Samenvatting Nederlands Tekstbegrip Samenvatting door een scholier 1533 woorden 7 mei 2003 7,1 291 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Centraal examen Nederlands Tekstbegrip 2 Signaalwoorden/ signaalzinnen Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinnen en alinea s. Ze geven belangrijke informatie over de opbouw van een tekst(gedeelte) Soorten signaalwoorden en functie: Opsomming: ook, bovendien, verder, eveneens, dan, vervolgens, daarnaast, ten eerste.. ten tweede, zowel als Tegenstelling: maar, echter, toch, daarentegen, anderzijds, in tegenstelling tot, daar staat tegenover dat, enerzijds anderzijds Oorzaak-gevolg: daardoor, door, doordat, waardoor, zodat, te danken aan, te wijten aan, het gevolg van, ten gevolge van, de oorzaak hiervan is Doel-middel: door middel van, met de bedoeling om, met behulp van, om te, daartoe, opdat Toelichting: denk hierbij aan, bijvoorbeeld, zo, dat komt voor bij, ter illustratie, dat is het geval bij Vergelijking: net als, zoals, zo ook, evenals, eveneens, eenzelfde, hetzelfde, dezelfde als, in vergelijking met, vergeleken met, soortgelijke Voorwaarde: als, indien, mits, op voorwaarde dat, tenzij, behalve wanneer, stel dat Samenvatting: kortom, samenvattend, alles bij elkaar genomen, om kort te gaan Conclusie: dan ook, dus, aldus, hieruit volgt, concluderend Met behulp van signaalzinnen kun je teksten beter doorgronden, de schrijver maakt duidelijk Wat er volgt, of wat hij heeft behandeld. Soorten signaalzinnen Aankondigend: ik zal hier enkele voor- en nadelen van rekeningrijden bespreken. Terugblikkend: van de besproken verklaringen lijkt de laatste me het meest aannemelijk Aankondigend en terugblikkend: https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-nederlands-tekstbegrip-10214 Pagina 1 van 6
Welke conclusie kunnen we nu uit bovenstaande beweringen trekken? 3 Tekstsoort, schrijfdoel Tekstsoorten: Betoog: subjectief en bedoeld om lezers te overtuigen Beschouwing: gedeeltelijk objectief en subjectief en bedoeld om de lezer aan het denken te zetten en/ of dingen van verschillende kanten te belichten Uiteenzetting: objectief en is bedoeld om lezers te informeren, begrijpen (niet vaak op CE) 4 Citeren, eigen woorden Bij citeren haal je een stukje uit de tekst letterlijk aan. Je geeft dan de eerste en de laatste twee woorden van een zin of zingedeelte en zet daar de regelnummers achter. Bijv: Tv is te bieden (regels 137-138) Bij citeren moet je ook alle leestekens en hoofdletters overnemen Als je iets moet beantwoorden in eigen woorden mag je nooit iets letterlijk uit de tekst overschrijven. Wel mag je belangrijke termen uit de tekst overnemen. Let op dat je niet over het aantal maximum woorden gaat. 5 Hoofdgedachte, hoofdvraag Als er gevraagd wordt naar de hoofdgedachte van een alinea of meer, dan moet je één zin opschrijven die het belangrijkste van dat tekstgedeelte weergeeft. Op het CE kan het gevraagd worden in eigen woorden of met het citeren van een zin. Let bij het maken van een hoofdgedachte op de kernzinnen. Een vraag naar de hoofdgedachte van een hele tekst is altijd een meerkeuze vraag Bij een hoofdvraag moet je dus een vraagzin formuleren 6 Functie van een tekstgedeelte Een tekstgedeelte heeft binnen een tekst altijd een functie, een schrijver bedoelt er iets mee. Bij het zoeken naar de functie van een tekstgedeelte moet je eerst de tekst goed lezen, dan belangrijke zinnen onderstrepen of notities maken per alinea en dan het functiewoord kiezen. Functiewoorden Aanbeveling: de schrijver komt tot een goede raad of advies, meestal aan einde artikel Aanleiding: omstandigheid die de schrijver ertoe beweegt zijn tekst te schrijven Afweging: de schrijver weegt de mogelijke voor- en nadelen tegen elkaar af en maakt een keuze Argument: de schrijver geeft aan waarom hij iets vindt Begrips omschrijving: de schrijver geeft een nauwkeurige omschrijving van een bepaalde term https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-nederlands-tekstbegrip-10214 Pagina 2 van 6
Beantwoording: de schrijver geeft antwoord op een eerder gestelde vraag Beoordeling: de schrijver geeft een positief of negatief oordeel over een onderwerp Bewering: de schrijver verkondigt zijn mening (Stelling) Bewijs(voering): de schrijver probeert de juistheid van een stelling of theorie aan te tonen met feiten Conclusie: de schrijver komt, op grond van het voorafgaande, op een gevolgtrekking Constatering: de schrijver stelt iets vast, merkt iets op Definitie: zelfde als begripsomschrijving Doelstelling: de schrijver geeft aan wat hij wil bereiken Gevolgen: de schrijver beschrijft de gevolgen die door een verschijnsel veroorzaakt zijn Hypothese: de schrijver veronderstelt iets wat hij nog moet bewijzen Karakterisering: de schrijver geeft de voornaamste kenmerken van een verschijnsel Ontkenning: de schrijver ontkent de juistheid van een bewering Oorzaak: de schrijver geeft aan waardoor iets geworden is zoals het is Oplossing: de schrijver geeft een oplossing voor een bepaald probleem Opsomming: de schrijver geeft een reeks van argumenten, verklaringen, voorbeelden etc. Probleemstelling: de schrijver brengt het probleem onder woorden wat hij gaat bespreken Samenvatting: de schrijver geeft, op het eind van een tekst of tekstgedeelte, in het kort het belangrijkste weer Stelling: de schrijver verkondigt zijn mening (Bewering) Tegenstelling: de schrijver geeft aan dat een feit of bewering tegenover een ander feit of bewering staat Tegenwerping: de schrijver maakt bezwaar tegen een eerdere bewering of argumentatie (van een ander) Theorie: de schrijver geeft wetenschappelijke opvattingen die los staan van de praktijk Toelichting: de schrijver geeft voorbeelden of nadere uitleg om zijn opvattingen te verduidelijken Toepassing: de schrijver beschrijft hoe een bepaalde theorie in de praktijk wordt toegepast Uitwerking: de schrijver werkt een algemene theorie of stelling in meer detail uit (geeft nadere uitleg, voorbeelden, lijkt op toelichting) Verklaring: de schrijver legt uit hoe een bepaald verschijnsel is ontstaan Verslag van onderzoek: de schrijver geeft de resultaten van een onderzoek Voorbeelden: de schrijver verduidelijkt een bewering of verschijnsel met concrete voorbeelden Voorwaarde: de schrijver stelt vooraf een eis waaraan voldaan moet worden, voordat iets kan plaatsvinden Vraagstelling: de schrijver stelt, meestal in de inleiding, de hoofdvraag die hij in de rest van zijn artikel wil beantwoorden Weerlegging: de schrijver toont aan dat een bewering of argumentatie niet juist is Bij het CE kan je kiezen uit een aantal gegeven functiewoorden 7 Standpunten en argumenten Argumenten worden gebruikt om een standpunt of mening te onderbouwen. Soms zijn ze letterlijk in de tekst te vinden, soms moet je ze zelf formuleren m.b.v. gegevens uit de tekst https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-nederlands-tekstbegrip-10214 Pagina 3 van 6
Er zijn verschillende soorten argumenten: Argumenten op basis van voorbeelden Controleerbare feiten: Soaps zijn erg populair. Op de Nederlandse zenders worden per dag gemiddeld zes soaps uitgezonden. Voorbeeld: Soaps kunnen verslavend zijn. Kijk maar naar mijn buurvrouw die de hele dag kijkt. Vergelijking: Marielle houdt waarschijnlijk niet van All you need is love.ze heeft immers ook de pest aan datingshows. Ervaring (empirisch argument): Je kunt beter elke dag een paar woordjes leren dan alles in één keer. Dan onthoud je er veel meer van. Gezag of autoriteit: De nieuwe roman van Joost Zwagerman overtreft al zijn eerdere werk, zoals de criticus van de Trouw opmerkt. Gevolg: De KLM moet nodig op zoek naar een nieuwe fusiepartner; anders gaat het bedrijf binnen de kortste keren failliet. Nut of gewenste gevolgen: Zoveel mogelijk landen moeten hun geld inwisselen voor de euro. Dat is gunstig voor het betalingsverkeer en zal de concurrentiepositie ten goede komen. Gevoel of emotie: Ik vind die nieuwe roman erg goed. Ik kan me echt inleven in de hoofdpersoon en het is nog spannend ook. Algemene normen en waarden: Het is goed afval gescheiden in te zamelen. Je vindt het milieu toch belangrijk? Op het CE moet je zelf het goede type argument zoeken 8 Redeneringen Een schrijver probeert bij een betoog of beschouwing resp. te overtuigen of te informeren. Dat kan alleen als de lezer zijn gedachtegang of redenering logisch vindt en overneemt. Verschillende soorten redeneringen: Redenering op basis van Oorzaak en gevolg: de schrijver beschrijft het gevolg/ de gevolgen die door een verschijnsel veroorzaakt zijn; Signaalwoorden: daardoor, door, doordat, waardoor, zodat, te danken aan, te wijten aan, het gevolg van, ten gevolge van, de oorzaak hiervan is Voor- en nadelen: de schrijver beschrijft een verschijnsel met positieve en negatieve kanten; Signaalwoorden: voordeel nadeel, positief negatief, vooruitgang ongunstige ontwikkeling, waarderen tegenvallen, gunstig beeld kwalijke kanten Overeenkomst: de schrijver vergelijkt twee of meer verschijnselen met elkaar en signaleert overeenkomsten; Signaalwoorden: net als, zoals, zo ook, evenals, eveneens, eenzelfde, hetzelfde/ dezelfde als, in vergelijking met, vergeleken met, soortgelijke Stelling- https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-nederlands-tekstbegrip-10214 Pagina 4 van 6
argumenten: de schrijver geeft zijn mening en onderbouwt deze met argumenten; Signaalwoorden: want, omdat, daarom, namelijk, immers, aangezien Op het CE moet je zelf de redenering zoeken 9 Drogredenen Soms staan in een tekst argumenten die verkeerd gebruikt zijn en daarom fout zijn. Zulke foute argumenten noem je drogredenen. Verschillende soorten dogredenen: Soorten voorbeelden Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie De pleidooien in de Volkskrant voor de uitbreiding van de EU hebben effect gehad, want er zijn zes nieuwe lidstaten bij gekomen. Valse vergelijking: Het geschiedenisonderwijs kan beter worden afgeschaft, wat gebeurd is, is gebeurd. Een versleten jas gooi je toch ook weg? Verkeerde autoriteit: De Postbank is de beste bank voor de kleine man. Dat zegt actrice Monique van der Ven ook. Overhaaste generalisatie: De winnaar van het Groot Dictee heeft zes fouten gemaakt. Met het Nederlandse spellingsonderwijs is het dus droevig gesteld. Cirkelredenering: De kinderen uit de middelbare school kunnen niet zelfstandig werken, want ze zijn nog niet volwassen. Op-de-manspelen of persoonlijke aanval: Dat rapport is geschreven door professor J.B. Janssen, lid van de SER. Is dat niet de man die in het nieuws was vanwege belastingontduiking? Ontduiken bewijslast: Dit kabinet heeft zijn langste tijd gehad. Dat zal iedereen met mij eens zijn. Verteken van een standpunt: Ik vind dat medisch specialisten soms te veel verdienen. Dus je bent het met me eens dat hun tarieven drastisch omlaag moeten! 10 Beoordelingsvragen Vragen naar de aanvaardbaarheid van de bron, de verstrekte gegevens of de gevolgde redenering noemen we beoordelingsvragen. A. de bron (de schrijver en/of het medium) 1. deskundigheid van de schrijver > De schrijver staat bekend als deskundig/ niet deskundig over het onderwerp 2. partijdigheid van de schrijver > Heeft er baat bij om gegevens in zijn voordeel te schrijven. Partijdig/ onpartijdig 3. betrouwbaarheid van het medium > Is de krant/ tijdschrift betrouwbaar? Bijvoorbeeld Telegraaf niet echt, Trouw meer https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-nederlands-tekstbegrip-10214 Pagina 5 van 6
B. verstrekte gegevens 1. controleerbaarheid van de gegevens > zijn ze controleerbaar of niet? 2. relevantie van de gegevens > zijn ze van belang i.v.m. de conclusie 3. volledigheid van de gegevens > voldoende informatie zodat conclusie aannemelijk is? 4. logische samenhang van gegevens > de gegevens passen wel/ niet bij elkaar 5. ouderdom van gegevens > up-to-date of verouderd? C. de standpunten (meningen) en argumenten 1. relevantie van argumenten > zijn ze van belang m.b.t. de conclusie? 2. volledigheid van de argumentatie > wordt het standpunt voldoende ondersteunt? 3. helderheid van de argumentatie > zijn de argumenten duidelijk of vaag? 4. houdbaarheid van elk argument > zin de argumenten aannemelijk of niet? (ook 7 en 9) 5. logische opbouw en samenhang argumenten > de argumenten leiden wel/ niet naar het standpunt dat de schrijver inneemt https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-nederlands-tekstbegrip-10214 Pagina 6 van 6