Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/14/51c /141182

Transcriptie

1 Aan de besturen van zorgaanbieders die verpleging leveren zoals verpleegkundigen die plegen te bieden Zorgverzekeraars en zorgkantoren ActiZ, Alzheimer NL, BTN, NPCF, VGVK, VNG, V&VN, ZN Algemene ziekenhuizen Newtonlaan BX Utrecht Postbus GA Utrecht T F E info@nza.nl I Behandeld door Telefoonnummer adres Directie Zorgmarkten Cure vragencure@nza.nl CI/14/51c / Onderwerp Datum Voorgenomen beleid Beleidsregel experiment regelarme instellingen 20 oktober 2014 Zorgverzekeringswet Geachte heer, mevrouw, Op 14 oktober 2014 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de Beleidsregel experiment regelarme instellingen Zvw als VOORGENOMEN BESLUIT vastgesteld. Wij hebben deze circulaire inmiddels gepubliceerd op onze website zodat zorgaanbieders en zorgverzekeraars weten welk voorgenomen beleid geldt voor de zorginkoop voor De regelgeving kunt u vinden op In deze circulaire lichten wij het voorgenomen beleid met betrekking tot experiment regelarme instellingen (ERAI) in de Zorgverzekeringswet (Zvw) toe. Achtereenvolgens komen de volgende onderwerpen aan bod: aanleiding van deze beleidsregel; de beleidsregel experiment regelarme instellingen faciliteert de voortzetting van ERAI in de Zvw; uitleg over de aanvraag procedure om voortzetting van een experiment regelarme instellingen mogelijk te maken. Aanleiding ERAI Zvw Per 1 januari 2015 zal verpleging en verzorging worden overgeheveld van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de Zvw. Het pakket aan beleidsregels en nadere regels verpleging en verzorging is op 15 juli 2014 reeds vastgesteld. In de Tweede Kamer is op 3 juli 2014 door de Staatssecretaris op verzoek van partijen toegezegd dat ERAI in de Zvw voortgezet kan worden. De beleidsregel is een uitwerking van de door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) aan de Kamer verzonden voorhang.

2 Wij vinden het belangrijk om dit voorgenomen besluit te communiceren om (i) zorgaanbieders en zorgverzekeraars alvast te informeren over het waarschijnlijk in 2015 geldend beleid zodat zij (ii) contract-afspraken kunnen gaan maken en (iii) aanvragen bij de NZa kunnen voorbereiden. CI/14/51c / van 9 De beleidsregel wordt als voorgenomen besluit gecommuniceerd omdat de NZa nog geen aanwijzing heeft ontvangen. Op 30 september jl. heeft de Minister van VWS de Eerste en Tweede Kamer per brief geïnformeerd over de zakelijke inhoud van de aanwijzing die de Minister van plan is te geven over de verlenging van ERAI. De NZa ontvangt de officiële aanwijzing niet eerder dan 30 dagen na de verzending van deze voorhang. Omdat de NZa nog in afwachting is van de aanwijzing staat de datum van inwerkingtreding van de beleidsregel nog niet vast. De datum van inwerkingtreding zal zo spoedig mogelijk volgen na ontvangst van de aanwijzing. De beleidsregel wordt niet vastgesteld als er geen aanwijzing komt of als de aanwijzing afwijkt van de voorhang. Beleidsregel ERAI Zvw: faciliteert de voortzetting van experiment regelarme instellingen in de Zvw Experimenten regelarme instellingen kunnen in de Zvw worden voortgezet, maar er dient hierbij wel aan een aantal randvoorwaarden voldaan te zijn. Ten eerste moet worden opgemerkt dat er geen nieuwe experimenten gestart kunnen worden omdat het gaat om de continuering van reeds in 2012, 2013 of 2014 gestarte experimenten. De zorgaanbieders waar het in dit geval om gaat hebben reeds een individuele GO-brief van VWS in hun bezit. Ten tweede zijn er in de Zvw geen zorgkantoren maar zorgverzekeraars waar zorgaanbieders afspraken mee moeten maken. Voor de voortzetting van ERAI in de Zvw moeten er dus nieuwe afspraken worden gemaakt, onder andere over de te leveren prestatie(s) en het bijbehorende tarief. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars zijn hierbij van elkaar afhankelijk van wat zij met elkaar overeen komen over ERAI. Ten derde is de reikwijdte van de beleidsregel ERAI Zvw de reeds in 2012, 2013 of 2014 gestarte ERAI betreffende verpleging en verzorging, en voor zover die per 1 januari 2015 tot de Zvw behoren. Of een ERAI (on)gewijzigd kan worden voortgezet hangt van deze reikwijdte af. Het is dus mogelijk dat een experiment niet in zijn totaliteit kan worden voortgezet. Daarbij speelt bovendien dat sommige zorg wordt overgeheveld naar de WMO en de Jeugdwet. Uitleg over voortzetting van ERAI: de aanvragen De beleidsregel ERAI Zvw maakt de voortzetting van ERAI per 1 januari 2015 mogelijk, voor zover vallend binnen de Zvw en voor zover het verpleging en verzorging betreft. Zorgaanbieder en zorgverzekeraar moeten een experimentovereenkomst aangaan en deze beiden ondertekenen en indienen bij de NZa. In de beleidsregel vindt u de voorwaarden waar de experiment-

3 overeenkomst aan moet voldoen. De experimenteerpartijen maken in ieder geval afspraken over de prestatie(s) en het tarief hetgeen ook een lumpsumbedrag kan zijn. De experiment-overeenkomst wordt naar de NZa opgestuurd. Indien de NZa een experiment regelarme instellingen toewijst, wordt een individuele beschikking afgegeven. De door de NZa af te geven individuele beschikking dient als betaaltitel. De ingangsdatum van de individuele beschikking is niet eerder dan 1 januari CI/14/51c / van 9 Een experiment duurt uiterlijk totdat de nieuwe bekostiging onder de Zvw is ingevoerd. Een experiment eindigt eerder indien de experimenteerpartijen dit in de experiment-overeenkomst hebben opgenomen dan wel tussentijds gezamenlijk overeenkomen. In ieder geval eindigt een ERAI, overeenkomstig de Wet marktordening gezondheidszorg, vijf jaar na de start van het betreffende experiment in 2012, 2013 of 2014, toen nog onder de AWBZ. Dit betekent dat als een ERAI in het jaar 2012 is gestart deze uiterlijk tot het jaar 2017 kan worden voortgezet. Heeft u vragen? Voor vragen kunt u terecht bij onze informatielijn. De informatielijn is op werkdagen telefonisch te bereiken van 09:00 tot 14:00 op telefoonnummer ( 0,05 per minuut). U kunt uw vragen ook per stellen via vragencure@nza.nl. Met vriendelijke groet, Nederlandse Zorgautoriteit drs. J.C.E. Kursten unitmanager Eerstelijns Zorg en Ketens

4 BELEIDSREGEL CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT Experiment regelarme instellingen Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen. Onder verwijzing naar artikel 58 Wmg is in de voorliggende beleidsregel een experiment opgenomen. De daartoe vereiste aanwijzing, bedoeld in artikel 59, onderdeel f, Wmg, is door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) met brief van [P.M. DATUM], [P.M. KENMERK], aan de NZa gegeven en heeft kenmerk [P.M. KENMERK]. Op 30 september 2014 heeft de Minister van VWS de Eerste en Tweede Kamer per brief geïnformeerd over de zakelijke inhoud van de aanwijzing die de Minister van plan is te geven over de verlenging van het experiment regelarme instellingen (kenmerk: LZ). Artikel 1. Reikwijdte Deze beleidsregel is van toepassing op verpleging en verzorging als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) die wordt geleverd door zorgaanbieders die door de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn aangewezen voor deelname aan het experiment regelarme instellingen en een individuele akkoordbrief of GO-brief 1 ontvangen hebben. Het gaat om experimenten die reeds in 2012, 2013 of 2014 onder de AWBZ voor AWBZ-zorg zijn gestart en welke zorg per 1 januari 2015 tot de Zvw behoort. Artikel 2. Doel van de beleidsregel Deze beleidsregel heeft tot doel de deelnemende zorgaanbieders die in 2012, 2013 of 2014 een experiment regelarme instellingen AWBZ betreffende verpleging en verzorging zijn gestart, de mogelijkheid te bieden om hun reeds in 2014 lopende experiment onder de Zvw voort te zetten, voor zover die zorg per 1 januari 2015 tot de Zvw behoort. Artikel 3. Begripsbepalingen 3.1 Deelnemende zorgaanbieder De zorgaanbieder die blijkens de individuele akkoordbrief van de staatssecretaris, bedoeld in artikel 3.6, deelneemt aan het experiment regelarme instellingen. 3.2 Een experiment Een door de staatssecretaris bij individuele akkoordbrief of GO-brief goedgekeurde werkwijze van een aan het experiment regelarme instellingen deelnemende zorgaanbieder. 1 Hierbij gaat het om de zorgaanbieders die een individuele akkoordbrief of GO-brief hebben ontvangen in het kader van de daartoe vereiste aanwijzing, bedoeld in artikel 59, onderdeel f, Wmg. Deze aanwijzing is door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met brief van 11 juni 2012, kenmerk MC-U , aan de NZa gegeven en heeft kenmerk MC-U

5 3.3 Experiment-overeenkomst Een tussen een deelnemende zorgaanbieder en een (of meerdere) zorgverzekeraar(s) gesloten en door hen ondertekende overeenkomst waarin aard, inhoud en omvang van het door hen te houden experiment regelarme instellingen is beschreven. 5 van Experimenteerpartijen Een deelnemende zorgaanbieder en een (of meerdere) zorgverzekeraar(s) die een experiment regelarme instellingen zijn gestart of hebben aangevraagd. 3.5 Experiment regelarme instellingen Het experiment zoals beschreven in de brief van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 23 december 2011 en de daarbij behorende bijlagen (Kamerstukken II 2011/12, , nr. 53). 3.6 Individuele akkoordbrief of GO-brief Brief van de staatssecretaris aan een deelnemende zorgaanbieder, waarin het experiment van die zorgaanbieder en de voorwaarden waaronder dit onder de AWBZ plaatsvond nader worden gedefinieerd. 3.7 Individuele beschikking De beschikking van de NZa waarmee het experiment regelarme instellingen zoals overeengekomen tussen deelnemende zorgaanbieder en een (of meerdere) zorgverzekeraar(s), gedeclareerd en vergoed kan worden. 3.8 Minister De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 3.9 Zorgaanbieder De natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent, als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg Zorgverzekeraar Een verzekeraar als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Zorgverzekeringswet. Artikel 4. Uitgangspunten 4.1 Bij de uitoefening van haar taken en bevoegdheden, houdt de NZa binnen haar mogelijkheden rekening met een experiment. 4.2 Bij de uitoefening van haar taken en bevoegdheden, hanteert de NZa in het kader van een experiment in het bijzonder de volgende uitgangspunten: a. Personen aan wie zorg wordt verleend komen door een experiment niet in een nadeliger positie te verkeren dan wanneer het experiment niet zou plaatsvinden. b. Een zorgaanbieder kan geen beroep doen op extra financiële middelen in verband met deelname aan het experiment regelarme instellingen. 4.3 Gelet op het uitgangspunt als vermeld in artikel 4.2 onderdeel b, neemt de NZa een aanvraag om extra financiële middelen wegens deelname aan een experiment niet in behandeling.

6 4.4 Indien een experiment naar het oordeel van de NZa niet meer voldoet aan de uitgangspunten als bedoeld in artikel 4.2, kan de NZa dat experiment, indien en voor zover het binnen haar bevoegdheidsdomein valt, onmiddellijk beëindigen. 6 van 10 Artikel 5. Prestaties en tarieven 5.1 Indien ten behoeve van een experiment afwijkende prestaties of tarieven noodzakelijk zijn, stelt de NZa afwijkende prestaties en tarieven vast op de tariefbeschikking voor de deelnemende zorgaanbieder. De NZa doet dat uitsluitend op aanvraag van de deelnemende zorgaanbieder en de betrokken zorgverzekeraar(s). Op de aanvraag is artikel 6 van deze beleidsregel van toepassing. 5.2 Voor de prestaties vallend onder een experiment regelarme instellingen geldt een vrij tarief. 5.3 Voor zover een experiment uitgaat van een lumpsum, stelt de NZa de lumpsum vast op een tariefbeschikking voor de deelnemende zorgaanbieder. De NZa doet dat uitsluitend op aanvraag van de deelnemende zorgaanbieder en de betrokken zorgverzekeraar(s). Op de aanvraag is artikel 6 van deze beleidsregel van toepassing. Artikel 6. Wijze van indiening aanvraag van voortzetting van een experiment regelarme instellingen 6.1 Een deelnemende zorgaanbieder en een (of meerdere) zorgverzekeraar(s) kunnen bij de NZa een gezamenlijke aanvraag indienen tot voortzetting van een experiment regelarme instellingen. 6.2 De aanvraag dient vergezeld te gaan van een experimentovereenkomst tussen een deelnemende zorgaanbieder en een (of meerdere) zorgverzekeraar(s). De aanvraag dient te worden ingediend via info@nza.nl. 6.3 In de experiment-overeenkomst is minimaal opgenomen: a. een verklaring dat is overeengekomen dat de experimenteerpartijen een gezamenlijk plan van aanpak volgen; b. de afgesproken prestatie(s); c. het afgesproken tarief hetgeen ook een lumpsum kan zijn; d. de experiment-overeenkomst dient door de experimenteerpartijen te zijn ondertekend. 6.4 De NZa hanteert de volgende uitgangspunten en voorwaarden bij de afhandeling van de aanvraag: a. de NZa beoordeelt of is voldaan aan de in deze beleidsregel gestelde voorwaarden; b. er vindt géén zorginhoudelijke toetsing van het experiment door de NZa plaats; c. de NZa is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de experiment-overeenkomst. 6.5 De NZa wijst de aanvraag voor een experiment af indien de zorgprestatie niet valt binnen de reikwijdte van de beleidsregel als bedoeld onder artikel Indien de experiment-overeenkomst niet voldoet aan de in deze beleidsregel genoemde voorwaarden, stelt de NZa de

7 experimenteerpartijen daarvan op de hoogte en houdt de NZa de beoordeling van de experiment-overeenkomst aan totdat er een herziene experiment-overeenkomst door de NZa is ontvangen. 6.7 Indien de NZa een experiment regelarme instellingen toewijst, geeft de NZa een individuele beschikking af. 7 van 10 Artikel 7. Informatieverstrekking NZa aan Minister van VWS 7.1 Indien de NZa van oordeel is dat zij van haar recht als bedoeld in artikel 4.4 gebruik dient te maken, informeert de NZa onverwijld de Minister. 7.2 Indien de NZa met betrekking tot een experiment kennis heeft van feiten of omstandigheden die naar haar oordeel van zodanig ernstige aard zijn dat het desbetreffende experiment redelijkerwijs niet of niet ongewijzigd kan worden voortgezet, informeert de NZa onverwijld de Minister. Artikel 8. Nadere regels 8.1 Bij de uitoefening van haar taken en bevoegdheden, past de NZa haar nadere regels toe. Voor zover noodzakelijk voor de goede uitvoering van een experiment, en voor zover passend binnen de kaders van artikel 4, wijkt zij van haar nadere regels af. 8.2 De NZa wijkt niet af van de Regeling macrobeheersinstrument verpleging en verzorging Artikel 9. Beleidsregels 9.1 Bij de uitoefening van haar taken en bevoegdheden, past de NZa haar beleidsregels toe. Voor zover noodzakelijk voor de goede uitvoering van een experiment, en voor zover passend binnen de kaders van artikel 4, wijkt zij van haar beleidsregels af. 9.2 De NZa wijkt niet af van de Beleidsregel macrobeheersinstrument verpleging en verzorging Artikel 10. Duur en einde van het experiment 10.1 De ingangsdatum van de individuele beschikking als bedoeld in deze beleidsregel is niet eerder dan 1 januari Een experiment duurt uiterlijk totdat de nieuwe bekostiging onder de Zvw is ingevoerd. Een experiment eindigt eerder indien de experimenteerpartijen dit in de experiment-overeenkomst hebben opgenomen dan wel tussentijds gezamenlijk overeenkomen. In ieder geval eindigt een experiment regelarme instellingen overeenkomstig artikel 58 van de Wmg vijf jaar na de start van het betreffende experiment in 2012, 2013 of 2014, toen nog onder de AWBZ. Artikel 11. Evaluatie Volgens artikel 58, zesde lid, Wmg evalueert de NZa een experiment tijdig en tijdens de uitvoering. Ingevolge het zevende lid van genoemd

8 artikel rapporteert de NZa aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitslag van het experiment regelarme instellingen in ieder geval binnen drie maanden na afloop van voornoemd experiment. Omdat de aanwijzing van [P.M. DATUM] met [P.M. KENMERK] voorziet in een verlenging van de reeds lopende experimenten regelarme instellingen, zijn ook de eerdere aanwijzingen van belang. In dat kader is in artikel 7 van de aanwijzing van 11 juni 2012 met kenmerk MC-U van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bepaalt dat de NZa haar evaluatie in overleg met de staatssecretaris uitvoert. In de toelichting op voornoemde aanwijzing is opgenomen dat het niet efficiënt is als de verschillende onderdelen van het experiment regelarme instellingen geïsoleerd worden geëvalueerd. Voor deze evaluatie heeft de staatssecretaris dan ook een landelijke begeleidingsgroep ingesteld bestaande uit verschillende stakeholders, waaronder de NZa. De begeleidingsgroep volgt onder meer de voortgang van de experimenten, lost eventuele problemen op en bespreekt monitorresultaten. De begeleidingsgroep evalueert gezamenlijk de resultaten van het experiment regelarme instellingen. De betrokkenheid van de NZa geldt primair voor de evaluatie vanuit Wmg-invalshoek, aldus de toelichting op de aanwijzing. 8 van 10 Artikel 12. Inwerkingtreding en citeerregel Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van oktober/november 2014 P.M.. Indien de Staatscourant waarin de mededeling als bedoeld in artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wmg wordt geplaatst, wordt uitgegeven na [P.M. DATUM], treedt de beleidsregel in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de mededeling wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met [P.M. DATUM]. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel experiment regelarme instellingen Zvw. Artikel 13. Voorbehoud De Beleidsregel experiment regelarme instellingen Zvw wordt door de NZa vastgesteld onder voorbehoud van politieke besluitvorming inzake: - inwerkingtreding van het gewijzigde Besluit zorgverzekering. Op het moment van vaststelling van deze Beleidsregel experiment regelarme instellingen Zvw is het gewijzigde Besluit zorgverzekering voorgehangen bij de Eerste en Tweede Kamer als bijlage bij respectievelijk brief met kenmerk Z en Kamerstukken II, 29689, nr De Beleidsregel experiment regelarme instellingen Zvw is opgesteld op basis van voornoemde voorhang van Besluit zorgverzekering. Indien het Besluit zorgverzekering niet per 1 januari 2015 in werking is getreden en indien daartoe aanleiding bestaat zal de NZa een gewijzigde beleidsregel vaststellen. Dit betekent dat indien de NZa geen beleidsregel heeft vastgesteld die de voorliggende vervangt, de voorliggende Beleidsregel experiment regelarme instellingen Zvw onverkort van toepassing is.

9 Toelichting Algemeen Om te bezien welke mogelijkheden er zijn om de administratieve belasting in de zorg weg te nemen, is het kabinet een experiment met regelarme zorginstellingen gestart. De NZa faciliteert dat experiment. Op [P.M. DATUM] heeft de NZa een aanwijzing ontvangen inzake de verlenging van het experiment regelarme instellingen. Met deze verlenging kunnen deelnemende zorgaanbieders de reeds in 2014 lopende experimenten regelarme instellingen AWBZ betreffende verpleging en verzorging, voor zover die per 1 januari 2015 tot de Zvw behoren, laten doorlopen. Daarmee behouden zorgaanbieders de mogelijkheid om met zorgverzekeraars afspraken te maken om de bekostigingsafspraken voor het experiment regelarme instellingen te continueren onder de Zvw, betreffende verpleging en verzorging. Deelnemende zorgaanbieders die hiervan gebruik willen maken dienen hierover samen met een zorgverzekeraar een experiment-overeenkomst aan te gaan en deze in te dienen bij de NZa. 9 van 10 De voorliggende beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Zvw. Artikelsgewijs Artikel 6. Aanvragen van een experiment regelarme instellingen 6.8 Om de zorgprestatie in rekening te kunnen brengen en te vergoeden, moeten de experimenteerpartijen in het bezit zijn van een individuele beschikking voor deze zorgprestatie. De NZa geeft een individuele beschikking af bij toewijzing van een experiment regelarme instellingen. De individuele beschikking is alleen van toepassing op de experimenteerpartijen. De zorgaanbieder en de zorgverzekeraar die het experiment hebben aangevraagd en van de NZa een beschikking hebben ontvangen, mogen de omschreven zorg in rekening brengen en vergoeden tegen het afgesproken bedrag. Artikel 8. Nadere regels Hogere wet- en regelgeving kan niet door de NZa buiten werking worden gesteld. De algemene verplichtingen, zoals bijvoorbeeld de verplichting om een administratie te voeren conform artikel 36 van de Wmg, blijven daarom van kracht. Artikel 12. Inwerkingtreding De beleidsregel wordt niet vastgesteld als er geen aanwijzing komt of als de aanwijzing afwijkt van de voorhang. Zodra de aanwijzing door de NZa is ontvangen stelt de NZa de beleidsregel zo spoedig mogelijk definitief vast. Op 30 september 2014 heeft de Minister van VWS de Eerste en Tweede Kamer per brief geïnformeerd over de zakelijke inhoud van de aanwijzing die de Minister van plan is te geven over de verlenging van het experiment regelarme instellingen (kenmerk: LZ). Het voorliggende voorgenomen besluit/beleid dient ter informatie van zorgaanbieders en zorgverzekeraars zodat zij aanvragen bij de NZa kunnen voorbereiden.