Stuk nr. GR 2018/010. Vier vragen van het AB 1 Inleiding

Vergelijkbare documenten
Factsheet radarfunctie Veilig Thuis

Aanscherping en verbetering meldcode en werkwijze Veilig Thuis

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van P.M., No. P.M.);

Memo. Dagelijks Bestuur GGD Gelderland-Zuid Gemeenteraden Gelderland-Zuid Datum: 27 maart 2018 Begrotingswijziging 2018 Veilig Thuis

Werkconferentie. Veilig Thuis Gelderland Midden. Aan de slag met de Verbeterde Meldcode. November 2018

Afwegingskader in de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

KWALITEITSKADER VEILIG THUIS ONDERDEEL: ZICHT OP VEILIGHEID

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Begroting Veilig Thuis. 6 maart 2018

Verbeterde Meldcode, afwegingskaders en werkwijze Veilig Thuis

Veilig Thuis Gooi & Vechtstreek. ASHG en AMK samen verder

Veilig Thuis verbetert. Versie 02, november 2018

GGD Drenthe} College van burgemeester en wethouders van de Drentse gemeenten/ Leden van de Drentse gemeenteraden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Werkwijze Veilig Thuis per 1 januari Beroepsgroepen Verbeterde Meldcode Programmateam Landelijk Netwerk Veilig Thuis Bijeenkomst 15 mei 2018

Verbeterplan Veilig Thuis Hollands Midden n.a.v. inspectierapport nov en stand van zaken op 1 maart 2016.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van P.M., No. P.M.);

Derde voortgangsrapportage Programma Veilig Thuis de basis op orde

Werken met de verbeterde Meldcode

De kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1

2.2 Aanvulling op geformuleerde uitgangspunten: verdeelsleutel financiering

PROGRAMMA AANSCHERPING EN VERBETERING MELDCODE EN WERKWIJZE VEILIG THUIS

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis

Veilig Thuis & Vrouwenopvang. 18 januari 2016

De kwaliteit van Veilig Thuis West-Brabant Stap 1

De Inspecties stellen dat VTRR aan 18 van de 24 verwachtingen van het toetsingskader voldoet.

Monitor aanpak wachtlijsten 2018 Pagina 1 van 7

Verbeterplan n.a.v. Hertoets stap 2 Inspectierapport 1 november 2017 besproken

Versie 14 november 2017 DB 2017/107 bijlage 8. Dienstverleningshandvest Veilig Thuis Haaglanden

1. Onderwerp Incidenteel Budget Jeugd 2016 voor Veilig Thuis

Eindrapportage Programma Veilig Thuis - de basis op orde

Bijlage: Aanpak aanscherping Meldcode

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport. De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2

Afwegingskader huiselijk geweld en kindermishandeling voor MBB ers

Nationale Bijscholingsdag

HANDREIKING SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VEILIG THUIS EN GEBIEDSTEAMS

Veilig Thuis Noord en Oost Gelderland

T oetsingskader voor toezicht naar Veilig Thuis in 2015

Pagina 1 van 10. Legenda voortgang. Resultaten Veilig Thuis NHN Datum 1 april 2019

Veilig Thuis NHN. Presentatie Regiegroep Regio Alkmaar 3 februari 2016

Plan van aanpak Naar een toekomstbestendig Veilig Thuis Hollands Midden

Samenwerkend Toezicht Jeugd/ Samenwerkend Toezicht Sociaal Domein Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport

Meerkosten Veilig Thuis 2017 en 2018

Protocol. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Buro Onderscheiden

De kwaliteit van Veilig Thuis Noord- en Midden Limburg Stap 1

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Voorstel raad en raadsbesluit

De kwaliteit van Veilig Thuis Brabant Noordoost Stap 1

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Plan van aandacht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De kwaliteit van Veilig Thuis Hollands Midden Stap 1

Verbetering registratie en beleidsinformatie Veilig Thuis en Jeugd. Bevindingen en aanbevelingen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 maart 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Verschil SAVE / Veilig Thuis. Presentatie Samen Veilig. Ophalen van vragen SAVE-team. Veilig Thuis.

Raadsvoorstel. Besluit om:

De kwaliteit van Veilig Thuis Groningen Stap 1

Regiovisie Veilig Thuis. Zuid-Limburg

VEILIG THUIS GELDERLAND ZUID. Probleemanalyse en afspraken Verkorte memo t.b.v. portefeuillehouders. 2 juli 2015

Huiselijk Geweld en Kindermishandeling kansen, klachten en kippenvel voor de huisarts. Velp, 19 april 2018

Veilig Thuis: voor ons allen een belangrijke speler in de keten

De kwaliteit van Veilig Thuis Utrecht Stap 1

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Ontwikkeling Toelichting Lasten noodzakelijk.

Pilot politiemeldingen Veilig Thuis: Conclusies en advies aan het AB

AMHK-vorming en de GGD s

Datum 16 augustus 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen Kooiman over het bericht dat de Raad voor de Kinderbescherming 130 tijdelijke mensen aanneemt.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Rapportage 1 e halfjaar 2016 Veilig Thuis Noordoost Brabant

plan van aanpak te nemen maatregelen 2016

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 juni 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Collegevoorstel. Zaaknummer Inwonersafhankelijke bijdrage aan Veilig Thuis Midden-Brabant

Handreiking. Meldcode. Passenderwijs

het afwegingskader in de Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort

De kwaliteit van Veilig Thuis Zuid-Holland Zuid Stap 1

Verbeterplan naar aanleiding van rapport Inspectie Jeugdzorg. Veilig Thuis. Noord en Oost Gelderland (NOG) JANUARI 2016

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten:

De kwaliteit van Veilig Thuis Zuidoost-Brabant Stap 1

SIGNS OF SAFETY EN DE MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Stichting Werkplaats Kindergemeenschap. Voortgezet Onderwijs

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Kindante 2019

Per 1 januari Welkom bij uw instelling. Samenvoeging AMK en SHG. integrale aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties.

Prestatie-indicatoren voor Veilig Thuis

POSITION PAPER AUGEO FOUNDATION TEN BEHOEVE VAN RONDE TAFELCONFERENTIE MELDCODE KINDERMISHANDELING D.D

ToolKID Informatie-uitwisseling in verband met de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling

Eén Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK) in Drenthe

Ontwerp Begrotingswijziging 2019 GGD

Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Veilig Thuis. 1Gelderland Noord & Midden

Ontwerpjaarprogramma en programmabegroting 2018

Uitvoering advies aanlevering beleidsinformatie Veilig Thuis

Dit is een uitgave van: Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

José Valks-Smits, vertrouwensarts Veilig Thuis

Verbeterplan naar aanleiding van rapport Inspectie Jeugdzorg Veilig Thuis Noord en Oost Gelderland (NOG) JANUARI 2016 Update 1 maart 2016

De kwaliteit van Veilig Thuis Noord-Holland Noord Stap 1

Transcriptie:

Vier vragen van het AB 1 Inleiding Veilig Thuis Haaglanden (VTH) valt sinds 2018 onder de gemeenschappelijke regeling GGD en Veilig Thuis Haaglanden en is sinds januari 2018 eveneens onderdeel geworden van de gemeente Den Haag. Deze nieuwe situatie biedt ruimte voor verdere professionalisering van VTH en maakt dat VTH, samen met alle andere organisaties die een rol hebben in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling, verder kan werken aan de ontwikkeling van een effectievere aanpak in de hele regio. Dit is wenselijk aangezien er sprake is van een grote toestroom - omdat huiselijk geweld en kindermishandeling gelukkig steeds minder onzichtbaar blijft - en omdat het nog onvoldoende lukt om het geweld effectief te stoppen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit terugkerende meldingen over eenzelfde gezin of situatie en uit activiteiten van VTH na het afsluiten van de casus omdat het opvolgen van het veiligheidsplan van VTH bij ketenpartners op zich laat wachten, ofwel nog onvoldoende soelaas biedt. Na de overgang van VTH naar de GR en de gemeente Den Haag heeft de gemeente Den Haag als opdrachtnemer House of Performance en Q Consult opdracht gegeven om onderzoek te doen naar mogelijkheden om VTH te professionaliseren (House of Performance) en om een capaciteitsmodel te maken (House of Performance en Q Consult). Met de onderzoeken is meer inzicht gekomen in de organisatie VTH. De onderzoeken van House of Performance en Q Consult helpen verder om de impact van verschillende mogelijkheden en oplossingsrichtingen te schetsen, omdat zij de instroom en de werkwijze koppelen aan de benodigde inzet en kosten. Ondanks dit hulpmiddel is de volume ontwikkeling van VTH op dit moment niet goed te voorspellen. Dit komt door drie factoren: 1. De autonome groei van het aantal meldingen en adviezen is hoog en de doorwerking ervan vanaf 2019 is onzeker. Doordat de benodigde capaciteit tot nu toe geen gelijke tred heeft kunnen houden met de onverwacht hoge groei, kampt VTH met een substantiële wachtlijst. Deze problematiek is door inzet van de flexibele schil en tijdelijke werving in 2018 opgepakt, maar kan niet (volledig) worden opgelost. 2. Het besluit Aanscherping meldcode vraagt om een intensievere werkwijze van VTH en zal de instroom van meldingen en adviezen doen toenemen. Kort samengevat wordt van VTH gevraagd om een structureel oordeel te geven over de acties van diverse ketenpartners die nodig zijn om het thuis veilig te maken, en ziet VTH in de verlengde monitorfase, ook na afronding van haar onderzoek en interventie, toe op de uitvoering van het veiligheidsplan en de veiligheid, en stelt waar nodig bij. De landelijke impactanalyse die in opdracht van het ministerie van VWS en JenV en de VNG is uitgevoerd, geeft aan dat het effect van de aanscherping meldcode op de instroom en benodigde inzet aanzienlijk is en dat het effect op het aantal meldingen en adviesaanvragen een grote bandbreedte van onzekerheid heeft (van 5 tot 25%). 3. Er is ruimte voor een betere effectiviteit en samenwerking in de keten. De nieuwe regiovisie zal medio 2019 een brede aanpak van huiselijk geweld en 1

kindermishandeling schetsen. VTH streeft voor haar eigen rol naar een grotere focus op ernstig en hardnekkig huiselijk geweld en kindermishandeling met inzet van het lokale veld of juist van het gedwongen kader waar dat meer passend (en niet onnodig stigmatiserend voor de cliënt) en effectief is. Verder geeft het onderzoek van House of Performance aan dat de expertiserol van VTH versterkt kan worden en gezien de grote instroom en werkdruk nu onvoldoende uit de verf komt. VTH kan in 2019 met diverse pilots samen met de ketenpartners gaan werken aan een effectievere positie en aanpak. Naar verwachting kan een dergelijke aanpak vanaf 2020 en verder geleidelijk effect sorteren op de vlieghoogte van VTH. Hieronder wordt ingegaan op de vier vragen van de wethouders over de groei in 2018, de verdere groei in 2019, de effecten van de aanscherping meldcode en de effecten van een andere positie van VTH in de keten. 2 Groei 2018 en naheffing In de maanden januari tot en met juli 2018 ligt de volumegroei gemiddeld genomen boven de 20% (zie bijlage 1). Een overall volumegroei van 20% impliceert dat het aantal meldingen oploopt tot circa 9000 per jaar en het aantal adviezen tot circa 6000 per jaar, met een bijbehorende impact op de begroting 2018 met circa 2 mln euro en ruim 20 fte. Begin 2018 was duidelijk dat de volumegroei verder was toegenomen ten opzichte van 2017. De exacte omvang was op dat moment nog niet in te schatten. Daarom is toen de afspraak gemaakt om de volumegroei 2018 tegemoet te komen door inzet van flexibel personeel en om achteraf af te rekenen. Naar verwachting wordt circa 1,65 mln euro extra uitgegeven in 2018 als gevolg van de inzet die is gepleegd in 2018 om de volumegroei te ondervangen. Dit zijn extra uitgaven bovenop de huidige begroting 2018. Dit is nog ongerekend de uitputting van de rest van de begroting van VTH in het lopende jaar 2018, welke medebepalend zal zijn voor de uiteindelijke afrekening aan het einde van het jaar. Per gemeente leiden de kosten van de extra inzet de tot de volgende extra uitgaven in 2018 (tabel 1): Tabel 1: Afrekening 2018 per gemeente Extra in 2018 (*1000 Dekking euro) Delft D-H L-V M-D P-M Rsw Wa We Ztm Flexibele schil en werving 2018 (inschatting per 1 sept 2018) 1.650 113 1027 83 10 42 70 25 80 201 Verdeling var.kosten cf. begr. 2018 100,0% 6,84% 62,22% 5,03% 0,58% 2,56% 4,24% 1,53% 4,82% 12,18% Bron verdeling: GR verdeelsleutel De inzet van de flexibele schil is opgebouwd uit verschillende elementen: - In eerste instantie is ingezet op de inhuur bij een extern bureau. De kosten voor deze inzet bestaan uit de afgesloten offertes, de opslag voor indirecte kosten en nietcompensabele BTW uitgaven (zie tabel 2). Om de volumegroei van 20% oftewel 1500 meldingen in 2018 op te vangen, is de totale gevraagde en benodigde inzet het leveren van 750 zaken (onderzoek of overdracht aan derden). Dit volume van 750 zaken is erop gebaseerd dat circa de helft van de meldingen wordt doorgezet naar het product onderzoek of overdracht aan derden (zie bijlage 2, activiteit na triage). Het extern bureau kan naar verwachting hooguit circa 650 zaken leveren, gezien hun eigen capaciteit. 2

- Voor de maanden november en december 2018 wordt op basis van de meest recente realisatiecijfers nog extra inzet gevraagd. Indien dit lukt neemt het totaal aan uitgaven aan de flexibele schil nog iets toe. Tabel 2: Uitgaven en volume flexibele schil 2018 (in mln euro en aantal zaken) Kosten inhuur flexibele schil 1,4 Beschikbaar volume extern bureau 650 Bron: Veilig Thuis Haaglanden - Bij de inzet van de flexibele schil is in eerste instantie gekeken naar de werkzaamheden onderzoek en overdracht aan derden. Bij de volumegroei zoals die in de eerste maanden van 2018 was, was de verwachting dat dit voldoende zou zijn. Op het moment dat het volume nog verder groeide tot 20%, wordt zichtbaar dat de volumegroei niet meer alleen is op te vangen met de werkzaamheden onderzoek en overdracht aan derden, maar dat ook de overige werkzaamheden groeien met 20% (zoals telefoondienst, advies, overdracht aan het lokale veld, monitoring). Werving is in de zomer gestart om de 20% groei ook voor deze werkzaamheden te ondervangen. Het gaat om de werving van circa 5 FTE extra personeel voor de overige werkzaamheden. Naar verwachting zal in de tweede helft van het jaar hooguit de helft van de totale wervingsinspanning gelukt zijn, oftewel voor dit onderdeel een kostenpost van circa 250.000. De werving en flexibele schil inzet is bovenop de volgens de begroting toegestane inzet goedgekeurd door de opdrachtnemer in afwachting van GR besluitvorming, teneinde de organisatieopbouw te faciliteren. Conclusie De flexibele schil en de werving ondervangt een aanzienlijk deel van de volumegroei 2018 en gaat gepaard met circa 1,65 mln aan extra uitgaven. De totale inzet is echter ontoereikend om de volumegroei 2018 volledig te ondervangen (tenzij de groei in de laatste vijf maanden van 2018 substantieel zou afnemen). De volumegroei heeft in 2018 dan ook impact (gehad) op het oplopen van wachtlijsten. 3 Begroting 2019 Volumegroei De structurele doorwerking van de volumegroei in 2019 is onzeker. Hieronder (tabel 3) staat toegelicht wat het effect is op de benodigde middelen in 2019 (t.o.v. de huidige begroting 2019 die nog op het volume 2017 is gebaseerd) als de volumegroei niet verder stijgt in 2019, zodat het aantal meldingen en adviezen stabiliseert in 2019 op 9000 meldingen en 6000 adviezen (20% groei). Daarnaast is het effect van 5% meer en 5% minder groei van het aantal meldingen en adviezen opgenomen. Naast deze volumegroei is zijn extra middelen nodig omdat de volumegroei in 2018 niet volledig is opgevangen. Dit betekent een extra benodigde inzet in 2019 van circa 350.000 euro (2 mln minus 1,65 mln). Dit inhaaleffect komt bovenop de effecten van groei en beleid in 2019 en verder. Tabel 3: Impact volumegroei in 2019 t.o.v. huidige begroting 2019 (in mln) zonder impact aanscherping meldcode Benodigde middelen Benodigde minus Benodigd aantal FTE Groei benodigd aantal FTE beschikbare middelen 20% volumegroei totaal effect 12,9 2 138 23 15% volumegroei totaal effect 12,3 1,3 132 17 25% volumegroei totaal effect 13,4 2,4 144 29 Bron: Begroting 2019 (zie bijlage 6). 3

4 Impact van de aanscherping meldcode Per 1 januari 2019 zal de vernieuwde meldcode van kracht zijn 1 2. Waar voorheen Veilig Thuis in beeld kwam als de professional er zelf niet uit kwam, wordt vanaf 2019 als gevolg van het besluit aanscherping meldcode een volledig zicht op (gemeld) huiselijk geweld en kindermishandeling verwacht van Veilig Thuis, inclusief een structureel oordeel over hoe te interveniëren en wat de (aanvullende) inzet van andere (professionals) zou moeten zijn. Deze verantwoordelijkheid blijft ook bestaan in de (verlengde) monitorfase. Het doel van de nieuwe werkzaamheden is dat kinderen en volwassenen die geconfronteerd worden met hardnekkig huiselijk geweld en kindermishandeling zo volledig mogelijk in beeld komen, beter gevolgd èn geholpen worden. De aanscherping van de meldcode betekent voor VTH in vogelvlucht (zie voor een verdieping bijlage 7): Verantwoordelijkheid voor een volledige (landelijke) registratie van elk bij Veilig Thuis gemeld vermoeden van geweld en kindermishandeling: VTH moet bij elk gemeld vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling, de informatie over de betrokkene en over de interventies, vastleggen en bijhouden, in overleg met de betrokken professionals; De maatschappelijk werker van VTH bepaalt of (aanvullend) handelen van Veilig Thuis èn van de betrokken professionals (gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp, justitie) nodig is: daartoe beoordeelt deze in hoeverre de reeds ingezette hulp en interventies van andere professionals toereikend zijn gezien de (on)mogelijkheden van de betreffende ketenpartner, handelt hij of zij waar nodig,en geeft aan welke extra inspanningen van de ketenpartners nodig zijn. Daarbij wordt het advies van de gedragswetenschapper en de vertrouwensarts benut; VT vervult een verbindende en coördinerende rol (regie op veiligheid). Hij of zij zorgt voor een structurele beoordeling van de veiligheid en monitort over een langere periode. Van VT wordt verwacht dat het zicht op de veiligheid wordt vastgehouden. De maatschappelijk werker ziet ook in de (verlengde) monitorfase toe op de uitvoerig van het veiligheidsplan door alle betrokkenen en beoordeelt of bijstellingen nodig zijn; Door de volledige registratie, structurele beoordeling en intensievere monitoring krijgt VTH een radarfunctie vanuit de unieke bevoegdheid Veilig Thuis om de informatie in de zorg- en justitieketen te zien en te verbinden: bij een vraag om advies of een melding checkt en duidt hij of zij de informatie over cliënten en over de effectiviteit van eerdere interventies van Veilig Thuis en de andere professionals. De bevoegdheid van VT om ook bij adviesaanvragen informatie te kunnen betrekken van andere organisaties (bijvoorbeeld reclassering, RvdK ) neemt toe. Dit maakt de adviesfunctie intensiever; Vanuit haar expertise rol adviseert VT over het afwegingskader en geeft richting aan de toepassing ervan door de andere professionals. Q Consult heeft in opdracht van het ministerie van VWS, JenV en VNG een landelijke impactanalyse 3 uitgevoerd van de budgettaire impact van deze nieuwe taken voor Veilig Thuis organisaties, als onderdeel van de voorbereiding voor het landelijk beleid. De landelijke impactanalyse kent diverse varianten over het effect van de aanscherping van de meldcode op het volume aan adviesaanvragen en meldingen en geeft verder aan dat de nieuwe taken meer gevraagde inzet per melding of advies betekenen. Het gaat om een intensievere adviesfunctie, meer inzet van de vertrouwensarts en 1 Besluit Wijziging Verplichte Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (2017) 2 Geweld hoort nergens thuis (2018). Ministerie van Justitie en Veiligheid, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Vereniging van Nederlandse Gemeenten. 3 Landelijke impactanalyse Veilig Thuis (2017) Q-Consult. 4

gedragsdeskundigen, en meer inzet in de monitorfase (bijlage 3). Volgens de landelijke impactanalyse gaat de aanscherping meldcode gepaard met een substantiële extra inzet. Tabel 4 illustreert hoe de impact van de meldcode kan uitpakken voor VTH. Het is hierbij eveneens mogelijk om per gemeente productdifferentiatie toe te gaan passen, met een basis- en een pluspakket. Naar verwachting zal diversiteit van toepassing kunnen zijn bij de invulling van de extra monitoring. Dit vergt onderzoek naar de mogelijkheden hiertoe binnen de wettelijke taken. Tabel 4: Impact meldcode in 2019, cf. landelijke impact analyse (in mln euro) Benodigde Benodigd middelen aantal FTE Benodigde minus beschikbare middelen Groei benodigd aantal FTE Bij 5% groei meldingen en adviezen 15,5 4,6 181 66 agv meldcode Bij 7,5% groei meldingen en 15% 15,8 4,9 184 69 groei adviezen agv de meldcode Bij 5% groei meldingen en adviezen 12,7 1,7 147 32 agv meldcode, en geen intensievere monitoring in 2019 (uitstel) 5% groei meldingen en adviezen agv de meldcode, zonder rekening te houden met de 20% volumegroei 2018 13,2 2,3 155 40 Bron: House of Performance en Q Consult NB: Deze tabel toont het effect op benodigde middelen en FTE inclusief het meegroeien van het indirecte personeel. In 2019 is er 11,7 FTE beschikbaar aan indirect personeel. Indien de helft van het indirecte personeel meegroeit naar rato met de groei van het directe personeel, betekent dit circa 3 extra FTE. De omvang van dit effect hangt allereerst af van de hoeveelheid extra meldingen en adviezen die zullen binnenkomen bij VTH als gevolg van de aanscherping meldcode. De landelijke impactanalyse geeft een range aan van 5-25% meer adviezen en 5 tot 10% meer meldingen (bijlage 3). In tabel 4 is te zien wat de gevolgen zijn op benodigde middelen en fte bij 5% groei van het aantal meldingen en adviezen (eerste regel). Indien organisaties die moeten (gaan) werken volgens de aanscherping meldcode in 2018 al anticiperen op de aanscherping meldcode, is het denkbaar dat de volumestijging in 2018 deels al samenhangt met de aanscherping meldcode. Er ontstaat in dat geval weinig extra groei door de meldcode (5%). Vervolgens wordt de impact bezien bij 7,5% groei van het aantal meldingen en 15% groei van het aantal adviezen (tweede regel). Hoewel de meldcode in 2019 ingaat, heeft VTH in 2018 onvoldoende kunnen werven om de impact te ondervangen. Dit komt doordat middelen voor de voorbereiding (werven, inwerken en trainen) bij Maartcirculaire 2018 zijn toegekend en in augustus 2018 zijn toegezegd aan VTH. Desalniettemin worden de extra toestroom en intensievere taken vanaf januari 2019 verwacht. Het enige onderdeel van de aanscherping meldcode dat in de praktijk kan worden uitgesteld is de intensievere monitoring. Het is onvermijdelijk om de intensievere monitoring uit te stellen totdat voldoende personeel geworven is. Daarmee voldoet VTH niet aan een deel van de nieuwe landelijke taken die volgen uit het besluit meldcode. Er is ook weergegeven in de tabel wat de impact van de meldcode is, indien er in 2019 niet gestart wordt met intensiever monitoren, maar pas vanaf 2020 (regel 3). Tot slot is aangegeven wat de impact van de meldcode zou zijn, als er geen volumegroei zou zijn opgetreden in 2018 (regel 4). Deze berekening maakt duidelijk dat de financiële impact van de aanscherping meldcode hoger is dan verwacht werd op het moment 5

waarop de landelijke berekeningen werden gemaakt (in 2017). De financiële impact is daarmee ook hoger dan de middelen die het Rijk via de DUVO-middelen (zie hierna) voor deze extra taken beschikbaar heeft gesteld. Extra middelen DUVO (Een deel van) de dekking voor de nieuwe taken kan komen uit de DUVO middelen. Dit is afhankelijk van de besluitvorming in het Regiovisie traject, dat een brede visie geeft op de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Met de maartcirculaire gemeentefonds zijn middelen toegevoegd vanuit de algemene uitkering aan de decentralisatie-uitkering vrouwenopvang. Het gaat landelijk om een bedrag van 11,9 miljoen in 2018 oplopend tot 38,6 mln. structureel vanaf 2021. Dit bedrag is berekend op basis van de landelijke impactanalyse van de taken van Veilig Thuis organisaties als gevolg van de aanscherping meldcode (in de lage variant), bij het toenmalige volume van meldingen en adviezen. In tabel 5 staan de toegevoegde DUVO middelen voor de centrum gemeenten Den Haag en Delft. Tabel 5: Extra DUVO-middelen (in mln.) n.a.v. aangescherpte meldcode 2018 2019 2020 Vanaf 2021 Delft 0,17 0,4 0,5 0,5 Den Haag 0,89 2,4 2,5 2,9 Totaal 1,05 2,8 3,0 3,4 Bron: maart circulaire gemeentefonds 2018 5 Naar een nieuwe positie van VTH in de keten Zoals in de inleiding uiteen is gezet, is het mogelijk dat VTH haar expertise en adviesrol versterkt, en meer focus legt op ernstig en hardnekkig geweld. Hierdoor neemt de effectiviteit toe en wordt cliënten een procesgang door Veilig Thuis bespaard waar dat niet effectief is. Zoals aangegeven vergt dat samenwerking in de hele keten en zal dit een geleidelijk proces zijn: in ieder geval 2019 zouden we daarin kunnen zien als overgangsjaar waarin met pilots wordt geëxperimenteerd. Afhankelijk van de afspraken en mogelijkheden bij de ketenpartners kan dan geleidelijk vanaf 2020 effect ontstaan, niet alleen op de positie en omvang van VTH maar vooral ook op de effectiviteit van het stoppen van huiselijk geweld en kindermishandeling in de hele keten. Het is hierbij mogelijk om per gemeente productdifferentiatie toe te gaan passen, met een basis- en een pluspakket. Dit vergt onderzoek naar de mogelijkheden hiertoe binnen de wettelijke taken. Voor VTH zelf betekent een dergelijke herpositionering globaal de volgende inzet om deze ambitie waar te kunnen maken, zie tabel 6: Tabel 6: Ambitie voor sterkere expertisefunctie en focus op hardnekkig geweld, 2019 Huidige situatie Ambitie Voorlichting 15.000 euro voor 100 voorlichtingen 75.000 euro voor 500 voorlichtingen Stafmedewerker opleidingen 0,4 FTE 0,6 FTE extra Beleidsmedewerker inhoudelijk (oa voor opzet 0,8 FTE 1 FTE extra en ondersteuning pilots) Werkbegeleiders 3,5 FTE 3,5 FTE extra Inzet op partnerschap in de regio (voorlichting, samenwerkingsafspraken voor meer afhankelijk van aantal pilots, 2 à 5 FTE doelmatigheid keten, uitvoeren pilots) Bron: VTH formatie-overzicht. Zie ook bijlage 4. 6

Deze ambitie gaat volgens VTH gepaard met extra inzet, die deels tijdelijk kan zijn. Momenteel is het budget voor voorlichting gezien het grote aantal ketenpartners per gemeente in de regio bescheiden, voor een beter partnerschap kan de voorlichtingsrol van VTH worden geïntensiveerd. Verder is er op 115 FTE en circa 20 FTE flexibele schil, 3,5 FTE aan werkbegeleiders. Deze werkbegeleiders zijn verantwoordelijk voor de begeleiding en coaching van (individuele) medewerkers op casusniveau. De huidige caseload van de werkbegeleiders is bijna 40 FTE. Met een lagere caseload kan de focus op doelmatigheid van het proces versterken en kan de gewenste slag van productie wegwerken naar expertisecentrum zijn en focus op ernstig en hardnekkig geweld worden gemaakt. Daarnaast vergt de herpositionering een iets ruimere staf om het opleidingsbeleid en de pilots en nieuwe werkwijze goed neer te kunnen zetten en het MT daarbij te ondersteunen. Tot slot kan extra capaciteit worden ingezet voor het versterken van partnerschap, voor het uitvoeren van de pilots VTH/keten, voor voorlichting & advies en voor het maken en uitvoeren van afspraken met de keten. Deze inzet is deels tijdelijk. De uiteindelijke effecten van deze ambitie op het benodigde budget en benodigde aantal FTE zijn nog onzeker. De voorwaarde om onze focus te kunnen verleggen is bovendien dat er nieuwe afspraken met het lokale veld en de overige ketenpartners worden gemaakt zodat de ketenpartners (lokale veld, specialistische hulpverlening, RvdK, politie, OM, rechter) deze focus mogelijk kunnen maken, waardoor onnodig (terug-)melden bij VTH kan worden tegengegaan. Kansrijke opties zijn: Een beter partnerschap in de keten kan ertoe bijdragen dat VTH meer casussen na triage direct doorzet naar het lokale veld of reeds bestaande hulpverlening, wat voor sommige cliëntgroepen ook effectiever kan zijn (voor een deel van de problematiek bij vechtscheidingen bijvoorbeeld). Dit is voor VTH een kostenreductie, maar voor de hele keten hoeft dat niet het geval te zijn. Ten opzichte van de gemiddelde Veilig Thuis organisatie zet VTH nu minder casussen direct door naar het lokale veld (minder dan de helft versus 55% bij de gemiddelde Veilig Thuis, zie bijlage 5). Als indicatie: bij eenzelfde % van doorverwijzen als de gemiddelde VTH zou VTH circa 1 mln euro kunnen besparen. Een intensievere adviesfunctie: VTH besteedt relatief weinig tijd aan adviezen (circa 1,5 uur per advies in vergelijking tot 2 uur door de gemiddelde Veilig Thuis, zie ook bijlage 5). Indien VTH de adviesfunctie intensiveert, kan dit betekenen dat minder vaak een onderzoek of overdracht aan derden noodzakelijk is. De toetsing van politiemeldingen: de pilot politiemeldingen loopt. Afhankelijk van de resultaten, kunnen nieuwe afspraken worden gemaakt die ertoe leiden dat een deel van pre-meldingen door de politie uiteindelijk niet als melding wordt opgepakt door VTH, maar als advies wordt opgepakt of elders thuishoort. Een gedifferentieerde aanpak per gemeente in de regio, met basis- en plustaken. 7

Bijlage 1 Cijfers over Toename instroom In onderstaande figuur staat de toename van het aantal meldingen en adviezen tot en met juli 2018. Op basis van deze cijfers wordt een percentage van 20% groei over heel 2018 verwacht. Dit percentage kan er eind 2018 weer anders uitzien, maar lijkt voor nu een goede inschatting met gezien de cijfers enig opwaarts risico. 8

Bijlage 2 Activiteiten na triage. 9

Bijlage 3 Landelijke impactanalyse in opdracht van ministerie VWS, JenV en VNG, aanscherping meldcode Tabel 7: Scenario s Q Consult impact landelijk beleid op meldingen en adviezen Er wordt in de impactanalyse ook meegenomen dat de adviesfunctie is geïntensiveerd, er een eenmalige verhoging van de inzet van de Vertrouwensartsen en Gedragswetenschappers nodig is, en dat de monitoring intensiever wordt. De landelijke impactanalyse hanteert daarvoor het volgende: Tabel 8: Impact op benodigde tijdsinzet en op benodigd aantal gedragswetenschappers en vertrouwensartsen Activiteit Impact Advies + 10 minuten Melding: vervolgtraject zonder onderzoek Uren voor monitoring x 7,5 Melding: vervolgtraject met onderzoek Uren voor monitoring x 7,5 Inzet gedragsdeskundigen + 25% Inzet vertrouwensartsen + 25% 10

Bijlage 4 Begroting en formatie FTE 2019 (huidige stand) Het startpunt voor de berekeningen is de huidige begroting 2019. Dit betekent zodoende 115,4 FTE en een begroot bedrag van 10.992.000. Dit bedrag is inclusief 100.000 incidentele kosten in verband met huisvesting. In onderstaande tabel staat de verdeling van de begrote 115,4 FTE naar functies. Tabel 9: Formatie VTH naar functie Functie FTE Maatschappelijk werker 79,28 Secretariaat (ontvangst meldingen) 14,31 Gedragsdeskundige 5,83 Vertrouwensarts 4,28 Indirect personeel 11,7 Totaal 115,4 In de berekeningen van Q Consult is geen groei van het indirecte personeel meegenomen. Wanneer veel meer FTE noodzakelijk is en ook de werkzaamheden veranderen en toenemen zal ook het aantal FTE werkbegeleiders moeten groeien, en ook de ondersteunende staf. Tabel 10: Indirect personeel (11,7 FTE) naar functie Functie FTE Werkbegeleider 3,5 MT inclusief directeur 4 Stafmedewerker opleidingen 0,4 Beleidsmedewerker inhoudelijk (inhuur) 0,8 Management assistent 1,4 Data analyse en ICT 1,7 11

Bijlage 5 Veilig Thuis Haaglanden t.o.v. het gemiddelde van de Veilig Thuis organisaties 12

Bijlage 6 Begroting 2019, effect van 20% volumegroei Tabel 11 Begroting 2019 voor en na aanpassing aan autonome groei van 20% * De totale begroting 2019 is 10.992.000 maar er is sprake van een incidentele post Huisvesting van 100.000. Deze post is hier buiten beschouwing gelaten. 13

Bijlage 7 Effect van vernieuwde meldcode op werk van Veilig Thuis Per 1 januari 2019 zal de vernieuwde meldcode van kracht zijn. Kenmerkend voor huiselijk geweld en kindermishandeling is de hardnekkigheid en hoge kans op terugkeer van het geweld. Om dit probleem aan te pakken krijgt de Veilig Thuis medewerker met het nieuwe besluit meldcode meer taken. De vernieuwde meldcode leidt tot een meer centrale rol en regiefunctie van de maatschappelijk werkers. Waar voorheen Veilig Thuis in beeld kwam als de professional er zelf niet uit kwam, wordt vanaf 2019 een volledig zicht op (gemeld) huiselijk geweld en kindermishandeling verwacht van Veilig Thuis, inclusief een structureel oordeel over hoe te interveniëren en wat de (aanvullende) inzet van andere (professionals) zou moeten zijn, totdat het veilig is. Het doel van de nieuwe werkzaamheden is dat kinderen en volwassenen die geconfronteerd worden met hardnekkig huiselijk geweld en kindermishandeling zo volledig mogelijk in beeld komen, beter gevolgd èn geholpen worden. Verantwoordelijkheid voor een volledige (landelijke) registratie van elk bij Veilig Thuis gemeld vermoeden van geweld en kindermishandeling: VTH moet bij elk gemeld vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling, de informatie over de betrokkene en over de interventies, vastleggen en bijhouden, in overleg met de betrokken professionals; De maatschappelijk werker van VTH bepaalt of (aanvullend) handelen van Veilig Thuis èn van de betrokken professionals (gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp, justitie) nodig is: daartoe beoordeelt deze in hoeverre de reeds ingezette hulp en interventies van andere professionals toereikend zijn gezien de (on)mogelijkheden van de betreffende ketenpartner, handelt hij of zij waar nodig en geeft aan welke extra inspanningen van de ketenpartners nodig zijn. Daarbij wordt het advies van de gedragswetenschapper en de vertrouwensarts benut; VT vervult een verbindende en coördinerende rol (regie op veiligheid). Hij of zij zorgt voor een structurele beoordeling van de veiligheid en monitort over een langere periode. Van VT wordt verwacht dat het zicht op de veiligheid wordt vastgehouden. De maatschappelijk werker ziet ook in de (verlengde) monitorfase toe op de uitvoerig van het veiligheidsplan door alle betrokkenen en beoordeelt of bijstellingen nodig zijn; Door de volledige registratie, structurele beoordeling en intensievere monitoring krijgt VTH een radarfunctie vanuit de unieke bevoegdheid van Veilig Thuis om de informatie in de zorg- en justitieketen te zien en te verbinden: bij een vraag om advies of een melding checkt en duidt hij of zij de informatie over cliënten en over de effectiviteit van eerdere interventies van Veilig Thuis en de andere professionals. De bevoegdheid van VT om ook bij adviesaanvragen informatie te kunnen betrekken van andere organisaties (bijvoorbeeld reclassering, RvdK ) neemt toe. Dit maakt de adviesfunctie intensiever; Vanuit haar expertise rol adviseert VT over het afwegingskader en geeft richting aan de toepassing ervan door de andere professionals. 14

Toelichting TEKST BESLUIT AANLEIDING Diverse rapporten naar aanleiding van incidenten met kinderen onderstrepen het belang van een compleet beeld van de problematiek en het herkennen van patronen. Het delen en vastleggen van informatie is daarbij van cruciaal belang. Dit geldt evenzeer voor situaties van huiselijk geweld bij volwassenen en bij ouderen. Het advies geeft aan dat bij gebrek aan het systematisch vastleggen van casussen waarbij evident sprake is van huiselijk geweld en kindermishandeling, niet over een langere periode wordt gemonitord om te zien hoe een casus zich ontwikkelt en of de veiligheid structureel geborgd is. Onderzoek wijst uit dat eerder geweld de belangrijkste voorspeller is voor toekomstig geweld in huiselijke kring. Het is van belang dit te onderkennen, evenals het hoge risico op herhaald slachtofferschap. Volledige Registratiefunctie Als gevolg van de aanscherping meldcode moet elk (vermoeden van) acute of structurele onveiligheid door de professional (gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp) bij Veilig Thuis worden gemeld, ook als de professional meent zelf een adequate aanpak te kunnen organiseren. Daarmee bevat de vijfde stap van de meldcode voor professionals een verplichting tot het doen van een melding bij acute of structurele onveiligheid. Waar deze stap tot 1 januari 2019 bestaat uit twee mogelijkheden: melden óf zelf hulp organiseren, moet vanaf 1 januari 2019 een (vermoeden van) huiselijk geweld en kindermishandeling als er sprake is van acute of structurele onveiligheid worden gemeld, ongeacht of de hulpverlener zelf hulp kan bieden of niet. Dit betekent dat Veilig Thuis bij al deze meldingen Informatie over de betrokkene vastlegt. Hierdoor kan bij nieuwe meldingen de voorgeschiedenis worden meegewogen. Daarmee ontstaat een vollediger registratiesysteem bij Veilig Thuis, waar Veilig Thuis bij nieuwe meldingen van de professionals uit de betrokken disciplines (bijvoorbeeld uit gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp of betrokkenen) weer informatie uit kunnen halen. Hiermee wordt invulling gegeven aan de wens om veiligheid meer duurzaam te realiseren. TEKST BESLUIT:.werd daarom voorgesteld stap vijf van het stappenplan van de meldcode een registratievereiste bij Veilig Thuis te laten bevatten. Naar aanleiding van reacties op dit voorstel en het overleg met de Tweede Kamer hebben de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Veiligheid en Justitie in het voorjaar van 2016 de heer Sprokkereef gevraagd een advies uit te brengen. Het advies «Aanscherping en verbetering Meldcode en werkwijze Veilig Thuis» (3 oktober 2016) is door het kabinet omarmd omdat hiermee invulling wordt gegeven aan de wens de effectiviteit van de aanpak te vergroten en veiligheid duurzaam te realiseren. Informatie over de betrokkene wordt door Veilig Thuis vastgelegd. Hierdoor kan bij nieuwe meldingen de voorgeschiedenis worden meegewogen. Aanvullend handelen bepalen TEKST BESLUIT: Bij een melding bepaalt Veilig Thuis in overleg met de professional of ook handelen van Veilig Thuis nodig is naast de hulp die de professional mogelijk al in gang heeft gezet. 15

Indien de maatschappelijk werker besluit tot aanvullend handelen, betekent dit overigens in veel gevallen dat de maatschappelijk werker veiligheidsvoorwaarden opstelt, en dat hij of zij - in overleg met de betrokken professionals en direct betrokkenen - een veiligheidsplan maakt dat vervolgens wordt overgedragen aan professionals en direct betrokkenen om dit plan uit te gaan voeren. Hierna blijft de maatschappelijk werker monitoren. Daarnaast kan de maatschappelijk werker interventies plegen. Verbindende en coördinerende rol (regie op veiligheid, structurele beoordeling en monitoring) TEKST BESLUIT: De Veilig Thuis-organisaties kunnen daarmee nog beter hun verbindende en coördinerende rol vervullen. Zij voeren een veiligheidstoets uit en zorgen voor structurele beoordeling en waar nodig voor monitoring over een langere periode. Het advies spreekt over het realiseren van een radarfunctie voor Veilig Thuis. Hiervoor is een aantal aanbevelingen opgenomen in het advies die zich zowel richten op de werkwijze van Veilig Thuis als op het aanscherpen van de verplichte meldcode: Als de burger de intentie heeft te melden, signalen van burgers altijd als melding opnemen; Check door Veilig Thuis bij adviesvragen van professionals (stap twee meldcode). Indien de beller dat wil, checkt Veilig Thuis of er over de persoon/het gezin waarover de beller advies vraagt, aanvullende informatie «op de radar» staat. Veilig Thuis betrekt deze informatie bij haar advies, zonder de informatie te delen met de beller. Het gaat dan om informatie van de Raad voor de Kinderbescherming, gecertificeerde instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering, reclasseringsorganisaties en organisaties voor vrouwenopvang. Actieve rol bij het monitoren van veiligheid door Veilig Thuis (afhankelijk van de ernst van de problematiek); Ernstige signalen altijd melden bij Veilig Thuis (stap vijf van de meldcode). Wat de laatste aanbeveling betreft, stelt het advies voor om betrokken professionals te verplichten om in de eigen beroepsgroep een norm op te stellen, die omschrijft wanneer vanwege de aard en ernst (mate van onveiligheid) het melden bij Veilig Thuis tot de professionele verantwoordelijkheid wordt gerekend, ook als de professional ervoor kiest om in stap vijf zelf hulp te organiseren. Het organiseren van hulp of (medische) zorg is geen garantie dat de veiligheid verzekerd is. Door ernstige gevallen, waarbij een groot veiligheidsrisico bestaat, te melden bij Veilig Thuis, kan Veilig Thuis de regie op veiligheid nemen. De maatschappelijk werker krijgt een intensievere monitoring taak. Veilig Thuis heeft met ingang van 1 januari 2019 de opdracht om het herstel van de veiligheid gedurende gemiddeld anderhalf jaar te monitoren. Bij het uitblijven van het herstel van de veiligheid treft Veilig Thuis de benodigde aanvullende maatregelen. 16

Radarfunctie In samenhang met de registratiefunctie krijgt veilig thuis een overkoepelende radarfunctie. Het idee van een overkoepelende radar bij Veilig Thuis is nieuw. Doordat professionals vanaf 2019 alle gevallen met een groot veiligheidsrisico (moeten) melden bij Veilig Thuis, kan Veilig Thuis de regie op veiligheid in handen nemen. Als professionals (opnieuw) melden, checkt Veilig Thuis wat er aan informatie op de radar staat. Ook als professionals advies vragen, checkt Veilig Thuis wat er aan informatie op de radar staat (zonder dit met degene die advies aanvraagt te delen). De radarfunctie betekent dat ernstige signalen altijd op de radar komen en dat Veilig Thuis signalen uit verschillende sectoren en over een langere periode van tijd kan combineren. Van Veilig Thuis wordt verwacht dat zij zicht op veiligheid behoudt. De introductie van de radarfunctie gaat gepaard met een sterkere inzet van Veilig Thuis voor monitoring en het versterken van de regie op veiligheid. TEKST BESLUIT: Om te komen tot duurzame veiligheid in huiselijke kring is het daarom belangrijk om signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling in samenhang te bezien. Het advies constateert dat het ontbreekt aan een overkoepelende radar waar signalen van ernstige gevallen van huiselijk geweld en kindermishandeling bijeen worden gebracht. De Veilig Thuis-organisaties zijn bij uitstek in de positie om een dergelijke radarfunctie te vervullen, omdat dit goed aansluit bij de werkzaamheden die de Wmo 2015 voor hen voorziet. Expertiserol Als kenniscentrum wordt Veilig Thuis betrokken bij het (verbeteren van) het afwegingskader o.b.v. haar kennis van de achterliggende risico-factoren. De maatschappelijk werkers vervullen hierin een expertisefunctie. Ook bij het toepassen van het afwegingskader adviseert de maatschappelijk werker de professionals TEKST BESLUIT: De toepassing van het afwegingskader wordt voorgeschreven in stap vier van het stappenplan van de meldcode. De beroepsgroep heeft de mogelijkheid een op de professionals geëigend kader op te stellen dat past bij de kennis van de professionals en de situaties waarmee zij te maken hebben. Een leraar bijvoorbeeld, heeft een andere deskundigheid en ziet andere signalen dan een maatschappelijk werker, een arts of een reclasseringsambtenaar. Het formuleren van een basisnorm, zoals in het algemeen overleg met de Tweede Kamer van 12 oktober 2016 werd gesuggereerd, ligt daarom niet voor de hand. Teneinde de beroepsgroepen goed te kunnen ondersteunen, wordt door het kabinet voorzien in een ondersteuningsprogramma. In dit programma wordt de kennis over effectief bewezen signalen en risicofactoren verzameld. Zo werd in het algemeen overleg gewezen op de risicofactoren zoals die aan de orde zijn bij de kindcheck (verslavingsproblematiek van een ouder, bepaalde vormen van psychische problematiek, huiselijk geweld). Deze kennis over risicofactoren en mogelijk andere ernstige signalen die voor alle beroepsgroepen relevant kunnen zijn, dient als een basis voor het opstellen van het afwegingskader en zal bij de beroepsgroepen worden ingebracht door het ondersteuningsprogramma. Verder faciliteert het programma de onderlinge uitwisseling van afwegingskaders tussen beroepsgroepen, om zodoende de samenhang te bevorderen. Gelet op de kennis van 17

Veilig Thuis en het feit dat Veilig Thuis de ontvanger is van de meldingen, wordt het Netwerk Veilig Thuis actief bij het ondersteuningsprogramma betrokken, ook in het contact met de beroepsgroepen. Bronnen: - https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/huiselijk-geweld/meldcode (Besluit van 23 juni 2017, houdende wijziging van het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling) - Impactanalyse Veilig Thuis (2017) - Basisdocument Het afwegingskader in de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling - Radarfunctie Veilig Thuis - https://www.veiligthuishaaglanden.nl/ 18