REGLEMENT RAAD VAN COMMISSARISSEN STICHTING WOONSTAD ROTTERDAM



Vergelijkbare documenten
Reglement raad van commissarissen UWOON

Reglement raad van commissarissen UWOON

de vigerende statuten van de Stichting het bestuur van de stichting als bedoeld in artikel 6 van de De statuten

Reglement statutair-directeur Stichting Woonveste ex artikel 5 lid 4 en 5 lid 5 van de statuten d.d. 2 oktober 2013

Voorbeeld reglement raad van commissarissen, hoofdstuk 4

Reglement bestuur UWOON. Artikel 1 Definities

REGLEMENT RAAD VAN COMMISSARISSEN EN BESTUUR STICHTING VIVERION ex artikel 4 lid 4 en artikel 18 lid 1 van de statuten

Reglement voor de Raad van Commissarissen van Rentree

Reglement Raad van Commissarissen Stichting Woonwaard Noord-Kennemerland

Reglement raad van commissarissen Lavide Holding N.V.

De Raad van Commissarissen: Stichting GroenWest ex artikel 18 lid 1 van de statuten Vastgesteld in de RvC-vergadering van 22 september 2015

Reglement, werkwijze en taakverdeling RVC

Reglement voor de Raad van Commissarissen van woonstichting De Zes Kernen

1.4 Van het bestaan van dit reglement wordt melding gemaakt in het verslag van de raad van commissarissen in het jaarverslag.

reglement Raad van Toezicht CNV Publieke Zaak per 1 januari 2006

REGLEMENT RAAD VAN COMMISSARISSEN STICHTING WOONSTAD ROTTERDAM

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken.

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING THEATER DAKOTA

REGLEMENT VOOR DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN SOURCE GROUP N.V. (de Vennootschap ) Vastgesteld door de raad van commissarissen

Reglement voor de Raad van Commissarissen

De stichting heeft als werkgebied alle gemeenten in Nederland.

Reglement voor de Audit Commissie Stichting WSW

Reglement voor de Audit Commissie Woonstichting Vooruitgang

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis.

Reglement Raad van Commissarissen

1. Vaststelling en reikwijdte reglement Samenstelling van de Raad van Commissarissen Benoeming van leden van de Raad van Commissarissen 4

Reglement Raad van Toezicht. Stichting Hogeschool Leiden CONCEPT ALGEMEEN

STATUTENWIJZIGING. d.d. 25 januari Als gevolg van het besluit tot statutenwijziging luiden de statuten met onmiddellijke ingang als volgt:

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT HOGESCHOOL LEIDEN

REGLEMENT VOOR DE RAAD VAN COMMISSARISSEN WOLD & WAARD

De Raad van Toezicht voert tenminste jaarlijks met de Raad van Bestuur een functionering en beoordelingsgesprek. (in de maand september)

GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES

BESTUURSREGLEMENT STICHTING WOONSTAD ROTTERDAM

Reglement raad van toezicht Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging

STATUTEN CASADE WOONSTICHTING. Casade Woondiensten

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT Vastgesteld op 27 september 2016

STATUTEN STICHTING STADGENOOT

REGLEMENT RAAD van TOEZICHT Stichting EduDivers. Amsterdam. Vastgesteld op 19 mei 2017

1. Positionering Raad van Toezicht in de stichting

Reglement commissies raad van commissarissen Ymere 1

Nederlandse Brandwonden Stichting

REGLEMENT RAAD VAN COMMISSARISSEN STICHTING YMERE

C REGLEMENT VOOR DE RAAD VAN TOEZICHT

Reglement Raad van Toezicht Coöperatie Zorgaanbieders Midden Nederland

Bevoegdheden en verantwoordelijkheden Raad van Toezicht.

REGLEMENT VAN DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE HARTSTICHTING

VOORSTEL TOT STATUTENWIJZIGING Koninklijke KPN N.V., gevestigd te 's-gravenhage. (KPN) 7 maart 2018

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

IB / blad 1 DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN: WONINGSTICHTING BARNEVELD GEVESTIGD TE BARNEVELD PER 6 NOVEMBER 2018 Hoofdstuk I. AL

Reglement van Toezicht 12 september 2014

Reglement raad van commissarissen en bestuur

2. Dit reglement is in werking getreden op 18 februari 2010 en vervangt het reglement van 14 september 2006.

Titel: Reglement Raad van Toezicht Dienstencentrum OBG

Reglement van de stichting De Woningstichting gevestigd te Wageningen

Reglement van de Financiële Commissie van NOC*NSF

HEIJMANS N.V. REGLEMENT AUDITCOMMISSIE

Reglement Auditcommissie Raad van Commissarissen MN

REGLEMENT VAN DE RAAD VAN TOEZICHT VAN HET PRINS HENDRIKFONDS

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT Stichting Thuisvester ex artikel 18 lid 6 van de statuten d.d. 1 juli 2014

REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VERGADERINGEN EN ANDERE WERKZAAMHEDEN VOOR DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN BERKEL MILIEU NV

Reglement van Toezicht 21 december 2017

Reglement auditcommissie SOR

REGLEMENT RAAD VAN COMMISSARISSEN EN BESTUUR STICHTING WOONGOED 2-DUIZEND EX ARTIKEL 18 lid 1 VAN DE STATUTEN d.d.

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING HET INTER-LOKAAL & TANDEM

Reglement commissies raad van commissarissen Ymere 1

Profielschets Raad van Commissarissen Wonion

Reglement voor de Raad van Toezicht van IRIS

Beleid werving en selectie Van Lanschot Groep (RvC, RvB Van Lanschot en Directie Kempen & Co)

Reglement auditcommissie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT FULDAUERSTICHTING

Reglement Raad van Toezicht

DIERENOPVANGCENTRUM AMSTERDAM. Reglement. Raad van Toezicht. november 2018

Reglement Raden van Toezicht. Vredewold

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING SYMPANY EN STICHTING SYMPANY+

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE STICHTING WOONLINIE d.d. 1 januari In dit reglement hebben onderstaande begrippen de navolgende betekenis:

Bevoegdheden en verantwoordelijkheden raad van toezicht

BESTUURSREGLEMENT Stichting Thuisvester ex artikel 5 lid 4 van de statuten d.d. 1 juli 2014

Huishoudelijk Reglement Raad van Toezicht NLPO

Reglement Raad van Toezicht

Stichting Wonen Zuid. DOEL Artikel 3 De stichting heeft als doel uitsluitend werkzaam te zijn op het gebied van de volkshuisvesting.

Naam en Zetel Doel Vermogen Bestuur

Reglement voor de Raad van Toezicht Stichting Katholiek en Protestants- Christelijk Onderwijs Eindhoven en omgeving (S.K.P.O.)

Reglement voor de Raad van Commissarissen

Artikel 1. Reglement Dit Reglement is opgesteld ingevolge artikel 11, 12 en 13 van de statuten van de stichting C est La Vie-Huis t Gooi.

REGLEMENT VOOR DE RAAD VAN COMMISSARISSEN STICHTING WONINGCORPORATIE WOONGENOOT

Reglement van de raad van commissarissen

Reglement van de Financiële Commissie van NOC*NSF

PRORAIL B.V. REGLEMENT VAN DE AUDITCOMMISSIE

Reglement Raad van Toezicht. Diabetes Fonds

Vastgesteld op 1 februari Reglement Raad van Commissarissen

Reglement Raad van Toezicht

Statuten Stichting OLVG, met ingang van 1 juni 2015

STATUTEN VAN. Woningbouwvereniging Samenwerking Slikkerveer GEVESTIGD TE RIDDERKERK. KvK-nummer

BIJLAGE B BIJ DE TOELICHTING OP DE AGENDA VOOR DE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ALLIANDER N.V., TE HOUDEN OP 27 MAART 2013

Reglement Raad van Commissarissen Mitros. 20 april Reglement Raad van Commissarissen Mitros. DS/200411/aangepast op /SF

Reglement Raad van Toezicht en Raad van Bestuur

REGLEMENT RAAD VAN COMMISSARISSEN STICHTING DE HUISMEESTERS

REGLEMENT RAAD VAN COMMISSARISSEN STICHTING YMERE 1

Ter wille van de duidelijkheid worden enkele in de Statuten opgenomen bepalingen geheel of gedeeltelijk herhaald.

Transcriptie:

REGLEMENT RAAD VAN COMMISSARISSEN STICHTING WOONSTAD ROTTERDAM 7 februari 2012 1

INHOUD 1. Definities 2. Functie reglement 3. Informatieverstrekking 4. Benoeming, schorsing en ontslag van het Bestuur 5. Functioneren en salarisvoorwaarden van het Bestuur 6. Vervanging van (een lid van) het Bestuur 7. Profiel van de RvC 8. Samenstelling en benoeming leden RvC 9. Taken en bevoegdheden van de RvC 10. Onverenigbaarheden 11. Aftreden leden RvC 12. Schorsing en ontslag leden RvC 13. Vergaderingen RvC 14. Besluitvorming RvC 15. Goedkeuring van bepaalde besluiten/rechtshandelingen 16. Commissies 17. Vergoeding RvC 18. Vertrouwelijkheid 2

REGLEMENT RAAD VAN COMMISSARISSEN STICHTING WOONSTAD ROTTERDAM ex artikel 19 van de statuten Artikel 1 - Definities In dit Reglement wordt verstaan onder: - De Stichting: Stichting Woonstad Rotterdam, gevestigd te Rotterdam, kantoorhoudende aan de Rochussenstraat 21 te Rotterdam; - De Raad van Commissarissen (RvC): Het orgaan van de Stichting dat toezicht op het Bestuur houdt (artikel 7 lid 1 sub b/ BBSH); - Het Bestuur: Het orgaan van de Stichting dat de Stichting bestuurt (op grond van artikel 2:291 lid 1 BW); Artikel 2 - Functie Reglement 1. Dit Reglement is het reglement zoals genoemd in artikel 19 van de statuten van de Stichting. Dit Reglement geeft nadere voorschriften, welke de RvC bij de uitoefening van zijn taak in verhouding tot de Stichting en in verhouding tot het Bestuur dient na te leven, zulks ter aanvulling op het bepaalde in de statuten van de Stichting d.d. 31 juli 2007. 2. Dit Reglement is vastgesteld bij besluit van de RvC op 7 augustus 2007 en gewijzigd op 7 oktober 2008 en 7 februari 2012. Door ondertekening verklaart het Bestuur met de daarin opgenomen bepalingen akkoord te gaan. 3. Dit Reglement kan te allen tijde worden gewijzigd door de RvC, nadat daarover met het Bestuur overleg is gevoerd. 4. Indien dit Reglement bepalingen bevat die in strijd zijn met de wet en/of de statuten van de Stichting prevaleren de desbetreffende bepalingen in de wet en/of de statuten. 5. Onverminderd het bepaalde in dit Reglement zullen het Bestuur en de RvC voor hun functioneren als uitgangspunt hanteren de algemene beginselen van good governance en de aanbevelingen van de Commissie Glasz en de Commissie Winter. Tevens onderschrijven het Bestuur en de RvC de Aedescode/Governancecode. 6. Van het bestaan van dit Reglement wordt melding gemaakt in het verslag van de RvC in het jaarverslag. Artikel 3 - Informatieverstrekking 1. Het Bestuur verschaft de RvC tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens. 2. Het Bestuur zal de RvC naast de jaarlijkse verslaggeving als in de statuten geregeld, regelmatig op de hoogte houden van de gang van zaken binnen de Stichting en de met haar verbonden onderneming(en). 3

3. Voorts zal het Bestuur de RvC op de hoogte houden van ontwikkelingen op het gebied van de volkshuisvesting en de voor de Stichting belangrijke ontwikkelingen in de markt waarin zij opereert. 4. Informatieverstrekking zoals bedoeld in het vorige lid zal steeds plaatsvinden, zodra het Bestuur daartoe aanleiding aanwezig acht en dient voorts te geschieden indien de voorzitter van de RvC, al dan niet op verzoek van een commissaris, daarom verzoekt. 5. Tenminste eenmaal per kwartaal zal het Bestuur de RvC een schriftelijke tussentijdse rapportage (kwartaalrapportage) verstrekken, waarin zowel op volkshuisvestelijk gebied als in financieel opzicht alsmede met betrekking tot de werkorganisatie de ontwikkelingen van de Stichting en de met haar verbonden onderneming (en) worden weergegeven. Deze rapportage zal steeds in de vergadering van de RvC worden besproken. Naast de kwartaalrapportage zal het Bestuur de RvC periodiek informeren over realisering van de strategie en de ondernemingsdoelstellingen van de Stichting alsook over de interne beheersingssystematiek en het risicoprofiel van de onderneming(en) van de Stichting. 6. De RvC ontvangt het jaarlijks verslag van de Geschillenadviescommissie. Artikel 4 - Benoeming, schorsing en ontslag van het Bestuur 1. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 van de statuten van de Stichting is de RvC bevoegd leden van het Bestuur te benoemen, te schorsen en te ontslaan. 2. Een voorstel tot schorsing of ontslag van een lid van het Bestuur dient met redenen te zijn omkleed. Voordat het voorstel tot schorsing of ontslag wordt behandeld wordt de voorzitter van het Bestuur van de Stichting door de RvC gehoord. Betreft het voorstel de voorzitter van het Bestuur, dan bepaalt de RvC het tijdstip waarop de andere leden van het Bestuur hierover worden gehoord. 3. De RvC nodigt - ingeval van een voorstel tot schorsing of ontslag - het lid van het Bestuur per aangetekende brief uit om in zijn vergadering te verschijnen, alwaar hem de gelegenheid wordt geboden zijn standpunt toe te lichten en verweer te voeren. Het lid van het Bestuur kan zich laten vergezellen dan wel laten vertegenwoordigen door een (juridisch) deskundige. 4. Het niet ter vergadering verschijnen van het lid van het Bestuur na daartoe te zijn uitgenodigd vormt geen belemmering voor het nemen van een besluit over schorsing of ontslag. 5. De RvC neemt een met redenen omkleed besluit over de schorsing of ontslagverlening van het lid van het Bestuur. Dit besluit wordt door de voorzitter van de RvC op schrift gesteld. Hij draagt tevens zorg voor (aangetekende) verzending aan betrokkene. 6. De Ondernemingsraad wordt - overeenkomstig artikel 30 van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) - in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over een voorgenomen besluit tot benoeming of ontslag van een lid van het Bestuur. 4

Artikel 5 - Functioneren en salarisvoorwaarden van het Bestuur 1. Aan het begin van het boekjaar van de Stichting worden de prestatiedoelstellingen van het Bestuur in een overleg tussen de RvC en de afzonderlijke leden van het Bestuur vastgesteld. Aan het einde van het boekjaar van de Stichting vindt in een overleg tussen de RvC en de afzonderlijke leden van het Bestuur beoordeling plaats in hoeverre is voldaan aan de vooraf vastgestelde prestatiedoelstellingen van het Bestuur. 2. Tenminste eenmaal per jaar vindt overleg tussen de RvC en het Bestuur plaats omtrent het functioneren alsmede de salariëring, de opleiding en overige arbeidsvoorwaarden van de afzonderlijke leden van het Bestuur. Van dit overleg wordt een schriftelijk verslag gemaakt. Artikel 6 - Vervanging van (een lid van) het Bestuur 1. In geval van kortdurende afwezigheid van een lid van het Bestuur vindt vervanging plaats door een ander lid van het Bestuur. 2. Ingeval van langdurige afwezigheid van een lid van het Bestuur zal het Bestuur een voorstel aan de RvC doen hoe de vervanging dient plaats te vinden. Artikel 7 - Profiel van de RvC 1. De RvC bestaat uit ten minste zeven en ten hoogste negen personen en dient te voldoen aan het navolgende profiel: De RvC dient als college in staat te zijn om volwaardig gesprekspartner van het Bestuur te zijn op strategisch niveau, waarbij afzonderlijke leden van de Raad op specifieke deelterreinen adviseur en sparringpartner kunnen zijn. Dit vereist dat de RvC in zijn geheel beschikt over goed analytisch inzicht en zich positiefkritisch ten opzichte van het Bestuur opstelt. De RvC is zich bewust van zijn rol en verantwoordelijkheid om als college op afstand toezicht te houden. a. Voor de samenstelling van de RvC geldt als algemeen uitgangspunt dat hij beschikt over: - kennis en ervaring op het gebied van bestuur en toezicht; - een strategische oriëntatie; - een brede maatschappelijke ervaring en betrokkenheid; - kennis en affiniteit met de volkshuisvesting; - kennis van de financiële regelgeving en het financiële beheer van een onderneming; - duidelijke binding met Rotterdam. Met inachtneming van deze algemene uitgangspunten dienen binnen de Raad specifieke deskundigheden aanwezig te zijn op de volgende gebieden: - financiën, bedrijfseconomie, treasury; - juridische zaken; - bedrijfskunde; - human resource management; - volkshuisvesting (inc. participatie) - stedelijke ontwikkeling, planologie; - ontwikkeling, bouw en commercieel beheer van vastgoed; - zorg, welzijn en sociale zaken (incl. wijkaanpak en participatie) - openbaar bestuur 5

b. De noodzakelijke kennis en ervaring dient te blijken uit relevante opleiding en (voormalige) leidinggevende functie in een groot of middelgroot bedrijf, maatschappelijke organisatie, wetenschappelijke organisatie of overheidsorganisatie. c. De voorzitter van de RvC dient te beschikken over goede leidinggevende kwaliteiten, waarvan moet blijken uit de vervulling van een huidige of voormalige functie; d. De Raad streeft naar continuïteit in de bezetting. Dit wordt bereikt door spreiding in de momenten van benoeming en herbenoeming van commissarissen. e. Naast de beschikbaarheid van algemene en specifieke deskundigheden streeft de Raad naar een opbouw die recht doet aan algemeen aanvaarde opvattingen over de samenstelling van toezichthoudende organen. Artikel 8 - Samenstelling en benoeming leden RvC 1. De leden van de RvC worden door de Raad benoemd, geschorst en ontslagen. 2. Bij de samenstelling van de RvC wordt rekening gehouden met algemene bestuurlijke kwaliteiten en ervaring, affiniteit met de doelstellingen van de Stichting, en met spreiding van deskundigheden en achtergronden. Bij de benoeming van de leden in de RvC wordt door de Raad in acht genomen de profielschets van de Raad als omschreven in artikel 7 en het specifieke profiel voor de ontstane vacature zoals omschreven in het 5 e lid. Het Bestuur van de Stichting wordt door de Raad gehoord omtrent een voorgenomen benoeming. Tevens wordt de Ondernemingsraad overeenkomstig de CAO Woondiensten in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over voorgenomen benoemingen. 3. Voor de benoeming van één lid van de RvC wordt de Ondernemingsraad in de gelegenheid gesteld een bindende voordracht te doen. 4. Voor de benoeming van twee leden van de RvC wordt de door de Stichting erkende huurdersorganisatie (hierna: de Klantenraad) in de gelegenheid gesteld een bindende voordracht te doen. 5. Bij het ontstaan van een vacature stelt de RvC voor de betreffende vacature de profielschets op. De profielschets dient onder meer te bevatten: - de eigenschappen die benodigd zijn voor het vervullen van de betreffende vacature; - de kennis en vaardigheden die benodigd zijn voor de betreffende vacature. Van de vacature en de op die vacature betrekking hebbende profielschets wordt aankondiging gedaan op een door de Raad te bepalen wijze. 6. De leden van de Raad van Commissarissen worden op openbare wijze geworven (principe III.3, uitwerking 3.1) 7. In geval de vacature de Klantenraadzetel of de Ondernemingsraadzetel in de RvC betreft, deelt het Bestuur aan de Klantenraad en de Ondernemingsraad mee wanneer de zetel in de RvC vrijkomt. Bij zijn mededeling overlegt het Bestuur een afschrift van de door de RvC vastgestelde profielschets. Tevens worden de Huurdersorganisatie en de Ondernemingsraad daarbij uitgenodigd een voordracht te doen, waarbij zoveel als mogelijk rekening dient te worden gehouden met de door de Raad vastgestelde profielschets. Voorts worden in goed overleg met deze organen afspraken gemaakt over de procedure die bij de werving van de voor te dragen kandidaat zal worden gevolgd. 6

8. De voordracht dient binnen twee maanden na dagtekening van de onder 7 bedoelde uitnodiging te worden gedaan. 9. De kandidaatstelling voor een lid van de RvC geschiedt schriftelijk onder overlegging van het curriculum vitae van de kandidaat.. 10. De RvC toetst de voorgedragen kandidaat aan de vastgestelde profielschets. 11. Voldoet de voordracht als bedoeld onder de leden 4 en 5 niet aan de profielschets of wordt de voordracht niet binnen de onder 7 genoemde termijn gedaan, dan is de RvC vrij in zijn keuze. 12. In geval de vacature een zetel in de RvC betreft, doch niet die waarvoor de Klantenraad of de Ondernemingsraad een bindende voordracht doet, is het Bestuur bevoegd personen aan te bevelen. 13. Benoemingen van de RvC worden gepubliceerd in het jaarverslag van de Stichting. Artikel 9 - Taken en bevoegdheden van de RvC 1. De RvC heeft tot taak toezicht houden op het beleid van het Bestuur en op de algemene gang van zaken in de Stichting en de met haar verbonden instelling(en). 2. De RvC is bevoegd tot het nemen van maatregelen die voor uitoefening van dat toezicht nodig zijn en daartoe de uitvoering van besluiten van het Bestuur te schorsen. 3. De RvC is niet gehouden over zijn handelingen verantwoording af te leggen aan het Bestuur. 4. De RvC staat het Bestuur met raad terzijde. 5. Bij de vervulling van hun taak richten de leden van de RvC zich naar het belang van de Stichting en de met haar verbonden onderneming(en). 6 Onverminderd hetgeen hierover elders in dit Reglement of de statuten van de Stichting is bepaald, bewaakt de RvC en houdt hij toezicht op: - de realisatie van de doelstellingen van de Stichting; - de strategie en risico s verbonden aan de activiteiten van de Stichting; - de opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen; - de naleving van wet- en regelgeving. - het risicomanagement en de interne beheersing van verbindingen (principe III.1, uitwerking 1.6) 7. De RvC danwel een delegatie daarvan overlegt ten minste één keer per jaar met de Huurdersorganisatie en de Ondernemingsraad in aanwezigheid van het Bestuur. Artikel 10 - Onverenigbaarheden 1. Indien een lid van de RvC voorziet dat een (schijn van) onverenigbaarheid, als in artikel 13 van de statuten bedoeld, zou kunnen optreden of een anderszins tegenstrijdig belang tussen hem en de Stichting, dient hij de voorzitter van de RvC hiervan onverwijld in kennis te stellen. Tenzij het betreffende lid vervolgens aanstonds besluit af te treden zal de voorzitter vervolgens na overleg met het betreffende lid vaststellen of consultatie van de volledige RvC wenselijk is. Betreft de in dit lid bedoelde situatie de voorzitter, dan wordt hij voor de toepassing van deze bepaling vervangen door de vice-voorzitter van de RvC. 7

2. Indien de RvC van oordeel is dat er sprake is van een incidentele onverenigbaarheid, waarvoor een tijdelijke oplossing gevonden kan worden, dan werkt het desbetreffende lid van de RvC aan deze oplossing mee. 3. Indien de RvC van oordeel is dat er sprake is van een meer dan incidentele onverenigbaarheid, dient het desbetreffende lid van de RvC af te treden. 4. Lid van de RvC kan niet zijn een persoon die al lid is van vijf andere Raden van Commissarissen bij andere grote rechtspersonen als bedoeld in artikel 2: 397 lid 2 BW, waarbij een voorzitterschap dubbel telt. Artikel 11 - Aftreden leden RvC 1. De RvC stelt een rooster van aftreden op. Bij het vaststellen van het rooster van aftreden geldt als uitgangspunt dat de continuïteit van de RvC niet in gevaar komt. Leden van de RvC treden af tijdens de laatste vergadering voorafgaande aan het tijdstip waarop hun benoeming verstrijkt. 2. Een commissaris dient tussentijds af te treden ingeval van onvoldoende functioneren, structurele verschillen van inzicht over het te voeren beleid, onverenigbaarheid van belangen of wanneer dit anderszins naar het oordeel van de RvC is geboden. 3 Indien sprake is van tussentijds openvallen van plaatsen in de RvC, voorziet de Raad zo spoedig mogelijk in de vacature(s). Tussentijds benoemde leden van de RvC nemen op het rooster van aftreden de plaats in van hen, die zij vervangen. Artikel 12 - Schorsing en ontslag leden RvC 1. De RvC kan een lid van de RvC ontslaan. 2. Met betrekking tot schorsing van een lid van de RvC zijn met inachtneming van het in artikel 15 van de statuten van Stichting bepaalde - artikel 4 lid 3, eerste volzin en lid 4 tot en met 6 van dit Reglement van overeenkomstige toepassing. Voor het lid van het Bestuur dient gelezen te worden het lid van de RvC. Artikel 13 - Vergaderingen RvC Het bepaalde in dit artikel alsook artikel 14 laat onverlet het algemene uitgangspunt van open communicatie, een goede onderlinge verstandhouding en een positief kritische houding, waartoe de leden van de RvC zijn gehouden. Daarbij wordt gestreefd naar consensus bij de besluitvorming. 1. Ten minste vier keer per jaar wordt een vergadering gehouden. 2. Voorts wordt een vergadering gehouden wanneer de voorzitter dit nodig acht. 3. Wanneer één of meer leden van de RvC en/of één of meer leden van het Bestuur het nodig acht(en) dat een vergadering wordt gehouden kan hij/kunnen zij de voorzitter schriftelijk en onder opgave van de te behandelen punten verzoeken een vergadering bijeen te roepen. 4. Geeft de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg dan is/ zijn de verzoeker(s) bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen op de wijze waarop de voorzitter een vergadering bijeenroept. Aan een dergelijk verzoek wordt in elk geval geacht geen gevolg te zijn gegeven indien de vergadering niet binnen drie weken na indiening van het verzoek wordt gehouden. 8

5. Behalve wanneer overeenkomstig het derde lid van dit artikel de vergadering door één of meer leden van de RvC en/of één of meer leden van het Bestuur wordt bijeengeroepen, geschiedt de oproeping tot de vergadering door de voorzitter. 6. De oproeping geschiedt met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, waarbij de dag van de oproeping en die van de vergadering niet worden meegerekend. 7. De oproeping geschiedt schriftelijk, waarbij worden vermeld de plaats en het tijdstip van de vergadering en de te behandelen onderwerpen. 8. De voorzitter, en bij diens ontstentenis de vice-voorzitter van de RvC heeft de leiding bij de uitvoering van alle aan de RvC toebedeelde taken. Hij leidt de vergaderingen. 9. Leden van de RvC zijn bevoegd voorstellen ter behandeling in de vergadering in te dienen. Voorzover indiening bij de voorzitter plaatsvindt, nadat de oproeping reeds is verzonden, komen zij slechts voor behandeling in aanmerking indien alle leden van de Raad ter vergadering aanwezig zijn, met de behandeling daarvan instemmen en met inachtneming van de bevoegdheden van het Bestuur. 10. Ieder lid van de RvC is bevoegd tijdens de vergadering voorstellen te doen aangaande de te behandelen agenda, de volgorde van de behandeling van onderwerpen en de orde van de vergadering. 11. Besluiten kunnen slechts worden genomen over onderwerpen die bij de oproeping zijn meegedeeld. 12. Zijn ter vergadering alle leden van de RvC aanwezig, dan kunnen besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen. 13. Van hetgeen besproken en besloten is worden notulen gemaakt. De notulen van de vorige vergadering worden in de eerstvolgende vergadering door de RvC vastgesteld. 14. Vergaderingen van de RvC worden bijgewoond door het Bestuur, tenzij de Raad te kennen heeft gegeven zonder het Bestuur te willen vergaderen. De leden van het Bestuur hebben het recht om in de vergadering het woord te voeren. 15. Naast de in lid 1 van dit artikel bedoelde vergaderingen, vergadert de RvC ten minste één maal per jaar buiten de aanwezigheid van het Bestuur. Deze vergadering heeft als doel het functioneren van de RvC en het Bestuur te evalueren, met inbegrip van opvolgings- en beloningskwesties en opleidingsbehoeften. 16. Een door het Bestuur aangewezen medewerker draagt zorg voor het archief van de RvC. In het archief moeten alle bescheiden, ingekomen stukken en kopieën van uitgegane brieven met betrekking tot de werkzaamheden van de RvC worden bewaard. Dit archief is voor alle leden van de RvC (en het Bestuur) toegankelijk. 17. Van de vergaderingen van de RvC wordt melding gemaakt in het jaarverslag. 9

Artikel 14 - Besluitvorming RvC 1. De RvC kan slechts rechtsgeldig besluiten nemen, wanneer ter vergadering ten minste de helft van het aantal in functie zijn commissarissen aanwezig is. 2. Voor zover de statuten van de Stichting geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle besluiten genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. 3. Indien een lid van de RvC dit wenst wordt schriftelijk gestemd. 4. Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming, danwel omtrent de inhoud van een genomen besluit - voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel - is beslissend. 5. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een lid van de RvC dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. 6. De RvC kan ook buiten vergadering besluiten nemen mits de zienswijze van alle leden van de RvC schriftelijk wordt ingewonnen en geen van de leden van de RvC zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Artikel 15 - Goedkeuring van bepaalde besluiten/rechtshandelingen 1. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 10 van de statuten van de Stichting behoeft het Bestuur de goedkeuring van de RvC voor het namens de Stichting nemen van de volgende besluiten c.q. verrichten van de volgende rechtshandelingen: a. de vaststelling of (ingrijpende) wijziging van de begroting, de jaarrekening, het jaarverslag en het overzicht met cijfermatige kerngegevens en prognoses; b. de vaststelling en wijziging van de voor enig jaar of reeks van jaren opgestelde beleidsplannen; c. de uitgifte van schuldbrieven ten laste van de Stichting; d. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de Stichting met een andere rechtspersoon of vennootschap, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is; e. aangifte van faillissement en aanvraag van surseance van betaling; f. de beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek; g. een ingrijpende wijziging in de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal werknemers; h. het aangaan van geldleningen voor zover niet voorzien in de onder a van dit artikel bedoelde vastgestelde begroting en/of boven een limiet die jaarlijks door de RvC is vastgesteld in een reglement of besluit; i. het aangaan van overeenkomsten als bedoeld in artikel 9 van de statuten van de Stichting voor zover niet voorzien in de onder a van dit artikel bedoelde vastgestelde begroting; j. het wijzigen of opheffen van reglementen als bedoeld in artikel 5 lid 1 en artikel 20 lid 2 van de statuten van de Stichting; k. het vaststellen en wijzigen van het treasurystatuut; l. de meerjarenbegroting met bijbehorende investeringsplannen; m. het oprichten of deelnemen in andere rechtspersonen; 10

n. vaststelling of goedkeuring van de financiële verantwoording van rechtspersonen waarin wordt deelgenomen; o. het verstrekken van geldleningen; p. vaststellen van een toetsingskader voor verbindingen en investeringen. (principe II.1, uitwerking 1.3h) q. andere besluiten van het Bestuur dan omschreven in a tot en met q, zoals bij besluit of reglement van de RvC omschreven en aan het Bestuur meegedeeld; 2. Het bestuur behoeft de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Commissarissen ten aanzien van: a. wijziging van de statuten; b. ontbinding van de Stichting; Artikel 16 - Commissies 1. Ter voorbereiding van zijn besluitvorming stelt de RvC uit zijn midden een auditcommissie en een remuneratiecommissie in. De voorzitter van de RvC kan lid zijn van deze commissies, doch niet de voorzitter daarvan. 2. De RvC stelt de taken en bevoegdheden alsmede de werkwijze van de in lid 1 bedoelde commissies als volgt vast: A. Auditcommissie De auditcommissie bestaat uit ten minste twee leden van de RvC. De leden van de auditcommissie beschikken beide over relevante financiële expertise. Het Bestuur woont de vergadering van de auditcommissie bij, tenzij de auditcommissie dit niet wenst. De auditcommissie kan desgewenst de externe accountant en andere adviseurs c.q. medewerkers van de Stichting uitnodigen voor haar vergaderingen. De auditcommissie heeft als taak het houden van toezicht op het functioneren van het Bestuur ten aanzien van: - de werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen, waaronder het toezicht op de naleving van de relevante wet- en regelgeving; - de financiële informatievoorziening door het Bestuur zoals opgenomen in dit Reglement ; - de naleving van aanbevelingen en opvolging van opmerkingen van de externe accountant; - de relatie met de externe accountant, waaronder in het bijzonder zijn onafhankelijkheid, het honorarium en eventuele door hem te verrichten niet-controle werkzaamheden voor de Stichting; - de treasury activiteiten van de Stichting; - de informatie- en communicatietechnologie. De auditcommissie komt minimaal twee keer per jaar bijeen, vooruitlopend op de vergaderingen van de RvC waar de begroting en de jaarrekening ter behandeling op de agenda staan, en voorts wanneer zij of het Bestuur dit wenselijk acht. De auditcommissie doet schriftelijk verslag aan de RvC van haar bevindingen en aanbevelingen. 11

B. Remuneratiecommissie De remuneratiecommissie bestaat uit ten minste twee leden van de RvC. De remuneratiecommissie heeft in ieder geval de navolgende taken: - het doen van voorstellen aan de RvC betreffende het te voeren beloningsbeleid aangaande het Bestuur; - het doen van voorstellen aan de RvC inzake de beloning van de afzonderlijke leden van het Bestuur, waarbij in ieder geval aan de orde komen: de hoogte van de vaste beloning, de eventueel toe te kennen variabele beloningscomponenten en de secundaire arbeidsvoorwaarden; - de evaluatie van het Bestuur en haar individuele leden waarin zijn opgenomen de evaluatie van de prestaties over het afgelopen jaar en de doelstellingen voor het komende jaar De remuneratiecommissie doet schriftelijk verslag aan de RvC. 3. Met het oog op de voorbereiding van de besluitvorming over specifieke onderwerpen kan de RvC ad-hoc commissies instellen. Artikel 17 - Vergoeding RvC De Raad stelt de vergoeding van de leden van de Raad van Commissarissen vast met inachtneming van de toepasselijke wet- en regelgeving en met inachtneming van de honoreringscode Commissarissen van de Vereniging van Toezichthouders Woningcorporaties. Artikel 18 - Vertrouwelijkheid Commissarissen zullen alle informatie en documentatie die zij in het kader van hun commissariaat verkrijgen en waarvan zij redelijkerwijs kunnen weten dat het vertrouwelijk is, als strikt vertrouwelijk behandelen, ook na hun aftreden. Aldus vastgesteld door de RvC in de vergadering van 7 februari 2012 ir. J.J. Verwer, voorzitter dr. F.J. de Wuffel, vice-voorzitter De leden van het Bestuur van de Stichting verklaren door ondertekening van dit Reglement van de inhoud van dit Reglement kennis te hebben genomen en daarmee akkoord te gaan. drs. M.B.T. Molenaar. drs. R.J. Feenstra 12