voldoet aan de eisen van de M ediawet: - voldoende bereidheid bestaat tot samenwerking met collegaomroepen, mede in het licht van de uitvoering van de taak van de publieke omroep en de concessie als bedoeld in artikel 30a van de Mediawet. De Raad wijst erop dat hij, alvorens een oordeel uit te spreken over het programmabeleid van DNO, zich slechts kan baseren op de programmatische plannen zoals deze zijn uitgeschreven in het beleidsplan van DNO. Hij noemt hierbij in het bijzonder: - programma's van DNO zijn gericht op drie thema's (arrnoede en rijkdom; ecologie en economie; oude en nieuwe media); - programma's worden gemaakt als onderdeel van een platform van individuen en organisaties die actief zijn op de bovengenoemde thema's (organisatorisch niet ondergeschikt maar in een netwerkformule); - DNO zegt hierbij een 'zendingsdrang' te hebben en wil ook invloed uitoefenen; hij formuleert daarvoor een (geëngageerd) journalistiek credo in die zin dat zijn belangrijkste taak is om "al diegenen die betrokken zijn bij ontwikkelingshulp, milieubescherming en de ontwikkeling van nieuwe media positief kritisch te volgen" en "hen aan te spreken op hun activiteiten en de resultaten daarvan of juist op het ontbreken van actie"; - televisie-programmering is flexibel: het vaste programmaschema kan snel vervangen worden als de actualiteit daartoe aanleiding geeft; - er is een aantal vaste rubrieken (Actiejournaal, DeNíeuwe Media, Nieuwsweek) en er zijn enkele regelmatig terugkerende rubrieken (Een verre reis, The good, the bad and the ugly); - DNO denkt vooral programma's van informatieve en educatieve aard te brengen (35% van de programma's) en ook programma's van culturele aard en kunst (12,5%); - een belangrijk deel van de radio-zendtijd wordt besteed aan Referendum Radio (een dagelijks programma over een belangrijk Ons kenmerk

actueel onderwerp), waarbij publiek in de studio en luisteraars elders via de telefoon of internet kunnen reageren; - radio-reportages over acties en gebeurtenissen die gerelateerd zijn aan de thema's van DNO; - via internet worden thema's verder uitgediept en wordt bronnenmateriaal aangeboden; - via mternet wordt bijgedragen aan radio- en televisieprogramma's; - er is een zelfstandige bijdrage in die zin dat internet de kern is van het netwerk waar DNO deel van is (DNO wil faciliteiten aanbieden waar anderen, met behoud van hun identiteit, gebruik van kunnen Pagina maken); 4 - een browser wordt ontwikkeld, nieuwsbrieven worden verstuurd en onskenmerk andere projecten zijn in voorbereiding; - het print-aanbod van DNO voorziet in vermelding van programmagegevens (ook op internet), in de aankondiging van activiteiten van de omroep en recensie daarvan achteraf en besteedt aandacht aan de internet-activiteiten; - een nieuw journalistiek concept wordt geïntroduceerd door de samenhang van media (gedoeld wordt op televisie, internet, radio en programmablad) te benadrukken; de redacties voor televisie, internet, radio en programmablad zullen elkaars programma's waar mogelijk ondersteunen en regelmatig samen programmaformules ontwikkelen; er is één hoofdredacteur voor alle media. In een gesprek met de aanvragers hebben zij van hun kant nog eens onderstreept, wat huns inziens de essentie van hun bestaansrecht moet worden: * Een grote betrokkenheid bij genoemde vraagstukken, welke zij in onvoldoende mate aantreffen bij de bestaande omroepen. * Een kritische functie binnen het publieke bestel. * Een alerte en diepgaande rapportage bij actuele gebeurtenissen. Om te kunnen oordelen over de vraag of met de programmering van DNO de verscheidenheid in de landelijke omroep wordt vergroot en of daarmee een vernieuwende bijdrage wordt geleverd aan de verwezenlijking van de taakopdracht van de publieke omroep, heeft de Raad de voorgenomen programma's van DNO gelegd naast het bestaande programma-aanbod van de publieke omroep. Hij heeft daarbij gebruik gemaakt van de programmaschema's van de publieke omroep en de meerjarenplannen van de NOS. De exacte cijfermatige analyse zoals de NOS die in haar advies over dezelfde aanvraag heeft aangeleverd, heeft geen rol gespeeld bij de beoordeling van de aanvraag door de Raad maar dekt wel zijn inzichten hierover. In zijn oordeel heeft de Raad zich vooral gericht op de 'identiteitsgevoelige' programma's van DNO, d.w.z. het informatieve en culturele aanbod en het programma-format waarvan DNO zich wil bedienen. In verband met het bovenstaande constateert de Raad dat van de onderwerpen en thema's waarop DNO zijn aandacht wil richten, de meeste reeds - soms langdurig en prominent - deel uitmaken van het aanbod van de publieke omroep. In programmatische zin

voegt DNO dan ook weinig toe aan het bestaande aanbod en wordt ook nauwelijks een vernieuwende bijdrage geleverd aan de verwezenlijking van de taakuitoefening van de publieke omroep. Tussen 'Wilde ganzen' (IKON) en 'Vroege vogels' (V A RA) beweegt zich in heden en verleden een veelkleurig aanbod van programma-onderdelen, programma's, reeksen en rubrieken rond deze aandachtsvelden, geproduceerd door geëngageerde makers. De problematiek die indertijd de 'Ver-van-mi jn-bed-show (KRO) jarenlang presenteerde, wordt nu in de gehele programmering ook van andere omroepen gebracht. In dit Pagina verband wordt ook gewezen op bijlage 2. van het Concessieplan 5 2000-2010 van de NOS, waar onder meer melding wordt onskenmerk gemaakt van jaarli jks 217 uur 'natuur en milieu' op de drie publieke TV-zenders. Ook ten aanzien van toekomstige ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologie en de toepassmg van nieuwe media zijn de plannen van DNO niet onderscheidend. Het Meerjarenplan van de landelijke omroep 2000-2003 bevat bijvoorbeeld uitvoeriger voorstellen voor toepassingen van technologieën en daarmee verbonden nieuwe diensten. Wat betreft de identiteit wil DeNíeuwe Omroep zich profileren als een "beweging van ideële organisaties, zoals die zich rond grote maatschappelijke vraagstukken georganiseerd hebben". Hij wil binnen het publieke bestel daarom ruimte claimen voor "nieuwe orgarusatievormen rond grote maatschappelijke vraagstukken". DNO wil voorts veel programma's uitzenden waarbij gestreefd wordt naar wisselwerking met de kijker/luisteraar. Hij zegt te "geloven in omroep en interactiviteit als sleutel tot het dichterbij brengen van een rechtvaardiger en schonere wereld". DNO wil voorts in zijn programmabeleid aansluiten bij de levenshouding van mensen die hun ideeën actief verwezenlijken en al diegenen die betrokken zijn bij ontwikkelingshulp, milieubescherming en de ontwikkeling van nieuwe media positief kritisch volgen. De vraag van de identiteit van de aanvrager is nauw gerelateerd aan die betreffende de verscheidenheid en de vernieuwende bijdrage in de programmering van de publieke omroep. Als organisatie die de discussie op een aantal terreinen wil entameren zonder daarin zelf een richting aan te geven (de aard van de onderwerpen zegt nog weinig over de inhoud van de standpunten) heeft DNO geen herkenbare identiteit. Het is dan ook moeilijk deze in zijn programmabeleid aan te wijzen. Het ligt dan ook meer in de rede dat de meerwaarde vooral zou liggen in een nieuwe aanpak van de voorgestelde onderwerpen ('een Níeuwe Lente'?) dan in een nieuwe identiteit. Maar ook voor een principieel nieuwe benadering door DNO heeft de Raad, zoals eerder vermeld, onvoldoende aanwijzingen. Bovendien rijst de vraag welke mogelijkheden DNO meer zou hebben dan de bestaande omroepen, waar hij aangeeft een platform te willen zijn voor ideële organisaties.

Als laatste vraag is aan de Raad ter beoordeling voorgelegd of DNO bereid is tot samenwerking binnen de landelijke publieke omroep. Deze vraag kan kort en positief beantwoord worden, zoals op verschillende plaatsen uit het beleidsplan blijkt. Zo wordt bijvoorbeeld in het plan in paragraaf 4.1 aangegeven dat DNO "liefst in samenwerking met anderen" wil bijdragen aan de programmering op andere zenders. Elders in het plan wordt opgemerkt: "Kern van de internet-activiteiten van DeNíeuwe Omroep is het streven naar samenwerking". Conclusie en advies Het voorgaande samenvattend komt de Raad voor Cultuur tot de conclusie dat DeNíeuwe Omroep aan een aantal in de wet gestelde formele voorwaarden en eisen voldoet. Hij is echter van mening dat de aanvrager, ondanks bepaalde sympathieke ideeën in zijn programmering, niet heeft aangetoond te kunnen en te zullen voldoen aan het gestelde in met name artikel 37a, eerste lid, van de Mediawet, waarin de bij uitstek inhoudelijke eisen worden geformuleerd, in casu het vergroten van de verscheidenheid en het leveren van een vernieuwende bijdrage. Wellicht kan DNO met de uitvoering van zgn voorstellen om de samenhang tussen de media (televisie, radio, internet en printmedia) te benadrukken, het bereik van het aanbod vergroten; de verscheidenheid wordt daarmee echter naar het oordeel van de Raad niet vergroot. Ook de identiteit is naar de mening van de Raad in het programmabeleid van DNO onvoldoende geïndiceerd. Op basis van het hem ter beschikking staande materiaal adviseert de Raad u derhalve de aanvraag van DNO af te wijzen. Pagina 6 ons kenmerk Dit advies is voorbereid in de commissie Media van de Raad voor Cultuur, bestaande uit de heren prof. dr. J. Groebel, prof. drs. H. Lockefeer en R-H.G. Schoonhoven (voorzitter). Aan de commissie zijn voor dit advies toegevoegd mevrouw dr. J.S. de Leeuw, voorzitter van de commissie Film van de Raad, en drs. W.A.J. Bekkers, directeur van het Nederlands Instituut voor Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) en voormalig hoofd Kijk- en Luisteronderzoek van de NOS, als extern deskundige. Het secretariaat was in handen van drs. R.E.M. Asselbergs en drs. A.F. van der Kooi. I Hoo chtend, mr. Sorgdrager dr. J.A. Brandenbarg Voorzi ter Algemeen secretaris