Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Vlijmens Ven/ HOWABO Moerputten. Rapport Probleeminventarisatie en -analyse



Vergelijkbare documenten
Overzichtskaart onderzoeksgebied Overzicht EODD vondsten in de omgeving van het onderzoeksgebied. T&A Survey BV 0211GPR2431 1

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Papendrecht aansluiting A15-N3

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Hilversum Monnikenberg

Projectnummer: 1211GPR2855.1

Notitie. Een update van het vooronderzoek was daarom niet nodig. Referentienummer Datum Kenmerk GM juni Betreft NGE-onderzoek

HOV Zuidradiaal, Overste den Oudenlaan en Merwedekanaalzone 4. Figuur 1: Utrecht januari 1945 (bron: Grote Atlas van Nederland , pag. 411).

Hieronder is uiteengezet wat de meest relevante feiten zijn voor het onderzoeksgebied wat betreft de mogelijke aanwezigheid van CE.

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Risicokaart gemeente Haarlem. Rapport Probleeminventarisatie en -analyse

2. QUICKSCAN AANWEZIGHEID CE N Algemene informatie CE n in de bodem

Probleeminventarisatie Conventionele Explosieven Cyclamenweg Bleiswijk

Historisch Vooronderzoek

Figuur 1: Kleine Aa te Someren (bron:

Briefrapportage. 1. Inleiding. Saricon bv

Vooronderzoek. Barneveld-Noord Station. Opsporen Conventionele Explosieven

Saricon bv Safety & Risk Consultancy

Lijst van bijlagen Betrouwbaarheid... 11

Historisch Vooronderzoek

Notitie RWZI Gemaalweg Gemeente s-hertogenbosch. W. van den Brandhof, MA 4 juni 2012

Vooronderzoek. Opsporen Conventionele Explosieven. Vianen Hoef en Haag. Rapport Vooronderzoek. Figuur 1: Vianen Hoef en Haag (Bron: Google Earth)

PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen

PLS-NGE. Aanwezigheid NGE binnen projectgebied Erftransformatie Zandvoort 31 Gendt. Inleiding

Rapportage. Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ter plaatse van twee delen van een leiding tracé te Ede

Naam: EEN BRUG TE VER De Slag om Arnhem

Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel

Proces verbaal van. probleeminventarisatie naar conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog te Gameren in de gemeente Zaltbommel.

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Conventionele Explosieven (CE n) Datum 20 maart 2014

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 22 november dhr. H. de Baaij. dhr. F.G.J. Barink

Figuur 1. Projectgebied, kadastraal bekend als gemeente Elst, sectie K, nummers 1493, 1742, 6859, 6861 en 6863

Onderwerp Onderzoek, opsporing en ruiming explosieven bij gebiedsontwikkeling

Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 oktober dhr. J. Bongers. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Europaplein Zuid

Bijlage 14 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Concentrionele Explosieven land de N235 en N247

Gemeente Lingewaard t.a.v. mw. A. van Kampen Afd. BPO/RB Postbus AA Bemmel 14UIT00000 *14UIT00000*

Quickscan Conventionele Explosieven. OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839. Onderzoekslocatie anno 1944 (bron:

Briefrapportage. Saricon bv

CEES VAN DEN AKKER ADVIES

DORST IN DE OORLOGSJAREN.

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Lansingerland A12

Saricon bv Safety & Risk Consultancy

Historisch Vooronderzoek

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht

SAMENVATTING PROJECTLEIDER SAMENVATTING PROJECTLEIDER. Datum: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider)

Pagina 2 van 53 12S107-VO-01

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt

Historisch Vooronderzoek

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 21 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink

Projectnummer: 1112GPR3388 Onderzoekslocatie: Blauwe As te Assen

PRESENTATIE RISICOKAART ALBLASSERDAM

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Fietspad Ouwelsestraat Zaltbommel

Foto omslag: Bevrijding op de Wilhelminabrug te Leiden op 7 mei 1945 (bron:

~ : Gemeente Barneveld : Explosive Clearance Group BV : Baron van Nagelstraat : : : ER-01 : Definitief

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Hoge Wei Oosterhout (GLD)

MEMO. Inleiding. Datum : 21 december 2010 (definitief) Aan : Marcel van Hout. Van : Arjan Matser tel

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Cruijslandse kreken

Vooronderzoek Conventionele Explosieven N283 tracé Hank-Meeuwen

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Molenstraat Kerkwijk

Vooronderzoek Conventionele Explosieven ontsluiting Heeswijk-Dinther Zuid

3.1 Explosievenonderzoek natuurvriendelijke oevers Maas

Screaming Eagles boven Kasteel Heeswijk

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Leiden Ringweg Oost

Inventarisatie Conventionele Explosieven Stroomlijn fase 3 Rijkswaterstaat

1 INLEIDING ALGEMEEN PROBLEEMSTELLING DOELSTELLING ONDERZOEKSGEBIED METHODIEK VERANTWOORDING...

Onderzoekslocatie: Verbindingszone te Westerbroek, Groningen

KlokBouwOntwikkeling BV T.a.v. dhr D. Lemmers Postbus AA Nijmegen

BIJLAGE VII EXPLOSIEVENONDERZOEK

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Hoge Boezem van de Overwaard en Achterwaterschap Gemeente Molenwaard

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Parkeergarages Lammermarkt & Garenmarkt te Leiden

Pagina 2 van 32 12S041-VO-01

Onderzoekslocatie: Ommen Oost, Gemeente Ommen

CErrt. Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: TVO-00 I 16 april2014. Datum: Toetsing Vooronderzoek CE. Opdrachtgever: KWS lnfra bv

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Inventarisatie Conventionele Explosieven Linkeroever De Pol Gemeente Oude IJssel

Rapport van Vooronderzoek

8. Vooronderzoek Conventionele explosieven bedrijventerrein Lingewaarden Bodac B.V

3921 Opsporen van conventionele explosieven 1 INLEIDING 2 CE PROBLEMATIEK: EEN KORTE TERUGBLIK. Arjan D. Hol 1

Thema: Slag om de Schelde en de invloed op het Nieuwe land.

Fotopresentatie bij lesmateriaal Herdenking 2019 Operatie Market Garden in Oss voor groep 6, 7 en 8

Eindrapportage Explosievenonderzoek OCE Nederweert Merenveld Gemeente Nederweert

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Soesterberg-Noord.

Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van Conventionele Explosieven in het onderzoeksgebied: Knooppunt Joure. Juli 2011

Quickscan Conventionele Explosieven. Arnhemseweg (Zevenaar) Onderzoekslocatie anno 1944 (bron:

2016-BB-12-QS-01 (DEFINITIEF) KENMERK: QUICK SCAN CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN BETREFT: N226 SCHUTTERHOEFLAAN PROJECT: PROVINCIE UTRECHT OPDRACHTGEVER:

VOORONDERZOEK N377 Lichtmis - Slagharen

Saricon bv Safety & Risk Consultancy

1. Inleiding. 2. Aanleiding en vraagstelling

Onderzoekslocatie: het project Nieuw Gemaal Beetskoog

Proces Verbaal van Oplevering

VOORONDERZOEK MFC Langestraat-Heerewaarden

Saricon bv Safety & Risk Consultancy

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus LV DEN HAAG

Inhoudsopgave. T&A Survey BV 0409-GPR

Datum: 9 april 2015 Projectnr.: Kenmerk: 15p015 Status: definitief

Proces verbaal van oplevering

RAPPORT VAN VOORONDERZOEK. Proces verbaal van

Eindrapportage detectie- en benader- onderzoek Kitskensberg, gemeente Roermond.

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Driemanspolder te Zoetermeer

H. Kloosterboer (senior OCE-deskundige)

Vooronderzoek Conventionele Explosieven Reconstructie Erica te Oirschot

Afb.l (Nijmegen II, 18/21) *

Transcriptie:

Vooronderzoek Rapport Probleeminventarisatie en -analyse Vlijmens Ven/ HOWABO Moerputten Figuur 1: Geallieerde stafkaart Drunen 10 S.E. omgeving Vlijmen (bron: TDN). Opsporen Conventionele Explosieven

Vooronderzoek Probleeminventarisatie en analyse Vlijmens Ven/ HOWABO Moerputten Projectnummer : 07908 Locatie Opdracht Opdrachtgever : Vlijmens/ HOWABO Moerputten : Rapport Probleeminventarisatie en -analyse : Waterschap Aa en Maas Plaats en datum : Riel, 11 januari 2010 Kenmerk : RO-100003 versie 0.1 Auteur : Th.H.J. Derksen (Sr. OCE-deskundige) N. van Domburg, MA (Historicus) Goedgekeurd door : J.A. Blokvoort Riel Explosive Advice & Services Europe B.V. Opdrachtgever Waterschap Aa en Maas John Blokvoort Theo Derksen naam opdrachtgever Commercieel directeur Sr. OCE-deskundige Copyright 2010. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houders van het auteursrecht. De opdrachtgever mag voor intern gebruik duplicaten maken. Offerte Probleeminventarisatie en -analyse Vlijmens Ven/ HOWABO Moerputten 11 januari 2010 Pagina 2 van 102

Inhoudsopgave Pagina Inhoudsopgave... 3 1. Inleiding... 6 1.1. Aanleiding... 6 1.2. Probleemsituatie... 6 1.3. Doel... 6 1.3.1. Doel Probleeminventarisatie... 7 1.3.2. Doel Probleemanalyse... 7 1.4. Leeswijzer Probleeminventarisatie en analyse... 7 2. Locatiegebonden informatie... 8 2.1. Afbakening onderzoeksgebied... 8 2.2. Bodemopbouw... 8 2.3. De locatie: historisch, huidig en toekomstig... 8 3. Geraadpleegde bronnen... 9 3.1. Algemene documentatie... 9 3.1.1. Literatuur... 9 3.1.2. Archiefinstellingen... 9 3.2. Specifieke documentatie...9 3.2.1. Door opdrachtgever aangeleverde documenten... 9 3.2.2. Kaartmateriaal... 9 3.2.3. Bombardementsgegevens... 9 3.2.4. Luchtfoto s... 9 3.2.5. Defensiearchieven... 10 4. Probleeminventarisatie... 11 4.1. Literatuurgegevens... 11 4.1.1. De Duitse inval 1940... 12 4.1.2. De bezetting van 1941 tot juni (D-Day)... 12 4.1.3. De periode juni 44 (D-Day) tot en met oktober 44... 12 4.1.4. Winter 44-45 tot en met de Duitse capitulatie mei 1945... 14 4.2. Brabant Historisch Informatie Centrum (BHIC)... 15 4.3. Stadsarchief s-hertogenbosch... 15 4.4. Streekarchief Land van Heusden en Altena... 15 4.5. Stafkaarten... 15 4.6. Bombardementsgegevens... 15 4.7. Luchtfoto s... 16 4.8. Defensiearchieven... 17 4.8.1. MORA s / WO s/ UO s EODD... 17 4.8.2. Mijnenveldkaarten... 17 4.9. Conclusie... 17 5. Probleemanalyse... 18 5.1. Analyse literatuurgegevens... 18 5.2. Analyse BHIC... 19 5.3. Analyse Stadsarchief s-hertogenbosch... 19 5.4. Analyse Streekarchief Land van Heusden en Altena... 19 11 januari 2010 Pagina 3 van 102

5.4.1. Archief gemeente Heusden... 20 5.4.2. Archief gemeente Vlijmen... 20 5.5. Analyse stafkaarten... 21 5.6. Analyse bombardementsgegevens... 21 5.7. Analyse luchtfoto s... 21 5.8. Analyse defensiearchieven.... 22 5.8.1. MORA s / WO s / UO s... 22 5.8.2. Mijnenveldkaarten... 23 5.9. Het vaststellen en afbakenen van het verdachte- en opsporingsgebied... 24 5.10. Soort, hoeveelheid en verschijningsvorm vermoeden CE... 24 5.10.1. Soort en hoeveelheid vermoede CE... 24 5.10.2. Verschijningsvorm van de vermoede CE... 25 5.10.3. Veiligheidsstraal / schervengevarenzone... 25 5.11. Risicoanalyse... 26 5.12. Risicoanalyse (specifiek)... 27 Witte fosfor... 27 6. Financiele aspecten... 28 7. Conclusie en Advies... 29 7.1. Conclusie Probleeminventarisatie en Probleemanalyse... 29 7.2. Leemten in kennis... 29 7.3. Advies... 29 8. Bijlagen... 30 Bijlage 01A Projectwerkgebieden Vlijmens Ven/Moerputten en Waterbergingsvraagstuk HOWABO. 31 Bijlage 01B Projectwerkgebied afgraven fosfaatrijke bovengrond... 32 Bijlage 02 Het proces Opsporen Conventionele Explosieven (BRL)... 33 Bijlage 03 Gehanteerde begrippen... 35 Bijlage 04 Overzicht van de (archief) instellingen en de geraadpleegde bronnen... 37 Bijlage 05A Overzichtskaarten van de strijd bij s-hertogenbosch, Vlijmen en Vught (7 bladen)... 38 Bijlage 05B Analyse literatuuronderzoek (3 bladen)... 46 Bijlage 06A Stadsarchief s-hertogenbosch (3 bladen)... 49 Bijlage 06B BHIC (4 bladen)... 53 Bijlage 06C Het Streekarchief Land van Heusden en Altena... 59 Bijlage 06D Schadekaart gemeente Vlijmen...69 Bijlage 06E Ingetekende schade op een overzichtskaart (losbladig)... 70 Bijlage 07A Geallieerde stafkaarten (Bron: TDN 2 bladen)... 71 Bijlage 07B Inpassing geallieerde stafkaarten (losbladig)... 73 Bijlage 08 Bombardementsgegeven 37/715 28 oktober... 74 Bijlage 09A Inpassing luchtfoto s uit de Tweede Wereldoorlog (losbladig)... 75 Bijlage 09B Inpassing naoorlogse luchtfoto s (losbladig)... 76 Bijlage 10A MORA s EODD (12 bladen)... 77 Bijlage 10B Inpassing MORA s op een overzichtskaart (losbladig)... 89 Bijlage 10C Mijnenveldkaart EODD (2 bladen)... 90 Bijlage 10D Uitwerking mijnenvelden en op mijnen verdachte gebieden in het projectwerkgebied... 92 Bijlage 10E Inpassing mijnenvelden (losbladig)... 94 Bijlage 11 Verdachte- en opsporingsgebieden + schervengevarenzone (losbladig)... 95 Bijlage 12 Geschutsmunitie... 96 Bijlage 13 Handgranaten... 97 Bijlage 14 KKM... 98 Bijlage 15 Projectgebonden Risicoanalyse (PRA)... 99 Bijlage 16 Checklist BRL-OCE... 101 Bijlage 17 Verzendlijst... 102 11 januari 2010 Pagina 4 van 102

Overzicht tabellen: Tabel 1: Verwijzing literatuur.... 11 Tabel 2: Overzicht gebeurtenissen Duitse inval mei 1940.... 12 Tabel 3: Overzicht gebeurtenissen augustus 1941 tot juni.... 12 Tabel 4: Overzicht gebeurtenissen juni t/m oktober... 14 Tabel 5: Overzicht gebeurtenissen in de winter -1945... 14 Tabel 6: Overzicht bombardementsgegevens... 15 Tabel 7: Overzicht luchtfoto s WO II... 16 Tabel 8: Overzicht naoorlogse luchtfoto s.... 16 Tabel 9: Analyse literatuurgegevens... 18 Tabel 10: Analyse BHIC gegevens... 19 Tabel 11: Analyse archiefgegevens... 20 Tabel 12: Analyse bombardementsgegevens.... 21 Tabel 13: Analyse luchtfoto s... 22 Tabel 14: Analyse relevante MORA's... 23 Tabel 15: Analyse mijnenvelden... 24 Tabel 16: Soort en hoeveelheid vermoede CE.... 25 Tabel 17: Soort en verschijningsvorm vermoedelijke CE... 25 Tabel 18: Veiligheidsstraal/schervengevarenzone... 25 Overzicht figuren: Figuur 1: Geallieerde stafkaart Drunen 10 S.E. omgeving Vlijmen (bron: TDN)... 1 Figuur 2: Bodemsoorten Vlijmens Ven/ HOWABO Moerputten (bron: De grote Bosatlas 53e Editie (Groningen 2008), 44.... 8 Figuur 3: Schema deelgebieden... 24 Figuur 4: Doorsnede krater... 26 Figuur 5: Doorsnede van een inslagopening van blindganger vliegtuigbom.... 26 Figuur 6: Deelgebieden Vlijmens Ven en HOWABO/Moerputten (bron: opdrachtgever).... 31 Figuur 7: Deelgebied fosfaatrijke bovengrond (bron: opdrachtgever)... 32 Figuur 8: Frontlijn 23 en 24 oktober (Bron: EIJ, 158)... 39 Figuur 9: Frontlijn 26 oktober (Bron: SWA, 225)... 40 Figuur 10: Geallieerde aanval 23 en 24 oktober (SWA, 185)... 41 Figuur 11: Geallieerde aanval op 26 oktober (Bron: SWA, 198)... 42 Figuur 12: Frontlijn 31 oktober (Bron: DID, 185)... 43 Figuur 13: Frontlijn 5 november (Bron: SWA, 265)... 44 Figuur 14: Plattegrond van Vlijmen-dorp waar 4 V1's zijn neergestort (Bron: BOO, 40)... 45 Figuur 15: De vier rode stippen waar mogelijk nog CE ligt, zie nr 3 op de overzichtskaart in bijlage 06E.... 56 Figuur 16: Drunen 10 S.E... 71 Figuur 17: 11 S.E. 's-hertogenbosch... 72 Figuur 18: Brisantgranaat 25 ponder (GB). Figuur 19: Brisantgranaat 10,5 cm (D).... 96 Figuur 20: Scherfhandgranaat Mills 36 (GB)... 97 Figuur 21: Klein Kaliber Munitie (D)... 98 Figuur 22: Overzichtsschema (Projectgebonden) Risicoanalyse... 100 11 januari 2010 Pagina 5 van 102

1. INLEIDING 1.1. AANLEIDING Ten zuidwesten van s-hertogenbosch, in het gebied Moerputten/ Vughtse Gement, komen drie deelgebieden samen, te weten: 1. Een waterbergingsvraagstuk, waarin onder de noemer Hoogwateraanpak s-hertogenbosch (HOWABO) een gewenst beschermingsniveau voor de stad s-hertogenbosch moet worden gerealiseerd, zie bijlage 01A. 2. Het antiverdrogingsproject Natte natuurparel Moerputten/ Vlijmens Ven, waarin de natuurwaarden in het gebied worden hersteld, zie bijlage 01A. 3. Waterschap Aa en Maas gaat op korte termijn in de twee bovenstaande projecten 90 ha fosfaatrijke bovengrond afgraven, zie bijlage 01B. Momenteel bestaat er geen compleet beeld over de mogelijke aanwezigheid, mate van verspreiding en soort van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog, die mogelijk zijn achtergebleven binnen het onderzoeksgebied en/of Voorliggend rapport beschrijft de resultaten voor het aspect Conventionele Explosieven (CE) met betrekking tot de toekomstige (grond-) werkzaamheden. De rapportage is opgesteld volgens de laatste versie van de Beoordelingsrichtlijnen Opsporen Conventionele Explosieven (BRL-OCE, d.d. 8 februari 2007). Deze richtlijnen zijn opgesteld onder verantwoording van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en heeft medio 2006 een wettelijk karakter gekregen door een directe koppeling binnen de Arbo-wet. 1.2. PROBLEEMSITUATIE In het kader van toekomstige werkzaamheden zal een breed scala aan (bodem-)activiteiten gaan plaatsvinden. Indien zich één of meerdere CE in de bodem bevinden, is dat in eerste instantie een risico inzake de arboveiligheid van het personeel dat hier direct mee is gemoeid. Daarnaast kan een risico ontstaan in het kader van de Openbare Orde en Veiligheid (OOV). Bovendien zal een eventuele stagnatie van de werkzaamheden door het aantreffen van CE in de uitvoeringsfase direct aanzienlijke kostenverhogingen tot gevolg hebben. Het is daarom van groot belang om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen over de aard en omvang van het eventuele CE-probleem teneinde de veiligheid voor personeel en omgeving tijdens de realisatiefase te kunnen garanderen. Daarnaast is het belangrijk in het kader van de projectbegroting, de kosten van een eventueel noodzakelijk vervolgonderzoek vooraf in kaart te hebben gebracht. 1.3. DOEL Het doel van het onderzoek in zijn algemeenheid is het verwerven van informatie aan de hand van bestaande bronnen over bekende of verwachte waarden, binnen het omschreven gebied. Het resultaat is een rapport met een gespecificeerde verwachting, op basis waarvan een beslissing genomen kan worden ten aanzien van een (eventueel) vervolgonderzoek. Het rapport is onderverdeeld in twee fasen, te weten: Probleeminventarisatie; Probleemanalyse. 11 januari 2010 Pagina 6 van 102

1.3.1. Doel Probleeminventarisatie Het doel van de Probleeminventarisatie is het verzamelen en overzichtelijk ordenen van relevant (historisch) feitenmateriaal over het onderzoeksgebied. De benodigde informatie wordt onder meer verkregen door de nadere bestudering van allerhande beschikbare literatuur, archieven, (lucht)foto s, vluchtgegevens in het geval van bombardementen en/of beschietingen. Tevens wordt op basis van de Probleeminventarisatie een positief of negatief advies uitgebracht voor het onderzoeksgebied. Een positief advies wordt gegeven indien "het gerede vermoeden van de aanwezigheid van CE, die na de Tweede Wereldoorlog zijn achtergebleven" bestaat. Een negatief advies wordt gegeven indien onvoldoende onderbouwing bestaat om dit "gerede vermoeden" te concluderen. In het geval van een negatief advies kan het CE-bodemonderzoek worden beëindigd. 1.3.2. Doel Probleemanalyse In het geval van een positief advies wordt geadviseerd om na goedkeuring van het bevoegd gezag de Probleemanalyse uit te laten voeren. Het doel is de verworven informatie uit de Probleeminventarisatie specifiek te analyseren en op basis hiervan een advies te formuleren waarmee een eventuele werkvoorbereiding kan worden gestart teneinde de voorgenomen werkzaamheden veilig uit te kunnen voeren. Dit onderzoek omvat de analyse van het historisch feitenmateriaal en de vaststelling van de aard en omvang van vermoede CE en bestaat tenminste uit: vaststellen soort en hoeveelheid vermoede CE; verschijningsvorm van de vermoede CE; inventarisatie locatiespecifieke omstandigheden; vaststellen en afbakenen van het verdachte gebied; evaluatie van de risico s van de vermoede CE in relatie tot het toekomstige gebruik van de locatie. 1.4. LEESWIJZER PROBLEEMINVENTARISATIE EN ANALYSE Het Vooronderzoek zal bestaan uit de volgende hoofdstukken: Hoofdstuk 2: Locatiegebonden informatie; Hoofdstuk 3: Geraadpleegde bronnen; Hoofdstuk 4: Probleeminventarisatie; Hoofdstuk 5: Probleemanalyse; Hoofdstuk 6: Financiële aspecten; Hoofdstuk 7: Conclusie en advies. 11 januari 2010 Pagina 7 van 102

2. LOCATIEGEBONDEN INFORMATIE 2.1. AFBAKENING ONDERZOEKSGEBIED Het is van groot belang om voorafgaand aan de uitvoering van de Probleeminventarisatie de gebiedsdefinities duidelijk te omschrijven. Als onderzoeksgebied is het gebied aangehouden, zoals omschreven in 1.1 en is weergegeven in bijlage 01A en 01B. 2.2. BODEMOPBOUW De bodem van het onderzoeksgebied bestaat voornamelijk uit overige zandgronden en zware rivierklei, zie het rode kader in figuur 2. Figuur 2: Bodemsoorten Vlijmens Ven/ HOWABO Moerputten (bron: De grote Bosatlas 53e Editie (Groningen 2008), 44. 2.3. DE LOCATIE: HISTORISCH, HUIDIG EN TOEKOMSTIG Het Vlijmens Ven is een belangrijke schakel in het landelijke netwerk van natuurgebieden (de Ecologische Hoofdstructuur). Pas als natuurgebieden met elkaar verbonden zijn, hebben planten en dieren voldoende ruimte om te overleven op de langere termijn. Vanwege het voorkomen van bijzondere plant- en diersoorten hebben het Vlijmens Ven, het Bossche Broek, de Moerputten en de Vughtse Gement ook de status van Natura2000 gebied. Dat betekent dat het gebied zelfs op Europese schaal een waardevolle natuurschakel is. Vlijmens Ven is een natuurgebied dat bestaat uit bos en weiland. In het bos broeden onder meer de buizerd en havik. Eén van de zoogdieren in het gebied is de das. 1 Vlijmens Ven en Vughtse Gement zullen in de toekomst een metamorfose ondergaan. Een gedeelte van de Vughtse Gement zal in de toekomst een rol spelen bij waterberging om zo s-hertogenbosch te verzekeren van droge voeten. 1 Geraadpleegd op: http://www.natuurmonumenten.nl/content/informatieavond-vlijmens-ven-en-vughtse-gement 11 januari 2010 Pagina 8 van 102

3. GERAADPLEEGDE BRONNEN In dit hoofdstuk komen de diverse geraadpleegde bronnen en archieven aan bod. 3.1. ALGEMENE DOCUMENTATIE 3.1.1. Literatuur Door middel van literatuuronderzoek wordt op een relatief eenvoudige manier een overzicht verkregen in de situatie van het onderzoeksgebied en het projectwerkgebied tijdens de Tweede Wereldoorlog. Uiteraard worden de standaardwerken over de Tweede Wereldoorlog geraadpleegd, maar ook meer publicaties die specifiek over Vlijmens Ven/ HOWABO Moerputten en de directe omgeving tijdens de Tweede Wereldoorlog gaan. 3.1.2. Archiefinstellingen Om een duidelijk beeld te creëren van het onderzoeksgebied en het projectwerkgebied tijdens en na de Tweede Wereldoorlog is het noodzakelijk om relevante informatie uit de diverse archieven te verzamelen. Voor dit Vooronderzoek zijn de volgende archieven geraadpleegd: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC); Stadsarchief s-hertogenbosch Streekarchief Land van Heusden en Altena. 3.2. SPECIFIEKE DOCUMENTATIE 3.2.1. Door opdrachtgever aangeleverde documenten Het Waterschap Aa en Maas heeft de basisinformatie met (digitaal) kaartmateriaal aangeleverd. De diverse historische informatie is hierop ingepast. 3.2.2. Kaartmateriaal Voor het project wordt van diverse soorten kaartmateriaal gebruik gemaakt. Naast oude plattegronden en (staf)kaarten is er tevens gebruik gemaakt van digitale kaarten van de huidige situatie. 3.2.3. Bombardementsgegevens Bombardementsgegevens zijn uit verschillende bronnen ingewonnen. De Royal Air Force heeft alle vlucht- en bombardementsgegevens opgetekend in het zogenoemde Operational Record Book (ORB). In deze dagtekeningen van de diverse luchtmissies zijn ook de gegevens van enkele Amerikaanse luchtlegers die tijdens WOII in Engeland gestationeerd waren opgenomen. De ORB-gegevens worden bewaard in de National Archives UK (nationale archief van Engeland) in Londen. REASeuro beschikt over een schaduwarchief van een belangrijk deel van deze archieven waarover direct kan worden beschikt zonder dat hiervoor extra kosten hoeven te worden gemaakt. De specifieke Amerikaanse gegevens liggen in The National Archives in Washington DC waarover niet direct kan worden beschikt. 3.2.4. Luchtfoto s Met het gebruik van luchtfoto s uit de Tweede Wereldoorlog en naoorlogse periode kan van de periode 1940-1945 van het onderzoeksgebied informatie worden verschaft 11 januari 2010 Pagina 9 van 102

over eventuele oorlogshandelingen en -activiteiten in (en/of op) de bodem binnen het onderzoeksgebied gedurende de Tweede Wereldoorlog. 3.2.5. Defensiearchieven In 1971 heeft de EODD van het Ministerie van Defensie de taak voor het ruimen van aangetroffen CE van de Hulpverleningsdienst (HvD) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken overgenomen. Vanaf die tijd zijn alle meldingen van aangetroffen CE vrij nauwgezet bijgehouden. MORA s / WO s / UO s Van alle meldingen binnen de gemeenten s-hertogenbosch, Vught, Heusden en Vlijmen die vanaf 1971 tot heden zijn uitgevoerd door de EODD, is de inventaris van de uitvoeringsrapporten, de MORA s (Melding Opdracht Ruimrapportage Afdoening) opgevraagd. Vanaf de jaren 90 van de vorige eeuw worden de MORA s, werkopdrachten (WO s) of uitvoeringsopdrachten (UO s) genoemd. Door het inventariseren van de MORA s / WO s / UO s (gemakshalve MORA s genoemd) die betrekking hebben op het onderzoeksgebied en projectwerkgebied en/of de directe omgeving hiervan kan worden nagegaan of mogelijke blindgangers al geruimd zijn in het verleden. Tevens wordt meer inzicht verkregen in de gevechtsactiviteiten die mogelijk in het gebied hebben plaatsgevonden. Mijnenveldkaarten Om na te gaan of er gedurende de oorlogsjaren mijnenvelden zijn gelegd en/of geruimd, zijn bij de EODD de mijnenkaarten opgevraagd van het gebied. Als er mijnenvelden in het onderzoeksgebied hebben gelegen, worden de mijnruimrapporten, waarin informatie over het type en aantal gelegde, geruimde en vermiste mijnen staat, geraadpleegd. 11 januari 2010 Pagina 10 van 102

4. PROBLEEMINVENTARISATIE In dit hoofdstuk zijn de resultaten van de geraadpleegde bronnen en archieven, zoals in het vorige hoofdstuk beschreven staat, weergegeven. 4.1. LITERATUURGEGEVENS Voor het literatuuronderzoek is een aantal boeken over het onderzoeksgebied geraadpleegd, zie tabel 1. Verkorte Schrijver Titel Relevantie aanduiding ALP Alphen, J. van, Tussen Waal en Lek 1939 1945 Nee (z.p.1984); ALT Altes Korthals, A., Luchtgevaar, luchtaanvallen op Nee Nederland 1940-1945 (Amsterdam 1984); BOO Boom, M.C., Vlijmen in de Tweede Wereldoorlog. Ja Van mobilisatie tot wederopbouw (Vlijmen 1985); DID Didden, J. en Swarts, M., Einddoel Maas. De strijd in zuidelijk Ja Nederland tussen september en december (Den Bosch 1984); EIJ Eijnde, J. van den, Vught in de Tweede Wereldoorlog Ja (Vught 1994); GAA Gaal, F. van, Een monumentaal oorlogsverhaal Nee (z.p. 2003); GEN Gent, L. van, De nutteloze strijd om de Ja Bommelerwaard (z.p. 2002); HUU Huurman, C., Spoorwegbedrijf in oorlogstijd (z.p. Ja 2001); LUC Gent, Luc van, Den Bosch, October. Ja Bevochten en bevrijd (Den Bosch 1989); PAT Pater, de, B.C. e.a., Grote Atlas van Nederland 1930- Ja 1950 (Zierikzee 2005); SWA Swarts, Maarten en Jack Brabant bevrijd (Z.p. z.j.); Ja Didden, ZWA 1&2 Zwanenburg, G.J., En Nooit was het Stil. Kroniek van een Luchtoorlog (2 dln. & supplement; Oldemarkt). Nee Tabel 1: Verwijzing literatuur. In de volgende subparagrafen worden de gebeurtenissen, gerelateerd aan de (lucht-) gevechtsacties gedurende de Tweede Wereldoorlog, per tijdsvak beschreven en in een tabel weergegeven. In de kolom bron wordt verwezen naar de geraadpleegde literatuur, zie tabel 1. In 5.1 worden de literatuurgegevens geanalyseerd. 11 januari 2010 Pagina 11 van 102

4.1.1. De Duitse inval 1940 Duitsland was al tijden bezig met de voorbereidingen voor een overweldigende (lucht-) aanval op West-Europa. Tijdens de Duitse inval van 10 mei 1940 werden door de bombardementen voornamelijk militaire doelen en vliegvelden in het westen van Nederland getroffen. In het Westland werden op verschillende plaatsen parachutisten gedropt. Het bombardement op Rotterdam van 14 mei 1940 dwong Nederland tot overgave. In het oosten van het land lagen slechts mondjesmaat kleine groepen grenstroepen en langs de IJssel lag een verdedigingslinie. Bron+Blz. Datum Gebeurtenis Geen relevante gebeurtenissen met betrekking tot het onderzoeksgebied. Tabel 2: Overzicht gebeurtenissen Duitse inval mei 1940. 4.1.2. De bezetting van 1941 tot juni (D-Day) Nadat in 1941 de geallieerde verliezen waren gestegen en de luchtoperaties beperkt bleven, kwam er in februari 1942 een verandering in de Britse strategie. De strategie van de nachtelijke precisiebombardementen werd verlaten voor wat betreft Duitsland en vervangen door bombardementsvluchten op Duitse (industrie) steden. Op deze wijze hoopten de geallieerden het moreel van de Duitse burgers te breken. Voor de bezette gebieden gold nog altijd dat de bevolking zoveel mogelijk gespaard moest blijven en slechts doelen die voor de Duitse oorlogvoering van groot belang waren, bestookt mochten worden. In de zomer van 1942 verscheen de Amerikaanse luchtmacht ten tonele. In tegenstelling tot de Engelse Royal Air Force (RAF) voerden de Amerikanen hun acties overdag uit en hielden zij vast aan de precisiebombardementen. Bron+Blz. Datum Gebeurtenis Geen relevante gebeurtenissen met betrekking tot het onderzoeksgebied. Tabel 3: Overzicht gebeurtenissen augustus 1941 tot juni. 4.1.3. De periode juni 44 (D-Day) tot en met oktober 44 De voorbereidingen voor operatie Overlord waren al begin 1943 begonnen. De Duitse kustverdediging (de Atlantikwall) werd zwaar ondermijnd na de geslaagde geallieerde landingen op 6 juni. De geallieerde opmars naar het noorden verliep redelijk voorspoedig. Dit had onder meer te maken met het feit dat de Duitsers verzuimd hadden om landinwaarts meerdere verdedigingslinies te creëren. De geallieerde opmars werd net ten zuiden van Nederland wat vertraagd door een ijlings door de Duitsers opgetrokken verdedigingslinie. Desondanks werd de tegenstand snel gebroken en kon operatie Market Garden van start gaan. In deze operatie zou de nadruk komen te liggen op de juiste afstemming en samenwerking van de luchtlandingstroepen (deel van de operatie dat de naam Market kreeg) en de grondtroepen (operatie Garden). Het primaire doel van de operatie was de inname van de zeven waterwegen tussen Eindhoven en Arnhem. Om de geallieerde opmars te laten slagen was het belangrijk om de diverse steden en dorpen die op de route lagen van de opmars te bezetten en te behouden met parachutisteneenheden (Amerikaanse en Britse) totdat de landlegers de steden en dorpen bevrijden. 11 januari 2010 Pagina 12 van 102

Bron+Blz. Datum Gebeurtenis 20 BOO 17 juni Er stort een geallieerde bommenwerper met bommenlast neer te Haarsteeg in de wijk de Hoeven te Vlijmen. Het toestel dat laag vliegend brandend vanuit het zuiden komt, draait met een grote boog over de Bokhovense polder en stort neer. Door de val van het vliegtuig ontploft de aan boord zijnde 465 HUU 20 BOO 24 LUC 9 LUC SWA 182 185 SWA 25 BOO 25 BOO 12 LUC 222 SWA 25 BOO 222 SWA 26 BOO 15 augustus 28 september 22 oktober 23 oktober 24 oktober 25 oktober 26 oktober 24-27 oktober 27 oktober 27 oktober 28 oktober 28 oktober bommenlast. Om 12.25 uur wordt een buurtgoederentrein tussen s- Hertogenbosch en Vlijmen beschoten. De locomotief is defect. Er vallen geallieerde granaten op de binnenstad van s-hertogenbosch. De bevrijding van s-hertogenbosch begint vanuit het oosten (Nuland, Geffen en Rosmalen). Rosmalen wordt bevrijd. Zie bijlage 05. Nuland wordt bevrijd. s-hertogenbosch wordt beschoten door Duitse artilleriestellingen. Er vinden gevechten plaats tussen geallieerde en Duitse troepen ter hoogte van Hintham, zie bijlage 05. De eerste granaten vallen op Vlijmen. Er wordt een huis getroffen aan de Korte Heistraat. Er valt ook een granaat op het pand De Akker. Er komt een colonne Duitse tanks en zware gevechtswagens in Vlijmen aan. Zij zoeken een schuilplaats onder de bomen langs de Wolput. De bemanning van de tank verstopt op het erf van pand 126 aan de Wolput 25 granaten met hulzen onder een stromijt. De geallieerden beginnen een verrassingsaanval langs de spoorlijn waarbij de buitenwijken de Vliert en Muntel worden bevrijd. De Diezebrug wordt veroverd, zie bijlage 05. s-hertogenbosch wordt door de geallieerden ingenomen. Het afschieten van granaten op Vlijmen wordt verhevigd. Vlijmen is frontgebied. Aan de Wolput en het Hoog wordt Duits infanteriegeschut opgesteld, dat het vuren van de geallieerden beantwoord. Net voor Vlijmen loopt de Bossche sloot. Door de aanhoudende regen is het stroompje een serieuze hindernis geworden. Op het moment dat de eerste geallieerden de sloot naderen wordt de brug door de Duitsers opgeblazen. Tegelijkertijd openen de goed ingegraven Duitsers (in de nabijheid van de Aardappeldijk) het vuur op de geallieerden. De Duitsers vuren vanuit Vlijmen op het Afwateringskanaal. Vanaf het Afwateringskanaal nemen de geallieerden de Wolput, Nieuwkuijk en Drunen onder vuur. 11 januari 2010 Pagina 13 van 102

Bron+Blz. Datum Gebeurtenis 237 SWA 31 oktober Het front loopt langs het afwateringskanaal Deutersestraat ( s Hertogenbosch) tot en met Waalwijk. Tabel 4: Overzicht gebeurtenissen juni t/m oktober. 4.1.4. Winter 44-45 tot en met de Duitse capitulatie mei 1945 De operatie Market Garden was voor de geallieerden uiteindelijk geen succes, het leverde strategisch weinig baat op. In de winter van -1945 lag het front nagenoeg onbewegelijk stil, dwars door Nederland, vanaf de Oosterschelde via Moerdijk richting Nijmegen. In die periode namen de grondgevechten af, maar werden de luchtgevechten en bombardementsvluchten richting Duitsland geïntensiveerd. Ook boven de bezette gebieden in Nederland nam het aantal luchtactiviteiten toe. Bron+Blz. Datum Gebeurtenis 264 SWA 5 november De geallieerde opmars richting de Maas wordt hervat. De geallieerden trekken Vlijmen binnen. 33 BOO 5 november De huizen langs de Nieuwkuijsestraat en Onsenoortsestraat zijn een grote ruïne geworden. De schade in Vlijmen-dorp valt mee. De Wolput, de huizen rond de R.K. Kerk en Ned. Herv. Kerk zijn het zwaarst getroffen. De beide Vlijmense kerken hebben 35 BOO 38 BOO 39 BOO 38 BOO 39 BOO 38 BOO 11 GEN 38 BOO 27 november 21 december 22 december 2 januari 1945 7 januari 1945 14 februari 1945 22/23 april 1945 flink te lijden gehad van het granaatvuur. In verschillende delen van Vlijmen staat maandenlang constant artillerie opgesteld, die regelmatig schiet op Duitse stellingen aan de noordzijde van de Maas. Op de losplaats van het station worden regelmatig drie tot vijf zeer zware kanonnen opgesteld, zogenaamde honderdponders. 2 Er komt een V1 neer op een woonhuis aan de Vlijmensedijk. Er staat geallieerd anti-tankartillerie opgesteld aan de Wolput. Er stort een V1 neer aan het Akkerpad. Er komen Duitse granaten in Vlijmen en Nieuwkuijk terecht. Het zusterklooster in Nieuwkuijk wordt getroffen door een granaatinslag. Er komt een V1 terecht bij de pastorie te Vlijmen. De aanval op de Bommelerwaard begint. Er wordt hevig gevochten tussen geallieerde en Duitse troepen ter hoogte van Hedel. 4 maart 1945 Er komt een V1 neer op de Akker te Vlijmen. Tabel 5: Overzicht gebeurtenissen in de winter -1945. 2 Onbekend kaliber voor geschutsmunitie. 11 januari 2010 Pagina 14 van 102

4.2. BRABANT HISTORISCH INFORMATIE CENTRUM (BHIC) Het BHIC is geraadpleegd voor het archief van de gemeente Vught. De mogelijk relevante toegangen zijn geraadpleegd en worden met inhoud weergegeven in bijlage 06B. In het archief is CE gerelateerde informatie aangetroffen. In 5.2 worden de relevante meldingen geanalyseerd. 4.3. STADSARCHIEF S-HERTOGENBOSCH Het Stadsarchief is geraadpleegd voor het archief van de gemeente s-hertogenbosch. De mogelijk relevante toegangen zijn geraadpleegd en worden met inhoud weergegeven in bijlage 06A. In het archief is CE gerelateerde informatie aangetroffen. In 5.3 worden de relevante meldingen geanalyseerd. 4.4. STREEKARCHIEF LAND VAN HEUSDEN EN ALTENA Het Streekarchief is geraadpleegd voor de voormalige gemeente Vlijmen en de gemeente Heusden. De mogelijk relevante toegangen zijn geraadpleegd en worden met inhoud weergegeven in bijlage 06C. In het archief is CE gerelateerde informatie aangetroffen. In 5.4 worden de relevante meldingen geanalyseerd. 4.5. STAFKAARTEN Bij het TDN zijn de geallieerde stafkaarten van 10 S.E. Drunen en 11 S.W. s-hertogenbosch besteld. In sommige gevallen zijn kaarten beschikbaar met daarop aantekeningen van Duitse loopgraven, tankgrachten, mijnenvelden, afweergeschut, etc. Het projectwerkgebied is gelegen in de volgende kaartvierkanten: E.2245, E.2345, E.2445, E.2545, E.2546, E.2545, E.2546, E.2645, E.2646, E.2745, E.2746, E.2747, E.2748, E.2749, E.2845, E.2846, E.2847, E.2848, E.2849, E.2944, E.2945, E.2946, E.3044 en E.3046. De kaartvierkanten zijn van belang voor de bombardementsgegevens, zie 4.6. De stafkaarten zijn weergegeven in bijlage 07A en ingepast in bijlage 07B. 4.6. BOMBARDEMENTSGEGEVENS REASeuro heeft in de loop der jaren geïnvesteerd in het verschaffen van belangrijke bombardementsgegevens uit Engeland. Hierdoor wordt direct beschikt over een groot aantal (Engelse) bombardementsgegevens die betrekking hebben op heel Nederland. Het grootste gedeelte van deze gegevens is in de REASeuro-database ingevoerd. Niet alle detailinformatie van de individuele piloten is opgetekend; aanvallen op gelegenheidsdoelen werden veelal alleen toegeschreven naar een gebied of traject. Het projectwerkgebied Vlijmens Ven/ HOWABO Moerputten ligt binnen de kaartvierkanten zoals weergegeven in 4.5. Op de kaartvierkanten en op de onderliggende coördinaten is gezocht naar treffers in de database. De zoekactie heeft één treffer opgeleverd, zie tabel 6. In 5.6 worden de bombardementsgegevens geanalyseerd. Bron Kaartvierkant Locatie Datum Omschrijving 37/715 E.2647 28 oktober Tabel 6: Overzicht bombardementsgegevens. Task I. Movement Rosendaal, Rotterdam, Deventer, Dusseldorf, Roermond, along bombline to E.2647 Roosendaal. 9 a/c attacked with 26 x 500, 27 flares, cannon and M/G. 11 januari 2010 Pagina 15 van 102

4.7. LUCHTFOTO S Bij de afdeling Geo-informatie van het Kadaster te Zwolle en het Universiteit en Researchcentrum (UR), afdeling Speciale Collecties te Wageningen is een aantal luchtfoto s van tijdens en na de Tweede Wereldoorlog besteld. Hier volgt het overzicht: Luchtfoto s van tijdens de Tweede Wereldoorlog: Collectie Fotonummer Run No. Datum Ligging Bron 826 3020 A 20 juni Ten westen van Kadaster s-hertogenbosch 26 4113 24 november. Ten zuiden van Engelen. Kadaster 819 4206 19 september 819 4208 19 september 819 4209 19 september 62 3012 V 17 2 oktober 62 3014 V 15 2 oktober 826 3112 25 november 826 3114 25 november 826 4112 25 november Tabel 7: Overzicht luchtfoto s WO II. Ten zuiden van Nieuwkuijk. Ten zuiden van Vlijmen Ten zuiden van Vlijmen. Zuidoostelijke gedeelte. Zuidoostelijke gedeelte. Ten westen van s- Hertogenbosch. Ten noorden van Vlijmen Ten zuiden van Engelen. Kadaster Kadaster Kadaster UR UR Kadaster Kadaster Kadaster Naoorlogse luchtfoto van de afdeling Geo-informatie van het Kadaster te Zwolle: Collectie Fotonummer Run Jaar Ligging 45 129 V 1953 Ten noorden van Vlijmen. 45 178 VI 1953 Spoorlijn s-hertogenbosch-vlijmen. 45 186 VII 1953 Spoorlijn s-hertogenbosch-vlijmen. 45 188 VII 1953 Ten zuiden van Vlijmen 45 190 VII 1953 Ten westen van s-hertogenbosch Tabel 8: Overzicht naoorlogse luchtfoto s. De luchtfoto s die gemaakt zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn ingepast in bijlage 09A en de naoorlogse luchtfoto s zijn ingepast in bijlage 09B. In 5.7 worden luchtfoto s geanalyseerd. 11 januari 2010 Pagina 16 van 102

Vooralsnog is geen vraag uitgezet bij de The Aerial Reconnaissance Archive (TARA) te Edinburgh. Deze instantie heeft een aanzienlijk grotere collectie dan de Nederlandse luchtfotoarchieven. De Amerikaanse archieven in Washington hebben naar alle waarschijnlijkheid nog meer relevante luchtfoto s uit de periode van de Tweede Wereldoorlog. Dit archief is vooralsnog niet toegankelijk. Uit ervaring blijkt dat aanvragen zelden tot resultaat leiden. 4.8. DEFENSIEARCHIEVEN 4.8.1. MORA s / WO s/ UO s EODD Voor 1971 werd de taak van het ruimen van CE uitgevoerd door de Hulpverleningsdienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Vanuit de periode 1945-1971 waarin verreweg de meeste CE zijn geruimd, is, voor zover bekend, geen archief bewaard gebleven. Wel worden in veel gemeentearchieven de meldingen aan genoemde instantie in specifieke dossiers aangetroffen. Aan het EODD is een verzoek gedaan om een overzicht aan te leveren van alle uitgevoerde meldingen vanaf 1971 tot heden binnen de gemeenten Vlijmen Heusden, Vught en s-hertogenbosch. Het betreft een overzicht van 234 meldingen. Deze zijn gescreend en gerangschikt voor het projectwerkgebied Vlijmens ven/ HOWABO Moerputten, waarna 100 MORA s mogelijk relevant zijn. In bijlage 10A is een overzicht gegeven van de te raadplegen meldingen. In 5.8.1 worden de mogelijk relevante meldingen geanalyseerd. 4.8.2. Mijnenveldkaarten Na de Tweede Wereldoorlog is er direct een inventarisatie gemaakt van alle bekende en vermoedelijke mijnenvelden in Nederland. Deze inventarisatie is ondergebracht in het archief van de EODD. De EODD heeft een kaart aangeleverd waar de mijnenvelden en mijnenverdachte gebieden staan aangegeven binnen het onderzoeksgebied. De EODD heeft aangegeven dat in de gemeente Heusden, s-hertogenbosch en Vught na afloop van de Tweede Wereldoorlog een aantal mijnenvelden zijn achtergebleven, zie bijlage 10C. 4.9. CONCLUSIE Op basis van bovenstaande informatie blijkt dat veel CE informatie uit het literatuur- en archiefonderzoek, bombardementsgegevens, luchtfoto s, meldingen EODD naar voren is gekomen. De relevantie van de aangetroffen gegevens wordt in hoofdstuk 5 geanalyseerd. 11 januari 2010 Pagina 17 van 102

5. PROBLEEMANALYSE Uit de Probleeminventarisatie is gebleken dat in/rondom het projectgebied Vlijmens Ven/ HOWABO Moerputten oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden. In dit hoofdstuk wordt de informatie uit hoofdstuk 4 geanalyseerd. 5.1. ANALYSE LITERATUURGEGEVENS De literatuurgegevens uit 4.1 zijn geanalyseerd en weergegeven in bijlage 05B. Uit het literatuuronderzoek zijn een aantal relevante gegevens naar voren gekomen, die in de onderstaande tabel zullen worden besproken. De nummers in de linkerkolom verwijzen naar een overzichtskaart in bijlage 06E. Nr. Datum Gebeurtenis Analyse - 15 augustu s Er wordt een trein beschoten tussen s- Hertogenbosch en Vlijmen. Het is onduidelijk waar de beschieting heeft plaatsgevonden. De beschieting heeft (waarschijnlijk) plaatsgevonden met boordgeschut, hetgeen een gering - 25 oktober 1. 26 oktober 2. 28 oktober 1. 5 novemb er - 5 januari 1945 Het geallieerde front ligt langs het Afwateringskanaal (gelegen op 1 kilometer ten zuiden van het projectwerkgebied) en wordt Vlijmen beschoten met geallieerde granaten. Er komt een colonne Duitse tanks en zware gevechtswagens in Vlijmen aan. Zij zoeken een schuilplaats langs de Wolput. De bemanning van de tank verstopt op het erf van pand 126 aan de Wolput 25 granaten met hulzen onder een stromijt. De Bossche sloot is veranderd door de aanhoudende regen in serieuze hindernis voor de geallieerde troepen. Op het moment dat de geallieerden de sloot naderen openen de Duitse troepen, die zich hebben ingegraven langs de Aardappeldijk, het vuur. Het geallieerde front komt verder in beweging en de troepen trekken door Vlijmen (en dus door het projectwerkgebied) richting de Maas. De Duitse troepen vluchten over de Maas en de geallieerde troepen zetten artilleriegeschut in Vlijmen bij de Wolput neer. De Duitse troepen schieten, vanaf de noordzijde van de Maas granaten op Vlijmen. Tabel 9: Analyse literatuurgegevens risico is voor de veiligheid. Zie bijlage 05 voor de weergave van de frontlijn. De Mora s bevestigen deze gebeurtenissen, zie 5.8.1 en bijlage 10B. De Wolput is ten westen van het projectwerkgebied gelegen. Het is mogelijk dat naar aanleiding van deze gevechten er CE in het projectwerkgebied is terechtgekomen. De Aardappeldijk en de Bossche sloot zijn gelegen in het Naar aanleiding van deze gevechten zijn er CE in het projectwerkgebied terechtgekomen. Naar aanleiding van deze gevechten zijn er CE in het projectwerkgebied terechtgekomen. Zie bijlage 05 voor de opmarsroutes. Naar aanleiding van deze gevechten zijn er CE in het projectwerkgebied terechtgekomen. 11 januari 2010 Pagina 18 van 102

Conclusie: De verschillende kaarten van het frontgebied in bijlage 05, onderstrepen deze bevindingen van de literatuur. Het frontgebied loopt vanaf 25 oktober even ten zuiden van het projectwerkgebied en vanaf 5 november vinden er actieve gevechten plaats. Op basis van het literatuuronderzoek wordt daarom verwacht CE aan te treffen in het 5.2. ANALYSE BHIC Het BHIC is geraadpleegd voor het archief van de gemeente Vught. De complete analyse van de geraadpleegde inventarissen is opgenomen in bijlage 06B. In de inventaris van het gemeentebestuur van Vught 1930-1985 zijn twee relevante melding naar voren gekomen, die in de onderstaande tabel zullen worden besproken. De nummers in de linkerkolom verwijzen naar een overzichtskaart in bijlage 06E. Nr. Datum Gebeurtenis Analyse 3 - Op een overzichtskaart, weergegeven in bijlage 06B, staan drie rode stippen weergegeven, ter hoogte van de kruising met de Kruissteeg en de Ruidigerdreef. 4 waarschijnlijk 1947 - Jan. - 30 mrt. 1945 Tabel 10: Analyse BHIC gegevens Na de oorlog wordt er een melding gedaan, dat in een vijver gelegen aan de Bosscheweg 7, Duitse militairen 15 tot 20 mortiergranaten hebben gedumpt. Er storten vanaf regelmatig V1 s neer in Vught. 3 Conclusie: Er wordt verwacht op locatienummer 3 CE aan te treffen. De vier rode stippen duiden (waarschijnlijk) op achtergebleven CE en daarom wordt verwacht ter hoogte van deze locatie CE aan te treffen. De Bosscheweg 7 is gelegen in Drunen op enkele kilometers ten westen van het projectwerkgebied en is daarom niet relevant. Geen enkele V1 stort, in de nabijheid van, of in het projectwerkgebied neer. 5.3. ANALYSE STADSARCHIEF S-HERTOGENBOSCH Het Stadsarchief is geraadpleegd voor het archief van de gemeente s-hertogenbosch. De complete analyse is opgenomen in bijlage 06A. In de inventaris van het gemeentebestuur van s-hertogenbosch is één relevante melding naar voren gekomen, te weten: - Op 23 juli 1942 vindt er een geallieerde luchtaanval plaats op het station van s-hertogenbosch. Er worden vier bommen afgeworpen, die alle vier ontploffen. Conclusie: Op basis van deze archiefanalyse wordt niet verwacht CE aan te treffen in het projectwerkgebied Vlijmens Ven/ HOWABO Moerputten, omdat alle bommen tijdens deze luchtaanval zijn ontploft. 5.4. ANALYSE STREEKARCHIEF LAND VAN HEUSDEN EN ALTENA Het Streekarchief is geraadpleegd voor het archief van de gemeente Heusden en Vlijmen. De complete analyse is in bijlage 06C opgenomen. Voor de duidelijkheid worden de bevindingen per gemeente hieronder apart besproken. 3 Vught lag op de vliegroute van de V1, omdat ze in Zutphen werden afgeschoten naar Antwerpen. Veel V1 s stortten vroegtijdig neer. 11 januari 2010 Pagina 19 van 102

5.4.1. Archief gemeente Heusden Uit het archief van de gemeente Heusden zijn geen relevante archiefstukken gekomen. Het betreft voornamelijk stukken over oorlogsschade in het centrum van Heusden, dat op enkele kilometers ten noorden van het projectwerkgebied is gelegen. Conclusie: Op basis van deze archiefanalyse wordt niet verwacht CE aan te treffen in het projectwerkgebied Vlijmens Ven/ HOWABO Moerputten. 5.4.2. Archief gemeente Vlijmen Uit het archief van de gemeente Vlijmen zijn tien relevante meldingen naar voren gekomen, te weten: Nr. Datum Gebeurtenis Analyse - 1945 Op een overzichtskaart uit 1945 is de oorlogsschade ingetekend in Vlijmen. De schade aan de Vlijmense dijk Molendijk grenst aan het Zie bijlage 06D en 5 19 november 1945 6 2 juli 1945 7 2 juli 1945 8 5 maart 1945 9 5 maart 1945 10 6 maart 1945 11 19 maart 1945 2 19 maart 1945 1 28 maart 1945 Op wordt één blindganger van een granaat aangetroffen op de Broekdijk langs de Bossche sloot. Er liggen landmijnen in de Dorpbissers. Deze melding wordt gedaan een paar dagen nadat de geallieerden het mijnenveld hadden afgezocht (27 juni 1945). Waarschijnlijk heeft de post en de uitvoering elkaar gekruist. Er liggen landmijnen in het Broek over de spoorweg Den Bosch Lage Zwaluwe. Er liggen granaten in de Heistraat te Vlijmen. Er liggen mortiergranaten in Dijk te Vlijmen liggen er vermoedelijke mijnen en een granaat in het buurtschap Dorp te Vlijmen. Op liggen er in de weiden van het Broek (Pijnekam en Krolkampe) en aan de Ruidigersteeg nog mijnen. Er liggen mijnen op de kade van de Bossche sloot. Er ligt een granaat in Wolput te Vlijmen Tabel 11: Analyse archiefgegevens 06E. Er kan op deze locatie CE worden aangetroffen in het Gelegen in het Deze melding komt overeen met mijnenveld 1, zie 5.8.2. Er wordt niet verwacht mijnen aan te treffen. Gelegen in het Deze melding komt overeen met mijnenveld 54 zie 5.8.2. Niet relevant, gelegen op 300 meter ten noorden van het Er kan op deze locatie CE worden aangetroffen in het Niet relevant, is op 200 mter ten westen van het projectwerkgebied gelegen. De melding komt overeen met het op mijnen verdachte gebied 8, zie 5.8.2. op 29 oktober 1945 is het gebied afgezocht er zijn geen mijnen aangetroffen. De melding komt overeen met het op mijnen verdachte gebied 8, zie 5.8.2. op 29 oktober 1945 is het gebied afgezocht er zijn geen mijnen aangetroffen. De Wolput is op 200 meter ten westen van het projectwerkgebied gelegen. 11 januari 2010 Pagina 20 van 102

Conclusie: Op basis van het archief wordt verwacht CE aan te treffen in het 5.5. ANALYSE STAFKAARTEN De geallieerde stafkaarten zijn relevant voor de bombardementsgegevens, zie 5.6. Ook geeft het een beeld van de situatie van de omgeving van het onderzoeksgebied in de Tweede Wereldoorlog. In bijlage 07A en 07B zijn de geallieerde stafkaarten ingepast. Conclusie: De geallieerde stafkaarten hebben geen aanvullende informatie opgeleverd. 5.6. ANALYSE BOMBARDEMENTSGEGEVENS Op zowel de kaartvierkanten/coördinaten als op de plaatsnamen is gezocht in onze database, zie 4.5. Dit heeft één melding opgeleverd: Bron Kaartvierkant/ Locatie Datum Omschrijving Relevantie coördinaat 37/715 E.2647 Vlijmen 28 oktober Taak I: Het bombardementsgeven beschrijft een vliegroute van geallieerde vliegtuigen van Engeland naar Düsseldorf en weer terug. Het betreft geen aanval in het betreffende kaartvierkant. Niet relevant, heeft geen relatie met CE. Tabel 12: Analyse bombardementsgegevens. Conclusie: Op basis van de bombardementsgegevens wordt niet verwacht CE aan te treffen in het 5.7. ANALYSE LUCHTFOTO S REASeuro heeft een aantal luchtfoto s besteld. De luchtfoto s van de Tweede Wereldoorlog zijn ingepast in bijlage 09A. De naoorlogse luchtfoto s van de afdeling Geo-informatie van het Kadaster te Zwolle zijn ingepast in bijlage 09B. In de onderstaande tabel worden de luchtfoto s geanalyseerd. Luchtfotonummer Oorlogsschade/stellingen 3020 Geen oorlogsschade. Het is een luchtfoto van voor de grondgevechten (20 juni ). 4113 Geen oorlogsschade waargenomen. De kwaliteit van de luchtfoto is erg matig. 4206 Geen oorlogsschade waargenomen. Het is een luchtfoto van voor de grondgevechten (19 september ). Verdacht gebied Nee. Nee. Nee. 11 januari 2010 Pagina 21 van 102

Luchtfotonummer Oorlogsschade/stellingen 4208 Geen oorlogsschade waargenomen. Het is een luchtfoto van voor de grondgevechten (19 september ). 4209 Geen oorlogsschade waargenomen. Het is een luchtfoto van voor de grondgevechten (19 september ). 3012 Geen oorlogsschade waargenomen. Het is een luchtfoto van voor de gevechten (2 oktober ). 3014 Geen oorlogsschade waargenomen. Het is een luchtfoto van voor de gevechten (2 oktober ). 3112 Geen oorlogsschade waargenomen. De luchtfoto is van slechte kwaliteit door laaghangende bewolking. 3114 Geen oorlogsschade waargenomen. De luchtfoto is van slechte kwaliteit door laaghangende bewolking. 4112 Geen oorlogsschade waargenomen. De luchtfoto is van slechte kwaliteit door laaghangende bewolking. Tabel 13: Analyse luchtfoto s. Verdacht gebied Nee. Nee. Nee. Nee. Nee. Nee. Nee. Conclusie: Op basis van de luchtfoto s wordt niet verwacht CE aan te treffen in het 5.8. ANALYSE DEFENSIEARCHIEVEN. 5.8.1. MORA s / WO s / UO s REASeuro heeft een uitvraag bij de EODD gedaan naar de MORA s binnen de voormalige en huidige gemeenten Vlijmen, Vught en s-hertogenbosch. In bijlage 10A zijn de geraadpleegde MORA s uitgewerkt en in 10B zijn deze relevante MORA s ingetekend op een overzichtskaart, waarbij de blauwe MORA s de rook- en springrookgranaten weergeven en de rode MORA s de overige soorten CE. Bij een aantal MORA s is de ligplaats van het CE onbekend, deze meldingen kunnen daarom niet geanalyseerd worden, zie ook 7.2. De relevante MORA s zijn in de volgende hoofdgroepen te verdelen: Soort CE Geschutsmunitie Analyse De geschutsmunitie bestaat voornamelijk uit rookgranaten en springrookgranaten fosfor. Deze zijn door de geallieerde troepen gebruikt om een rookgordijn te leggen. De springrookgranaten hebben een specifiek veiligheidsrisico, omdat deze gevuld zijn met witte fosfor, zie 5.12. De andere soorten geschutsmunitie zoals brisantgranaten en pantsergranaten zijn voornamelijk gebruikt om de Duitse troepen in de omgeving van Vlijmen te beschieten, zie 5.1. Een enkele keer is er ook een Duitse brisantgranaat aangetroffen in het gebied. 11 januari 2010 Pagina 22 van 102

Soort CE Handgranaten Tabel 14: Analyse relevante MORA's Analyse In het gebied zijn ook handgranaten aangetroffen. Handgranaten behoren tot de uitrusting van een soldaat. Conclusie: Op basis van de MORA-analyse kan geconcludeerd worden dat er in het gehele gebied CE kan worden aangetroffen. In het midden gebied (ter hoogte van Moerputten) en ter hoogte van het Engelermeer zijn er relatief minder CE aangetroffen dan in het westelijke en oostelijke gedeelte van het Dit kan verklaard worden doordat in deze gebieden weinig civieltechnische en/of agrarische bodemwerkzaamheden hebben plaatsgebonden na de Tweede Wereldoorlog. 5.8.2. Mijnenveldkaarten In het projectwerkgebied hebben een groot aantal mijnenvelden en op mijnen verdachte gebieden gelegen, zie bijlage 10C en 10D voor de complete lijst. Hieronder worden alleen de relevante mijnenvelden voor het projectwerkgebied besproken, waarin er mogelijk nog achtergebleven mijnen kunnen worden aangetroffen. Mijnenveld Datum Analyse Conclusie 1 27 juni 1945 29 oktober 1945 58 11 oktober 1945 31 oktober 1945 49 24 oktober 1945 2 november 1945 54 29 oktober 1945 8 29 oktober 1945 Het mijnenveld wordt afgezocht. Er worden 10 Riegelmijnen gevonden. De geallieerden claimen het gebied goed te hebben afgezocht. Het mijnenveld wordt weer afgezocht en wordt er het volgende aangetroffen: 1 Pantservuist; 2 granaten van 10,5 cm; 2 handgranaten. Er worden 20 of 21 tellermijnen van het type 42 of 43 aangetroffen tijdens een zoekactie met prikkers en honden. Het mijnenveld wordt weer afgezocht en wordt er het volgende aangetroffen: 69 granaten van 10,5 cm; 16 granaten van 21 cm; 1 rooklading. Er wordt een melding door Nederlandse burgers bij de geallieerde troepen gedaan over de aanwezigheid van een mijn aan het spoor bij km. 41.080. Er wordt tijdens een zoekactie 1 landmijn aangetroffen. De geallieerden geven het gebied vrij. Er wordt een mijnenveld onderzocht waar 6 Riegelmijnen zouden liggen, deze worden niet gevonden en als vermist opgegeven Het mijnenveld wordt afgezocht op zoek naar Riegel- en Tellermijnen. Het is onbekend of en hoeveel er zijn gelegd. Tijdens het Er wordt niet verwacht CE aan te treffen. Alle mijnen zijn geruimd, deze waren gelegen in de grond. De Duitse pantservuist, granaten en handgranaten zijn waarschijnlijk later in het mijnen verdachte gebied achtergelaten en op 29 oktober 1945 opgeruimd. Er wordt niet verwacht CE aan te treffen. Alle mijnen zijn geruimd, deze waren gelegen in de grond. Deze Duitse granaten zijn waarschijnlijk later in het mijnen verdachte gebied achtergelaten en op 31 oktober 1945 dus opgeruimd. Er wordt niet verwacht CE aan te treffen. Er wordt niet verwacht CE aan te treffen. Er wordt verwacht Riegelmijnen aan te treffen in het gebied van mijnenveld 54. Er wordt niet verwacht Riegel- en/of Tellermijnen aan te treffen in het op mijnen verdachte gebied, omdat de 11 januari 2010 Pagina 23 van 102

Mijnenveld Datum Analyse Conclusie afzoeken zijn er geen mijnen aangetroffen. geallieerden het op mijnen verdachte gebied hebben afgezocht. Tabel 15: Analyse mijnenvelden 5.9. HET VASTSTELLEN EN AFBAKENEN VAN HET VERDACHTE- EN OPSPORINGSGEBIED Op basis van de literatuurgegevens, bombardementgegevens, de informatie uit de diverse archieven en het kaartmateriaal wordt verwacht in het projectwerkgebied Vlijmens Ven/ HOWABO Moerputten CE aan te treffen. Het is echter niet mogelijk om het verdachte gebied nader af te bakenen omdat de geschutsmunitie overal in het projectwerkgebied kan worden aangetroffen, zie 5.8.1. Daarom is het gehele projectwerkgebied verdacht op het aantreffen van CE. Het verdachte gebied houdt niet op bij de grenzen van het projectwerkgebied, maar overschrijdt deze grenzen. In dit Vooronderzoek is echter voor de duidelijkheid het verdachte gebied beperkt tot de grenzen van het Figuur 3: Schema deelgebieden. De delen van het projectgebied die een overlap vormen met het verdachte gebied worden aangemerkt als zijnde opsporingsgebied. Aangezien nog niet precies duidelijk is waar de werkzaamheden zullen plaatsvinden kan het opsporingsgebied nog niet gedefinieerd worden. 5.10. SOORT, HOEVEELHEID EN VERSCHIJNINGSVORM VERMOEDEN CE Op basis van bovenstaande paragrafen wordt vastgesteld dat in het projectwerkgebied op een aantal plaatsen CE kunnen worden aangetroffen. In onderstaande paragrafen zal met verwijzingen naar de bijlagen, op hoofdlijnen een beeld worden geschetst. 5.10.1. Soort en hoeveelheid vermoede CE Op basis van de broninformatie kan de soort CE die aangetroffen kan worden binnen het onderzoeksgebied worden vastgesteld. Per hoofdgroep en/of kaliber zijn de verwachte aantallen weergegeven. 11 januari 2010 Pagina 24 van 102