Bronnenboek Milieu, hergebruik en duurzaamheid

Vergelijkbare documenten
Keuzevak Milieu, hergebruik en duurzaamheid. Duurzaam consumeren en produceren

Economie en handel. Assistent logistiek. Deel 5 van 6 Voert handelingen op goederen/producten uit

Project. Kinderen begeleiden

Project. Interculturele communicatie

Economie en handel. Assistent logistiek. Deel 1 van 6 Ontvangt Goederen/producten

Ik en de maatschappij. Vrije tijd

Nederlands. Woordenschat Dienstverlening en zorg

Training. Observeren en rapporteren

Loopbaanoriëntatie -begeleiding

Training. Mobiliteit, slapen en waken

Project. Deskundigheidsbevordering 2

REKENEN VERHOUDINGEN Verhoudingen voor1f

Training. Talentherkenning

Project. E-health en domotica

Project. Organiseer een Eigen Kracht-conferentie

Cursus. Coördineren in de kinderopvang, ketenregie, sociale kaart en netwerk

3. Een opleidingsdomein kiezen

Cursus. Groepsdynamica en leiderschapsstijlen

Training. BMC-vaardigheden gericht op dagbesteding deel 2 (sport en spel)

Training. Enquêteren

Economie en handel. Assistent logistiek. Deel 4 van 6 Maakt goederen/producten verzendklaar

Cursus. Schuldhulpverlening (budgetteren)

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur(s): Lily Benjamin - Merens

Training. Werken in een team: vergaderen en evalueren voor SMD en SCW

Werken aan natuur en milieu

Nederlands. Woordenschat Basis

Training. Verdieping gespreksvoering

Training. Groepsklimaat

Cursus. Ontwikkelingspsychologie voor SMD en SCW

Cursus. Gezin in beeld

Cursus. Leerlingen met specifieke begeleidingsvragen

Cursus. Moeilijk bereikbare doelgroepen

Oriëntatie op branche en beroep

Voorbereidende interne stage

4. Een vervolgopleiding kiezen

Cursus. Oriëntatie op de dienstverlening in de GHZ

Werken binnen commercieel groen

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur: Mies Blok. Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf

Cursus. Bijhouden van ontwikkeling van de leerling en differentiatie

Training. Ondersteuning bij bereiden van maaltijd en eten

Ik en de maatschappij. Regels en wetten

Cursus. Chronisch zieken

Begeleide externe stage

Cursus. Klassenmanagement

REKENEN. Meetkunde voor 1F Deel 2 van 2

Cursus. Begeleiden van adolescenten

Cursus. Begeleiding vrijwilligers en mantelzorgers

Cursus. Evalueren begeleiding van activiteiten

Rekenen verhoudingen. Procenten voor 1F

Werken als metselaar

Training. Hoe kom je tot een projectplan?

Cursus. Oriëntatie op de dienstverlening in de VVT

Edu4all LOB. 1. Leren Kiezen. Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit werkboek.

Cursus. Begeleiden en zorgen in de thuiszorg en ambulant in GHZ

Ik en de maatschappij. Ik en wij

REKENEN METEN EN MEETKUNDE Inhoud. voor 1F

Grafieken en tabellen

Cursus. Aanbieden ontwikkelingsgerichte activiteiten VVE

Training. Methodisch verzamelen van informatie

Cursus. Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen Deel 1

Cursus. De wijk in beeld

Cursus. Oriëntatie op de dienstverlening in de ggz

Training. Gesprekstechnieken

Cursus. Verslavingszorg

Cursus. Kinderziektes en medicatie

Nederlands. Woordenschat Techniek

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen

Werken als gastheer-vrouw in de catering

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen in GGZ

Ik en de maatschappij. Kiezen en kopen

Cursus. Leren kun je leren

Cursus. Vakinhoud en leergebieden primair onderwijs (geschiedenis)

Ik en de maatschappij. Klussen in huis

Project. Activiteitenprogramma opstellen

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur(s): Lily Benjamin - Merens

Assistent plant of (groene) leefomgeving

Training. Taalstimulering

Project. Integratie van de doelgroep in de wijk

Cursus. Begeleiden en zorgen intramuraal in GGZ

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur(s): Lily Benjamin - Merens

Cursus. Sociale kaart

Training. Begeleiden

Assistent verkoop/retail

NEDERLANDS Taalverzorging 1F Woord/zin Deel 1 van 3

Training. Interdisciplinair samenwerken

Ondernemen en het ondernemingsplan 2

Certificaat B-VCA. Deel 2 van 3

Financieel en administratief beheer 1

Cursus. Oriëntatie op het werkveld voor SMD en SCW

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur: Marijke Willems. Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf

Lengte, omtrek en oppervlakte

Werken in een ziekenhuis

Cursus. Netwerk versterken

Assistent installatie- en constructietechniek

Training. Gesprekstechnieken voor SMD

Ik en de maatschappij. Rondkomen

Verhoudingen in verband

Cursus. Begeleiden bij psychiatrische aandoeningen Deel 1

Partie Kleine kaart. Werkboek

Cursus. Begeleiden en zorgen intramuraal in GHZ

Transcriptie:

Bronnenboek Milieu, hergebruik en duurzaamheid

COLOFON Uitgeverij: Auteur(s): Inhoudelijke redactie: Illustraties: Foto s: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl haas&haas: Daphne Ariaens en Jacobien Ubbink Edu Actief b.v. www.pixton.com Aksana Tsishyna - Shutterstock.com Hans Engbers - Shutterstock.com Ververidis Vasilis - Shutterstock.com Titel: ISBN: 978 90 3725 507 2 Eerste druk / eerste oplage Edu Actief b.v. 2019 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.

Inhoud 13.1 Afval... 4 13.2 Gezondheid en milieu... 6 13.3 Levenscyclusanalyse... 8 13.4 Afval verwerken - gescheiden afval... 10 13.5 Afvalhiërarchie... 15 13.6 Duurzaamheid en People Planet Profit (PPP)... 16 13.7 De ecologische voetafdruk... 18 13.8 Keurmerken... 20 13.9 Duurzaam consumentengedrag... 24 13.10 De ontwerpstappen... 25 13.11 Ondernemersplan... 33 3

13.1 Afval In Nederland zijn we goed in het inzamelen en op verantwoorde wijze verwerken van ons huishoudelijk afval. Het is afval dat wekelijks of tweewekelijks aan huis opgehaald wordt en vaak in vuilniszakken of in vuilcontainers aan de straat gezet. In Nederland scheiden we een groot deel van ons afval. Als je afval hebt, wat hoort dan waar? En hoe kun je met de verpakking bijdragen aan het voorkomen van afval? VOORKOMEN Heb jij dat ook weleens? Stel, je hebt nieuwe schoenen nodig. Je kijkt eerst welke schoenen je klasgenoten dragen. Daarom koop je hetzelfde merk schoenen als zij. Is het wel goed dat anderen bepalen wat jij koopt? Je kunt er ook voor kiezen om een andere keuze te maken. Gewoon, omdat jij dat wilt. En omdat je jezelf wilt blijven. Vaak hebben anderen daar wel respect voor. Jij durft dan in ieder geval uit te komen voor je eigen mening. En dat is stoer. Soms heb je iets helemaal niet nodig. Maar je wilt het toch graag hebben. Omdat iedereen het heeft. Dan kun je je afvragen: heb ik het eigenlijk wel nodig? Je moet er misschien hard voor werken en sparen. Of misschien kun je het helemaal niet betalen. Waarom zou je het dan willen kopen? Heb je het echt nodig? Of kun je ook zonder? SAMENSTELLING Huishoudelijk afval bestaat uit een groot aantal verschillende materialen. De belangrijkste zijn: plastic. etensresten en tuinafval papier metaal als blik las textiel klein chemisch afval zoals batterijen. INZAMELEN Het inzamelen van huishoudelijk afval gebeurt door deze op een vast tijdstip aan de straat te zetten. Bij flats kun je het afval storten in een stortkoker in de flat waarna de gebouwenbeheerder zorgt dat het afval wordt opgehaald. Steeds meer zie je bij flats ondergrondse vuilcontainers voor allerlei soorten afval. Deze worden regelmatig leeggehaald. Afval ophalen kost geld. Daarvoor betaalt iedere inwoner van de gemeente een afvalstoffenheffing. In de ene gemeente betaalt ieder inwoner hetzelfde bedrag. In andere gemeentes wegen ze de vuilcontainer zodat van iedere inwoner precies bekend is hoeveel 4

afval het aan de straat heeft gezet. Zo kun je iedere inwoner laten betalen naar de hoeveelheid weggegooid afval. Dit stimuleert mensen om minder afval te gebruiken wat goed is voor het milieu. SCHEIDEN We scheiden in Nederland iets meer dan de helft van ons afval. Zo sparen we grondstoffen en energie. En daarmee het milieu. Met het gescheiden afval gebeuren verschillende dingen. 1. Recycling. Het opnieuw gebruiken van materialen. Het product wordt eerst klein gemaakt en de materialen opnieuw gebruikt. 2. Hergebruiken. Het ingezamelde materiaal wordt schoongemaakt en in zijn geheel weer gebruikt. 3. Composteren Afval van planten en dieren vergaan en de compost wordt weer gebruikt. 4. Sorteren Producten worden ingezameld en weer opnieuw verkocht. Het afval dat over is noemen we restafval. Hier kunnen twee dingen mee gebeuren: 1. Storten Voor het storten wordt al het afval naar een vuilnishoop gebracht. Dit was vroeger vaak een weiland of een meer, maar tegenwoordig worden er speciale maatregelen getroffen om te zorgen dat er geen stoffen in het grondwater kunnen komen. Het vuil klinkt in de loop der jaren in. Als een vuilstort vol is, wordt er vaak een laag aarde op gelegd en een park of golfbaan op aangelegd. 2. Verbranding Het afval wordt in een afvalverbrandingsinstallatie verbrand. Daar komen rookgas, as en slakken bij vrij. Lucht wordt onder het afval gebracht en aangestoken, zodat het zo veel mogelijk verbrandt. De resterende gassen worden, net als het as, gefilterd. De gassen worden door een schoorsteen naar buiten gebracht. De as en de slakken worden verpakt en alsnog gestort. INZAMELEN EN SCHEIDEN Wat gebeurt er met het gescheiden afval? In de tabel is te zien wat er met ons afval gebeurt. Soort afval Recyclen Hergebruik Compost Inzamelen Storten of verbranden Plastic. Etensresten en tuinafval (GFT) Papier 5

Soort afval Recyclen Hergebruik Compost Inzamelen Storten of verbranden Metaal als blik Glas statiegeldflessen glasbak Textiel 13.2 Gezondheid en milieu MILIEU Het milieu is de omgeving waar mensen, planten en dieren in leven. Het is belangrijk dat het milieu schoon blijft. Als er schadelijke stoffen in het milieu komen is dat slecht voor het milieu. Vervuilde lucht, water en grond hebben een negatief effect op mensen en dieren. Dieren kunnen bijvoorbeeld ziek worden van het eten van plastic dat in de zee drijft. Door te consumeren belast je het milieu. Als ons gedrag negatieve gevolgen heeft voor het milieu, spreek je van milieuschade. Milieuschade ontstaat door: het verbruik van fossiele brandstoffen zoals aardgas en aardolie, en andere grondstoffen zoals hout. Door het verbranden van olie en gas komen er bijvoorbeeld schadelijke stoffen in de lucht. Door het kappen van bossen kunnen bijvoorbeeld planten en dieren niet goed meer leven. Het is ook belangrijk dat we zuinig zijn met grondstoffen. Grondstoffen kunnen op den duur opraken. afval dat in het milieu terechtkomt. Bijvoorbeeld plastic wat het water en de bodem vervuilt. Vervuiling van water Water drinken we om te leven. Vervuild water drinken zorgt voor zieke mensen, dieren en planten. Vervuiling van grond We wonen op de grond en planten leven in de grond. Vervuilde grond zorgt voor zieke mensen, dieren en planten. 6

Vervuiling van lucht We ademen lucht in. Vervuilde lucht zorgt voor zieke mensen en dieren. Ook planten hebben last van de vervuilende stoffen. Afval wordt verbrand in een verbrandingsoven. Zo kunnen er schadelijke stoffen in de lucht komen. Ook auto s, fabrieken en energiecentrales vervuilen de lucht. Ze zorgen bijvoorbeeld voor extra CO 2 (koolstofdioxide). CO 2 komt van nature al voor in de lucht. CO 2 zorgt ervoor dat het warm is op aarde. We hebben het dus nodig. Als er te veel CO 2 is wordt het te warm. Te veel CO 2 zorgt voor opwarming van de aarde. Je noemt dit het versterkte broeikaseffect. De opwarming van de aarde kan zorgen voor meer natuurrampen, zoals overstromingen of droogte. GEVAARLIJKE STOFFEN Thuis, op school of op je werk gebruik je gevaarlijke stoffen. Bijvoorbeeld terpentine, vaatwastabletten en allesreiniger. Gevaarlijke stoffen zijn gevaarlijk voor de gezondheid van mensen, dieren en planten. Stoffen zijn gevaarlijk omdat ze bijvoorbeeld kunnen ontploffen of in brand vliegen. Sommige gevaarlijke stoffen zijn giftig. Je kunt er ziek van worden. Dat gebeurt als de giftige stof in je lichaam komt. Ga je met gevaarlijke stoffen werken? Bescherm jezelf en het milieu dan tegen de gevaren. Hoe ga je te werk? 1. Kijk met welke stof je gaat werken. Voor sommige stoffen gelden specifieke voorzorgsmaatregelen. Neem die. 2. Kijk op het etiket op de verpakking van de stof. Zie je een gevarensymbool? Dan is de stof een gevaarlijke stof. Neem de voorzorgsmaatregelen die horen bij dit gevarensymbool. Deze gevarensymbolen laten zien dat er gevaar is voor je eigen gezondheid of het milieu. Deze stof is giftig. Deze stof is irriterend en schadelijk voor je gezondheid. Deze stof is gevaarlijk voor het milieu. 7

13.3 Levenscyclusanalyse De levenscyclusanalyse van een product heet ook wel wieg-tot-grafanalyse. Het is een methode. Je kunt ermee bepalen wat de totale milieubelasting van een product is gedurende de hele levenscyclus. De levenscyclus is het hele proces dat een product doorloopt. De levenscyclus van een product bestaat uit deze fasen: 1. winning van de grondstoffen 2. productie 3. verpakken 4. transport 5. verkopen 6. gebruik 7. recycling en hergebruik. 1. WINNING VAN DE GRONDSTOFFEN Alle materialen zijn gemaakt van een grondstof. Er zijn verschillende soorten grondstoffen. Bijvoorbeeld: Grondstoffen uit de landbouw planten Om bijvoorbeeld katoen te maken heb je katoenplanten nodig. bomen Om papier te maken heb je bomen nodig. Grondstoffen uit de mijnbouw ijzererts Om constructiestaal te maken heb je ijzererts nodig. aardolie Om kunststof te maken heb je aardolie nodig. IJzererts en aardolie komen uit de aarde. Het kost veel geld om deze grondstoffen uit de aarde te halen. Ook kost het heel veel energie. Water Water is ook vaak een grondstof. Water zit bijvoorbeeld in frisdrank en douchezeep. 8

2. PRODUCTIE Tijdens de productie wordt het product gemaakt. Behalve grondstoffen is er vaak energie en water nodig. De productie kan milieuvervuiling opleveren als er gevaarlijke stoffen worden gebruikt, of als het afval niet goed verwerkt wordt. Grondstoffen moeten naar de fabriek gebracht worden. Het transport kost energie. 3. VERPAKKEN Producten worden verpakt. Daarvoor wordt bijvoorbeeld plastic, papier of blik gebruikt. Sommige producten worden wel drie keer verpakt: per stuk, in dozen en dan ook nog op pallets. Het maken van verpakkingen kost veel energie en grondstoffen. Daarom moeten verpakkingen zo veel mogelijk gerecycled worden. Dan hoeven er niet steeds nieuwe verpakkingen gemaakt te worden. 4. TRANSPORT De producten moeten vervoerd worden van de fabriek naar de winkels. Dat gaat per boot, vliegtuig, trein, vrachtwagen en auto. Het transport kost energie. Want de vervoersmiddelen verbruiken brandstof. De uitlaatgassen van de vervoersmiddelen zorgen voor luchtvervuiling. 5. VERKOPEN In de winkel worden de producten verkocht. Consumenten beslissen of zij een product willen kopen. Zij worden beïnvloed door reclame, de prijs en de kwaliteit van de producten. Maar misschien ook door hoe milieuvriendelijk de producten zijn. 6. GEBRUIK Consumenten gebruiken de producten. Verpakkingsmaterialen worden meestal weggegooid en belanden bij het afval. Hoe meer verpakkingsmateriaal, hoe slechter dat is voor het milieu. Producten die kapot zijn worden weggedaan. 7.RECYCLEN EN HERGEBRUIK Recyclen is een vorm van afvalverwerking. Bij recyclen wordt een afvalstof omgezet in een nieuw product. Van gebruikte glazen flessen wordt bijvoorbeeld opnieuw glas gemaakt. Van oud papier wordt nieuw papier gemaakt. Van oud textiel worden nieuwe kledingstukken gemaakt. Bij hergebruik wordt een product opnieuw gebruikt. Bijvoorbeeld: een oude auto wordt opgeknapt en door iemand anders weer gebruikt. En een cartridge van de printer wordt opnieuw gevuld met inkt. 9