Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen

Vergelijkbare documenten
Subsidieregeling jeugdzorg Zuid-Holland 2013

1. Inkomende documenten

WORDT (vetgedrukte tekst zijn wijzigingen)

1. Inkomende documenten

Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland. gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Subsidieverordening Zorgaanbieders Jeugdzorg provincie Limburg 2005

overwegende dat het wenselijk is de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006 te actualiseren;

de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2007 als volgt te wijzigen:

h. innovatie: het ontwikkelen en in de praktijk beproeven van nieuwe en het verbeteren van jeugdzorg; gevestigde zorgaanbieder;

CVDR. Nr. CVDR94351_1. Subsidieverordening jeugdzorg Drenthe. Inhoud HOOFDSTUK 1, INLEIDENDE BEPALINGEN

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Subsidieregeling bevorderen intergemeentelijke samenwerking Zuid-Holland 2015

SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017

SML A Mil 20 Sf. HOLLAND pzn-2oo9-4oi 234( )

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Kaderverordening subsidies provincie Groningen Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

A. ALGEMENE BEPALINGEN

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Gemeente ^" Albrandsuuaard

Algemene subsidieverordening Texel 2016

Onderwerp: Vaststelling Algemene subsidieverordening Purmerend 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/1

PROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b)

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Verordening Subsidie Innovatie Jeugdzorg De raad van de gemeente Maasdriel,

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012

1 9 JUN Paraaf Provinciesw^ewm

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

GEDEPUTEERDE STATEN VAN FRYSLÂN EN DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN DE PROVINCIE FRYSLÂN,

PROVINCIAAL BLAD. vast te stellen de Subsidieregeling gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Fryslân:

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 25 van de Wet kinderopvang;

Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Algemene subsidieverordening 2014

Beschikking. Beleidsregel sociale veiligheid Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014

Provinciaal blad. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Subsidieregeling Kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Alblasserdam 2019

Subsidieregeling Wmo vernieuwende activiteiten Weert 2017

Sector: I. Nr. : 90.8

gelet op artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 1998;

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016

vast te stellen de Subsidieregeling stimulering projecten sociale huur Fryslân:

Subsidieregeling abortusklinieken

Algemene subsidieverordening Texel

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

BESLUIT Nr. MO/ Nadere regels subsidie Algemene Voorzieningen Maatschappelijke Opvang Dordrecht 2015

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Weert 2017, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

SUBSIDIEREGELING ENERGIEBESPARING BESTAANDE BOUW PARTICULIEREN 2009

Algemene subsidieverordening Gelderland 1998

Openstelling Friese Energiepremie en bekendmaking subsidieplafond. Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân hebben besloten:

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo,

PROVINCIAAL BLAD. Zesde wijzigingsregeling Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

Gelet op: de artikelen 143 en 145 van de Provinciewet en 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Verordening jeugdhulp Utrecht 2015

BIJDRAGEVERORDENING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING DIENST GEZONDHEID & JEUGD ZUID HOLLAND ZUID

PROVINCIAAL BLAD. Artikel 143 en 145 van de Provinciewet en artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012

gelet op artikel 145 van de Provinciewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht,

Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014

INGEKOMEN 0 8 DEC Verzenddatum - 8 DEC Paraaf Provinciesecretaris

gelet op artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 1998;

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2010/85

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland; Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

Gelet op: Artikel 143 en 145 van de Provinciewet en artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Uden

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van C. van Viegen (PvdD) (d.d. 2 februari 2010) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

Verordening kinderopvang op sociaal-medische indicatie Bloemendaal De raad van de gemeente Bloemendaal;

Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013

Provinciaal blad 2013, 14

Algemene subsidieverordening Heerenveen 2017

Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang voor ouders met een sociaal medische indicatie 2018

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/12

Algemene Subsidieregeling 2008

CVDR. Nr. CVDR454398_1

Concept Verordening jeugdhulp gemeente Velsen 2015

Wet op de jeugdzorg REGELING PLEEGZORG

Provinciaal blad van Zuid-Holland

GEMEENTEBLAD. Nr. 3016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag, gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014,

Verordening Wet Kinderopvang Gemeente Echt-Susteren 2006

Algemene Subsidieverordening. Drimmelen 2007

Transcriptie:

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel 41, vijfde lid, van de Wet op de jeugdzorg en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland, BESLUITEN: De Subsidieregeling Jeugdzorg Zuid-Holland vast te stellen als volgt: Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. wet: Wet op de jeugdzorg; b. jeugdige: persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet; c. cliënt: jeugdige, zijn ouders of stiefouders of anderen die de jeugdige als behorend tot hun gezin verzorgen en opvoeden; d. Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland: stichting als bedoeld in artikel 4 van de wet; e. jeugdzorgaanbiedcr: natuurlijke persoon of rechtspersoon die jeugdzorg verleent aan Zuid- Hollandse jeugdigen waarop ingevolge de wet aanspraak bestaat; f vertrouwenspersoon: persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet; g. beleidskader jeugdzorg: eenmaal in de vierjaren door Provinciale Staten vastgesteld plan als bedoeld in artikel 31 van de wet; h. uitvoeringsprogramma jeugdzorg; jaarlijks door Gedeputeerde Staten vastgesteld plan, als bedoeld in artikel 32 van de wet voor de uitvoering van het beleidskader jeugdzorg; i. particuliere jeugdzorgaanbieder: aanbieder van Jeugdzorg die geen directe subsidierelatie onderhoudt met de provincie en wordt gecontracteerd door provinciaal gefinancierde jeugdzorgaanbieders voor het leveren van zorg in het kader van de wet; j. innovatie: ontwikkelen en in de praktijk beproeven van nieuwe en het verbeteren van bestaande methoden, werkvormen of hulpmiddelen ten behoeve van het functioneren van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en van jeugdzorg waarop ingevolge de wet aanspraak bestaat; k. Jeugd-LVB: Jeugd Licht Verstandelijk Bcperktenzorg als bedoeld in het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2013; 1. buitenlands zorgaanbod; zorgprogramma's voor jeugdigen uitgevoerd in landen van de Europese Economische Ruimte anders dan Nederland, onder verantwoordelijkheid van een in Nederland gevestigde jeugdzorgaanbieder; m. bekostigingseenheid: de kleinste eenheid van zorg, zijnde het aantal uren contacttijd, het aantal dagen verblijf of het aantal trajecten observatiediagnostiek, van belang voor de

bekostiging van jeugdzorg en onderdeel van het overzicht, zoals opgenomen in bijlage 1 van deze regeling; n. producten: producten van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland; o. verordening: de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland; p. kwetsbare jongeren: jongeren die lot een risicogroep behoren zoals tienermoeders en dak- en thuisloze jongeren, benoemd in het Hoofdlijnenakkoord 2011-2015 van Gedeputeerde Staten; q. regio: samenwerkingsverband als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen; r. transitie van de jeugdzorg: stelselwijziging van de jeugdzorg, waarbij gemeenten verantwoordelijk worden voor de plarming en financiering van de jeugdzorg, de gesloten jeugdzorg, de geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen, de zorg voor jeugd met een licht verstandelijke beperking, de jeugdbescherming en de jeugdreclassering. s. bezoldiging: de som van de beloning, de sociale verzekeringspremies, de belastbare vaste en variabele vergoedingen en de beloningen betaalbaar op termijn als bedoeld in de Wet normering topinkomens. Paragraaf 2 Boekjaarsubsidie Artikel 2 Verlening van boekjaarsubsidie Gedeputeerde Staten kunnen boekjaarsubsidies verstrekken aan: a. Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland, op basis van door Gedeputeerde Staten te bepalen prijzen voor de uitvoering van producten, binnen de doelen en taken zoals genoemd in de wet; b. jeugdzorgaanbieders, op basis van door Gedeputeerde Staten te bepalen prijzen (P) voor de uilvoering van bekostigingsccnheden, binnen do doelen en taken zoals genoemd in de wel; c. rechtspersonen, voor de werkzaamheden van een vertrouwenspersoon voor de cliënten van Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en de jeugdzorgaanbieders; d. het Provinciaal Samenwerkingsverband Jeugdzorg, voor de ondersteuningswerkzaamheden gericht op hel versterken van de kwaliteit en de samenwerking van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en de jeugdzorgaanbicdcrs door middel van overleg en advisering; e. de Nederiandse Vereniging voor Pleeggezinnen, voor de werkzaamheden Ier ondersteuning van Zuid-Hol land se pleeggezinnen. Artikel 3a Aanvraag boekjaarsubsidie Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland Naast de gegevens als bedoeld in artikel 29 van de verordening gaat een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, vergezeld van: a. Een toelichting op welke wijze uitvoering wordt gegeven aan de producten in het kader van de taken conform de wet;

b. Per taak conform de wet, het aanlal producten dat in hel kader van de taak wordl geleverd; c. De gevraagde subsidie per taak, waarbij de prijzen van de producten worden gehanteerd zoals deze door Gedeputeerde Staten zijn vastgesteld in het uilvoeringsprogramma jeugdzorg voor hel desbetreffende subsidiejaar en de aantallen producten zijn gebaseerd op een onderbouwde prognose in het uilvoeringsprogramma jeugdzorg voor het desbetreffende subsidiejaar. Artikel 3b Bevoorschotting boekjaarsubsidie Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland De bevoorschotting gebeurt in maandelijkse termijnen en bedraagt 100% van de voor het boekjaar verstrekte subsidie per product. Artikel 3c Weigeringsgronden boekjaarsubsidie Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland In aanvulling op de artikelen 12 lot en met 15 van de verordening weigeren Gedeputeerde Staten een subsidie geheel of gedeeltelijk indien de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland een bestemniingsreserve heeft voor, dan wel een subsidie ontvangt voor de uilvoering van hetzelfde product in hetzelfde jaar als waarvoor de subsidie is aangevraagd. Artikel 4a Aanvraag boekjaarsubsidie jeugdzorgaanbieders 1. Naast de gegevens als bedoeld in artikel 29 van de verordening gaat een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, vergezeld van: a. Een opgave van de aantallen bekostigingseenheden (Q) met de daarbij behorende prijs (P) waarop de aanvraag belrekking heeft; b. De aantallen unieke, te behandelen cliënten. 2. Hel in artikel 29, tweede lid, van de verordening genoemde werkplan wordt opgesteld volgens het format, zoals opgenomen in bijlage 2 van deze regeling.

Artikel 4b Nieuwe jeugdzorgaanbieders Een nieuwe jeugdzorgaanbieder moei voldoen aan de kwaliteitscertificering Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector. Daamaast wordt de behoefte aan en de meerwaarde van de nieuwe jeugdzorgaanbieder, ten opzichte van de (boven)regionale jeugdzorgaanbieders die al gesubsidieerd worden, door Gedeputeerde Stalen beoordeeld op basis van de male waarin de vraag het aanbod overtreft en het uitvoeringsprogrammajeugdzorg. Artikel 4c Buitenlands en particulier jeugdzorgaanbod 1. Gedeputeerde Staten kunnen jeugdzorgaanbieders toestaan buitenlands jeugdzorgaanbod te leveren, indien; a. hel buitenlands jeugdzorgaanbod rechtstreeks valt onder beheer van de jeugdzorgaanbieder; en b. het buitenlands jeugdzorgaanbod voldoet aan de kwaliteitseisen zoals opgenomen in de wel en aanvullende eisen, vastgelegd in het Advies kwaliteitsmaatstaven buitenlands zorgaanbod van het Interprovinciaal Overleg, zoals opgenomen in bijlage 3 van deze regeling. 2. Gedeputeerde Stalen kunnen jeugdzorgaanbieders, op incidentele en structurele basis, toestaan bekostigingseenheden te laten uitvoeren door particuliere jeugdzorgaanbieders waarmee door een hoofdaannemer, bedoeld in het Protocol voorwaarden inzet particuliere zorgaanbieders in de jeugdzorg als onderaannemer, een contract is afgesloten, mits: a. de betreffende particuliere jeugdzorgaanbieder en de inhoud van hel contract voor aanvang van de uitvoering van de zorg aan Gedeputeerde Stalen kenbaar worden gemaakt; b. de particuliere jeugdzorgaanbiedcr er zorg voor draagt dal de Inspectie Jeugdzorg via haar toezichtstaak kan controleren of verantwoorde zorg conform de wet wordt geboden, en, c. de particuliere jeugdzorgaanbieder voldoet aan de kwaliteitseisen, zoals opgenomen in de wet en aan de aanvullende eisen, vastgelegd in het Protocol voorwaarden inzet particuliere zorgaanbieders in de jeugdzorg als onderaannemer, zoals opgenomen in bijlage 4 van deze regeling. 3. Gedeputeerde Staten kunnen jeugdzorgaanbieders waaraan een boekjaarsubsidie verstrekt wordl, toestaan bekostigingseenheden te laten uitvoeren door andere jeugdzorgaanbieders waarmee een boekjaarsubsidierelalie beslaat, mits: a. de betreffende zorgaanbieders een contract afsluiten als bedoeld in het Protocol voorwaarden inzet particuliere zorgaanbieders in de jeugdzorg; b. de inhoud van het contract voor aanvang van de uilvoering van de zorg aan Gedeputeerde Stalen kenbaar wordt gemaakt.

Artikel 4d Bevoorschotting boekjaarsubsidie jeugdzorgaanbieders De bevoorschotting gebeurt in maandelijkse termijnen en bedraagt 100% van de voor het boekjaar verleende subsidie per bekostigingseenheid. Artikel 4e Weigeringsgronden boekjaarsubsidie jeugdzorgaanbieders In aanvulling op de artikelen 12 lol en mei 15 van de verordening weigeren Gedeputeerde Stalen een subsidie geheel of gedeeltelijk indien de jeugdzorgaanbieder een bcstemmingsreserve heefl voor, dan wel een subsidie ontvangt voor de uitvoering van dezelfde bekostigingseenheid in hetzelfde jaar als waarvoor de subsidie is aangevraagd. Artikel 4f Uitvoering zorg in spoedeisende situaties op verzoek van een ander Bureau Jeugdzorg Het is jeugdzorgaanbieders die worden gefinancierd krachtens artikel 2, onderdeel b, toegestaan om bekostigingseenheden waarvoor subsidie is verleend aan te wenden voor de uilvoering van zorg voor de duur van maximaal vier weken op verzoek van een andere stichting als bedoeld in artikel 4 van de wel dan de Slichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland indien er sprake is van een aanspraak in spoedeisende situaties. Paragraaf 3 Projectsubsidie Artikel 5 Projectsubsidies algemeen 1. Gedeputeerde Stalen kunnen projectsubsidies verstrekken voor: a. innovatie; b. verbetering van de kwaliteit of effectiviteit van de jeugdzorg; c. kosten voor verbetering van de samenwerking binnen de jeugdzorg; d. activiteiten die passen binnen hel beleidskader of hel uitvoeringsprogrammajeugdzorg;

e. herstructurering van het zorgaanbod. 2. Een subsidie als bedoeld in het eerste lid, onderdelen onderdelen a lol en met e, wordt uitsluitend verstrekt aan organisaties die op grond van artikel 2 van deze regeling in aanmerking komen voor boekjaarsubsidie. 3. Een subsidie als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, kan eveneens worden verstrekt aan de regio's Holland-Rijnland, Midden-Holland, Zuid-Holland Zuid en gemeente Goeree- Overflakkee, dan wel aan de subregio's binnen Zuid-Holland-Zuid, Ic weten Alblasserwaard- Vijfheerenlanden, Drechtstcden en Hoeksche Waard. 4. Subsidie als bedoeld in het derde lid wordt niel verstrekt indien: a. Hr vanuit hel kennisprogramma Jeugd van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport subsidiemogelijkheden zijn voor de activiteiten; b. De subsidie wordl gevraagd voor activiteiten uitgevoerd door sleunfiincties, die een boekjaarsubsidie ontvangen; c. In onvoldoende mate is voorzien in de voortzetting van de activiteiten na beëindiging van de activiteit waarvoor de subsidie wordl gevraagd. 5. De aanvraag voor subsidie als bedoeld in hel eerste lid kan op ieder moment worden ingediend. 6. Op projectsubsidies als bedoeld in het eerste lid, alsmede in de artikelen 6 en 7 van deze regeling, zijn de artikelen 15, eerste lid, onderdeel a, 40, eerste lid, onderdeel c van de verordening, alsmede het Controleprotocol Jeugdzorg, zoals opgenomen in bijlage 5 van deze regeling, niet van toepassing. 7. Op projectsubsidies als bedoeld in het eerste lid, alsmede in de artikelen 6 en 7 van deze regeling, is de overheidsbijdrage voor arbeidskostenonlwikkeling niet van toepassing. 8. Gedeputeerde Stalen beslissen uiterlijk 13 weken na ontvangst van de subsidieaanvraag. 9. Gedeputeerde Staten kunnen de beslissing met ten hoogste vier weken uitstellen. Van het uitstel wordt schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan. Artikel 6 Projectsubsidie buitenprovinciale plaatsingen 1. Gedeputeerde Stalen kunnen een projectsubsidie verstrekken aanjcugdzorgaanbieders, die niel worden gefinancierd krachtens artikel 2, onderdeel b, voor de uitvoering van zorg die geïndiceerd is door de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland, indien de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland om zorginhoudelijke redenen besluit dal een cliënt bij betreffende jeugdzorgaanbieder geplaatst moet worden en bij een jeugdzorgaanbieder, als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, geen verantwoorde zorg beschikbaar is. 2. Projectsubsidie als bedoeld in het eerste lid wordt alleen verstrekt indien Gedeputeerde Stalen vooraf toeslemming hebben gegeven aan Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland voor de plaatsing van de cliënt bij de betreffende jeugdzorgaanbieder. 3. Gedeputeerde Staten weigeren de subsidie indien: a. er sprake is van een aanspraak in spoedeisende situaties met uilzondering van aanspraken in spoedeisende situaties die lol gelding worden gebracht in Stadsgewest Haaglanden of; b. de betreffende jeugdzorgaanbieder niet voldoet aan de kwaliteitscertificering Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector.

4. De aanvraag voor subsidie als bedoeld in hel eerste lid kan op ieder moment worden ingediend. De aanvraag is voorzien van de aantallen bekostigingseenheden (Q) met de daarbij behorende prijs (P) waarop de aanvraag belrekking heeft. 5. Gedeputeerde Stalen beslissen uiterlijk zes weken na ontvangst van de aanvraag voor subsidie als bedoeld in hel eerste lid. 6. De bevoorschotting van projectsubsidies als bedoeld in hel eerste lid bedraagt maximaal 80% van de verleende subsidie. Artikel 7 Projectsubsidies regio's 1. Gedeputeerde Staten kunnen projectsubsidie verstrekken: a. voor de aansluiting jeugdbeleid-jeugdzorg, voor de ondersteuning van kwetsbare jongeren; b. voor de voorbereiding op de transitie van de jeugdzorg in samenwerking met de Stichting Bureau Jeugdzorg en jeugdzorgaanbieders; c. als regionaal transiliebudgel jeugdzorg, bedoeld voor de transitie en de transformatie van de jeugdzorg, gericht op zorginhoudelijke vernieuwing, nieuwe samenwerkingsvormen of werkwijzen en innovatie. 2. Gedeputeerde Stalen verstrekken projectsubsidies, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a en b, uitsluitend aan de regio's Holland-Rijnland, Midden-Holland, Zuid-Holland Zuid en gemeente Goeree-Overflakkee dan wel aan de subregio's binnen Zuid-Holland-Zuid, te weten Alblasserwaard-Vijflieerenlanden, Drechtstcden, Hoeksche Waard waarbij Gedeputeerde Staten streven naar een evenwichtige verdeling van subsidiegelden over de regio's. 3. Gedeputeerde Stalen verstrekken projectsubsidies, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, uitsluitend aan de regio's Holland-Rijnland, Midden-Holland, Zuid-Holland Zuid en gemeente Goeree-Overflakkee dan wel aan de subregio's binnen Zuid-Holland-Zuid, te welen Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, Drechtstcden, Hoeksche Waard. 4. Een projectsubsidie, als bedoeld in hel eerste lid, onderdeel a, is bestemd voor projecten ter ondersteuning van kwetsbare jongeren, die bestaan uit een of meerdere van de volgende acliviteilen: a. verbetering van de registratie, coördinatie en het hulpaanbod; b. ontwikkeling van passend aanbod van woon-, werk- en leertrajecten; c. aansluiting van de jongercnopvang op de geïndiceerde (jeugd)zorg. 5. De aanvraag voor een projectsubsidie als bedoeld in hel eerslc lid, onderdeel a, gaal gepaard met: a. een omschrijving van de problematiek van de kwetsbare jongeren en de knelpunten in de regio dan wel de gemeente Goeree-Overflakkee waarvoor subsidie wordl aangevraagd. Als bijlage wordl een nulmeting bijgesloten van hel aanlal kwetsbare jongeren in de regio; b. een beschrijving van het ondersleuningsaanbod voor kwetsbare jongeren in de regio en de mogelijkheden voor uitbreiding; c. een omschrijving van de wijze waarop de regio een bijdrage levert aan hel project waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

6. Een projectsubsidie, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, is bestemd voor projecten ter voorbereiding op de transitie van de jeugdzorg. Deze projecten vallen binnen de thema's; a. snijvlak van preventieve en geïndiceerde zorg; b. diagnose en zorgtoewijzing; c. gecombineerde zorg; d. passend onderwijs en versterking van de signaleringsfianclie; e. planning, financiering en beleidsinformatie. 7. De aanvraag voor een projectsubsidie, als bedoeld in hel eerste lid, onderdeel b, wordt ingediend in samenwerking met de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland of jeugdzorgaanbieders. 8. Een projectsubsidie zoals bedoeld in lid 1, onderdeel c, is bestemd voor: a. realisatie van een meer samenhangend en beier op elkaar aansluitend aanbod op het grensvlak van hel gemecnlelijk aanbod van specialistische ambulante zorg en verbetering van de uitstroom uil de specialistische jeugdzorg; b. verbetering van de intersectorale samenwerking tussen lokale, provinciale jeugdzorg, Jeugd-GGZ en Jeugd-LVB; c. coördinatie van de regionale Iransitiewerkzaamheden en -processen. 9. Een projectsubsidie, als bedoeld in het eerste lid, wordt niet verstrekt indien: a. subsidie wordl aangevraagd voor de invoeringskosten van de transitie jeugdzorg, waarvoor reeds door hel Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelalics subsidie wordl verstrekt; b, in onvoldoende male is voorzien in voortzetting van de activiteiten na beëindiging van de projectsubsidie. 10. De aanvraag voor subsidie als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a en b kan op ieder moment worden ingediend. 11. De aanvraag voor subsidie als bedoeld in hel eerste lid, onderdeel c kan worden ingediend lot en met 30 september 2013. 12. Een projectsubsidie, als bedoeld in het eerste lid kan worden verstrekt tot en mei 31 december 2014. Paragraaf 4 Verplichtingen van de subsidieontvanger Artikel 8 Verplichtingen 1. De administratie van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en de jeugdzorgaanbieders moet op ieder moment een betrouwbaar beeld geven van het ftinclioneren van de organisatie en voldoen aan artikel 5, derde lid, van de Regeling bekostiging jeugdzorg. Hiertoe moet de registratie minimaal voldoen aan de volgende voorwaarden: a. de cliëntregistratie en rapportage zijn conform de weiielijke vereiste beleidsinformatie en de Kwartaalrapportage jeugdzorg Zuid-Holland;

b. De financiële registratie is gespecificeerd op afzonderlijke producten of bekostigingseenheden. 2. De Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en de jeugdzorgaanbieders dienen op verzoek van Gedeputeerde Staten informatie te leveren vanuit de cliëntregistratie. 3. De Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en de jeugdzorgaanbieders dienen een door Gedeputeerde Staten aangewezen derde volledige inzage te geven in de administratie, zodat deze kan vaststellen of de registratie geschiedt conform de in hel eerste lid gestelde voorschriften. 4. De Slichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en de jeugdzorgaanbieders voldoen aan de door Gedeputeerde Staten voorgeschreven kwaliteitscertificering Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector. 5. De Stichting Bureau Jeugdzorg en de jeugdzorgaanbieders dienen voor alle medewerkers te beschikken over een actuele Verklaring Omtrent het Gedrag. 6. De Stichting Bureau Jeugdzorg en de jcugdzorgaanbieders dienen beleid te voeren gericht op het voorkomen van seksueel misbruik binnen instellingen en pleeggezinnen. 7. Voor het vormen van een voorziening of bestemmingsreserve ten laste van de door Gedeputeerde Staten verstrekte subsidie is een onderbouwd, schriftelijk verzoek om instemming nodig voor het einde van hel boekjaar waarin wordt ingegaan op nut, noodzaak, duur, opbouw en besteding. 8. Een voorziening voor grool onderhoud mag slechts worden gevormd en aangehouden indien deze gebaseerd is op een meerjarig onderhoudsplan. Dit onderhoudsplan dient minimaal eens per driejaar voorgelegd te worden aan de Gedeputeerde Stalen voor instemming. De voorziening voor groot onderhoud dient toereikend te zijn. Paragraaf 5 Subsidievaststelling Artikel 9 Aanvraag tot vaststelling boekjaar- en projectsubsidie 1. De subsidieonlvanger dient uiterlijk 1 juni van hel jaar, volgend op het boekjaar waarvoor subsidie is verleend, een aanvraag in lot vaststelling van de subsidie, 2. De subsidieonlvanger dient 13 weken na beëindigen van het project, maar uiterlijk I juni van het jaar, volgend op hel boekjaar waarvoor projectsubsidie is verleend, een aanvraag in lot vaststelling van de subsidie. 3. Bij de aanvraag tol vaststelling van de boekjaar- en projectsubsidie dienl de subsidieontvanger inzicht ie geven in de realisatie van de met de subsidie beoogde doelen en prestaties, zoals vastgelegd in de wet danwei het beleidskader jeugdzorg en hel uilvoeringsprogramma jeugdzorg. 4. Lid 1 tot en 3 gaan in met terugwerkende kracht voor verleende subsidies voor 2013.

Artikel 10 Financiële verantwoording 1. op de financiële verantwoording is artikel 42 van de verordening onverminderd van toepassing. 2. De financiële verantwoording van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en de jeugdzorgaanbieders dienl Ie worden opgesteld conform hel Controleprotocol Jeugdzorg, zoals opgenomen in bijlage 5 behorende bij deze regeling. 3. De Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en de jeugdzorgaanbieders zijn verplicht ervoor zorg te dragen dal de accountant, als bedoeld in artikel 42 van de verordening, meewerkt aan door of namens de provincie in te stellen onderzoeken naar de door de accountant verrichte werkzaamheden. Artikel 11 Aanvraag vaststelling boekjaarsubsidies 1. De aanvraag tot subsidievaststeliing van de Slichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland geeft de verantwoording per taak, gespecificeerd naar het aanlal gerealiseerde producten en de daadwerkelijke kostprijs voor welke deze producten zijn uitgevoerd, dan wel gespecificeerd naar de gemaakte kosten voor de taak welke niet direct gerelateerd is aan een product, 2. De aanvraag lot subsidievastslelling van de jeugdzorgaanbieder geeft verantwoording over het aantal behandelde cliënten en de effectiviteit van het zorgaanbod, op basis van hel aantal gerealiseerde bekostigingseenheden (Q) en de door Gedeputeerde Staten vastgestelde prijs (P) voor welke deze bekostigingseenheden zijn uitgevoerd. 3. De Slichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en jeugdzorgaanbieders dienen in de inhoudelijke of financiële verantwoording verslag Ie doen van: a. De bezoldiging van een bestuurder, directeur of medewerker indien deze in een jaar meer bedraagt dan het maximum bepaald als bedoeld in artikel 15 van deze regeling; b. Geplande (dcs)investeringen; c. Geplande nieuwbouw en de doorlooptijd van het nieuwbouwproject; d. Hel cliëntenbeleid, waaronder de wijze waarop invulling wordt gegeven aan cliëntenfeedback, vertrouwenspersoon, medezeggenschap en klachtenbehandeling. e. Het beleid gericht op hel voorkomen van seksueel misbruik binnen instellingen en pleeggezinnen. 4. Jeugdzorgaanbieders dienen in de inhoudelijke verantwoording verslag te doen van de inzet voor de brandveiligheid van (semi) residentiële accommodaties. 5. De Slichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland en jeugdzorgaanbieders dienen bij waardering van de vaslgoedpositie de ontvangen subsidies op de verkrijgingprijs van activa in mindering te brengen.

Artikel 12 Vaststelling boekjaarsubsidie Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland 1. De boekjaarsubsidie van de Stichting Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland, welke op basis van aanlal producten en vastgestelde prijs is verleend, wordl vastgesteld op basis van hel daadwerkelijke aanlal producten in het desbetreffende boekjaar, lot het maximum zoals opgenomen in de beschikking waarmee de boekjaarsubsidie is verleend, met uitzondering van de boekjaarsubsidie bestemd voor hel Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. 2. De boekjaarsubsidie voor een taak welke niel direct te koppelen is aan het aantal producten wordt over hel jaar vastgesteld op basis van de daadwerkelijk voor deze laak gemaakte kosten lot het maximale bedrag zoals vastgelegd in de beschikking waarmee de boekjaarsubsidie is verleend. Artikel 13 Vaststelling boekjaarsubsidie j eugdzor gaanbieders 1. De boekjaarsubsidie die is verleend op basis van artikel 2, onderdeel b, wordl vastgesteld per bekostigingseenheid. 2. Voor de bekostigingseenheid Observatie Diagnostiek geldt dat de subsidie wordt vastgesteld per bekostigingseenheid welke in hel betreffende boekjaar is afgerond. 3. De boekjaarsubsidie voor de bekostigingseenheden wordt vastgesteld op grond van hel aanlal behandelde cliënten, op basis van de daadwerkelijke aantal gerealiseerde bekostigingseenheden in hel desbetreffende boekjaar (Q) en de beschikte prijs (P). Artikel 14 Reserve 1. Op boekjaarsubsidies als bedoeld in artikel 2 is artikel 33 van de verordening niel van toepassing. 2. Gedeputeerde Stalen kunnen ontvangers van boekjaarsubsidies als bedoeld in artikel 2 desgevraagd op basis van een risicoanalyse toestaan een risicoreserve aan te houden tol een maximum van 10% van de in dat jaar door Gedeputeerde Staten verleende boekjaarsubsidie. 3. Naast de in het tweede lid bedoelde reserves kunnen Gedeputeerde Stalen ontvangers van boekjaarsubsidies als bedoeld in artikel 2 desgevraagd toestaan niet bestede subsidies aan te houden voor de afronding van de gesubsidieerde activiteilen in hel volgend boekjaar. Indien

de aangehouden middelen niet worden ingezet conform subsidievoorwaarden, zal tot terugvordering worden overgegaan. 4. Bij de vaststelling van de subsidie wordt het maximaal verleende subsidiebedrag verminderd met de reserves die de door de Gedeputeerde Staten toegestane reserves te boven gaan. Artikel 15 Lagere vaststelling subsidie Gedeputeerde Stalen kunnen de boekjaarsubsidie van de Slichting Bureau Jeugdzorg Zuid- Holland of jcugdzorgaanbieders lager vaststellen, indien de bezoldiging van een bestuurder, directeur of medewerker in eenjaar meer bedraagt dan 100% van het brutosalaris van een minister, verhoogd met: a. sociale-verzekeringspremies; b. (belaste) onkostenvergoeding; c. beloningen betaalbaar op termijn. Paragraaf 6 Slotbepalingen Artikel 16 Hardheidsclausule Van deze regeling kan, binnen de bcgrofing, worden afgeweken als zich bij de toepassing ervan onbillijkheden van overwegende aard voordoen, die in strijd zijn met het doel van de regeling, zijnde uitvoering van verantwoorde zorg aan een jeugdige. Artikel 17 Intrekking oude regeling De Subsidieregeling jeugdzorg Zuid-Holland, vastgesteld bij besluit van 26 juni 2012 (Provinciaal blad 2012, nr. 84) wordt ingetrokken, met dien verstande dal deze regeling van toepassing blijft op subsidies die zijn verleend met toepassing van deze regeling, en op subsidieaanvragen die zijn ingediend voor 1 mei 2013. Artikel 18 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 mei 2013.

Artikel 19 Citeertitel Deze regeling wordl aangehaald als: Subsidieregeling Jeugdzorg Zuid-Holland. Den Haag, 23 april 2013 Gedeputeerde Stalen van Zuid-Holland, J. Franssen, voorzitter J.A.M. Hilgersom, secretaris Bijlagen behorende bij de subsidieregeling Jeugdzorg Zuid- Holland www.zuid-holland.nl/documenten/opendocument.htm