Uw kenmerk FO2002/U87430 Dossier/volgnummer 55814C-027

Vergelijkbare documenten
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de heer mr. K.G. de Vries. De staatssecretaris van Financiën, de heer drs. W.J. Bos.

Ons kenmerk Rfv/ Doorkiesnummer

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer J.W. Remkes De staatssecretaris van Financiën De heer mr. drs. J.G.

Rfv 04.11/ (070) Inleiding en samenvatting

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mr. K.G. de Vries. De staatssecretaris van Financiën, drs. W.J. Bos

de minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Financiën Geachte heer Peper en heer Vermeend, 1.

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

kostenmethode.~_... " -... '",. - ".~.. Dit memo doet verslag van een cijfermatige analyse die in uw opdracht heeft gemaakt

Periodiek OnderhoudsRapport gemeentefonds Inleiding

Burgemeester en Wethouders

Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de heer mr. K.G. de Vries Staatssecretaris van Financiën de heer drs. W.J.

Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum

De netto verschillen tussen de meicirculaire 2016 en de decembercirculaire 2015 zijn als volgt:

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie, De heer mr. K.G. de Vries. De staatssecretaris van Financiën, De heer drs. W.J. Bos.

B en W d.d

35000-B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2019

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

Advies aan B&W 6 november 2012

Verdeling gemeentefinanciën: een vernieuwd recept

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Financieringssystematiek Wet werk en bijstand

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 8 ONDERWERP

Groot onderhoud gemeentefonds. 25 & 27 maart en 1 april 2014

Collegevoorstel. Zaaknummer Decembercirculaire 2016 gemeentefonds

Ons kenmerk Rfv/ Doorkiesnummer

Inhoudsopgave blz. 1 Het verdiepingshoofdstuk 3

Herijking gemeentefonds regionale bestuurdersbijeenkomsten VNG. Ton Jacobs/Gijs Oskam, VNG/Gemeentefinanciën Oktober 2011

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De heer J.W. Remkes De staatssecretaris van Financiën De heer mr. drs. J.G.

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan.

Uw kenmerk DGKB/BFO/IFLO Dossier/volgnummer 55820P-008

RAADSINFORMATIEBRIEF. De gemeenteraad. 1 juli 2014 Raadsinformatiebrief gevolgen meicirculaire 2014 gemeentefonds Financiën 57922

Inleiding Op 31 mei 2016 is de meicirculaire verschenen, in dit advies worden de gevolgen voor de gemeente Krimpen toegelicht.

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 25 oktober 2016

De staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport, Mevrouw drs. C.I.J.M Ross-van Dorp, Postbus EJ DEN HAAG

Herverdeling gemeentefonds Wikken en wegen. Gijs Oskam Expertisecentrum Gemeentefinanciën VNG Utrecht, 18 november 2013

Uw kenmerk DGKB/BFO/IFLO Dossier/volgnummer 55820O-008

Besluit tot vaststelling van de bedragen per eenheid voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds over het uitkeringsjaar 2016

Besluit tot vaststelling van de bedragen per eenheid voor de uitkering uit het gemeentefonds over het uitkeringsjaar 2013

S A M E N V A T T I N G

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Financiën,

Besluit tot vaststelling van de bedragen per eenheid voor de uitkering uit het gemeentefonds over het uitkeringsjaar 2015

Gelet op de artikelen 1.8, eerste lid en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang 1 ;

BAWI/U Lbr. 08/170

Artikel 1. Artikel 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Gelet op het rapport van de inspecteur van de Directie Bestuur, Democratie en Financiën van 2 februari 2015;

Raadsinformatiebrief 73

Ons kenmerk Rfv2000/U84786 Doorkiesnummer

Groot onderhoud gemeentefonds in 2015 en 2016

Provinciefonds: omvang en verdeling ter discussie

Mededeiing. J. Kuiper. Onderwerp Verdeelsystematiek van het Provinciefonds. Registratienummer Datum 21 Oktober 2014 Auteur

23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter

IFLO2003/U64617 Dossier/volgnummer 55820L-019

CIRCULAIRE GEMEENTEFONDS van 16 maart 2004

Raadsmemo. Datum: 24 juni Gemeenteraad van Hof van Twente. Kopie aan: B.M.J. Eshuis. Jeroen te Molder, Financiële zaken

De minister voor Grote Steden en Integratiebeleid, mr. R.H.L.M. van Boxtel

Plan van aanpak Zwemvaardigheid. 1. Inleiding

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dr. A. Peper L 341

Convenant tussen de Staat der Nederlanden en de Bve Raad over de. gevolgen van de invoering van de Wet inburgering

Aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De heer H.A.L. van Hoof Postbus LV Den Haag

Samen meer bereiken. Thema s FAMO. Winterbijeenkomst Annelies Kroeskamp. Interbestuurlijk Programma: belicht vanuit het Rijk

BTW compensatiefonds in relatie tot overdracht onroerend goed

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 25 april TFI/U / Lbr. 19/ Herziening Gemeentefonds.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dr. R.H.A. Plasterk Postbus EA Den Haag

Raadsinformatiebrief llllllllllllllll llll! llllllllllllllllllll illllillllillllllii

2D I! , Algemene Rekenkamer. van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport BEZORGEN. De Voorzitter van de Tweede Kamer der

Bijlage 1 bij de raadsmededeling meicirculaire 2017 gemeentefonds

Inkomstenbronnen 2018

Herijking Gemeentefonds

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 14 november 2017 U Lbr. 17/068 (070)

De Minister van Vreemdelingenzaken en integratie, Mevrouw drs. M.C.F. Verdonk Ministerie van Justitie Postbus EH DEN HAAG

Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003

De Financiële verhoudingswet bevat daarom een aantal uitgangspunten voor het verdeelstelsel 4, het uitkeringsstelsel 5, de daarmee samenhangende

AANGEPAST. Raadsvoorstel. A.E. Brommersma 27 november september De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Onderwerp : Verwerking septembercirculaire 2014 in de begroting, als 1 e begrotingswijziging op de programmabegroting 2015

: Tijdelijke regels aanscherping Wet werk en bijstand

Resultaten verantwoordingsonderzoek Provinciefonds (C) Rapport bij het jaarverslag

Uw kenmerk W&B/SFI/04/32586 Dossier/volgnummer

5.1.2 Woonlasten (lokale lastendruk)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 maart 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

2 a. Toelichting van de VNG bij de financiële aspecten van het Bestuursakkoord.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 februari 2017 Onderzoek financiën sociaal domein

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

a cc groningen - 5 JAN. 201 i IdU Aan Provinciale Staten

Uw kenmerk GVM/Vz/ Dossier/volgnummer 55807A-038

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA 's-gravenhage

Groot onderhoud gemeentefonds

Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren , welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2015.

Ontwikkelingen in de financiële verhouding

ECGF/U Lbr. 09/052

i^v RAADSINFORMATIEBRIEF

Collegebesluit. Onderwerp: Septembercirculaire 2013 Gemeentefonds Reg. Nummer: CS/CC 2013/ 1. Inleiding

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet?

1.10 Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Transcriptie:

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de heer J.W. Remkes. De staatssecretaris van Financiën, de heer drs. S. van Eijck. Bijlagen -- Inlichtingen bij Uw kenmerk FO2002/U87430 Dossier/volgnummer 55814C-027 R.G. Daniëls Onderwerp Advies Periodiek Onderhouds Rapport (POR) 2003 Ons kenmerk Rfv2002087959 Doorkiesnummer 070 426 7234 Datum 3 oktober 2002 Geachte heren Remkes en Van Eijck, Evenals voorgaande jaren wil de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) graag van de gelegenheid gebruik maken u te adviseren over het voorliggende Periodiek Onderhouds Rapport provinciefonds 2003 en het Periodiek Onderhouds Rapport gemeentefonds 2003. Na een korte samenvatting volgt een uitgebreidere uiteenzetting. Samenvatting Omdat thans een betere samenhang tussen het Periodiek Onderhoud Rapport(POR) en het werkprogramma van de Raad is ontstaan (zodat de Raad te zijner tijd nog afzonderlijk over diverse onderwerpen kan adviseren) en omdat de nieuwe voornemens van het Strategisch Akkoord nog slechts beperkt doorwerken in het POR volstaat de Raad met een advies waarin niet alle onderwerpen aan de orde (hoeven te) komen. Bij de onderhoudsagenda dient er ook voldoende aandacht voor opschoning te zijn. Met het jaarlijks beschikbaar komen van het Financieel Overzicht Gemeenten, wordt het voor het POR mogelijk voor de analyse van de scan rekeningscijfers te gebruiken. Opgepast moet worden met de conclusie dat gemeentelijke begrotingen en rekeningen voldoende op elkaar aansluiten voor de scan. Voorts dringt de Raad er nogmaals op aan ook gegevens op meso-niveau te presenteren voor groepen gemeenten. De invoering van het BTW-Compensatiefonds kan zowel de waarneming van de uitgaven als de bestedingen zelf beïnvloeden.

De uitkomsten van de scan voor het cluster Wegen en Water laten evenals voorgaande jaren zien dat de netto-uitgaven achterblijven. Voor het eerst sinds 1998 is echter deze discrepantie in betekenis afgenomen, hetgeen door de Raad als een relatief gunstige ontwikkeling wordt gezien. Wel acht hij het nodig de ontwikkelingen komende jaren goed te blijven volgen. De Raad onderschrijft de hoofdconclusie van de scan, namelijk dat het verdeelstelsel globaal aansluit op de kostenstructuur van de gemeenten, en er derhalve geen aanleiding is tot nader onderzoek. Voor zover sprake is van substantiële afwijkingen tussen ontwikkelingen van de gemeentelijke kostenstructuur en de verdeelsystematiek, speelt dit bij clusters die al worden geijkt of is dit een gevolg van de wijze van boeking of van gemeentelijke beleidskeuzes. De Raad vraagt aandacht voor de financiële gevolgen van de (verplichte) inburgering van minderheden en voor de doeluitkering Verbetering zwemvaardigheid, een tijdelijke cofinancieringsregeling voor een structureel probleem. De invoering van een landelijk Protocol Wet Voorzieningen Gehandicapten (Wvg) kan ertoe leiden dat de decentralisatie wordt teruggedraaid en de bestedingsvrijheid van de gemeenten wordt aangetast. In aansluiting op de uitkomsten van het POR provinciefonds 2003 stelt de Raad vast dat er geen aanwijzingen zijn dat de verdeling van het provinciefonds op provinciaal niveau tot knelpunten leidt. 1. Inleiding Het Periodiek Onderhoudsrapport (POR) 2003 is het zesde onderhoudsrapport dat sinds de inwerkingtreding van de huidige Financiële-verhoudingswet is verschenen. Het betreft de jaarlijkse rapportage van uw kant met als doelstelling het verdeelstelsel van het gemeentefonds en het provinciefonds voortdurend op zijn werking te bezien en jaarlijks onderhoud te plegen. De scan gaat over de vraag of kostenstructuur en verdeelstelsel nog in voldoende mate sporen en eventueel aanpassing van de verdeling nodig is. De onderhoudsagenda geeft de stand van zaken van het lopende en het komende onderhoud aan de hand van allerlei ontwikkelingen en (beleids)voornemens. Aangezien de advisering over een passende financiële verhouding voor de Raad een belangrijk onderdeel van zijn taak is, wil hij over dit alles een aantal opmerkingen maken, ook met betrekking tot hierover aangekondigde voornemens. Hierbij bestaat thans, vergeleken met eerdere jaren, voor de inhoudelijke onderwerpen een betere samenhang tussen het POR en de onderwerpen die in het Werkprogramma 2003 van de Raad zijn opgenomen [1]. Deze onderwerpen zullen te zijner tijd in afzonderlijke advisering aan de orde kunnen komen en worden daarom thans niet of slechts kort besproken. Gezien deze betere aansluiting en omdat nieuwe voornemens van het Strategisch Akkoord thans nog slechts beperkt doorwerken in het POR (alleen voor zover geconcretiseerd in de

begrotingen) volstaat de Raad thans met een advies waarin niet alle onderwerpen aan de orde (hoeven) komen. De paragrafen 2, 3, en 4 besteden achtereenvolgens aandacht aan de onderhoudsagenda, de scan en de beleidsvoornemens uit het POR gemeentefonds 2003. Paragraaf 5 betreft het POR provinciefonds 2003. 2. De onderhoudsagenda Alvorens inhoudelijk op de onderhoudsagenda in te gaan wil de Raad bepleiten dat er bij de onderhoudsagenda niet alleen nieuwe onderwerpen bijkomen, maar ook opschoning plaats heeft. Nieuw op de agenda (onderzoeksfase) is het ijkpunt Volkshuisvesting/Ruimtelijke ordening/stadsvernieuwing (VHROSV). Hier is met ingang van 2003 sprake van een verdeelmaatstaf ISV (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing) die door aanpassing van de ISV-budgetten in 2005 moet worden aangepast. Mede met het oog op de dynamiek in het uitgavencluster zal het ijkpunt VHROSV in zijn geheel aan een onderzoek onderworpen worden. De doelstelling is een aanpassing van de verdeling per 1 januari 2005. In zijn advies over het POR 2002 [2] wees de Raad bij het cluster VHROSV op de merkwaardige tegenstrijdigheid tussen enerzijds daling van de rijksuitgaven voor stadsvernieuwing en de stabiele gemeentelijke netto-uitgaven hiervoor en anderzijds het tegelijkertijd bestaande overschot bij de verdeling van het gehele cluster. Ook drong de Raad in een eerder advies over de stadsvernieuwingssleutel [3] aan op spoedige herijking. De Raad kan zich dan ook goed vinden in het thans aangekondigde onderzoek. Het onderzoek clusters Bijstand en Zorg blijft op de onderhoudsagenda. Invoering van het Fonds Werk en Inkomen (FWI), de decentralisatie van de Wvg en de onderwijshuisvesting, meer bijzondere bijstand en minder bijstandsgerechtigden bij de sociale dienst zorgen voor veel verandering. Een interdepartementale werkgroep is bezig geweest met herschikking van de huidige twee clusters in drie nieuwe. De Raad heeft geadviseerd over de conclusies van de werkgroep en kan in grote lijnen instemmen met de herschikking [4]. Kostenonderzoek in de drie nieuwe taakclusters (Bijstand & werkgelegenheid, Educatie en Gezondheid) moet zomer 2003 zijn afgerond, eventuele wijzigingen in de verdeling moeten 2005 ingaan. De Raad wijst er op dat ook het Strategisch Akkoord en de Hoofdpunten van het Regeringsbeleid in allerlei wijzigingen voorzien die van invloed kunnen zijn op de

gemeentelijke financiën/de bijstand en op het cluster bijstand. Zoals maatregelen op het terrein van de reïntegratie, afschaffing van het categoriaal inkomensbeleid en aanpak van de armoedeval. Ook nieuw beleid ter beperking van het beroep op de WAO kan tot meer bijstand leiden. Verhoging van het gemeentelijke aandeel in de bijstand van 25 naar 100% moet de gemeenten een groter financieel belang geven, maar zorgt ook voor aanzienlijk grotere financiële risico s voor de gemeenten (terwijl tevens een groot deel van het eigen belastinggebied wordt afgeschaft). Daarbij geeft het verdeelmodel van het FWI in de huidige vorm al geen goede voorspelling van de gemeentelijke kosten, hetgeen bij een (veel) groter te verdelen budget ook veel zwaardere gevolgen kan hebben voor de gemeentelijke financiën. Het onderwerp IJkpunten voor de clusters Zorg en Bijstand is opgenomen in het werkprogramma van de Raad voor 2003. Nieuw op de agenda is ook het onderwerp bodemgesteldheid, waarnaar op verzoek van de Kamer onderzoek wordt gedaan in verband met een eventuele aanpassing van de maatstaf bodemgesteldheid voor de invalshoek drooglegging (het hoogteverschil tussen weg en polderpeil). Het ligt in de bedoeling de Kamer de tweede helft 2002 nader te informeren. Dit onderwerp speelt vooral als gevolg van de artikel 12-afhandeling van Gouda, waarover de Raad adviseerde [5]. Een vraagpunt voor de Raad is of mogelijk de bodemgesteldheid nog in andere clusters dan Wegen en Water aan de orde is. De Raad wil nadrukkelijk het signaal afgeven dat opgepast dient te worden voor het creëren van een uitzonderingspositie voor slechts één of enkele gemeenten, hetgeen ten koste gaat van een gelijke behandeling van alle gemeenten en globaliteit van het verdeelstelsel. Een ander nieuw onderwerp is de bommenregeling (signaleringsfase). Door het sterk toegenomen beroep is gewerkt aan een wijziging van de doeluitkering bommenregeling: met een grotere eigen bijdrage van de gemeente, de kosten bij grote infrastructurele Rijksprojecten komen voor rekening van het project en 100% vergoeding in bijzondere gevallen. In het Strategisch Akkoord zijn extra rijksmiddelen beschikbaar gesteld voor deze bijdrageregeling ( 40 mln in 2002, 25 mln structureel vanaf 2003). Het gewijzigde Bijdragebesluit moet uiterlijk 1 januari 2003 in werking treden. De Raad merkt op dat hiermee veelal voor gemeenten hogere kosten en grotere risico s zullen ontstaan. Inzake de verkeershandhaving werken Verkeer en Waterstaat samen met Justitie aan een wet die regelt dat de opbrengst van parkeerboetes naar de gemeenten gaat. In een Algemeen Overleg van begin 2002 heeft de Kamer met deze lijn ingestemd. Het onderwerp is in de signaleringsfase. Niet aangegeven is of Justitie het financiële verlies gecompenseerd wil zien. Het onderwerp sluit aan bij de bestuurlijke handhaving in algemene zin waarvan in het Strategisch Akkoord sprake is. De Raad acht het passend dat

gemeenten bij een zwaarder accent op bestuurlijke handhaving ook een financieel instrument, bestuurlijke boetes, krijgen om de hogere kosten (deels) te compenseren. 3. De scan 3.1 De techniek van de scan Dit voorjaar is voor het eerst het jaarlijks te publiceren Financieel Overzicht Gemeenten (FOG) verschenen. Het FOG is het belangrijkste product van het Plan van aanpak transparantie financiële stromen (PLAVAT), gaat over de hoogte van de bedragen en is er vooral ten behoeve van bestuurlijk overleg over de uitkomsten van de normering, waarbij gebruik wordt gemaakt van rekeningscijfers. Het is de bedoeling bij de scan van het POR gebruik te gaan maken van deze rekeningscijfers van het FOG (PLAVAT), waarbij het POR 2003 een eerste aanzet biedt. Het is de opzet het FOG komende jaren verder uit te breiden met specifieke uitkeringen, EU-gelden en de gemeentelijke vermogens, zodat tot een verbreding van het POR kan worden gekomen (POR-plus). De Raad ziet het als een goede ontwikkeling dat met het jaarlijks beschikbaar komen van cijfers van het FOG, het voor het POR mogelijk wordt voor de analyse van de scan rekeningsgegevens te gebruiken. In het POR zijn voor een drietal jaren per cluster de gemeentelijke uitgaven vergeleken op begrotingsbasis en op rekeningsbasis. Uit de cijfers blijkt dat het verschil tussen begroting en rekening (in Euro per inwoner) voor de meeste uitgavenclusters tamelijk beperkt is. Uitzonderingen zijn de clusters Zorg en Kunst/Ontspanning. Dit wordt geweten aan de integratie van de onderwijshuisvesting en intensiveringen ten behoeve van de klassenverkleining en de Wvg (Zorg), respectievelijk het beschikbaar zijn van extra geld/meevallers aan het eind van het jaar (Kunst/Ontspanning). Bij de meeste clusters wordt meer uitgegeven dan begroot, hetgeen vermoedelijk een gevolg is van de opwaartse bijstellingen van het accres van het gemeentefonds afgelopen jaren. De conclusie wordt in het POR getrokken dat de gemeentelijke begrotingen en rekeningen voldoende op elkaar aansluiten om het gebruik van begrotingsgegevens ten behoeve van de scan te rechtvaardigen (wel geeft de cluster Zorg aanleiding tot enige voorzichtigheid). De Raad merkt op dat toch opgepast moet worden met de laatste conclusie. Zo laat het zich aanzien dat het gemeentefondsaccres na 2003 heel andere bewegingen gaat vertonen dan afgelopen jaren, hetgeen dan van invloed kan zijn op bestedingen in bepaalde clusters tegen het eind van het jaar en zo op de werkelijke uitgaven.

Voor 2004 is een aandachtspunt dat als gevolg van de invoering van het BTW- Compensatiefonds uitgavencijfers mogelijk moeilijker vergelijkbaar zullen worden, afhankelijk van hoe gemeenten omgaan met de BTW: afhankelijk van wel of geen compensatie via het fonds, zonder respectievelijk met BTW (bruto-netto). 3.2 De scan inhoudelijk Een belangrijke indicatie voor de vraag of de verdeling nog voldoende aansluit bij de kosten geeft de confrontatie per cluster tussen de veronderstelde verdeling van de algemene uitkering en de begrote gemeentelijke uitgaven. Te grote verschillen die in de tijd nog groeien duiden op scheefgroei die aanpassing van de verdeling nodig kan maken. De ontwikkeling van de netto uitgaven (op begrotingsbasis) van de gemeenten per cluster over de jaren 1998 tot en met 2002 laat zien dat de gemeenten voor bijna alle clusters in 2002 meer verwachten uit te geven dan in 2001: vooral voor de clusters Zorg, Wegen en Water, Kunst en Ontspanning, Groen en OOV. Voor het cluster Bijstand wordt minder begroot. De daling speelt al vanaf 1999 en hangt vooral samen met de afname van het aantal bijstandsgerechtigden en de komst van het Fonds werk en Inkomen. Geconstateerd kan worden dat de stijging bij het clusters zorg en OOV spoort met de door het Rijk van de gemeenten verlangde extra prioriteit voor een aantal beleidsterreinen (intensivering van jeugdbeleid en zorg, OOV). Voor het cluster Zorg wordt samen met het cluster Bijstand najaar 2002 een herijkingsonderzoek opgestart. Dit onderwerp staat in het werkprogramma 2003 van de Raad. Voor ongeveer de helft van de clusters geldt dat het aandeel in de verdeling van de algemene uitkering kleiner is dan de feitelijke (begrote) uitgaven. Dit is met name het geval bij de clusters Kunst en Ontspanning, Reiniging (de vooronderstelde 100% kostendekking bestaat in de praktijk vaak niet) en Bestuursorganen (hangt samen met de boeking/toerekening). Als gevolg van de voorgenomen afschaffing van de OZB voor woningen zal overigens in de toekomst het dekkingspercentage van de reinigings- en rioolrechten stijgen, zo verwacht de Raad. Omgekeerd zijn de genormeerde inkomsten op grond van het verdeelstelsel voor het cluster Wegen en Water aanzienlijk hoger dan volgens de gemeentelijke begrotingen wordt uitgegeven (achterblijven van de netto-uitgaven). Dit wordt met name geweten aan de totstandkoming van het cluster waarbij op verzoek van de Kamer rekening is gehouden met gemeenten met een groot buitengebied: naar verwachting wordt het verschil ingelopen. In zijn advies over het POR 2002 merkt de Raad op dat het wel van belang is de discrepantie te blijven volgen: als nu na verloop van enkele jaren blijkt dat het feitelijke uitgavenpatroon niet overeenkomt met de omvang van het cluster, dan dienen daar wel

consequenties aan te worden verbonden. Vooralsnog kan geconstateerd worden dat in 2002 (voor het eerst sinds1998) het verschil tussen algemene uitkering en netto-uitgaven (in Euro per inwoner) weliswaar is afgenomen maar nog steeds vrij fors is. De Raad acht dit een relatief gunstige ontwikkeling. Wel is het nodig de ontwikkelingen komende jaren goed te blijven volgen. Dit geldt ook voor de ontwikkelingen bij de groep gemeenten met een groot buitengebied, hetgeen het nut van gegevens op meso-niveau onderstreept. Een aandachtspunt is dat komende jaren als gevolg van de invoering van het BTW- Compensatiefonds de bestedingen op de clusters kunnen veranderen, hetgeen invloed kan hebben op de verdeling. De Raad wees hierop in zijn advies over het BTW- Compensatiefonds [6]. De hoofdconclusie van de scan is dat voor zover er sprake is van substantiële afwijkingen tussen feitelijke ontwikkelingen van de gemeentelijke kostenstructuur en de verdeelsystematiek, deze optreden bij clusters die reeds worden herijkt, de afwijkingen een boekingstechnische achtergrond hebben en deze het gevolg zijn van beleidskeuzen van gemeenten en niet van mogelijke relevante structuurkenmerken. De scan geeft derhalve geen aanleiding tot nader onderzoek; het verdeelstelsel sluit globaal aan op de kostenstructuur van de gemeenten. De Raad onderschrijft deze hoofdconclusie en is van mening dat de huidige scan geen aanleiding geeft tot nader onderzoek. 4. Inventarisatie beleidsvoornemens Het POR geeft een overzicht van beleidsvoornemens van het Rijk met financiële gevolgen voor de gemeenten. Er is rekening gehouden met de uitwerking van het Strategisch Akkoord voor zover dit al in de departementale begrotingen is opgenomen. De Raad plaatst hierbij enige kanttekeningen. Inburgering van oudkomers Dit betreft het inburgeringsbeleid voor etnische minderheden die al langer in Nederland verblijven. Gestart tijdens het vorige kabinet voor 54 gemeenten, is het in 2002 uitgebreid naar alle gemeenten die intekenen voor bepaalde trajecten. Thans gaat het om contracten tussen Rijk en gemeente waarbij wordt uitgegaan van resultaatafhankelijke bekostiging. Dit terrein valt thans onder Justitie en niet meer onder BZK. Integratie en migratie vormen een belangrijk onderwerp van het regeringsbeleid, en aangegeven is (Hoofdpunten regeringsbeleid) dat inburgering dwingender zal worden voor nieuwkomers en oudkomers. Het is de Raad nog niet helder hoe dit concreet vorm krijgt, bijvoorbeeld bij verplichte inburgeringscursussen en wat dit financieel voor de gemeenten betekent. Spoedige duidelijkheid is wenselijk. Verbetering zwemvaardigheid (schoolzwemmen) In een brief van 2 oktober 2001 aan de Kamer is het Plan van aanpak zwemvaardigheid uiteengezet. Dit plan houdt in dat de 36 gemeenten met de grootste

achterstandsproblematiek een specifieke uitkering van OCW ontvangen als zij maatregelen treffen om de zwemvaardigheid onder kinderen in de basisschoolleeftijd te verhogen. Tevens zijn als eisen gesteld dat de gemeente uit eigen middelen eenzelfde bedrag besteedt aan verbetering van de zwemvaardigheid, dat zij een registratiesysteem invoert, een nulmeting uitvoert en voorlichting geeft aan ouders van zeer jonge kinderen om zelf de verantwoordelijkheid te nemen om hun kinderen te leren zwemmen. De regeling (budget 4,5 mln) treedt 2002 in werking en loopt tot 2005. De Raad constateert het volgende. Omdat blijkt dat een deel van de basisscholieren (met name allochtone) niet kan zwemmen en verdrinkingen voorkomen heeft OCW een tijdelijke stimuleringsregeling opgezet. Deze gaat in de vorm van co-financiering, over welk onderwerp de Raad recent advies heeft uitgebracht [7] en in zijn Jaarrapport 2002 publiceerde [8]. De regeling is slechts tijdelijk (drie jaar). Hoewel de gemeente de helft zelf moet betalen worden door OCW wel allerlei eisen gesteld. Na afloop is het voor de gemeente zeer lastig het schoolzwemmen weer te stoppen en zullen bij voortzetting de volledige kosten voor eigen rekening komen. Dit alles kan tot een verstoring van de gemeentelijke prioriteiten leiden. Voor de oplossing van een in wezen structureel probleem wordt hier door OCW gebruik gemaakt van een tijdelijke (co-financierings)regeling. Wet Voorzieningen Gehandicapten (Wvg) Tussen Rijk, gebruikersorganisaties en de VNG is overeenstemming bereikt over een landelijk Protocol Wvg, waarin een nadere invulling is gegeven aan het begrip verantwoorde voorzieningen in de Wvg. Het protocol is 26 maart 2002 door de toenmalige minister van SZW aan de Kamer aangeboden. Tussen betrokkenen is afgesproken dat de VNG toepassing van het protocol door de gemeenten zal bevorderen en dat monitoring zal plaatsvinden. Voorts is een wetsontwerp ingediend dat het mogelijk moet maken om het Protocol Wvg vast te leggen in een Amvb. Dit zal gebeuren indien uit de monitoring onvoldoende naleving van het protocol blijkt. Indien blijkt dat de uitvoering van het protocol leidt tot structurele meerkosten voor gemeenten zal het Rijk voor dekking zorgdragen. Het terrein valt inmiddels onder de minister van VWS. De Raad merkt op dat de overgang van de verantwoordelijkheid naar de gemeenten voor de uitvoering van de Wvg en de overgehevelde middelen hiervoor naar het gemeentefonds, die een aantal jaren geleden hebben plaats gevonden, onder druk dreigen te komen door het Protocol WVG. Hiermee wordt in feite deze decentralisatie deels teruggedraaid doordat het Rijk achteraf toch wil blijven meesturen inzake de besteding van overgehevelde middelen. De middelen maken deel uit van de algemene uitkering, waarvan het voornaamste kenmerk is dat er (een zekere mate van) bestedingsvrijheid voor de gemeenten bestaat. Naarmate de regelgeving stringenter wordt, is sprake van verplichte uitgaven en wordt de bestedingsvrijheid van de gemeenten uitgehold.

5. Het Periodiek Onderhouds Rapport provinciefonds 2003 In het POR provinciefonds 2003 zijn tussen de individuele provincies veel verschillen in het patroon van afwijkingen tussen feitelijke en genormeerde bedragen (netto-lasten per uitgavencluster)gevonden. Dit speelt zowel bij de voor de begrotingen 2002 als bij de rekeningen 2000. Dit wordt onder meer geweten aan eigen beleidskeuzen (zoals toevoegingen aan de algemene reserves of een minder hoog belastingpeil), achterblijvende overige eigen middelen of op een incidenteel hoog of laag niveau van netto-lasten. De vraag of hier sprake is van verdeelfouten wordt voorshands ontkennend beantwoord en er wordt geen aanleiding gezien voor een meer gedetailleerde micro-scan. De Raad constateert dat bij geen enkele provincie de algemene reserve is gedaald, wel is volgens de begrotingscijfers 2002 de opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting met 65 mln. gestegen. In aansluiting op de uitkomsten van het POR provinciefonds 2003 stelt de Raad vast dat er geen aanwijzingen zijn dat de verdeling van het provinciefonds op provinciaal niveau tot knelpunten leidt. De Raad voor de financiële verhoudingen, mevrouw A. van den Berg, voorzitter de heer mr. G.A. van Nijendaal, plaastvervangend secretaris. [1] Advies Werkprogramma 2003, van 26 augustus 2002, Rfv2002/085699.

[2] Advies POR 2002, van 26 september 2002, Rfv2001/U087569. [3] Advies aanpassing gemeentefondsmaatstaf Stadsvernieuwing, van 14 augustus 2001, Rfv2001/U61685. [4] Advies Herschikking clusters bijstand en zorg, van 23 april 2002, Rfv2002/068853. [5] Advies Artikel 12-aanvraag gemeente Gouda voor 2000, van 5 juli 2001, Rfv2001/U77058. [6] Advies BTW-Compensatiefonds, van 27 maart 2001, Rfv2001/U61685. [7] Advies Co-financiering, van 6 augustus 2002, Rfv2002/082788. [8] Jaarrapport 2002 Raad voor de financiële verhoudingen, mei 2002.