- 1 - EXAMENREGELING BACHELOR-PROPEDEUSE PSYCHOLOGIE 2012-2013 Uitgangspunten 1. De propedeuse Psychologie kent 6 studieonderdelen, waarvan de verplichte bijeenkomsten Practicumgroepen Wetenschappelijk Denken/VRT-1 integraal deel uitmaken. 2. De toetsing is zo georganiseerd dat men wekelijks bijeenkomsten van de practicumgroepen volgt en digitale toetsen maakt in de digitale werkomgeving (aangeboden via Blackboard) en elke 4 weken een schriftelijke (deel)toets aflegt. De propedeuse wordt afgesloten met het schrijven van een propedeusethese en met de eindopdracht van het vak Testtheorie- en praktijk. Voor dit laatste studieonderdeel participeert men gedurende het studiejaar ook in psychologisch onderzoek. 3. Het cijfer voor elk studieonderdeel wordt bepaald door de volgende verplichte elementen: a) aanwezigheid en actieve participatie bij de practicumgroepbijeenkomsten; b) deelname aan de toetsen uit de digitale omgeving; c) deelname aan alle (deel)toetsen. Op basis van deze factoren wordt per studieonderdeel een eindbeoordeling bepaald. De digitale toetsen tellen bij de eerste twee studieonderdelen én bij het onderdeel Testtheorie & Praktijk mee in het eindcijfer. Bij de onderdelen die tussen januari en juni worden verzorgd is alleen deelname aan de digitale toetsen verplicht. De regels worden in het vervolg van deze examenregeling per studieonderdeel uitgewerkt. 4. Men mag bij de practicumgroepen alleen afwezig zijn ingeval van ziekte of overmacht en maximaal 1x per cursus. Daarnaast mag men éénmaal extra afwezig zijn gedurende het gehele jaar zodat ook een ziekteperiode van een week kan worden ondervangen. Indien men te vaak afwezig is, moet ongeacht de reden van de afwezigheid, altijd een aanvullende opdracht worden uitgevoerd die pas wordt verstrekt nadat men alle andere onderdelen van de propedeuse heeft behaald. De aanvullende opdracht bestaat uit het maken van een literatuuroverzicht. 5. Tijdige inschrijving voor (deel)toetsen is verplicht en noodzakelijk (via SIS). 6. Bij alle (deel)toetsen behoren de collegestof en de digitale oefeningen tot de verplichte tentamenstof. De tentamenstof kan in de studiegids gevonden worden en wordt doorgaans ook op de Blackboardpagina van het betreffende vak gepubliceerd. 7. Elke (deel)toets bestaat uit een combinatie van meerkeuzevragen met drie antwoord mogelijkheden en essayvragen. Elke goed beantwoorde driekeuze vraag levert 1 punt op. Essayvragen worden gescoord van 0-5. 8. Op het aandeel dat de driekeuze vragen hebben in de eindbeoordeling wordt een giscorrectie toegepast, waarbij ervan wordt uitgegaan dat men zonder enige kennis toch gemiddeld een derde van de driekeuze vragen goed beantwoordt. 9. Het is mogelijk dat er tentamenvragen wegens onvoldoende kwaliteit uitvallen. De beoordelingstabel kan in dat geval worden aangepast. 10. Er worden uitsluitend hele eindcijfers gegeven. 11. Slagen voor een tentamen betekent het halen van ten minste het cijfer 6. 12. Indien men geen voldoende behaalt voor een studieonderdeel vervallen alle deeltoetsresultaten.. Men is dan aangewezen op een herkansing. 13. Herkansingen worden uitsluitend na afloop van het studiejaar (dus in de zomervakantie) aangeboden. De herkansingen kennen geen deeltoetsen en bestaan met uitzondering van Onderzoeksmethoden & Statistiek 1 en Testtheorie & Praktijk geheel uit essayvragen. 14. Tegen de uitslag van een tentamen kan in eerste instantie binnen 20 werkdagen bezwaar worden gemaakt bij de docent (via de Onderwijsbalie, zie studiegids) en in tweede instantie bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). Voor het COBEX bedraagt de beroepstermijn zes weken na publicatie van de beslissing waartegen beroep kan worden ingesteld (art. 7.61 lid 4 WHW). 15. De opleiding kent een Bindend Studie Advies (BSA): studenten die minder dan 35 ec hebben behaald (gemeten tussen 1 september en 31 augustus) krijgen een negatief BSA. Vrijstellingen tellen niet mee. Omdat men met actieve deelname aan de practicumgroep bijeenkomsten veel cursuspunten kan verdienen, kan wegblijven leiden tot een negatief BSA. Het zelfde geldt voor het niet deelnemen aan de digitale toetsen. Uiteraard zijn er uitzonderingsgevallen bij overmacht en persoonlijke omstandigheden. Er moet dan wel een duidelijk verband zijn met de behaalde resultaten en de overmacht moet tijdig zijn gemeld bij de studieadviseur (zie OER studiegids 2012-2013, trefwoord BSA). 16. In 2013 wordt er een nieuw tweedejaarsprogramma ingevoerd dat geheel is afgestemd op studenten die bij aanvang van het tweede studiejaar de propedeuse hebben voltooid. Hierna wordt per studieonderdeel aangegeven aan welke eisen men moet voldoen en hoe de beoordeling volgt uit de behaalde cursuspunten.
- 2 - Practicumgroepen Wetenschappelijk Denken/VRT-1 Men volgt zowel in het eerste als in het tweede semester verplichte practicumgroepbijeenkomsten. In de bijeenkomsten worden tal van inhoudelijke en vaardigheidsopdrachten gemaakt en maakt men schrijfopdrachten. De studiepunten daarvoor zijn opgenomen in de dan lopende studieonderdelen. Om die reden verdient men cursuspunten voor die studieonderdelen indien men ook aan de eisen van de verplichte practicumgroepen voldoet. Men moet voldoen aan de volgende eisen: tijdig inschrijven voor de practicumgroepen; verplichte aanwezigheid bij de bijeenkomsten; actieve deelname aan de bijeenkomsten wat inhoudt dat men: een actieve bijdrage levert aan iedere zitting; de voorbereidende opdrachten en reflectieopdrachten uitvoert en tijdig inlevert; de verschillende projecten in groepsverband naar behoren uitvoert. Daarnaast geldt dat men schrijfopdrachten maakt (gedurende het eerste semester 3 en gedurende het tweede semester 2) in het kader van VRT-1. Voor deze opdrachten geldt de volgende eis: iedere schrijfopdracht moet tijdig zijn ingeleverd en als voldoende zijn beoordeeld om door te mogen gaan met de volgende opdracht. Studenten die wel aan de aanwezigheidseisen maar niet aan de VRT-eisen voldoen, moeten, ongeacht het aantal goed gemaakte VRT-opdrachten, een zelfstandige VRT-1 cursus overdoen die wordt afgesloten met het schrijven van een propedeusethese. Indien bij één van de schrijfopdrachten plagiaat wordt geconstateerd wordt men uitgesloten van het schrijfonderwijs (zie studiegids). Voor het overige wordt hier verwezen naar de tekst die in de studiegids bij dit onderdeel is opgenomen en naar de handleidingen bij deze onderdelen. Inleiding en Cognitie De einduitslag van Inleiding & Cognitie wordt bepaald door 3 factoren: cursuspunten verdiend voor de eindbeoordeling. Men mag in de periode van 16 weken waarin Inleiding en Cognitie wordt verzorgd maximaal 2 maal (goed gemotiveerd en van te voren gemeld) afwezig zijn geweest bij een practicumgroepbijeenkomst. Indien men niet aan de eisen voor de practicumgroepen voldoet krijgt men 0 cursuspunten. b) Deelname aan de toetsen in de digitale werkomgeving Tijdens de cursus kunnen cursuspunten worden verdiend door het maken van digitale toetsen. De toetsen bestaan steeds uit een aantal driekeuze vragen. Na afloop van de cursus worden voor iedere student de behaalde cursuspunten berekend gebaseerd op het aantal goed beantwoorde vragen (gescoord 0-20, afgerond op gehele getallen). c) Vier deeltoetsen Elk van de vier deeltoetsen bestaat uit 20 driekeuzevragen en 2 essayvragen (gescoord 0-5). Per deeltoets kan men dus maximaal 30 cursuspunten behalen. Na de 4 deeltoetsen kunnen maximaal 30 (practicumgroepen) + 80 (driekeuzevragen) + 40 (essayvragen) + 20 (digitale toetsen) = 170 cursuspunten zijn behaald. Cijfer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 C punten < 78 79-89 90-100 101-110 111-121 122-132 133-142 143-153 154-164 165-170 Elk van de 4 deeltentamens wordt tegelijkertijd afgenomen met een deeltentamen Onderzoeksmethoden & Statistiek 1. De cursuspunten behaald bij deeltentamens en de digitale toetsen vervallen wanneer een onvoldoende (cursuspunten < 122) wordt behaald. In dat geval neemt men deel aan de herkansing over het gehele vak Inleiding & Cognitie. Voor de herkansing geldt dat de 30 cursuspunten die zijn behaald met de practicumgroepen opnieuw meetellen.
- 3 - De herkansing bestaat uit 12 essayvragen (gescoord 0-5). Er kunnen dus maximaal 60 (essayvragen) + 30 (practicumgroepen) = 90 cursuspunten worden behaald. De beoordeling van de herkansing wordt als volgt gegeven: Cijfer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 C punten < 38 39-44 45-50 51-56 57-62 63-68 69-74 75-80 81-86 87-90 Onderzoeksmethoden & Statistiek 1 De einduitslag van Onderzoeksmethoden en Statistiek wordt bepaald door 3 factoren: cursuspunten verdiend voor de eindbeoordeling. Men mag in de periode van 16 weken waarin Onderzoeksmethoden en Statistiek 1 wordt verzorgd maximaal 2 maal (goed gemotiveerd en van te voren gemeld) afwezig zijn geweest bij een practicumgroepbijeenkomst. Indien men niet aan de eisen voor de practicumgroepen voldoet krijgt men 0 cursuspunten. b) Deelname aan de toetsen in de digitale leeromgeving Tijdens de cursus kunnen cursuspunten worden verdiend door het maken van digitale toetsen. Na afloop van de cursus worden voor iedere student de behaalde cursuspunten berekend op basis van het aantal goed beantwoorde vragen (gescoord 0-17, afgerond op gehele getallen). c) Vier deeltoetsen Elk van de vier deeltoetsen bestaat uit 20 driekeuzevragen en 1 essayvraag (gescoord 0-5). Per deeltoets kan een max. aantal van 25 cursuspunten (20 driekeuzevragen en 1 essayvraag gescoord van 0-5) worden behaald. Na de 4 deeltoetsen kunnen maximaal 30 (practicumgroepen) + 80 (driekeuzevragen) + 20 (essayvragen) + 17 (digitale toetsen) = 147 cursuspunten zijn behaald. C punten < 75 76-83 84-91 92-99 100-108 109-116 117-125 126-133 134-142 143-147 Elk van de deeltentamens wordt tegelijkertijd afgenomen met een deeltentamen Inleiding & Cognitie. De cursuspunten behaald bij deeltentamens en de digitale toetsen vervallen wanneer een onvoldoende (aantal cursuspunten < 109) wordt behaald. In dat geval neemt men deel aan de herkansing over het gehele vak Onderzoeksmethoden en Statistiek. Voor de herkansing geldt dat de 30 cursuspunten die zijn behaald met de practicumgroepen opnieuw meetellen. De herkansing bestaat uit 50 driekeuzevragen en 2 essayvragen (gescoord 0-5). Er kunnen dus maximaal 60 + 30 (practicumgroepen) = 90 cursuspunten worden behaald. De beoordeling van de herkansing wordt als volgt gegeven: C punten < 52 53-57 58-61 62-65 66-69 70-74 75-78 79-83 84-87 88-90
- 4 - Ontwikkelingspsychologie De uitslag van Ontwikkelingspsychologie wordt bepaald door 3 factoren: Indien wordt voldaan aan de eisen voor de practicumgroepen worden daarmee 15 cursuspunten verdiend voor de eindbeoordeling. Men mag in de periode van 4 weken waarin Ontwikkelingspsychologie wordt verzorgd maximaal 1 maal afwezig zijn geweest (goed gemotiveerd en van te voren gemeld) bij een practicumgroep bijeenkomst. Indien men niet aan de eisen voor de practicumgroepen voldoet krijgt men 0 cursuspunten. b) Deelname aan de toetsen in de digitale leeromgeving Tijdens de cursus verplichte deelname aan de wekelijkse toetsen. Indien men niet aan alle deeltoetsen deelneemt vervallen de 15 cursuspunten practicumgroepen. c) Een toets De toets bestaat uit 25 driekeuzevragen en 5 essayvragen (gescoord 0-5). Na de toets kunnen maximaal 15 (practicumgroepen/deelname digitale toetsen) + 25 (driekeuzevragen) + 25 (essayvragen) = 65 cursuspunten zijn behaald. C punten < 25 30-33 34-37 38-41 42-45 46-49 50-54 55-58 59-62 63-65 Indien men een onvoldoende behaalt neemt men deel aan de herkansing. Voor de herkansing geldt dat de 15 cursuspunten die zijn behaald met de practicumgroepen/deelname digitale toetsen opnieuw meetellen. De herkansing bestaat uit 8 essayvragen (gescoord 0-5). Er kunnen dus maximaal 40 + 15 (practicumgroepen) = 55 cursuspunten worden behaald. De beoordeling van de herkansing wordt als volgt gegeven: C punten < 20 21-24 25-28 29-32 33-36 37-40 41-44 45-48 49-52 53-55 Duur van de toets: 3 uur; Sociale en Arbeids & Organisatiepsychologie De einduitslag van Sociale en Arbeids & Organisatiepsychologie wordt bepaald door 3 factoren: cursuspunten verdiend voor de eindbeoordeling. Men mag in de periode van 8 weken waarin Sociale & Arbeids- en Organisatiepsychologie wordt verzorgd maximaal 1 maal afwezig zijn geweest (goed gemotiveerd en van te voren gemeld) bij een practicumgroep bijeenkomst. Indien men niet aan de eisen voor de practicumgroepen voldoet krijgt men 0 cursuspunten b) Deelname aan de toetsen in de digitale leeromgeving Tijdens de cursus verplichte deelname aan de wekelijkse toetsen. Indien men niet aan alle deeltoetsen deelneemt vervallen de 30 cursuspunten practicumgroepen. c) Twee deeltoetsen Elk van de twee deeltoetsen bestaat uit 40 driekeuzevragen en 4 essayvragen (gescoord 0-5). Per deeltoets kunnen maximaal 60 cursuspunten (40 driekeuzevragen en 4 essayvragen gescoord van 0-5) worden behaald. Na de deeltoetsen kunnen maximaal 30 (practicumgroepen/digitale toetsen) + 80 (driekeuzevragen) + 40 (essayvragen) = 150 cursuspunten zijn behaald. C punten < 70 71-79 80-88 89-98 99-107 108-116 117-126 127-135 136-144 145-150
- 5 - De cursuspunten voor deeltentamens vervallen wanneer een onvoldoende (aantal cursuspunten < 108) wordt behaald. In dat geval neemt men deel aan de herkansing over het gehele vak Sociale en Arbeids & Organisatiepsychologie. Voor de herkansing geldt dat de cursuspunten die zijn behaald met de practicumgroepen/deelname digitale toetsen opnieuw meetellen.. De herkansing bestaat uit 12 essayvragen (gescoord 0-5). Er kunnen dus maximaal 60 + 30 (practicumgroepen) + 30 (digitale werkboek) = 120 cursuspunten worden behaald. De beoordeling van de herkansing wordt als volgt gegeven: C punten < 68 69-74 75-80 81-86 87-92 93-98 99-100 105-110 111-116 117-120 Klinische & Biologische Psychologie De einduitslag van Klinische en Biologische Psychologie wordt bepaald door 3 factoren: cursuspunten verdiend voor de eindbeoordeling. Men mag in de periode van 8 weken waarin Klinische en Biologische Psychologie wordt verzorgd maximaal 1 maal afwezig zijn geweest (goed gemotiveerd en van te voren gemeld) bij een practicumgroep bijeenkomst. Indien men niet aan de eisen voor de practicumgroepen voldoet krijgt men 0 cursuspunten b) Deelname aan de toetsen in de digitale werkomgeving Tijdens de cursus verplichte deelname aan de wekelijkse digitale toetsen. Indien men niet aan alle digitale toetsen deelneemt vervallen de 30 cursuspunten practicumgroepen.. c) Twee deeltoetsen Elk van de twee deeltoetsen bestaat uit 40 driekeuzevragen en 4 essayvragen (gescoord 0-5). Per deeltoets kunnen maximaal 60 cursuspunten (40 driekeuzevragen en 4 essayvragen gescoord van 0-5) worden behaald. Na de deeltoetsen kunnen maximaal 30 (practicumgroepen/deelname digitale toetsen) + 80 (driekeuzevragen) + 40 (essayvragen) = 150 cursuspunten zijn behaald. C punten < 70 71-79 80-88 89-98 99-107 108-116 117-126 127-135 136-144 145-150 De cursuspunten voor deeltentamens vervallen wanneer een onvoldoende (aantal cursuspunten < 108) wordt behaald. In dat geval neemt men deel aan de herkansing over het gehele vak Klinische & Biologische Psychologie. Voor de herkansing geldt dat de cursuspunten die zijn behaald met de practicumgroepen/deelname digitale toetsen opnieuw meetellen. De herkansing bestaat uit 12 essayvragen (gescoord 0-5). Er kunnen dus maximaal 60 + 30 (practicumgroepen) + 30 (digitale werkboek) = 120 cursuspunten worden behaald. De beoordeling van de herkansing wordt als volgt gegeven: C punten < 68 69-74 75-80 81-86 87-92 93-98 99-100 105-110 111-116 117-120 Propedeusethese/Testtheorie en praktijk Voor dit onderdeel geldt dat men aan zeven eisen moet voldoen: 1. men mag pas een propedeusethese schrijven als alle schrijfopdrachten bij het onderdeel Practicumgroepen Wetenschappelijk Denken/VRT-1 als voldoende zijn beoordeeld;
- 6-2. verplichte aanwezigheid bij de begeleidingsbijeenkomsten voor de propedeusethese en bij de slotbijeenkomst waarmee het studiejaar wordt afgesloten; 3. iedereen die een propedeusethese schrijft volgt tegelijkertijd het onderdeel Testtheorie en Praktijk. Indien men geen these mag schrijven, kan het onderdeel Testtheorie en Praktijk los worden gevolgd, men krijgt dan pas de studiepunten voor dit onderdeel nadat de propedeusethese alsnog met succes is afgerond; 4. deelname aan 5 testzittingen; 5. 20 uur deelname aan lopend onderzoek van de afdeling (participatie-uren) af te ronden binnen een jaar na aanvang van de studie; 6. het afronden van de eindopdracht bij het vak testtheorie en praktijk en het maken van de digitale toetsen van dit onderdeel. De eindopdracht wordt beoordeeld en leidt samen met het cijfer voor de digitale toetsen tot een gemiddeld eindcijfer (50/50). 7. Extra uitleg wordt via Blackboard bekend gemaakt in juni als dit onderdeel wordt verzorgd. Alleen indien beide onderdelen met een voldoende zijn afgesloten bestaat het eindcijfer uit het op gehele getallen afgeronde gemiddelde van de beoordelingen voor beide onderdelen. Als een van de onderdelen met een onvoldoende is afgesloten, is het eindcijfer een onvoldoende. Judicium regeling voor het propedeutisch examen Met genoegen : Cijfergemiddelde > 7,5 Cum laude : Cijfergemiddelde > 8,5 Opmerkingen : Voor een judiciumbepaling tellen de eindbeoordelingen van alle studieonderdelen mee. Om een judicium toe te kennen moeten alle onderdelen beoordeeld zijn; hoogstens één onderdeel mag hoogstens twee keer zijn beoordeeld. Als er meer dan 1 vrijstelling is verleend, wordt er geen judicium gegeven. Amsterdam, september 2012, Onderwijsinstituut Psychologie Namens de examencommissie, Dr. P.A. Starreveld Tentamens: regelgeving & aanmelding 1. Voor tentamens moet je je altijd inschrijven en wel uiterlijk 3 dagen voor de dag van het tentamen. Dit is noodzakelijk omdat je anders niet weet hoe laat je waar moet zijn. Tentamens worden in verschillende zalen afgenomen, noteer in welke zaal je zit. Als je naar de verkeerde zaal gaat kan je de toegang worden geweigerd! Voor alle deeltoetsen moet men zich aanmelden via SIS: http://student.uva.nl/sis. Om toegang te krijgen tot SIS moet men zich identificeren met de UvA gebruikersnaam (studentnummer) en het persoonlijke wachtwoord. Dit wachtwoord is hetzelfde als het wachtwoord van de studentenmail. Na aanmelding in SIS krijgt men een e-mail met een bevestiging. Men kan de aanmelding annuleren via hetzelfde internetadres. 2. Tentamens zijn meestal in de Bijlmer in de tentamenzalen in het AMC (IWO tentamenzalen). Daar kom je bijvoorbeeld met de metro (halte Holendrecht, daarna gele borden volgen, het is 10 minuten lopen na de halte). 3. Zorg dat je op tijd bent. Als je te laat komt kun je niet meer meedoen. Je bent zelf verantwoordelijk om op tijd aanwezig te zijn. 4. Neem een pen, een potlood en een gummetje mee naar het tentamen. Daarnaast moet je je collegekaart of een identiteitsbewijs tonen. 5. Een tentamen bestaat meestal uit een multiple choice gedeelte en een open vragen gedeelte. Zorg er voor dat je alles correct inlevert en dat je goed invult welk studentnummer je hebt en welke versie je hebt gemaakt! Vul het multiple choice formulier correct in en gebruik een donker potlood. Lever daarna zowel het tentamen als het multiple choice formulier in. Het tentamen mag je niet meenemen. Je mag alleen noteren welk antwoord je hebt gegeven per meerkeuzevraag. 6. Na het tentamen wordt de antwoordsleutel op Blackboard gepubliceerd. De essayvragen worden direct nagekeken maar het nakijken kost enkele weken vanwege de grote hoeveelheid studenten. De uitslag wordt op Blackboard bekendgemaakt.