BELEIDSREGEL CA-BR Experiment proeftuinen meerzorg 2.0 Wlz

Vergelijkbare documenten
Experiment proeftuinen meerzorg 2.0 Wlz 2018

BELEIDSREGEL BR/REG Experiment regelarme instellingen Wlz. Grondslag

BELEIDSREGEL CA-BR-1517a. Experiment regelarme instellingen Wlz. Bijlage 17 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT

Deze beleidsregel heeft tot doel de deelnemende zorgaanbieders de mogelijkheid te bieden om een experiment uit te voeren.

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/14/51c /141182

Experiment bekostiging verpleging en verzorging

BELEIDSREGEL CA-BR Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c

3.3 ZZP-meerzorg tarief Het bedrag per dag dat in rekening gebracht kan worden ter vergoeding van de door de zorgaanbieder geboden ZZP-meerzorg.

Langdurige ggz: De zorg geleverd aan verzekerden als bedoeld in artikel van de Wet langdurige zorg (Wlz).

BELEIDSREGEL AL/BR Innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz

BELEIDSREGEL CA-BR-1608a. Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 3 bij circulaire Care/Wlz/15/14c

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz

3.1 Zorgaanbieder De zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg.

3.1 Experiment Een experiment op basis van een beleidsregel als bedoeld in artikel 58 Wmg.

BELEIDSREGEL CA Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg

BELEIDSREGEL BR/REG Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZP-meerzorg Wlz. Bijlage 24 bij circulaire Care/Wlz/16/11c

BELEIDSREGEL BR/REG Prestatiebeschrijvingen en tarieven zzp-meerzorg Wlz. Grondslag

3.1 Zorgaanbieder De zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, onder 1, van de Wmg.

Beleidsregel experiment bekostiging verpleging en verzorging

Tijdelijke instandlating gevolgen experimenten

Regeling innovatie voor kleinschalige experimenten

BELEIDSREGEL BR/CU Ketenzorg dementie Zvw

Beleidsregel prestatiebeschrijving en tarief zzp-meerzorg Wlz - BR/REG-19123

BELEIDSREGEL CA Nationaal Programma Ouderenzorg 2014

3.1 Experiment Een experiment op basis van een beleidsregel als bedoeld in artikel 58 Wmg.

BELEIDSREGEL AL/BR-0040

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg

Innovatie voor kleinschalige experimenten

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

BELEIDSREGEL AL/BR-0021

Deze beleidsregel regelt het aanvragen van een vergoeding voor kleinschalige experimenten met AWBZ-zorg gericht op ketenzorg dementie.

Contracteren Zelfstandige Zorgverleners AWBZ

BELEIDSREGEL BR/REG Budgettair kader Wlz Bijlage 2 bij circulaire Care/Wlz/16/13c

BELEIDSREGEL CA-BR Budgettaire kader Wlz 2015

BELEIDSREGEL CA Zorginfrastructuur. Bijlage 6 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

De prestaties en tarieven zijn van toepassing voor cliënten geïndiceerd voor of aangewezen op verblijf.

Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

als omschreven in artikel 34 van het Besluit Zorgaanspraken

3.1 Budgettair kader Wlz Het totale financiële kader dat beschikbaar is voor de Wlz-uitvoerders.

3.1 Geldende beleidsregels 2015 De aanvaardbare kosten volgen uit de toepassing van de onderstaande beleidsregels.

Deze regeling is voorts van toepassing op zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 3.10 hierna.

BELEIDSREGEL BR/CU-7073

De prestaties en tarieven zijn van toepassing voor cliënten geïndiceerd voor of aangewezen op verblijf.

3.1 Budgettair kader Wlz Het totale financiële kader dat beschikbaar is voor de Wlz-uitvoerders.

3.1 Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

BELEIDSREGEL CA-BR Knelpuntenprocedure Bijlage 8 bij circulaire Care/Wlz/15/07c

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve ggz Kenmerk

BELEIDSREGEL CA-BR Indexatie Wlz. Bijlage 10 bij circulaire Care/Wlz/15/07c

3.3 Techniekkosten Techniekkosten zijn de kosten van door de Wlz-zorgaanbieder of door derden vervaardigde tandtechnische werkstukken.

3.3 Techniekkosten Techniekkosten zijn de kosten van door de Wlz-zorgaanbieder of door derden vervaardigde tandtechnische werkstukken.

BELEIDSREGEL BR/CU Ketenzorg dementie Zvw

REGELING CA-NR Declaratievoorschriften Wlz-zorg. Bijlage 22 bij circulaire Care/Wlz/15/07c

BELEIDSREGEL CA-BR Indexatie Wlz. Bijlage 8 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c

drempelbedrag van 700,. Bij het leveren van geneesmiddelen dient sprake te zijn van rationele farmacotherapie.

Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018

3.1 Budgettair kader Wlz Het totale financiële kader dat beschikbaar is voor de Wlz-uitvoerders.

Experiment persoonsvolgende inkoop 2018

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ Kenmerk

3.2 Prestatie extreme kosten van geneesmiddelen (NZa-code M002) Het leveren van geneesmiddelen noodzakelijk voor de zorg, onder

BELEIDSREGEL BR/REG Knelpuntenprocedure budgettair kader Wlz. Grondslag

BELEIDSREGEL BR/REG Aanvaardbare kosten Wlz Bijlage 12 bij circulaire Care/Wlz/16/11c

Deze regeling is van toepassing op Wlz-uitvoerders als bedoeld in artikel 1, sub e, van de Wmg.

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ

a. Deze beleidsregel is van toepassing op zorg als bedoeld in artikel 1 sub b van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg).

BELEIDSREGEL BR/CU Beschikbaarheidbijdrage curatieve geestelijke gezondheidzorg - ambsthalve

3.1 Budgettair kader Wlz Het totale financiële kader dat beschikbaar is voor de Wlz-uitvoerders.

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2017

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2015

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BELEIDSREGEL BR/CU-5105

besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tot vaststelling van de navolgende regeling.

Deze regeling is van toepassing op zorgkantoren als bedoeld in artikel van de Wet langdurige zorg (Wlz).

Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen

Kosten Rijksvaccinatieprogramma en Neonatale hielprikscreening

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016

BELEIDSREGEL CA Knelpuntenprocedure 2014

Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012.

3.1 Externe cliënt Een externe cliënt is een cliënt die niet bij de AWBZ-zorgaanbieder met een eigen tandartspraktijkruimte verblijft.

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als bedoeld in artikel 2.5a van het Besluit zorgverzekering

BELEIDSREGEL BR-REG-17107

BELEIDSREGEL BR/REG-17150

Nadere Regel NR/CU-256

3.2 Prestatie extreme kosten van geneesmiddelen (NZa-code M002) Het leveren van geneesmiddelen noodzakelijk voor de zorg, onder

BELEIDSREGEL BR/REG-17106

BELEIDSREGEL BR/CU-5119

BELEIDSREGEL BR/REG-18126

BELEIDSREGEL BR/REG Overige kosten Wlz Grondslag

3.3 Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) Het Centrum Indicatiestelling Zorg als bedoeld in artikel Wlz.

Budgettair kader Wlz 2015

BELEIDSREGEL BR/REG-17141b. Budgettair kader Wlz Bijlage 4 bij circulaire Wlz/16/21c

Monitoring experiment persoonsvolgende inkoop 2018

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Regulering Wlz/16/21c /

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c

Transcriptie:

Bijlage 14 bij circulaire Care/Wlz/16/11 BELEIDSREGEL Experiment proeftuinen meerzorg 2.0 Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen. Onder verwijzing naar artikel 58 Wmg is in de voorliggende beleidsregel een experiment opgenomen. De daartoe vereiste aanwijzing, bedoeld in artikel 59, onderdeel f, Wmg, is door de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met brief van 25 april 2016 met kenmerk 961626-149797-MC, aan de NZa gegeven. 1. Reikwijdte Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Wet langdurige zorg (Wlz) die wordt geleverd door zorgaanbieders die door de staatssecretaris van VWS genoemd zijn in Kamerstuk van 3 juni 2016 met kenmerk TK 2015 2016, 34 104, nr. 126. Het betreft zorgaanbieders die een beschikking van de NZa ontvangen om deel te nemen aan het experiment proeftuinen meerzorg 2.0. Het gaat om experimenten die zijn gestart vanaf 1 januari 2015. De experimenten hebben een looptijd van maximaal 3 jaar. 2. Doel van de beleidsregel Het doel van deze beleidsregel is om met terugwerkende kracht een experimenteerstatus toe te kennen aan deelnemende zorgaanbieders van de proeftuinen meerzorg 2.0, zodat hun reeds lopende experiment voortgezet kan worden. 3. Begripsbepalingen 3.1 Experiment proeftuinen meerzorg 2.0 Het experiment zoals beschreven in de brief van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 21 maart 2016 met kenmerk: 943090-148307-LZ. 3.2 Een experiment Een op grond van deze beleidsregel goedgekeurde werkwijze, vastgelegd in een beschikking, van een aan het experiment proeftuinen meerzorg 2.0 deelnemende zorgaanbieder, zoals beschreven in de aanwijzing van de staatssecretaris van VWS aan de NZa van 25 april 2016 met kenmerk 961626-149797-MC. 3.3 Experiment-overeenkomst Een tussen een deelnemende zorgaanbieder en een (of meerdere) Wlzuitvoerder(s) gesloten en door hen ondertekende overeenkomst waarin aard, inhoud en omvang van het door hen te houden experiment proeftuinen meerzorg 2.0 is beschreven.

3.4 Experimenteerpartijen Een zorgaanbieder die blijkens het Kamerstuk van het ministerie van VWS (met kenmerk TK 2015 2016, 34 104, nr. 126) en een beschikking van de NZa, deelneemt aan het experiment proeftuinen meerzorg 2.0 en een (of meerdere) betrokken Wlz-uitvoerder(s). 2 van 5 3.5 Experimentevaluatie De rapportage aan de NZa van experimenteerpartijen over de resultaten van het experiment. 3.6 Zorgaanbieder De natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent, als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, onder 1, Wmg. 3.7 Wlz-uitvoerder De rechtspersoon die een Wlz-uitvoerder is en die zich overeenkomstig artikel 4.1.1 van de Wlz heeft aangemeld voor de uitvoering van deze wet, daaronder begrepen de met toepassing van artikel 4.2.4, tweede lid van de Wlz door onze Minister aangewezen uitvoerder. 3.8 Zorgkantoor Een ingevolge artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wlz voor een bepaalde regio aangewezen Wlz-uitvoerder. 3.9 ZZP-meerzorg ZZP-meerzorg is een declarabele prestatie voor de bekostiging van zorg zoals bepaald in artikel 3.1.1, tweede lid, Besluit langdurige zorg en artikel 2.2 van de Regeling langdurige zorg. Meerzorg is zorg die aanvullend op een zzp of vpt prestatie wordt geleverd. De prestatie woonzorg, dagbesteding en behandeling, zoals omschreven in de Beleidsregel prestaties en tarieven ZZP-meerzorg Wlz zijn de bouwstenen van het ZZP-meerzorg. Tezamen vormen ze de uren te leveren zorg en het tarief dat kan worden gedeclareerd. 4. Uitgangspunten 4.1 Bij de uitoefening van haar taken en bevoegdheden, houdt de NZa binnen haar mogelijkheden rekening met een experiment. 4.2 Bij de uitoefening van haar taken en bevoegdheden, hanteert de NZa in het kader van een experiment in het bijzonder de volgende uitgangspunten: a. Personen aan wie zorg wordt verleend komen door een experiment niet in een nadeliger positie te verkeren dan wanneer het experiment niet zou plaatsvinden. b. Een zorgaanbieder kan geen beroep doen op extra financiële middelen in verband met deelname aan het experiment proeftuinen meerzorg 2.0. c. Het zorgkantoor toetst of de aanvullende middelen beschikbaar voor meerzorg niet ingezet worden voor zorg die uit de reguliere prestaties, zzp, vpt, en mpt, bekostigd moeten worden. 4.3 Gelet op het uitgangspunt als vermeld in artikel 4.2 onderdeel b, neemt de NZa een aanvraag om extra financiële middelen wegens deelname aan een experiment niet in behandeling.

4.4 Indien experimenteerpartijen het experiment eerder beëindigen of niet meer voldoen aan de uitgangspunten van het experiment, melden zij dit bij de NZa. 4.5 Indien een experiment naar het oordeel van de NZa niet meer voldoet aan de uitgangspunten als bedoeld in artikel 4.2, kan de NZa dat experiment, indien en voor zover het binnen haar bevoegdheidsdomein valt, onmiddellijk beëindigen. 3 van 5 5. Tweezijdige aanvragen Een budget- of herschikkingsaanvraag die betrekking heeft op een experiment moet door zorgkantoor en deelnemende zorgaanbieder gezamenlijk (dat wil zeggen tweezijdig) bij de NZa worden ingediend. Indien slechts een deel van de budget- en herschikkingsaanvraag op een experiment betrekking heeft, moet in ieder geval dat experimentdeel tweezijdig worden ingediend. Dit geldt ook voor zover uit nadere regels en beleidsregels van de NZa volgt dat eenzijdige indiening mogelijk zou zijn. 6. Informatie verstrekking NZa aan de staatssecretaris van VWS Indien de NZa van oordeel is dat zij van haar recht als bedoeld in artikel 4.5 gebruik dient te maken, informeert de NZa onverwijld de staatssecretaris van VWS. 7. Nadere regels 7.1 Bij de uitoefening van haar taken en bevoegdheden, past de NZa haar nadere regels toe. Voor zover noodzakelijk voor de goede uitvoering van een experiment, en voor zover passend binnen de kaders van artikel 4, wijkt zij van haar nadere regels af. 7.2 De zorgaanbieders die deelnemen aan de proeftuinen meerzorg 2.0 wijken op de volgende twee punten af van de nadere regel Administratieen declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz, namelijk: de zorgverlening heeft betrekking op direct cliëntgebonden tijd. Niet cliëntgebonden tijd en indirect cliëntgebonden tijd worden niet meegerekend; de vertaling van de personele inzet naar de totaal geplande uren per component (woonzorg, dagbesteding, behandeling, eventuele toeslagen). Hierbij wordt rekening gehouden met de groepsgrootte. Bij een activiteit die gedurende een uur met één begeleider plaatsvindt in een groep van bijvoorbeeld vier cliënten is het aantal geplande uren ¼ uur. 8. Beleidsregels 8.1 Bij de uitoefening van haar taken en bevoegdheden, past de NZa haar beleidsregels toe. Voor zover noodzakelijk voor de goede uitvoering van een experiment, en voor zover passend binnen de kaders van artikel 4, wijkt zij van haar beleidsregels af. 8.2 Behoudens in het geval genoemd in artikel 5 blijft in afwijking van artikel 8.1 gedurende een experiment de Beleidsregel budgettair kader Wlz van toepassing voor de zorgaanbieder en het betrokken zorgkantoor.

Dit betekent onder andere dat de zorgaanbieder en het zorgkantoor vóór 1 november van het jaar t-1 de budgetafspraken voor het jaar t indienen bij de NZa. De budgetafspraak gemaakt in het kader van het experiment gaat mee in de toetsing van de regionale contracteerruimte. Mocht deze regionale contracteerruimte worden overschreden, dan wordt ook deze zorgaanbieder meegenomen in de korting, zoals beschreven in de Beleidsregel budgettair kader Wlz. 4 van 5 9. Wijze van indiening aanvraag De zorgaanbieder gebruikt voor het maken van productieafspraken het reguliere budget- of herschikkingsformulier. Voor het in behandeling nemen van de aanvraag door de NZa gelden de reguliere vereisten. 10. Duur en einde van het experiment 10.1 De ingangsdatum van de individuele beschikking als bedoeld in deze beleidsregel is niet eerder dan 1 januari 2015. 10.2 Een experiment duurt maximaal 3 jaar. Een experiment eindigt eerder indien de experimenteerpartijen dit in de experimentovereenkomst hebben opgenomen dan wel tussentijds gezamenlijk overeenkomen. 11. Evaluatie van het experiment 11.1 De NZa evalueert een experiment op basis van de experimentevaluatie aangeleverd door de experimenteerpartijen. De NZa dient de experimentevaluatie uiterlijk 12 weken voor de einddatum van het experiment te ontvangen. De experimentevaluatie bevat minimaal: a. de kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van het experiment, waaruit de mate blijkt waarin de doelstelling van het experiment behaald is en de mate waarin een betere prijs/kwaliteitverhouding van zorg behaald is; b. het oordeel van de zorgaanbieder(s) over de resultaten van het experiment; c. het oordeel van de zorgkantoren(s) over de resultaten van het experiment; d. de totale kosten van het experiment uitgesplitst in aantal cliënten en aantal dagen dat cliënten in zorg waren; 11.2 De NZa rapporteert aan de staatssecretaris van VWS over de uitslag van het experiment. 12. Inwerkingtreding en citeerregel Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de mededeling als bedoeld in artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wmg, wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2015. Deze beleidsregel wordt aangehaald als beleidsregel Experimenten proeftuinen meerzorg 2.0 Wlz.

Toelichting Algemeen 5 van 5 Eind 2014 zijn tien proeftuinen gestart op het gebied van meerzorg-de proeftuinen meerzorg 2.0. De initiators van de proeftuinen zijn het CCE, VGN en ZN. VWS is vanaf de start nauw betrokken bij dit traject. Het doel van de proeftuinen is het optimaliseren van de kwaliteit van zorg, de kwaliteit van leven en het leveren van meer doelmatige zorg door het breder inzetten van meerzorg-gelden. In de proeftuinen meerzorg 2.0 werken zorgaanbieder, Wlzuitvoerder(s), cliënt(vertegenwoordiger(s)) en het CCE met elkaar samen en zoeken ze gezamenlijk naar andere manieren om met minder (of gelijke) inzet van middelen meer resultaten te kunnen bereiken binnen de Wlz, met als doel kwalitatief betere zorg voor de cliënt. Het gaat hierbij om de extra middelen meerzorg die een zorgaanbieder ontvangt. In de proeftuinen worden de meerzorg-gelden breder ingezet dan alleen voor één op één zorg aan de cliënt, namelijk op groepsniveau en voor specifieke opleiding/deskundigheidstraining van betrokken medewerkers. In de praktijk is gebleken dat er spanning bestaat tussen de werkwijze van deze proeftuinen en de regelgeving van de NZa. Om te bereiken dat de lopende experimenten ruimte houden om de nieuwe werkwijze in de praktijk te toetsen, krijgen ze een experimenteerstatus op grond van de Wmg. In de eerder genoemde aanwijzing heeft het ministerie van VWS de NZa gevraagd regelgeving vast te stellen voor de proeftuinen meerzorg 2.0. Deze experimenteerstatus zal met terugwerkende kracht worden ingevoerd, vanaf 1 januari 2015. Artikelsgewijs Artikel 7 Wet- en regelgeving waar de NZa niet over gaat kan door de NZa niet buiten werking worden gesteld. De algemene verplichtingen zoals bijvoorbeeld de verplichting om een administratie te voeren conform artikel 36 van de Wmg blijven daarom van kracht. Artikel 11 Evaluatie van het experiment De experimenteerpartijen voeren de experimentevaluatie zelf uit. Experimenteerpartijen worden geacht het experiment zo in te richten, dat het experiment binnen de experimenteerperiode geëvalueerd wordt.