Onderzoeksrapportage parkeergarage brand te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer 13 oktober 2002



Vergelijkbare documenten
Joost van Dijk HCPS bv. Namens VEBON afdeling rookbeheersing. praktijkdag parkeergarages' 12 juni 2013 STELLING

ADVIES. Beschrijving. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus BV Rotterdam

Brandveiligheid van grote natuurlijk geventileerde parkeergarages

Rapport onderzoek brandverloop woonblok Schiermonnikoog te Zaandam

Preventie en repressie in parkeergarages

groot brandcompartiment, handhaving, spiegelsymmetrie, WBDBO

Gelijkwaardigheids oplossingen. Parkeergarage oppervlakte groter dan m2. Verschillende gelijkwaardige oplossingen:

Regionale Commissie Bouwen en Infrastructuur Regio Haaglanden

Notitie. : Second opinion parkeergarage Marnixstraat. Figuur 1 Plangebied Marnixgarage (Bron: maps.live.nl)

Brandveiligheid in gesprinklerde parkeergarages. Presentatie: Ing. R van Riet EFPC BV

Zin en onzin van de brandkromme. ing. R. van den Dikkenberg MCDM 22 april 2010

Notitie: Notitie ventilatie parkeergarage Project: Nieuw Leyden veld 25, te Leiden

BRAND IN ONDERGRONDSE PARKEERGARAGES

Brandveiligheidsconcepten in relatie tot CFD. Inhoud. Vultijdenmodel. Vultijdenmodel. Vultijdenmodel. Vultijdenmodel

VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN

Onderbouw. Brandveiligheidseisen ONDERBOUW. Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan

project: Nieuwbouw varkensstal Bandert 14 Deurne iov Mts Koppens v. Gog

Rapportage BRANDO2: bepaling van de weerstand tegen brandoverslag conform NEN 6068:2008+C1:2011

Integrale brandveiligheid toegelicht. Louis Cleef ROCKWOOL B.V.

Atria en brandveiligheid

Datum Ons kenmerk Contactpersoon VH00/ Erik Boelaars

Onderzoek naar Dynamisch risico-model brandverloop. Ing. Rijk van den Dikkenberg MCDM,

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT

Position paper. Brandveiligheid van parkeergarages

O 2, brandt het of brandt het niet?

Nieuwbouw ondergrondse Parkeergarage RAVEL te Amsterdam

Memo. Inleiding. blad 1 van 5

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Even voorstellen. Marcel Veenboer

BDA Groep. BDA Groep 1976 circa 60 medewerkers. Brandveiligheid in hoofdlijnen. Verwarring over aspecten. Beoordelingsgrondslag!

Parkeergarage De Appelaar, iets geleerd?

De repressieve consequentie van een preventieve oplossing

Bouwbesluit 2012, NEN 6068, Industriefunctie, nieuwbouw, WBDBO, draagconstructie, spiegelsymmetrie Datum: 31 augustus 2017 Status:

PDF-versie. Programma. Programma Doelstelling brandonderzoek (brandweer)

Grondgebondenwoningen Churchillpark te Leiden=

Betreft: Beroepsschrift inzake besluit op bezwaar inzake handhavingsverzoek mbt brandveiligheid Hummel Recycling BV

GGD ondersteuning asbest in scholen deel twee

croes Bouwtechnisch Ingenieursbureau

1 Inleiding Algemeen Doel Uitgangspunten Computermodel 5 2 NEN

Gemeente Heerhugowaard D. Kooij Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Beste meneer Kooij,

Aan de leden van de Raad Postbus AG Hoofddorp

Fatale woningbranden 2003 en 2008 t/m 2011: een vergelijking

Basisprincipe inzake regelgeving brandveiligheid gevelconstructies.

Rookbeheersing van mechanisch geventileerde parkeergarages. volgens NEN 6098

Gevels en brand Risico s nu en in de toekomst

De brandwerendheid van ramen, wanden en deuren

FireSafety Testimonial. Swinkels tuin & park - Mierlo

Brandveilige parkeergarages

InleIDInG ReGelGeVInG en BouwBeSluIT

Veiligheidsventilatiesystemen (rookbeheersing)


deskundig adviseur Zoek een De NOVB stuurde de redactie van PARKEER24 een Position

WELSTANDSBEOORDELINGEN STADSBOUWMEESTER A M E R S F O O R T. Verslag d.d

ExcelAir Praktijk Tip 2

Consequenties van het autobrandscenario. Brandveiligheid natuurlijk geventileerde parkeergarages. Tekst Ir. Ruud van Herpen FIFireE

Branden in parkeergarages Problematiek

Brandveiligheid Beperking van het uitbreidingsgebied van brand en rook

Afbakening Het onderzoek richt zich op de fatale woningbranden in De niet-fatale woningbranden zijn in het onderzoek niet meegenomen.

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

Bovengenoemd project betreft de nieuwbouw van een melkveestal voor vof Aarts aan de Broekstraat 2a te Asten-Heusden.

HC PS / 1 Productwijzigingen voorbehouden

Notitie Dossier 8915

Raadsvoorstel richtinggevende uitspraak initiatiefnemer zwembad april 2015 Bijlage 1: Informatie over de initiatieven

Onderzoek naar het gedeeltelijk instorten van parkeergarage P1 Eindhoven Airport 25 september 2017; Gerrie Dieteren; Huibert Borsje

Eperweg 5, Heerde Postbus 175, 8180 AD Heerde Tel Omgevingsvergunning

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid

Beschrijving. Horeca en wonen in één brandcompartiment. Advies Definitief

Position paper. Brandveiligheid van parkeergarages. Zijn onze parkeergarages brandveilig?

Beschrijving ADVIES. Plattegrond atriumontsluiting woningen, variant A. Plattegrond atriumontsluiting woningen, variant B

SPEELSTAD ROTTERDAM. Hans Smits

Beoordeling brandoverslag

PGS 15 in de praktijk Wanneer is een brandcompartiment PGS 15-proof?

AVR Afvalverwerking BV Nieuwbouw Stortbordes december 2011

Ir. René Hopstaken. Structural Fire Safety Engineering praktijkvoorbeeld

Parkeeranalyse ontwikkeling gezondheidscentrum Hazenkamp aan de Vossenlaan in Nijmegen

medewerkerswoning rood gearceerd, de groepswoningen groen (groepswoning 3) en geel (groepswoning 5). Figuur 1 principe bestaande indeling Een deel van

Berekening brandoverslag. Nieuwbouw Gastenhuis aan de Karel Brouwerhof te Leusden

Hoofdstuk 25. Parkeren

Elementaire oefening. Opdracht A en B. Draaiboek : 101A-DB02 Datum : Locatie :

Stralingsberekening NEN 6068

Brandpreventie in Het Nieuwe Rijksmuseum in relatie tot beveiliging monument en collectie

Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk. Ontwerp met 3 verdiepingen

/1/H1. Datum uitspraak: 23 december 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het hoger beroep van:

Performantiegerichte aanpak in parkings: brandweerinterventiemodel

Beschrijving. Vervallen trap in monumentaal gebouwtje. Advies Definitief

Reinwaterpark Overveen. Onderzoek naar ombouw van waterkelders tot parkeergarage

Risico s bij brandbestrijding. Ricardo Weewer Strategisch adviseur/ plv commandant

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE

Bodeminformatie. Albertus Perkstraat 109 te Hilversum. Legenda. Wet milieubeheer bedrijven

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES

Slachtoffers van woninginbraak

Afdeling Toezicht & Handhaving t.a.v. dhr. R. Goes teamleider Programmatisch Handhaven Postbus RJ UTRECHT. Utrecht, 30 mei 2011

Melkpad 37 te Hilversum

Veiliger Lossen. Autogas (LPG) bij tankstations!

Studieavond: Houtskeletbouw 21 november 2014, Nocturne van HOUT & HABITAT, Antwerp Expo

project: Uitbreiding varkensstal Bankers-Derikx V.O.F. te Deurne opdrachtgever: Bergs Advies B.V. te Heythuysen document: Brandveiligheid

Advies brandveiligheid omgevingsvergunning

Hoofdstuk 22. Parkeren

Jaaroverzicht fatale woningbranden 2013

Branddeuren Rolluiken

Transcriptie:

Onderzoeksrapportage parkeergarage brand te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer 13 oktober 2002 1

Rapportage Onderzoek Brand in parkeergarage van Hertz te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer d.d. 13 oktober 2002 Middels deze rapportage doet de werkgroep Hertz-brand van de Gemeentelijke brandweer Haarlemmermeer waarin zitting hadden, Ben Miedema (a.i. hoofd preventie), Henk Wilken (senior beleidsmedewerker Pro-actie/preventie) en Ruwald Wevers (senior preventie medewerker brandweer Schiphol) verslag van haar bevindingen. De werkgroep bedankt TNO Centrum voor Brandveiligheid, met name te noemen de heer Ir. J.H.H. Fellinger, voor de samenwerking tijdens dit onderzoek. Bij het opstellen van dit document is mede geput uit het schrijven van TNO Centrum voor brandveiligheid, referentie 2003-CVB-M015/FRJ. (datum rapport: 11-06-2003) 2

Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN ONDERZOEKSVRAAG... 4 2. BESCHRIJVING PERCEEL EN PAND... 5 2.1 BESCHRIJVING PERCEEL... 5 2.2 BESCHRIJVING PAND... 6 2.3 BOUWVERGUNNING EN GEBRUIK... 6 3. BESCHRIJVING BRANDVERLOOP EN SCHADEBEELD... 8 3.1 BESCHRIJVING BRANDVERLOOP... 8 3.2. BESCHRIJVING SCHADEBEELD... 8 4. DISCUSSIE... 10 4.1 ALGEMEEN... 10 4.2 WAS DE EERSTE FASE VAN DE BRAND IN DE HERTZ GARAGE BIJZONDER?... 10 4.2.1 Branduitbreiding bovenlangs... 11 4.2.3 Terug naar de hoofdvraag... 13 5. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN... 15 3

1. Inleiding en onderzoeksvraag Op 13 oktober 2002 publiceerde het ANP het volgende persbericht: Brand in parkeergarage Schiphol, 13 oktober 2002 SCHIPHOL (ANP) - In een bovengrondse parkeergarage aan de Pakhuisstraat op Schiphol heeft zondagochtend vroeg een grote brand gewoed. Het vuur woedde op de eerste verdieping van de parkeergarage en sloeg al vrij snel over naar de tweede verdieping en een klein stuk van de begane grond. Een deel van de vloer van de tweede verdieping stortte in. De brandweer vond het te gevaarlijk de garage in te gaan, wegens de instorting van de vloer en enkele explosies van vermoedelijk autotanks. Het korps voorkwam van buitenaf dat het vuur oversloeg naar andere objecten. Er werden blusvoertuigen ingezet van de korpsen Schiphol, Hoofddorp, Badhoevedorp en Nieuw Vennep. Niemand raakte gewond. In de garage stonden personenwagens van autoverhuurbedrijven. De brandweer koelde de wagens die niet bij de brand betrokken waren, met water. Hierdoor bleven honderden auto's gespaard. Bij de brand waren circa negentig auto's betrokken. De brand beschadigde ongeveer eenderde van de parkeergarage. De Koninklijke Marechaussee begint een onderzoek naar de oorzaak van de brand. (ANP) En niet alleen de Koninklijke Marechaussee stelde een onderzoek in. De gemeentelijke brandweer Haarlemmermeer had namelijk zijn eigen reden om een onderzoek in te stellen. Deze reden wordt misschien wel het beste verwoord door de opmerking van een net ter plaatse gearriveerde brandweerofficier (ex preventist) aan zijn collega brandweerofficier (preventist): Deze brand bestaat helemaal niet!!. Hiermee doelde hij op de uitkomsten van onderzoeken naar het gedrag van autobranden en de daaruit voortkomende modellering van autobranden waarbij maximaal zo n 5 auto s gelijktijdig in brand zouden kunnen staan. En dat dit aantal hier ruimschoots overschreden werd behoeft geen verder betoog. Bovenstaande heeft voor de gemeentelijke brandweer Haarlemmermeer geleid tot de hiernavolgende onderzoeksvragen: 1. Was de eerste fase van de ontwikkeling van de brand in de parkeergarage van Hertz te Schiphol bijzonder? 2. Is het op basis van hetgeen bij 1 gevonden is te verwachten dat een dergelijke brandontwikkeling zich vaker zal voordoen? 3. Welke aanbevelingen kunnen er, op grond van hetgeen onder 1 en 2 gevonden is, gegeven worden? In dit rapport zal in hoofdstuk 2 een beschrijving van betreffend perceel en pand gegeven worden. Hierna volgt in hoofdstuk 3 een beschrijving van het brandverloop en het schadebeeld. Vervolgens zal in hoofdstuk 4 getracht worden antwoord te geven op geformuleerde onderzoeksvragen. Met hoofdstuk 5 Conclusies wordt deze rapportage afgesloten. 4

2. Beschrijving perceel en pand 2.1 Beschrijving perceel Het perceel en bedrijfspand, waar 13 oktober 2002 de eerder genoemde brand heeft plaats gevonden, is gelegen op Schiphol centrum. Voor de exacte locatie zie figuur 1. Hertz Figuur 1: Locatie Hertz autoverhuur te Schiphol-Centrum Het betreffende bedrijfspand is een parkeergarage met een aantal kantoorruimtes en wasplaatsen. Het gedeelte van het gebouw waar de brand heeft gewoed, is in gebruik door Hertz-autoverhuur. Het andere gedeelte van het pand is in gebruik door Avis autoverhuur. Dit gedeelte heeft echter geen rol gespeeld bij de brand. Rondom het pand staan auto s geparkeerd, zoals op onderstaande foto is te zien. Tevens bevindt zich op het terrein een benzinestation voor eigen gebruik. De naastgelegen bebouwing bevindt zich op ruime afstand. Figuur 2: Bedrijfspand en omgeving. 5

2.2 Beschrijving pand Het pand (hierna te noemen de parkeergarage ) bestaat uit drie bouwlagen waarvan de derde bouwlaag een open parkeerdek is. De eerste en tweede bouwlaag zijn eveneens als parkeervoorziening uitgevoerd. Tevens bevindt zich hier een aantal kantoorvertrekken en op de begane grond twee autowasstraten. De tweede en derde bouwlaag zijn omsloten door geperforeerde metalen platen met een redelijk open structuur (zie figuur 3). De parkeerdekken zijn via twee onafhankelijke trappenhuizen te bereiken. Figuur 3: detail zijgevel tweede bouwlaag. De hoofddraagconstructie, evenals de vloeren, zijn uitgevoerd in beton. De vloeren zijn destijds ontworpen op een druk van 200 kg/m2 (vóórgespannen beton) en opgelegd op dubbele T-liggers (spiegel 8 cm, oplegging 14 cm) van beton. De vloer was afgewerkt door middel van een bitumenlaag. 2.3 Bouwvergunning en gebruik De bouwvergunning voor dit pand is verleend in 1991. Het pand is conform de destijds afgegeven vergunning gebouwd. Indien de bouwaanvraag heden ten dage beoordeeld zou moeten worden op basis van het bouwbesluit en de NEN 2443 Parkeren en stallen van personenauto s op terreinen en in garages dan zou deze voor wat betreft constructie en brandbeveiliging voldoen. De bereikbaarheid van de parkeergarage voor de brandweer is goed te noemen. Ook de bereikbaarheid en de aanwezigheid van de bluswatervoorzieningen zijn in orde. De parkeergarage werd en wordt gebruikt voor het parkeren van personenauto s bestemd voor verhuur, lease en verkoop. Er was dus eerder sprake van het stallen van auto s dan van het parkeren van auto s in de gebruikelijke zin van het woord. Het gebruik was daarmee echter niet strijdig met de in 1991 verleende bouwvergunning. In deze vergunning waren verder geen eisen gesteld aan de opstelling en het aantal aanwezige auto s. Het pand was verder niet gebruiksvergunningplichtig. De opstelling van de geparkeerde auto s was, vanwege de aard van het gebruik, anders dan in reguliere parkeergarages. Een schematische opstelling van de aanwezige auto s in het gedeelte van de parkeergarage waar de brand is ontstaan is te zien in figuur 4. In figuur 5 is een foto te zien, genomen na de brand, van een gedeelte van de opgestelde auto s. Deze foto geeft een goed beeld van de situatie. 6

Figuur 4: Schematische opstelling van aanwezige auto s op de tweede bouwlaag tijdens de brand. Figuur 5: Foto opstelling auto s op de tweede bouwlaag, genomen na de brand. 7

3. Beschrijving brandverloop en schadebeeld 3.1 Beschrijving brandverloop De brand van 13 oktober 2002 is ontstaan door brandstichting. De dader heeft een verder onbekende brandbevorderende vloeistof over de achterbank van de in figuur 4 aangegeven auto gegoten en deze in brand gestoken. Daarna hij de deur van de auto gesloten. De exacte tijd waarop de brandstichting heeft plaatsgevonden is niet goed te achterhalen. Ook de verklaringen van de verdachte leveren in deze geen exacte tijd op. Zeker is dat de brand niet voor 02.00 uur is aangestoken en zeker niet na 04.47 uur. Volgens verklaringen van de verdachte gebeurde er na de brandstichting eerst lange tijd niets maar ontstonden er na verloop van tijd toch rook en vlammen. Hieronder worden de verdere gegevens omtrent het verloop van de brand gegeven. Tijd Gebeurtenis 02.00 04.47 Interieur auto wordt in brand gestoken en deur wordt gesloten. Na verloop van tijd ontstaan rook en vuur. 04.47 Melding voorbijganger met scooter aan 112; brand in één auto op de tweede bouwlaag 04.50 Melding ter plaatse gekomen Koninklijke Marechaussee; meerdere auto s in brand tevens op de tweede bouwlaag 04.55 Melding eerste ter plaatse gekomen brandweer; 10 tot 15 auto s in brand op de tweede bouwlaag en exploderende benzine tanks 05.00 Melding brandweer; ook voertuigen op de derde bouwlaag in brand ±05.10 Eerste bluspoging brandweer, gericht op voorkomen van uitbreiding naar de begane grond van tegen het pand geparkeerde auto s. 05.22 Melding bevelhebbende brandweerofficier; ongeveer 30 auto s in brand 05.45 Bovendek parkeergarage stort gedeeltelijk in (constatering aanwezigen) 05.53 De brand op de tweede bouwlaag is zo goed als uitgebrand, op de derde bouwlaag bevinden zich nog ongeveer vijf brandende auto s 06.30 Brandmeester 3.2. Beschrijving schadebeeld De hierboven beschreven brand heeft de volgende schade opgeleverd: 2 de bouwlaag: 35 auto s totaal verwoest 3 de bouwlaag: 16 auto s totaal verwoest Begane grond rondom parkeergarage: 50 auto s licht tot zwaar beschadigd door stralingswarmte en spattend beton 2 dubbele T-liggers ingestort in 4 dubbele T-liggers waren gaten gebrand 1 draagbalk, waarop 5 dubbele T-liggers waren opgelegd was gescheurd en stond op instorten E.e.a. heeft geleid tot een totale schade van ongeveer 5.000.000,= Euro. Omdat beelden vaak meer zeggen dan een heleboel woorden volgt hier een aantal foto s van de geconstateerde schade na afloop van de brand. 8

Figuur 6: deel ingestorte vloer tussen bouwlaag 2 en 3 Figuur 7: zwaar beschadigde draagconstructie Figuur 8: aangestraalde auto s aan buitenzijde pand 9

4. Discussie 4.1 Algemeen Als gekeken wordt naar het verloop van de in dit rapport beschreven brand dan is voor dit onderzoek slechts de eerste fase, namelijk de fase tot interventie van de brandweer kort na 05.00 uur, van belang. Met betrekking tot deze fase zijn er twee relevante punten te constateren, te weten: 1. Er was sprake van brandstichting in 1 auto. De brand heeft zich vervolgens zonder verdere hulp uitgebreid. 2. De brand heeft zich verder en sneller ontwikkeld dan veelal vanuit de ontwerpeisen voor parkeergarages voor mogelijk wordt gehouden. Ad 1: De brand is in één auto gesticht en dan ook nog letterlijk in de auto. Vervolgens heeft deze brand zich geruime tijd ontwikkeld alvorens hij buiten de auto is getreden (helaas ontbreken hier harde gegevens over de ontwikkeltijd van de brand in dit stadium). De brand heeft zich vervolgens op natuurlijke wijze verder uitgebreid. Gezien de aard van de brandstichting mag geconcludeerd worden dat deze brand wellicht ook had kunnen plaats vinden als de brandoorzaak geen brandstichting was geweest maar bijvoorbeeld een technisch defect aan de betreffende auto. Tevens is dit scenario (brand in één auto) meestal uitgangspunt bij proefnemingen op dit gebied. Ad 2: Er wordt bij het ontwerpen van parkeergarages veelal vanuit gegaan dat er maximaal 3 tot 4 auto s tegelijkertijd in brand kunnen staan. Terwijl er bij deze brand totaal 51 auto s uitbrandden en er een moment is geweest waarop er naar schatting zo n 25 á 30 auto s gelijktijdig in brand stonden. 4.2 Was de eerste fase van de brand in de Hertz garage bijzonder? Voor de beantwoording van deze vraag wordt mede gebruik gemaakt van recentelijk gepubliceerd Europees onderzoek (1.) Dit onderzoek bestaat uit een statistisch onderzoek in Franse open- en gesloten parkeergarages over de periode 1995 1997 en brandproeven in diverse parkeergarages in de periode 1995 1998. Geschematiseerd kan gesteld worden dat er mogelijk twee wegen zijn waarlangs de branduitbreiding plaats heeft kunnen vinden: 1. Bovenlangs : de naast de brandende auto geparkeerde auto s ontbranden doordat zij aan de bovenkant worden opgewarmd door de warmtestraling en de langsstromende rookgassen / vlammen uit de brandende auto s. 2. Onderlangs : De kunststof tanks van de brandende auto s raken lek en de hieruit stromende benzine veroorzaakt een vloeistofbrand die de naast de brandende auto geparkeerde auto s aan de onderzijde tot ontbranding brengt. De brandproeven bevestigen de genoemde wegen (bovenlangs en onderlangs) van branduitbreiding. Analyse van de brandproeven laat echter zien dat plastic benzinetanks pas na gemiddeld 25 minuten scheuren / lek raken en dat pas dan een vloeistofbrand op de vloer onder de naast geparkeerde auto s ontstaat, die één tot enkele minuten duurt en tot brandoverslag leidt (meerzijdig). De 25 minuten betreft ook hier een gemiddelde waarop grote variatie mogelijk is. Het algemene beeld dat uit voorafgaand experimenteel onderzoek is gekomen, is dat het onder normale omstandigheden circa 12 minuten duurt, voordat één naast de brandende auto geparkeerde auto tot ontbranding komt (éénzijdige branduitbreiding i.v.m. variatie in ruimte tussen auto s; bovenlangs ). Het onderzoek geeft echter geen aanleiding om voor modellering af te wijken van de eerder gevonden 12 minuten tot overslag. 10

Verder wordt er in statistisch onderzoek in open parkeergarages van uitgegaan dat maximaal drie auto s uitbranden en in gesloten parkeergarages maximaal 7. Dat er niet meer auto s uitbranden ligt aan de interventie door de brandweer. Als belangrijke oorzaak voor het verschil tussen gesloten en open garages wordt genoemd dat de brandweer bij de gesloten garages de locatie van de brand lastiger kon detecteren (meer rook) en dat de brand zich daardoor meer kon uitbreiden. 4.2.1 Branduitbreiding bovenlangs Zoals uit [1] volgt kan voor de modellering van de branduitbreiding bovenlangs uitgegaan worden van een tijd tot overslag van 12 minuten. Daarnaast volgt uit stralingsberekeningen dat indien 3 dicht naast elkaar geparkeerde auto s branden, brandoverslag naar een tegenover (kop-staart) geparkeerde auto mogelijk is. Dit gebeurt extern d.w.z. dat eerst gaan de banden of de kunststof bumper branden en vervolgens breidt deze brand zich via de motorkap uit naar het motorcompartiment. Een branduitbreiding van compartiment naar compartiment is in deze veel minder waarschijnlijk, omdat in dat geval voldoende warmtestraling door de autoruiten moet worden geabsorbeerd om deze te breken. (bij gesloten ruiten zullen de meeste branden in het compartiment namelijk niet tot ontwikkeling komen). Duidelijk is dus dat de brandontwikkeling wordt versneld door de aanwezigheid van kunststofonderdelen aan de buitenzijde van auto s. Enerzijds doordat zij tot ontbranding kunnen komen, anderzijds doordat het brandend vermogen en dus de afstraling naar andere auto s toeneemt. Uit bovenstaande volgt voor een normale situatie dat geschematiseerd branduitbreiding bovenlangs als volgt plaats kan vinden: na 12 minuten vindt éénzijdig branduitbreiding plaats (bovenlangs); bij het in brand staan van 3 auto s kan brandoverslag over kop/staart plaatsvinden (bovenlangs);. De hier gegeven geschematiseerde branduitbreiding is gebaseerd op reguliere parkeergarages. In het geval van Hertz is hierop een aantal afwijkingen die de branduitbreiding versneld zullen hebben, te weten: 1. De auto s stonden dichter tegen elkaar geparkeerd dan gebruikelijk en er waren geen lege parkeerplaatsen te overbruggen ; 2. Alle auto s waren minder dan 6 maanden oud en dus voorzien van veel kunststofonderdelen, zeer waarschijnlijk meer dan de onderzochte auto s in 1995 1998; Ad 1: Doordat de auto s dichter bij elkaar stonden is de stralingsintensiteit op de naast geparkeerde auto s groter. Wat de eerder genoemde 12 minuten zou kunnen bekorten. Daarnaast is in de brandproeven en ontwerpeisen uitgegaan van asymmetrische geparkeerde auto s, waardoor de branduitbreiding slechts in één richting plaats vindt. In de Hertz garage stonden de auto's echter zo dicht en symmetrisch op elkaar dat vrijwel zeker min of meer gelijktijdige branduitbreiding in beide richtingen heeft plaatsgevonden. Ad 2: Doordat veel kunststofonderdelen aan de auto s aanwezig waren is het principe van de brandoverslag over de kop / staart erg aannemelijk. Bovendien zullen de auto s gemiddeld een hoger vermogen hebben gehad als de destijds bij het onderzoek gebruikte auto s, wat de overslagtijd uiteraard kan bekorten. Rekening houdende met bovenstaande zou geschematiseerd de brand zich als volgt hebben kunnen uitbreiden: na 12 minuten vindt tweezijdig branduitbreiding plaats (bovenlangs); bij het in brand staan van 3 auto s vindt brandoverslag over kop/staart plaats (bovenlangs); Hierbij dient opgemerkt te worden dat de hiergenoemde 12 minuten om eerder genoemde redenen korter zou moeten zijn. Er is echter niet voor een andere waarde gekozen omdat hiervoor niet direct een kwantitatieve onderbouwing voorhanden is. Indien we de schematisering voor branduitbreiding bovenlangs toepassen op de opstelling van de auto s op de tweede bouwlaag en uitgaan van de in brand gestoken auto aldaar dan ontstaat het volgende beeld (zie figuur 9) 11

Figuur 9: geschematiseerd brandverloop 1. na 12 minuten; er heeft voor de eerste keer overslag plaatsgevonden en er staan 3 auto s in de brand 2. na 24 minuten; er heeft voor de tweede keer overslag plaats gevonden en er staan 7 auto s in de brand 3. na 36 minuten; er heeft voor de derde keer overslag plaatsgevonden en er staan 11 auto s in de brand Bij de schematisering de volgende kanttekening te plaatsen: Een verder vervolg van deze schematisering heeft zeker geen betekenis, zelfs stap 3 mag in twijfel worden getrokken. Indien de branduitbreiding in een dergelijk stadium is en er vrijwel geen afvoer van rook/hitte plaats vindt, (het was vrijwel windstil bij een beperkte natuurlijke ventilatie) zal de verdere brandvoortplanting niet volgens het hier gehanteerde model voorspeld kunnen worden. Uit het geschematiseerde brandverloop blijkt dat globaal na een half uur (36 minuten) na het begin van de brand er al zo n 11 auto s in brand zullen staan. Als dit gegeven naast de getuigenverklaringen wordt geplaatst, bestaat er echter nog wel enig verschil. Uit dit gereconstrueerde brandverloop blijkt dat de brand zich uitbreidde van 1 naar 10/15 auto s in een tijdsbestek van 8 minuten. Conform het model zou een dergelijke uitbreiding mogelijk zijn bij een overslagtijd van maximaal 4 minuten. Hierbij moet er dan van worden uitgegaan dat de eerste waarneming plaatsvond vlak voor de eerste branduitbreiding en dat de waarneming van 11 brandende auto s plaatsvond vlak nadat de brand van 7 naar 11 auto s was uitgebreid. 12

4.2.2 Branduitbreiding onderlangs Zoals al aangegeven is ook branduitbreiding onderlangs een mogelijke weg geweest waarlangs de brand zich heeft kunnen ontwikkelen. Zeker is in ieder geval dat de technische recherche heeft geconstateerd dat er sprake is geweest van een brandende benzineplas op de vloer van de tweede bouwlaag. Uit het Europese onderzoek komt naar voren dat het bij een in brand geraakte auto gemiddeld 25 minuten duurt alvorens de benzinetank lek raakt en de uitstromende benzine een plasbrand veroorzaakt. Dat hierop veel afwijking mogelijk is blijkt onder andere uit één van de gerapporteerde proeven. Hierbij werd een benzinetank direct aangestraald waardoor binnen 6 minuten de tank lek was geraakt en de plasbrand die zo ontstond de naast gelegen auto s had ontstoken. Uitgaande van de gemiddelde duur van 25 minuten alvorens een benzinetank lek raakt en uitgaande van de modellering branduitbreiding bovenlangs zou de branduitbreiding onderlangs geen rol hebben gespeeld in de branduitbreiding. Uiteraard draagt de brandende benzine in dat geval nog wel bij in de piek brandvermogens van de brand en indirect dus ook in de branduitbreiding (zeker als bedacht wordt dat alle auto s waren afgetankt). Het kan echter op grond van de grote spreiding in waarnemingen niet uitgesloten worden dat branduitbreiding onderlangs de oorzaak zou zijn voor de snelle branduitbreiding. 4.2.3 Terug naar de hoofdvraag Was de eerste fase van de brand in de Hertz garage bijzonder? Of deze vraag met ja of met nee beantwoord moet worden hangt vooral af van hoe tegen deze vraag wordt aangekeken. Vanuit een statistisch oogpunt (het oogpunt van de brandweerofficieren uit de inleiding) moet deze vraag volmondig met ja beantwoord worden. De statistiek geeft immers duidelijk aan dat in open parkeergarages met maximaal 3 brandende auto s rekening moet worden gehouden. Als echter vanuit een technisch inhoudelijke optiek naar de brand wordt gekeken en daarbij de specifieke situatie bij Hertz in ogenschouw wordt genomen mag voorzichtig gesteld worden dat de branduitbreiding niet buiten de marges van hetgeen op dit moment bekend omtrent branduitbreiding in parkeergarages is getreden. 4.3 Kan een dergelijke brand zich voordoen in reguliere parkeergarages De omstandigheden in de parkeergarage van Hertz verschillen op een aantal (wezenlijke) punten van de omstandigheden in een reguliere parkeergarage. Met name vallen hier te noemen: 1. De auto s stonden dichter tegen elkaar geparkeerd dan gebruikelijk en er waren geen lege parkeerplaatsen te overbruggen ; In reguliere garages komen gemiddelde tussenafstanden van 50 tot 70 centimeter voor tegenover 40 centimeter voor de Hertz opstelling. Doordat de auto s dichter bij elkaar stonden is de stralingsintensiteit op de naast geparkeerde auto s groter, wat de eerder genoemde 12 minuten zou kunnen bekorten. Onder 4.2.1 is een overslagtijd van 4 minuten berekend. Daarnaast is in de brandproeven en ontwerpeisen uitgegaan van asymmetrische geparkeerde auto s, waardoor de branduitbreiding slechts in één richting plaats vindt. In de Hertz garage stonden de auto's echter zo dicht en symmetrisch op elkaar dat vrijwel zeker gelijktijdige branduitbreiding in beide richtingen heeft plaatsgevonden. 2. Alle auto s waren minder dan 6 maanden oud en dus voorzien van in vergelijking met oudere auto s relatief veel kunststofonderdelen. (zeer waarschijnlijk meer dan de onderzochte auto s in 1995 1998) Tevens waren alle auto s voorzien van kunststof benzinetanks; Doordat veel kunststofonderdelen aan de auto s aanwezig waren is het principe van de brandoverslag over de kop / staart erg aannemelijk. Bovendien zullen de auto s gemiddeld een hoger vermogen hebben gehad als de destijds bij het onderzoek gebruikte auto s, wat de overslagtijd uiteraard kan bekorten 3. Alle auto s hadden een volle brandstoftank; Een volle tank zal tot hogere piek brandvermogens leiden, dus meer straling, en ook tot grotere vloeistofbranden onder de naast geparkeerde auto s. Dit kan uiteraard ook tot een snellere brandontwikkeling leiden. In een openbare parkeergarage zal gemiddeld gerekend moeten worden met een 1/2 tot 3/4 volle benzine tank. 13

4. Er was vrijwel geen afvoer van rook en hitte De parkeer garage was natuurlijk geventileerd, op de ochtend van de brand was er weinig wind. Elk van de genoemde brandbevorderende omstandigheden kan in principe voorkomen in een reguliere parkeergarage. De hier fatale combinatie van omstandigheden zal in een reguliere parkeergarage statistisch gezien niet snel optreden maar ook één of een combinatie van twee van de hiervoor gegeven omstandigheden kan in principe al leiden tot een grotere brand dan verwacht wordt. Zeker is het in ieder geval dat in de toekomst het kunststofgehalte van auto s (inclusief de benzinetanks) alleen maar zal toenemen. De uitzonderlijke situatie bij de Hertz brand zal over een jaar of vijf gemeengoed zijn in reguliere parkeergarages. De brand heeft nu plaatsgevonden in een bovengrondse parkeergarage. Opgemerkt kan worden dat de brandweer voor een zware opgave staat indien een vergelijkbare brand in een ondergrondse parkeergarage bestreden moet worden. 14

5. Conclusies en aanbevelingen De brand in de parkeergarage van Hertz was ongemeen heftig, er blijken binnen de huidige preventieve regelgeving omstandigheden mogelijk die leiden tot een brand die bij aankomst van de brandweer de repressie al problematisch maken. Dit brandverloop kan deels verklaard worden uit situatie specifieke omstandigheden. Dicht opeengepakte, nieuwe, afgetankte auto s. Dergelijke situaties zullen zich bij autoverhuurbedrijven vaker voordoen. In openbare parkeergarages lijken dergelijke situaties niet geheel uit te sluiten. Het geven van aanbevelingen op basis van één enkele brand is een hachelijke zaak. De relevantie van deze brand zal zich in de toekomst verder moeten bewijzen. Voorlopig komen we tot de volgende aanbevelingen: 1. Informeer brandweren over ervaringen met brand in parkeergarages. 2. Overweeg het stellen van eisen aan de stalling van auto s voor autoverhuurbedrijven. 3. Betrek de mogelijkheid van een omvangrijkere brand bij de bepaling van gelijkwaardigheden en installatie technische voorzieningen in de vergunningsfase van een parkeergarage. 4. Informeer de verantwoordelijken voor de repressieve schakel over deze brand, het tempo en de omvang. 5. Inventariseer de risicovolle parkeergarages in uw uitruk gebied. 6. Doe verder onderzoek naar brandverspreiding in parkeergarages waarbij ook het aspect lopende benzine wordt meegenomen. 15

Literatuur 1. Jojeux D. e.a., Demonstration of real fire tests in car parks and high buildings, European commision technical steel research, final report 2002, EUR 20466 en. 16