Raadsvoorstel Reg. nr : 0710660 Ag nr. : Datum :20-12-07 Onderwerp Fraudeverordening Boxtel 2008 Status Besluitvormend Voorstel Vast te stellen de Fraudeverordening Boxtel 2008, onder gelijktijdige intrekking van de op 23-02-2006 onder besluitnummer 0610025 vastgestelde Fraudeverordening 2006, ingaande 1 januari 2008. Inleiding In de vergadering van 23-02-2006 heeft de raad de Fraudeverordening 2006 vastgesteld. Op basis van jurisprudentie (uitspraak CRvB 05/4917) blijkt echter dat in deze verordening ten onrechte bepalingen zijn opgenomen over de terugvorderingsbevoegdheid van bijstand (dus het afhandelen van al opgespoorde fraude) en dat bepalingen over de opsporing en voorkoming van bijstandsfraude niet zijn opgenomen. Deze uitspraak leidt ertoe dat onze verordening moet worden aangepast. Beoogd effect Er wordt een correcte invulling gegeven aan de bepaling in artikel 8a WWB: de gemeenteraad stelt in het kader van financieel beheer bij verordening regels voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Argumenten 1.1 De huidige fraudeverordening moet worden ingetrokken omdat deze niet voldoet aan de vereisten. Er staan n.l. bepalingen in over terugvordering van bijstand. Het is niet de bevoegdheid van de raad maar van het college om te besluiten gebruik te maken van de discretionaire bevoegdheid terug te vorderen en beleid vast te stellen over de terugvordering. 1.2 De huidige fraudeverordening moet worden ingetrokken omdat deze niet voldoet aan de vereisten. Er zijn n.l. geen bepalingen in opgenomen over de opsporing en voorkoming van bijstandsfraude. 1.3 De vast te stellen verordening voldoet aan de vereisten omdat er bepalingen zijn opgenomen over opsporing en voork oming van fraude. Kanttekeningen 1.1 Besluiten tot terugvordering zijn sinds de invoering van de WWB op 1-1-2004 tot de inwerkingtreding van de nieuwe verordening feitelijk op onjuiste formele rechtsgrondslag genomen. Bij de uitspraak van de CRvB 05/4917 die de aanleiding is geweest om de verordening aan te passen, is het aangevallen besluit echter in stand gebleven. De in Boxtel genomen besluiten tot terugvordering zijn weliswaar eveneens op onjuiste formele grondslag genomen, maar zullen naar verwachting wel in stand blijven. Bovendien zijn in de meeste situaties de bezwaartermijnen allang verstreken. Pagina 1
Raadsvoorstel Reg. nr : 0710660 Uitvoering en planning Na vaststelling door de raad van de nieuwe fraudeverordening volgt publicatie in Brabants Centrum en ter inzage leggen bij Voorlichting gedurende 6 weken. Communicatie Binnen het cluster werk en inkomen en juridische zaken uitleg geven over de nieuwe verordening door beleidsmedewerker Opnemen in werkboek Schulinck (juridisch cluster) Verordening plaatsen op de website (voorlichting) Boxtel, 13-11-07 BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BOXTEL de secretaris, de burgemeester, drs. J.K. Fraanje F.H.J.M. van Beers Bijlagen Geen. Ter inzage Na vaststelling gedurende 6 weken bij Voorlichting. Contactpersoon afdelingshoofd Sociale Zaken G. Schönfeld, t 655379, e gsc@botel.nl Pagina 2
Aanhef De raad van de gemeente Boxtel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 november 2007; gehoord de commissie Maatschappelijke Zaken ; Besluit Vast te stellen de Fraudeverordening Boxtel 2008, onder gelijktijdige intrekking van de op 23-02-2006 vastgestelde Fraudeverordening 2006 onder besluitnummer 0610025, ingaande 1 januari 2008. Fraudeverordening Boxtel 2008 Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel; b. de wet: de Wet werk en bijstand; c. bijstand: de bijstand genoemd in artikel 5 onder a van de wet werk en bijstand; d. inlichtingenplicht: de verplichting in artikel 17 lid 1, 2 en 4 van de Wet werk en bijstand en de artikelen 28 lid 2 en 29 lid 1 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen; Hoofdstuk 2 FRAUDEPREVENTIE EN FRAUDEOPSPORING Artikel 2. Fraudepreventie Het college draagt zorg voor het beschrijven van de middelen waarmee en de wijze waarop de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet wordt uitgevoerd, in het handhavingbeleidsplan. Artikel 3. Fraude opsporing Het college draagt zorg voor het beschrijven van de wijze waarop fraude zal worden opgespoord in het handhavingbeleidsplan. Artikel 4. Inhoud handhavingbeleidsplan In het in artikel 2 genoemde handhavingbeleidsplan komt in ieder geval tot uitdrukking; - een gemeentelijke visie op handhaving; - aanpak fraudepreventie; - aanpak frauderepressie. Pagina 1
Hoofdstuk 3 VERANTWOORDING DOOR HET COLLEGE Artikel 5. Verantwoording door het college Het college legt jaarlijks verantwoording af aan de raad door middel van het beleidsverslag Werk, inkomen en zorg. Hierin wordt in elk geval gerapporteerd over: a. het aantal gevallen waarin een maatregel is overwogen; b. het aantal uitgevoerde preventieonderzoeken en de resultaten daarvan c. het aantal bijzondere onderzoeken door de sociale recherche en de resultaten daarvan. Hoofdstuk 5 SLOTBEPALINGEN Artikel 6. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college; 2. het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Artikel 7. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2008. Artikel 8. Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Fraudeverordening Boxtel 2008. Toelichting Fraudeverordening Boxtel 2008 Algemeen Bij amendement is artikel 8a in de WWB opgenomen. De gemeenteraad moet een verordening vaststellen om de uitgangspunten voor het financiële beleid en financiële beheer vast te leggen. Daarmee moet worden gewaarborgd dat aan de eisen van rechtmatigheid wordt voldaan. In dat kader kan ook aandacht worden besteed aan de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen. Een goed financieel beheer bij de uitvoering van de WWB brengt met zich mee dat daarbij ook voortdurend aandacht bestaat voor de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik. Het is wenselijk dit expliciet in de verordening te regelen. Artikel 8a van de Wet werk en bijstand verlangt dus dat de gemeenteraad de regels voor het eigen handhavingsbeleid op hoofdlijnen vaststelt in een verordening. Het college krijgt de mogelijkheid om nadere invulling te geven aan de verordening in de vorm van een handhavingbeleidsplan. Hier wordt voor gekozen om de wijze waarop de fraudepreventie en fraudebestrijding vorm wordt gegeven op eenvoudige wijze jaarlijks aan te kunnen passen aan hetgeen de praktijk verlangt. De raad stelt de kaders vast, het college werkt dit verder uit in het handhavingbeleidsplan. Artikel 1. De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de WWB. Pagina 2
Artikel 2. Fraudepreventie Het college stelt een handhavingbeleidsplan vast waarin maatregelen en methoden staan opgenomen gericht op het voorkomen van fraude. Hierin wordt in elk geval aandacht besteed aan de voorlichting aan de cliënten over rechten en plichten die verbonden zijn aan het recht op bijstand, alsmede over de consequenties die verbonden worden aan het niet nakomen van de verplichtingen die verbonden zijn aan het recht op bijstand. Tevens zal voortdurend aandacht zijn voor het optimaliseren van de dienstverlening, waardoor de acceptatie van de regels en controle onder de cliënten wordt bevorderd. Artikel 3. Fraude opsporing Fraude wordt bestreden door het vroegtijdig opsporen en het sanctioneren van fraude. Het college zal in het handhavingbeleidsplan aangeven op welke wijze zij dit vorm wil geven. In het plan zal worden aangegeven welke middelen worden ingezet om fraude op te sporen. Hierbij kan gedacht worden aan verificatie van gegevens, de inzet van preventieambtenaar, de inzet van sociale recherche, de thematische controles of controles gericht op risicodoelgroepen. Voor het sanctioneren van fraude zijn de Afstemmingsverordening en de Beleidsregels terugvordering van belang. Artikel 4. Inhoud handhavingbeleidsplan In dit artikel is aangegeven welke onderwerpen in het gemeentelijke handhavingbeleidsplan op zijn minst aan bod moeten komen. Artikel 5. Verantwoording door het college De raad stelt jaarlijks een beleidsplan Werk Inkomen en Zorg vast. In dit plan worden de speerpunten en indicatoren vastgelegd. Het college legt over deze punten verantwoording af aan de raad door middel van het beleidsverslag Werk, Inkomen en Zorg. Handhaving vormt een onderdeel van het beleidsplan en -verslag. In het verslag wordt verantwoording afgelegd over de geformuleerde beleidsuitgangspunten en de daarbij horende indicatoren. In elk geval zal verantwoording worden afgelegd over het aantal keren dat een maatregel is overwogen, het aantal onderzoeken door de preventieambtenaar met de resultaten daarvan en het aantal onderzoeken dat is gedaan door de sociale recherche en diens resultaten. Artikel 6. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule Artikel 7. Inwerkingtreding Artikel 8 Citeertitel Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 20-12-07 DE GEMEENTERAAD VAN BOXTEL, de griffier, de voorzitter, drs. J. Vis F.H.J.M. van Beers Pagina 3