Rapport F.2009.0596.00.R001 Brandveilige toepassing van kunststof isolatieproducten in gebouwen

Vergelijkbare documenten
Kunststof isolatiematerialen veilig toepassen. Peter van de Leur DGMR Bouw b.v.

Fire seminar To B or not to B

Euroklassen en testmethoden voor brandreactie van bouwmaterialen

onbrandbaar, hoogste Europese brandklasse beschermt constructies bij brand geen of nauwelijks rookontwikkeling geen smeltende druppels geen

Adviezen voor de ontwerppraktijk

BDA Groep. BDA Groep 1976 circa 60 medewerkers. Brandveiligheid in hoofdlijnen. Verwarring over aspecten. Beoordelingsgrondslag!

Kingspan Insulation. Fire Performance 15 mei Roy Weghorst. Agrarisch seminar Bouwbesluit en de agrarische sector.

HR-isolatie. voor het hellende dak

ASPO 26 September 2008

Alles over verbouwen en renoveren!

HR-isolatie. voor de spouw

HR-isolatie. voor het platte dak

Wanneer moet dakisolatie onbrandbaar zijn?

BauderPIR De slanke PIR-schuim isolatieplaat. End use steeldeck brandklasse Bs1 d0. Hellenddaksystemen Platdaksystemen Groendaksystemen

Zelf je zolder isoleren? Doe het met isoeasy

floor Thermisch isoleren van vloeren EFFICIËNT ISOLEREN

POWERDECK F (PIR) VOOR EXTENSIEVE GROENDAKEN

Zolder isoleren? Doe het met isoeasy Pro

Wat is brandveilige isolatie?

Zelf je zolder isoleren? Doe het met isoeasy

Notitie beoordeling koudebruggen

ASW-PIR FR PLUS Isolatieplaten. Hoogwaardige brandvertragende isolatie voor agrarische en industriële gebouwen

Zolder isoleren? Doe het met isoeasy Pro. isoeasy Pro

ISOLERENDE DAKPANELEN

VvE en isolatie. Rotterdam, 14 maart 2019 Frank Spruit

Bio-based grondstof als isolatiemateriaal / STOWA Bio based grondstof als isolatiemateriaal

Geïsoleerde Dak- en Gevelsystemen. CI/SfB. April Renovatie. Renoveren met Sandwichpanelen. Insulation Built-in

BRANDVEILIGHEID VAN GEVELCONSTRUCTIES BEPROEFD EN BEOORDEELD. Ing. M.P. (René) de Feijter IAAI-CFI

Het brandgedrag van isolatiematerialen

Brandveiligheid Beperking van het uitbreidingsgebied van brand en rook

Het hoogste rendement per m²

UNILIN PIR ISOLATIEPLATEN juli 2017

UNILIN PIR ISOLATIEPLATEN Januari, 2016

Zolder isoleren? Doe het met isoeasy Pro

Bouwkundige brandveiligheidsvoorzieningen PGS 15

Eisenhowerlaan 112, Postbus NL-2508 EE Den Haag T +31 (0) F +31 (0)

MET IKO ENERTHERM WIN JE ALTIJD! EEN ISOLATIEPLAAT VOOR ELKE KLUS EFFICIËNT ISOLEREN DOE JE MET IKO ENERTHERM.

firesafety Testimonial Parts Express - Vianen

IE T LA O KIS A D ber 2 ber 2 ovem ovem ersie 2 - n ersie 2 - n 10 EK - v EK - v BO BO D D N N A A H H K K A A D D

- Bouwregelgeving en werkelijke brandveiligheid - VEILIG VLUCHTEN BIJ BRAND

Beach hotel te Zoutelande. Rapportage berekening permanente vuurbelasting

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Integrale brandveiligheid toegelicht. Louis Cleef ROCKWOOL B.V.

Aanleiding: Grenfell Tower brand, Londen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 september 2018 Brandveiligheid gevels

Bouwkundige brandveiligheid en WBDBO in de praktijk We willen een brand graag beheersbaar houden.

1. Inleiding. Notitie

UTHERM ISOLATIEPLATEN. 03. ISOLATIEPLATEN

PUR / PIR THERMISCHE ISOLATIE

BRANDGEDRAG VAN ISOLATIEMATERIALEN

Hemsec SIPs Technische informatie en specificaties

ADVIES ENERGIECONCEPT BUREAU NIEMAN KLUSWONINGEN CAPADOSESTRAAT 9-11 DEN HAAG

Onafhankelijke uitgave van Meer1010

KOMO productcertificaat

Basisprincipe inzake regelgeving brandveiligheid gevelconstructies.

Thermische isolatie oplossingen. thermische isolatie. muur en vloer PUR / PIR. panelen TMS & SIS REVE

Brandschot ; canalures staaldak profiel type 106.

NEN 6050, eindelijk definitief. Waarom is de NEN 6050 ontwikkeld? Wat is de NEN 6050 en wat houdt het precies in? Door wie is de NEN 6050 ontwikkeld?

Brandreactie en Brandweerstand HVAC brandwerende isolatie Bijlage 7 KB 12 juni mei 2018, Pascal van den Heuvel

Glaswol. Glaswol is gemaakt van gerecycled glas

eenvoudig goed isoleren Geluidsoverlast? Easycell maakt het isoleren eenvoudig

Voor dak, wand, vloer en zolder

UNILIN ISOLATIEPLATEN PIR Voor platte daken

ADVIES. Registratienummer: 1308 Brandwerend rolscherm OV-busterminal Trefwoorden: Brandwerendheid, beoordelingscriteria, EI, EW Datum: 3 oktober 2013

ADVIES. Beschrijving. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus BV Rotterdam

Brandveiligheid Brandwerende bouwelementen

Brandveiligheid de FEITEN ZWART OP WIT

Reflecterende Isolatie Werkingsprincipe. Reflecterende Isolatie Werkingsprincipe: luchtspouw dak, warmtestroom naar boven

Het Bouwbesluit levert veel vragen op, laten wij nu de antwoorden hebben!

Brandwering. Brandwerend glas. Pilkington Pyrostop Pilkington Pyrodur

Raad wat de indeling van voor de bouw bestemde producten in klassen van materiaalgedrag bij brand betreft.

Brandbare Meubel-dag. Wat vindt het Bouwbesluit van meubilair en wat vinden wij er eigenlijk van. Even voorstellen. 22 maart 2018

UNILIN PIR ISOLATIEPLATEN Voor platte daken 2017

Gevels en brand Risico s nu en in de toekomst

Handboek voor duurzame gevels en daken, coördinatie en samenstelling ir. J.H.Th.O. Kettlitz, Dumebo, Ten Hagen en Stam, Den Haag

floor Thermisch isoleren van vloeren EFFICIËNT ISOLEREN

Bouwen met brandstof. Munnik Brandadvies bv

Techniek. TBA-Richtlijn 1.11 Brandstroken Buitengevelisolatie

Click to edit Master title style

7.0 BRANDVEILIGHEID BRANDVEILIGHEID VAN FLEXIBELE SLANGEN INLEIDING

Brandveiligheid van woningscheidende constructies

Brandwering. Brandwerend glas. Pilkington Pyrostop. Pilkington Pyrodur

Rookverspreiding en renoveren. Ralph Hamerlinck

Isolatieplaten voor het plat dak

Na-isolatie, Yello-by-Isover Maximaal rendement met minimale inspanningen.

Klimaatneutraal Bouwen Beter Isoleren

Inblaaswol. Losse rotswolvulling voor na-isolatie van spouwmuren

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

05 Bouwfysische aspecten 01 Thermisch gedrag van een spouwmuur

Brandveiligheid, Zonnepanelen en PV installaties op platte daken

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

- DOSSIER DAK ISOLATIE - Dak isolatie. De gebruikte materialen! PUR platen (muur/gevel) 0,023. PUR platen (dak) 0,028. Gespoten PUR (dak) 0,030

ALLES OVER DAKISOLATIE

brandgedrag van isolatiematerialen

InleIDInG ReGelGeVInG en BouwBeSluIT

Lijst producten geharmoniseerde normen Code 22: DAKBEDEKKINGEN, DAKLICHTEN, DAKRAMEN EN TOEBEHOREN KITS VOOR DAKEN

Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software. Rapport B R001 Wolfertcollege, Rotterdam. Onderzoek naar de luchtkwaliteit

Kwaliteitsverklaringen, afgegeven op basis van BRL 3300 Vloerluiken d.d behouden hun geldigheid tot

Datum: 18 maart 2011 Ons kenmerk: RH3851 Project: Beoordeling staalconstructie systeem FlexFrameBouw Betreft: Onderzoek brandwerendheid

Dé kwaliteitsstandaard in passieve. brandpreventie

Transcriptie:

Rapport F.2009.0596.00.R001 Brandveilige toepassing van kunststof isolatieproducten in gebouwen Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software info@dgmr.nl www.dgmr.nl Van Pallandtstraat 9-11, Postbus 153 NL-6800 AD Arnhem T +31 (0)26 351 21 41 F +31 (0)26 443 58 36 Eisenhowerlaan 112, Postbus 82223 NL-2508 EE Den Haag T +31 (0)70 350 39 99 F +31 (0)70 358 47 52 Morra 2, Postbus 671 NL-9200 AR Drachten T +31 (0)512 52 23 24 F +31 (0)512 52 25 19 Geerweg 11, Postbus 640 NL-6130 AP Sittard T +31 (0)46 411 39 30 F +31 (0)46 411 39 31 DGMR Bouw B.V. Hr. 09142407 DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. Hr. 09142408 DGMR Software B.V. Hr. 09142409 DGMR Beheer B.V. Hr. 09142400 DGMR Raadgevende Ingenieurs B.V. Hr. 09052991

Colofon Rapportnummer: F.2009.0596.00.R001 Plaats en datum: Den Haag, 11 mei 2009 Opdrachtgever: Kingspan Geïsoleerde Paneelsystemen B.V. Voorenswei 1 6669 MX DODEWAARD www.kingspan.nl, www.kingspanpanels.nl, www.kingspan.com Contactpersoon: de heer F.C.A. Donkers Telefoon: 06 22 90 82 75 Fax: 0488 41 74 17 E-mail: frank.donkers@kingspan.nl Uitgevoerd door: Informatie: E-mail: DGMR Bouw B.V. ir. P.H.E. (Peter) van de Leur le@dgmr.nl Telefoon: 070 350 39 99 Fax: 070 358 47 52 Auteur(s): ir. P.H.E. (Peter) van de Leur Eindverantwoordelijke: Voor deze: ing. J.T. (Johan) Koudijs ir. P.H.E. (Peter) van de Leur Secretariaat: MEL DGMR Bouw B.V. Alle rechten voorbehouden. Wilt u (delen van) dit rapport kopiëren of vermenigvuldigen, vraagt u dan schriftelijk toestemming daarvoor bij DGMR Bouw B.V. l:\doc\f\2009\059600\f2009059600r001.docx 11-05-2009 2

1. Inleiding Over de rol van isolatiematerialen in de ontwikkeling van branden vinden in Europa al jaren felle discussies plaats tussen vertegenwoordigers van enerzijds de industrieën die kunststof isolatiematerialen vervaardigen, en anderzijds de industrieën die onbrandbaar geklasseerde isolatiematerialen produceren. Ook in Nederland is deze controverse aan de orde van de dag. Aanleiding voor actuele discussie is een aantal grote brandincidenten waarbij een a-typisch brandverloop grote onzekerheid en onrust heeft veroorzaakt bij brandbestrijders en hulpverleners. De meest recente actie in dit verband is een brief van de firma Rockwool, producent van minerale wol producten, aan de vaste commissie voor Justitie van de Tweede Kamer. In de brief waarvan de exacte inhoud tot op heden niet is vrijgegeven - verzoekt Rockwool de minister WWI om in de geplande aanpassing van de bouwregelgeving de toepassing van kunststof isolatiematerialen te beperken. Kennelijk wordt daarmee betoogd dat kunststof isolatiematerialen zonder onderscheid dusdanig grote brandrisico s met zich meebrengen dat het voor de veiligheid nodig is de toepassing ervan in te perken. Kingspan Geïsoleerde Paneelsystemen heeft DGMR opdracht verleend om een document op te stellen waarin de mogelijkheden en beperkingen worden besproken voor het veilig toepassen van de genoemde categorieën isolatiematerialen. Dit op basis van objectieve, wetenschappelijk verantwoorde gegevens. Dit document gaat alleen in op de rol van isolatiematerialen bij de ontwikkeling van brand in een ruimte. De kwestie wordt soms wel doorgetrokken naar de toepassing van isolatiematerialen in brandwerende scheidingsconstructies. De belangrijkste twistpunten gaan daar echter niet over, en het punt blijft daarom verder buiten beschouwing. l:\doc\f\2009\059600\f2009059600r001.docx 11-05-2009 3

2. Achtergrond van de discussie De wereld heeft een sterk groeiende behoefte aan isolatieproducten. Energiebesparing als onderdeel van duurzame ontwikkeling stelt steeds hogere eisen aan de energieprestatie van gebouwen in het streven naar energie-neutraal of energie-positief bouwen. Logischerwijs vloeit hieruit voort dat ook steeds zwaardere eisen gesteld worden aan de thermische eigenschappen van isolatieproducten en de luchtdichtheid van constructies en gebouwen. Deze behoefte kan niet worden vervuld met één type brandbaar of onbrandbaar' geklasseerd isolatiemateriaal. Er is een grote diversiteit aan omstandigheden waarin isolatie moet worden toegepast, elk met eigen eisen aan de toe te passen materialen. Om optimaal aan de behoeften te beantwoorden is een veelheid van producten en uitvoeringsvormen ontwikkeld, elk met zijn eigen bijzondere combinatie van eigenschappen. De brandveiligheid van het gebouw is een randvoorwaarde bij alle ontwerpkeuzen binnen een bouwproject, ook bij de keuze van toe te passen isolatieproducten. De effecten van de isolatieproducten op de brandveiligheid van het gebouw zijn complex. Het is in ieder geval onjuist om te stellen dat toepassing van een brandbaar isolatiemateriaal automatisch een onveilig gebouw oplevert en dat toepassing van een als onbrandbaar geklasseerd mineraal isolatiemateriaal per definitie een veilig gebouw oplevert. De eerste onjuistheid is dat de diverse kunststof isolatieschuimen onderling sterk verschillende eigenschappen bezitten met betrekking tot brandgedrag, waardoor algemene uitspraken over de brandveiligheid van deze klasse van isolatiematerialen niet relevant zijn. De tweede onjuistheid betreft het gebruik van de term onbrandbaar. Deze term heeft in de brandveiligheid een specifieke betekenis, afwijkend van het algemeen spraakgebruik. Daarin heeft het begrip een absolute betekenis: een product is brandbaar of het is onbrandbaar, en als het onbrandbaar is dan brandt het in het geheel niet; het draagt in het geheel niet bij aan een brand. In het brandveiligheidsjargon is een onbrandbaar materiaal een materiaal dat zo weinig bijdraagt aan een brand dat het vergelijkbaar is met een materiaal dat helemaal niet brandt. Het mag dus wel degelijk in geringe mate bijdragen aan een brand. Hoeveel, dat wordt bepaald in een genormaliseerde proef. Daar zijn er diverse van. De term onbrandbaar behoort dan ook te worden gehanteerd in samenhang met de beproevingsmethode waarin is bepaald of het materiaal onbrandbaar is. Bijvoorbeeld: onbrandbaar in de zin van NEN 6064. Een materiaal is onbrandbaar in de zin van NEN 6064 als bij blootstelling aan een zeer hoge temperatuur van 750 C slechts een geringe hoeveelheid vrijkomende warmte wordt gemeten. l:\doc\f\2009\059600\f2009059600r001.docx 11-05-2009 4

Cellulair glas is in deze zin altijd onbrandbaar. Minerale wol is in veel gevallen onbrandbaar, ondanks de geringe hoeveelheden brandbare kunsthars die als binder worden toegevoegd. Dat is echter niet altijd het geval: om producten met hoge sterkte te realiseren wordt soms zo veel binder toegevoegd dat het materiaal niet meer voldoet aan de criteria voor onbrandbaarheid. Kunststof isolatiematerialen zijn inherent brandbaar, en zullen nooit als onbrandbaar kunnen worden gekwalificeerd. Wel zijn er sinds kort composieten met kunststof die op basis van de genoemde proeven als onbrandbaar kunnen worden aangemerkt. Met het isolatiemateriaal worden producten vervaardigd, die vervolgens voor specifieke toepassingen in een gebouw worden aangebracht. Het zijn de producten, niet de materialen waaruit die zijn opgebouwd, die een gunstig of ongunstig brandgedrag hebben. Het belang van het al dan niet onbrandbaar zijn van het kernmateriaal van een isolatieproduct voor de brandveiligheid van het gebouw wisselt zeer sterk. Zoals verderop wordt betoogd is dat in veel gevallen zeer beperkt. Het hanteren van de termen brandbaar en onbrandbaar in commerciele publicaties waarin de gevaren van brandbare kunststof isolatiematerialen worden gehekeld, moet dan ook worden gezien als op zijn minst onterecht. Er gaat de suggestie van uit, dat met brandbare kernmaterialen niet brandveilig kan worden gebouwd, en dat is onjuist. Het kapitaliseert bovendien ten onrechte op de betekenis die in het algemene taalgebruik aan de term wordt toegekend. Een zorgvuldige analyse laat zien dat het met brandbare kunststof isolatiematerialen goed mogelijk is een brandveilig gebouw te realiseren. Dat wil niet zeggen dat elk materiaal in alle omstandigheden veilig kan worden toegepast, maar wel dat voor vrijwel elke situatie producten met kunststof isolatiematerialen voorhanden zijn waarmee een brandveilig gebouw kan worden gegarandeerd. Het is daarom misplaatst om via de bouwregelgeving, onder verwijzing naar het vergroten van de brandveiligheid, toepassing van kunststof isolatiematerialen uit te sluiten of te beperken. l:\doc\f\2009\059600\f2009059600r001.docx 11-05-2009 5

3. Motieven om kunststof isolatiematerialen toe te passen Onveilige toepassingen moeten worden geweerd, dat staat buiten kijf. Maar het verbieden van kunststof isolatiematerialen is het kind met het badwater weggooien. Er zijn immers in veel gevallen goede redenen om juist die producten toe te passen, redenen die met meerdere aspecten dan alleen brandveiligheid te maken hebben. Die voordelen moeten uiteraard niet ten koste gaan van de brandveiligheid, maar er zijn voldoende mogelijkheden om dat te realiseren zonder over te gaan tot een verbod. Mogelijke redenen om te kiezen voor kunststof isolatiematerialen zijn legio, en de voordelen ervan liggen bij andere eigenschappen dan voor minerale isolatiematerialen het geval is. De toepassingen van kunststof isolatiematerialen zijn te breed om hier te proberen een compleet overzicht te geven. Daarom hier slechts enkele van de mogelijke motieven om een voorkeur te hebben voor een van de vele kunststof isolatiematerialen: thermische prestatie (hoge isolatiewaarde), vochtongevoeligheid, laag eigen gewicht, hygiëne, beloopbaarheid. l:\doc\f\2009\059600\f2009059600r001.docx 11-05-2009 6

4. Isolatiematerialen en isolatieproducten Voor een goed begrip moet een onderscheid worden gemaakt tussen de isolatiekernen toegepast in isolatieproducten, en de isolatieproducten zelf. Een isolatiemateriaal combineert een bepaalde stof en de verschijningsvorm van de stof. Zo zijn er elementen met een verschuimde polystyreenkern zoals EPS en XPS (geëxpandeerd, respectievelijk geëxtrudeerd polystyreen schuim). Maar polystyreen is er ook in de vorm van massieve platen. PUR is een verzamelnaam voor een grote groep chemische verbindingen die als isolatieschuim worden toegepast in de vorm van platen of direct worden verspoten op het te isoleren oppervlak. Behalve EPS en PUR als de bekendste isolatiematerialen is er nog een groot aantal andere basiskunststoffen die in verschuimde vorm als isolatiemateriaal worden toegepast. Aan de basis-grondstof kunnen nog diverse stoffen worden toegevoegd om specifieke eigenschappen te versterken. Brandvertragers worden succesvol toegevoegd om de ontstekingsen brandvoortplantingseigenschappen te verbeteren. De resulterende stoffen krijgen vaak een aanduiding zoals SE (Schwer Entflammbar). PIR (poly-isocyanuraat) is een modificatie van PUR met een relatief hoog gehalte aan isocyanuraat en is daardoor moeilijker te ontsteken. In vergelijking met EPS, XPS en PUR, draagt de gemodificeerde PIR-isolatiekern minder bij aan brandvoortplanting: PIR verkoolt, waardoor het een beschermlaag vormt voor de resterende isolatiekern die hierdoor langer intact blijft. Dat zorgt ervoor dat het kernmateriaal en het gecacheerde product een betere Euroklasse krijgen dan zonder de PIR-modificatie. De zogenaamde onbrandbare of onbrandbaar geklasseerde isolatiematerialen omvatten in hoofdzaak: minerale wol vezels, die meestal met hars als binder wordt geperst tot dekens of platen. De vezels zijn ofwel vervaardigd uit gesmolten steen (steenwol) of glas (glaswol). Afhankelijk van de gewenste toepassing worden met kleine hoeveelheden binder lichte dekens vervaardigd, of met grotere hoeveelheden binder zwaardere platen geperst; cellulair glas; keramische vezels, eveneens geperst tot platen of dekens. Isolatieproducten zijn opgebouwd uit een of meer materialen. In de simpelste vorm is het product een kale deken of plaat van één isolatiemateriaal. Vaak wordt die aan een of twee zijden bekleed (gecacheerd) met een ander materiaal. De cachering geeft het oppervlak eigenschappen mee die het isolatiemateriaal minder of helemaal niet heeft, zoals water- of dampdichtheid, robuustheid, stofdichtheid, stralingsreflectie, stijfheid. Veel voorkomende cacheringen zijn: glasvlies, papier, bitumen, aluminiumfolie en staal- of aluminiumplaat. l:\doc\f\2009\059600\f2009059600r001.docx 11-05-2009 7

Een plaat isolatiemateriaal die aan beide zijden is gecacheerd met een dunne, vlakke of geprofileerde staalplaat wordt een sandwichpaneel genoemd. De platen zijn vaak voorzien van naad- en aansluitdetailleringen die snelle montage mogelijk maken, koudebruggen voorkomen en brandveiligheidseigenschappen verbeteren. l:\doc\f\2009\059600\f2009059600r001.docx 11-05-2009 8

5. De rol van isolatieproducten bij de ontwikkeling van brand De rol die isolatieproducten met een brandbare isolatiekern spelen in de ontwikkeling van een brand hangt van een groot aantal zaken af: de ontwikkelingsfase van de brand: In de beginfase van brand kan deze zich over of door het isolatieproduct voortplanten, en zo een grote omvang bereiken. Als een snelle voortplanting kan plaatsvinden, kan dat risico s met zich meebrengen voor gebruikers van het gebouw maar ook voor hulpverleners. In de ontwikkelde fase van een brand kan het isolatiemateriaal bijdragen aan de duur en intensiteit van de brand. Dat laatste is zelden erg relevant omdat in de totale vuurlast de isolatie bijna altijd een verwaarloosbaar klein deel uitmaakt in vergelijking met bijvoorbeeld de inventaris. de kans dat de isolatieproducten blootgesteld worden aan een begin van brand: bepalend is vooral de mate van afscherming. Kale isolatieplaten in een gemetselde spouwmuur, onder een begane grond vloer of boven een betondak, zijn zeer goed afgeschermd van mogelijke ontstekingsbronnen. Niet afgeschermde spuitisolatie tegen een wand kan daarentegen gemakkelijk worden ontstoken, maar als de isolatie wordt voorzien van een stuclaag is dat al veel minder gemakkelijk. Sandwichpanelen worden juist toegepast zonder afscherming, omdat de staalplaten de brandbare kern al afschermen. Zij kunnen dus gemakkelijk worden blootgesteld aan een ontstekingsbron, maar zijn daar veelal behoorlijk tegen bestand; de zorgvuldigheid van afwerking en aansluitingen speelt ook een rol. Bij de montage moet worden vermeden dat door onzorgvuldige detaillering zwakke punten ontstaan waar de afscherming van de brandbare- of onbrandbare isolatiekern ontbreekt. Een voorbeeld is de plaats waar een daklicht een geïsoleerd staaldak doorbreekt. de plaats en oriëntatie van het product: Sandwichpanelen die een hoog geplaatst dak van een gebouw vormen, lopen minder kans door een grote ontstekingsbron te worden verhit dan dezelfde sandwichpanelen, toegepast in de gevel op begane grondniveau; de mogelijke gevolgen: Als een brand in een isolatieproduct gemakkelijk langs of over brandcompartimentsscheidingen doorloopt, dan kan dat een branduitbreiding veroorzaken die voor gebruikers en hulpverleners onverwacht is en moeilijk op waarde te schatten. Als zoals het hoort! de aansluitingen bij compartimentsscheidingen zorgvuldig worden uitgevoerd, kan zo n uitbreiding niet plaatsvinden. De brand in het isolatieproduct heeft dan alleen gevolgen in één brandcompartiment. de relatieve bijdrage van het isolatieproduct in verhouding tot andere producten: In de grote meerderheid van branden die zich hebben voorgedaan is die rol klein in vergelijking met die van: de brandbare inventaris van het gebouw. Die is meestal gemakkelijker te ontsteken en is, in ieder geval in Nederland, vrijwel niet aan brandvoorschriften onderworpen. Versieringen zoals doeken, netten, kersttakken e.d. zijn een bekende bron van grote incidenten; l:\doc\f\2009\059600\f2009059600r001.docx 11-05-2009 9

de overige bouwmaterialen, en dan in het bijzonder de afwerkingsmaterialen aan de binnenzijde: plafond, wanden, vloer. In een grote meerderheid van branden met dodelijke slachtoffers blijkt de esthetische/visuele afwerking hoofdverantwoordelijk. l:\doc\f\2009\059600\f2009059600r001.docx 11-05-2009 10

6. Regelgeving Een belangrijke reden voor de in de praktijk waargenomen beperkte rol van isolatieproducten bij de ontwikkeling van branden is de bouwregelgeving. Die stelt eisen aan de brandvoortplanting en rookproductie van producten, afhankelijk van de functie van de ruimte waarin het product is toegepast. Overal geldt Euroklasse D-s2 als basis-eis. In rook- en brandvrije vluchtroutes moeten de blootgestelde oppervlakken voldoen aan Euroklasse B-s2-d0. De onderste 2.50 m van buitengevels moet voldoen aan B-s2-d0. Deze eisen gelden voor de bouwproducten zoals ze in de praktijk worden toegepast. Waar isolatiematerialen worden toegepast in de vorm van vrij opgestelde sandwichpanelen moet dat isolatieproduct voldoen aan de eis. Wordt een kale isolatieplaat tussen gemetselde spouwbladen toegepast, dan geldt de eis voor de muur met daarin de isolatieplaat. Onder voorwaarden is in deze opstelling de spouwisolatie van geen enkele invloed op het brandgedrag en geldt het binnenblad met de binnenafwerking als bepalend voor het gedrag binnen, respectievelijk het buitenblad met buitenafwerking voor het gedrag buiten. De Europese geharmoniseerde beproevingsmethoden zijn opgezet met als specifiek aandachtspunt de end use conditions. Daarmee wordt bedoeld dat de proef representatief moet zijn voor de wijze waarop het product in de praktijk wordt blootgesteld. In die zin betekent de zo genaamde Single Burning Item (SBI) proef beschreven in EN 13823 een belangrijke stap voorwaarts in vergelijking met de nationale Nederlandse beproevingsmethoden. Desondanks is gebleken dat de SBI-proef voor bepaalde producten niet altijd representatief is voor de praktijk. Het is ook maar één proef, waarmee een heel scala van blootstellingen en toepassingen moet worden afgedekt. Er wordt daarom wereldwijd gewerkt aan nog betere beproevingen die nog beter de brandrisico s verbonden aan producten in specifieke toepassingen in beeld moeten brengen. Voorlopig, dat wil zeggen voor de komende jaren, moet de Euroklassering als maatstaf voor de risico s worden geaccepteerd. Sandwichpanelen met PIR als kernmateriaal halen in de praktijk vrij gemakkelijk Euroklasse B-s2-d0, en voldoen daarmee aan de zwaarste eisen die in Nederland aan bouwproducten worden gesteld. Zij mogen daarom overal in een gebouw direct, dat wil zeggen zonder verdere afscherming, worden toegepast. l:\doc\f\2009\059600\f2009059600r001.docx 11-05-2009 11

Kale kunststof isolatiematerialen behalen Euroklasseringen tussen B en F. De beste mogen dus in Nederland overal worden toegepast. Producten die klasse C of D halen mogen niet zonder afscherming worden toegepast in vluchtroutes, maar wel in verblijfsruimten, technische ruimten e.d. Producten die in klasse E of F vallen mogen worden toegepast mits afdoende beschermd door andere producten. Hierbij moet overigens worden bedacht dat het in het geheel niet gebruikelijk is om kale isolatiematerialen toe te passen voor de afwerking van binnenruimten, met uitzondering van bijvoorbeeld zolders en kruipruimten. Sandwichpanelen met minerale isolatiekern halen in de praktijk altijd Euroklasse A2, en voldoen daarmee ruim aan de zwaarste eisen die de regelgeving stelt. Gelet op het voorgaande biedt deze goede prestatie slechts een zeer beperkte meerwaarde in de veiligheid van een gebouw, bovenop het door de regelgeving vereiste niveau. l:\doc\f\2009\059600\f2009059600r001.docx 11-05-2009 12

7. Risico-afwegingen De regelgeving zoals in het voorgaande hoofdstuk geschetst vangt een groot deel af van de brandrisico s verbonden aan kunststof isolatieproducten. Het restrisico wordt gedragen door gebruikers, hulpverleners en gebouweigenaars. Voor de gebruikers en voor hulpverleners is dat het risico op verwondingen of overlijden ten gevolge van een te laat gedetecteerde of sneller dan verwacht ontwikkelende brand. Op basis van de brandstatistiek is dat risico klein: waar doden en gewonden vielen en het brandgedrag van producten een rol speelde was dat - voor zover onderzocht - vrijwel altijd afwerking, inventaris of versiering. Voor eigenaars en verzekeraars gaat het daarnaast om de materiële schade aan het gebouw en de inhoud. De brandstatistieken wijzen in dat verband wel degelijk op een bijdrage van kunststof isolatieproducten waarbij opnieuw opgemerkt dient te worden dat de hoogte van de materiële schade sterk afhankelijk kan zijn van het toegepaste soort/type kunststof isolatieschuim. Ontwerpers en bouwers kunnen naast de regelgeving een beroep doen op kennis van het brandgedrag van producten om desgewenst de risico s verder te verlagen. Dat kan door een juiste keuze van kernmaterialen in min of meer brandvertragende uitvoering afhankelijk van de ontstekingsrisico s en mogelijke gevolgen ter plaatse: waar de risico s groot zijn, kan men kiezen voor beter materiaalgedrag en/of betere afscherming. Ook zorgvuldige detaillering van aansluitingen en toezicht op montage speelt een belangrijke rol in het uiteindelijk resterende risico s. Door op deze manier de risico s te herkennen en te beperken kan met de huidige producten een zeer hoog veiligheidsniveau worden bereikt. Tekortkomingen van de huidige formele beproevingsmethoden kunnen zo worden ondervangen. De inherente veiligheidsvoordelen die verbonden zijn aan minerale isolatieproducten worden daarmee voor een belangrijk deel of zelfs geheel gecompenseerd, waardoor de overige waardevolle eigenschappen van kunststof isolatieschuimen volledig kunnen worden benut. Bij dit laatste moet worden bedacht dat het veiligheidsniveau in het gebouw niet wordt bepaald door één product, maar door alle bouw- en inventarisproducten, in samenhang met elkaar en met het menselijk handelen van aanwezigen. Die samenhang moet leiden tot het gewenste integrale niveau. In het voorgaande is betoogd dat kunststof isolatieproducten, mits verstandig gekozen, vrijwel altijd kunnen worden toegepast op een wijze die leidt tot het gewenste veiligheidsniveau. l:\doc\f\2009\059600\f2009059600r001.docx 11-05-2009 13

8. Samenvatting en conclusies Kunststof isolatieproducten, mits verstandig gekozen, kunnen vrijwel altijd worden toegepast op een wijze die leidt tot het in de regelgeving vereiste brandveiligheidsniveau in gebouwen, of desgewenst zelfs een hoger niveau. De functionele redenen om te kiezen voor kunststof isolatieproducten kunnen dan ook worden gehonoreerd zonder concessies aan de veiligheid. Er is dan ook geen enkele noodzaak om toepassing van deze producten te beperken ten gunste van isolatieproducten met onbrandbare isolatiekern. Den Haag, 11 mei 2009 DGMR Bouw B.V. l:\doc\f\2009\059600\f2009059600r001.docx 11-05-2009 14