CONCEPT. Opleidingseisen van de opleiding tot wondverpleegkundige

Vergelijkbare documenten
Deskundigheidsgebied en Eindtermen

1.4. De kinderverpleegkundige organiseert en coördineert de verpleegkundige zorg rond het zieke kind.

Verzamelen en interpreteren van gegevens

Toelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend.

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen

De eindtermen van de opleiding tot recovery verpleegkundige

Inleiding DE VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDINGEN

De 7 kerncompetenties

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Context. Eindtermen Opleiding Pijnconsulent Erasmus Zorgacademie / versie 6 mei 2011

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

De 7 kerncompetenties

De opleiding tot dialyseverpleegkundige. De context

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Gedragsindicatoren HBOV cohort

OPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

Samen voor de beste wondzorg in de regio!

Opleidingseisen van de opleiding tot endoscopieverpleegkundige

Kwaliteitsstandaard complexe wondzorg

Transmurale commissie wond/decubitus Zoetermeer Wondexpertisecentrum/prestatieindicator Tonny de Groot

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Context. Instroom. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 2 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 3 Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving.

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

De opleiding tot recoveryverpleegkundige 1. De context

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige

6 Kern van de verpleegkundige en verzorgende beroepen

Deskundigheidsgebied en Eindtermen van de opleiding tot Endoscopieverpleegkundige

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Gedragsindicatoren HBOV cohort en VMH

Een ulcus is geen diagnose

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

Visie op verpleegkundige professionaliteit

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Woord vooraf 1 2. Redactionele verantwoording 1 3. Redactie 1 7. Auteurs 1 8

De klinisch chemisch analist legt de verkregen waarden vast in de daarvoor beschikbare informatiesystemen.

Wondzorg & positie in de regio. Pieter Boele van Hensbroek traumachirurg

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot obstetrische en gynaecologische verpleegkundige

Intern. Extern. En indien nodig met: Rolbeschrijving Zorgconsulent Palliatieve Zorg

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige

ALV V&VN-SPV 17 mei De SPV wel/niet niveau EQF6? Waar gaat het nu allemaal over?

EVC-Beroeps-Overstijgende-Competentiestandaard niveau 1

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige

Leergang Praktijkondersteuner in de huisartsenpraktijk

Factsheet Verpleegkundig Specialisten

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

OPLEIDING SPOEDEISENDE HULP VERPLEEGKUNDIGE

Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent

Belangenverklaring. H.M.C. van der Weijden. Organisatie: In overeenstemming met de regels van de Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ)

Body of Knowledge. Kwalificatiedossier Verpleegkundige mbo. Werkversie /12 Verpleegkundige mbo v0.1

Kwaliteitsstandaard organisatie van wondzorg

Basiskennis wonden en wondgenezing

CanMEDS-rollen in de praktijk van de ouderenzorg

Hart voor je patiënt, goed in je vak, trots op je werk

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care neonatologie verpleegkundige

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Visie Dimence Groep op VerpleGinG en VerzorGinG

Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017

De omschreven werkvelden waarin de genetisch consulent werkzaam is, zijn: - oncogenetica; - cardiogenetica;

Kwaliteitsindicatoren WondExpertiseCentrum

Zorginnovaties en technologie

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

De opleiding tot mediumcareverpleegkundige. De context

Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014

Inhoud. Voorwoord 11 DEEL 1 HET BEROEP VAN DE MBO-VERPLEEGKUNDIGE 13

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Inhoud. Deel I Het verpleegkundig beroep in beeld. Deel II Methodisch werken

Kwaliteitsstandaard complexe wondzorg. Robbert Meerwaldt namens de werkgroep complexe wondzorg WCS wondcongres 2017

Regionaal wondzorg formulier

Bij de beroepsverenigingen NVAM en BRV is de vraag gekomen voor een opleiding specifiek voor medewerkers in de Acute Pijnservices in Nederland.

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden

De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde

De opleiding tot cardiaccareverpleegkundige. De context

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Raamplan Artsopleiding 2009

Functieprofiel doktersassistent(e)

Competentieprofiel kaderhuisarts

Dr. Hilde Verbeek 15 april Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1

Transcriptie:

CONCEPT Opleidingseisen van de opleiding tot wondverpleegkundige Datum 26 juli 2019 Versie 1.4 Auteur: opleidingscommissie Wondzorg in oprichting Beheerder document: secretaris opleidingscommissie Wondzorg Datum voorlopige vaststelling: juli 2019 (voorlopig) vastgesteld door: opleidingscommissie Wondzorg in oprichting Aantal pagina s: 12

De opleidingseisen voor de wondverpleegkundige Inleiding In de Nederlandse gezondheidszorg werken vele verpleegkundigen in specifieke deelgebieden of met specifieke patiëntengroepen. Voor een aantal van deze deelgebieden is het noodzakelijk dat de verpleegkundige een op dit deelgebied gericht verpleegkundige vervolgopleiding (VVO) volgens de landelijke eisen van het CZO heeft gevolgd. Het CZO gebruikt voor deze groepen de aanduiding verpleegkundige VVO. Hiermee wordt een onderscheid aangebracht tussen verpleegkundigen die een verpleegkundige vervolgopleidingen hebben gevolgd en andere verpleegkundigen. Het handelen van verpleegkundigen - VVO, die deze opleidingen hebben gevolgd, kent vele overeenkomsten en vanzelfsprekend ook verschillen. De overeenkomsten en de verschillen worden beschreven aan de hand van: de context; de patiëntencategorie; de specifieke verpleegkundige zorg. Allereerst komt het gezamenlijke deskundigheidsgebied aan de orde. Daarna wordt het specifieke en aanvullende deskundigheidsgebied beschreven. Het deskundigheidsgebied van alle verpleegkundigen - VVO De context De verpleegkundigen - VVO werken op verschillende afdelingen in verschillende zorginstellingen. Zij zijn onderdeel van een multidisciplinair team, dat uit intra-, trans- en extramurale multidisciplinair werkende professionals bestaat. De intra- en extramuraal werkende multidisciplinaire teams bestaan naast de verpleegkundige - VVO uit o.a. medisch specialisten, paramedici, huisartsen en (gespecialiseerd) verpleegkundigen. De patiëntenpopulatie De patiëntenpopulatie bestaat voornamelijk uit volwassen en oudere patiënten. In enkele situaties behoren ook kinderen en pasgeborenen tot de doelgroep. Patiënten hebben een grote verscheidenheid aan zorgvragen en verpleegproblemen, op zowel somatisch, psychosociaal en levensbeschouwelijk vlak. De patiëntengroepen op wie de verpleegkundige VVO zich richt zijn te verdelen in categorieën: Patiënten met een acute levensbedreigende aandoening. Patiënten met een chronische zorgvraag, die langdurig in zorg zijn en bij wie vaak sprake is van co morbiditeit. Kinderen en jongeren. Ouders en pasgeborenen. Patiënten met specifieke aandoeningen die veelal in of door een gespecialiseerd centrum worden behandeld. De specifieke verpleegkundige zorg van verpleegkundige - VVO Het bijzondere karakter van de functie van verpleegkundige - VVO ligt in de kennis, vaardigheden en attitude betreffende patiënten van één of meerdere patiëntencategorieën. De verpleegkundige - VVO Versie 1.4 Concept-opleidingseisen van de opleiding tot wondverpleegkundige Pagina 2 van 12

Bezit gevorderde gespecialiseerde kennis en kritisch inzicht in theorieën en be ginselen van het vakgebied en het bijbehorende kennisdomein. Communiceert doelgericht op basis van in de context en zorgpraktijk geldende conventies met gelijken, specialisten en niet-specialisten, leidinggevenden en patiënten en hun naasten. Draagt verantwoordelijkheid voor resultaten van eigen werk en studie en het resultaat van het werk van anderen. Draagt gedeelde verantwoordelijkheid voor het aansturen van processen en de professionele ontwikkeling van personen en groepen. Onderkent en analyseert complexe problemen in de beroepspraktijk en in het kennisdomein en lost deze op tactische, strategische en creatieve wijze op door gegevens te identificeren en te gebruiken. Reproduceert en analyseert de kennis en past deze toe, ook in andere contexten zodanig dat dit een professionele benadering in beroep en kennisdomein laat zien. Bovenstaande wordt zichtbaar in de beroepsuitoefening die zich kenmerkt door: Beheersing van de betreffende ziektebeelden, onderzoeken, medische behandelmethoden, patiëntencategorieën of fasen van het ziekte- en/of zorgproces. Diepgaande kennis van de aard, oorzaken en gevolgen van de somatische en psychosociale problematiek en toepassing van deze kennis in de specifieke verpleegkundige zorg. Uitvoerige en diepgaande aandacht voor de voorlichting, coaching, motivering en begeleiding van de patiënten en diens naasten. Professioneel handelend optreden in patiëntsituaties die dat vergen. Werken op basis van richtlijnen en evidence based practice. Ook in situaties waarin geen protocollen, standaarden of behandelingsvoorschriften voorhanden zijn, is de verpleegkundige VVO in staat interventies te kiezen en achteraf verantwoording af te leggen voor de keuzes die zijn gemaakt. Op basis van professionaliteit gelijkwaardig functioneren in een multidisciplinair team. Het specifieke deskundigheidgebied van de wondverpleegkundige Het deskundigheidsgebied en eindtermen van de opleiding tot wondverpleegkundige zijn tot stand gekomen middels: 1. Expertisegebied wondzorg januari 2018, V&VN Wondexpertise, V&VN en Erasmus MC Academie. 2. Deskundigheidsgebied en eindtermen vervolgopleiding wondverpleegkunde, opgesteld door de Erasmus MC Academie, Radboudumc Health Academy en V&VN Wondexpertise. 3. Kwaliteitsstandaard organisatie van wondzorg in Nederland -Verenigde expertise ten behoeve van de patiënt 2018, initiatief van Nederlandse Vereniging voor Heelkunde, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie, Nederlandse Vereniging voor Plastisch Chirurgie en Wondplatform Nederland. 4. Wound curriculum for nurses post-registration qualification wound management 2017, European Wound Management Association. Framework level 5. (EWMA). 5. Indicatoren set Wondexpertisecentra Nederland 2012, V&VN Wondconsulenten en de Woundcare Consultant Society. De context In Nederland komen jaarlijks vele zorgprofessionals in aanraking met patiënten die wonden hebben met een verstoorde genezingstendens, vaak slecht genezende wonden. Om de wondzorg in Nederland goed te organiseren is er sprake van samenwerking binnen de eerste, tweede en derdelijnszorg. De wondverpleegkundige werkt in een wondexpertisecentrum, een ziekenhuis of een instelling voor langdurige zorg zoals een verpleeghuis of bij de thuiszorg. De wondverpleegkundige werkt in Versie 1.4 Concept-opleidingseisen van de opleiding tot wondverpleegkundige Pagina 3 van 12

een variërende multidisciplinaire setting en wordt geconsulteerd door verschillende zorgverleners die verantwoordelijk zijn voor patiënten met (een verhoogd risico op) gecompliceerde wondgenezing. Een wond is op zichzelf geen diagnose, maar als verpleegkundige diagnose wordt het een huid- of weefselletsel genoemd. Altijd dient de oorzaak van de wond en de belemmerende factoren bij uitblijven van genezing achterhaald te worden. Deze hebben invloed op de complexiteit van de wondgenezing. Het stellen van een adequate verpleegkunde diagnose in een zo vroeg mogelijk stadium na het ontstaan van een wond is van groot belang, omdat een juiste behandeling gericht op de onderliggende oorzaak en de belemmerende factoren leidt tot een snellere genezing en/of behoud van een betere kwaliteit van leven. Op basis van een nieuw concept voor gezondheid, geïntroduceerd door Machteld Huber, kunnen in de klinische praktijk de volgende niveaus worden onderscheiden waarbij niet- genezende wonden een effect hebben op het dagelijks functioneren (Huber, 2016): Lichaamsfuncties: lichamelijk functioneren, pijn en energie. Mentale functies en -beleving: emotionele toestand, eigenwaarde/zelfrespect, gevoel controle te hebben, zelfmanagement en eigen regie, veerkracht. Spirituele/existentiële dimensie: zoals zingeving, toekomstperspectief, acceptatie. Kwaliteit van leven: geluk beleven, ervaren gezondheid. Sociaal-maatschappelijke participatie: maatschappelijke betrokkenheid. Dagelijks functioneren: Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL), werkvermogen, health literacy. Bij de behandeling van (niet-genezende) wonden dient ook hier voldoende aandacht voor te zijn. De oorzaken zijn onder te verdelen in patiënt-specifieke factoren (zoals leefstijl, leeftijd, (non-) compliance, co-morbiditeit, multiproblematiek, medicatie, maar ook wensen en mogelijkheden van de patiënt en diens omgeving) en lokale factoren in en rondom de wond (zoals grootte, necrose, oedeem, doorbloeding of druk). Belemmerende factoren kunnen zijn: veneuze of arteriële insufficiëntie, diabetes mellitus, of een trauma, maar ook een maligniteit, infectie, automutilatie of druk op de huid waardoor decubitus ontstaat. Als wondverpleegkundige ben je in staat om wonden te behandelen uit wondzorgcategorie I-IV (Bijlage 1). Het stellen van een adequate diagnose in een zo vroeg mogelijk stadium na het ontstaan van een wond is van groot belang, omdat een juiste behandeling gericht op de onderliggende oorzaak en de belemmerende factoren leidt tot een snellere genezing en/of behoud van een betere kwaliteit van leven. (Kwaliteitsstandaard organisatie van wondzorg in Nederland, 2018). De patiëntencategorie De wondverpleegkundige heeft te maken met alle patiëntencategorieën vanuit alle specialismen, van laag- tot hoogcomplex en in elke leeftijdscategorie. De wondverpleegkundige ziet zowel wonden met een acute etiologie als wonden met een verstoorde genezingstendens zoals: chirurgische wonden traumatische wonden decubitus vochtletsel (maceratio cutis) diabetische voet ulcus cruris (veneus/arterieel of combinatie) Versie 1.4 Concept-opleidingseisen van de opleiding tot wondverpleegkundige Pagina 4 van 12

brandwonden oncologische wond of ulcera De wondverpleegkundige ziet deze patiënten op verschillende niveaus binnen de zorgketen. De wondverpleegkundige stimuleert de patiënt met een gecompliceerde wondgenezing of zijn mantelzorger om de regie zelf in de hand te houden (empowerment). Daar waar nodig, is de wondverpleegkundige in staat hierin te ondersteunen of over te nemen. De specifieke verpleegkundige zorg De wondverpleegkundige heeft een belangrijke en zelfstandige rol in alle fasen van het primaire proces: anamnese, diagnostiek, interventie, planning van zorg, uitvoering van zorg, evaluatie en nazorg. De activiteiten vinden plaats in laag- tot hoogcomplexe zorgsettings, in alle werkvelden en vrijwel alle specialismen. Om deze zorg te kunnen verlenen beschikt de wondverpleegkundige over specifieke kennis op vele gebieden zoals aandoeningen en beperkingen, (verpleegkundige) diagnostiek, farmacologie, psychologie en psychiatrie, zelfmanagement, ondersteuning en begeleiding, preventie, zorg-leefplan, verpleegtechnieken en hulp- en ondersteuningsmiddelen. Hiertoe onderhoudt de wondverpleegkundige contacten met diverse disciplines waaronder (para)medici, zorgverzekeraars en leveranciers. Bovendien beschikt de wondverpleegkundige over specifieke vaardigheden ten behoeve van het klinisch redeneren en om verpleegkundige interventies, voorbehouden en risicovolle handelingen (zoals debridement) uit te voeren of door te verwijzen. Kennis en vaardigheden zijn gebaseerd op de meest actuele beroepsstandaarden, richtlijnen en daar waar beschikbaar, resultaten van wetenschappelijk onderzoek. De zorgsetting vereist een proactieve houding van de wondverpleegkundige. Dit betekent dat de wondverpleegkundige zorg draagt voor de actuele problematiek, maar ook anticipeert op potentiële zorgvragen en preventie. De wondverpleegkundige beschikt over effectieve communicatievaardigheden ten behoeve van de organisatie rondom wondzorg met de diverse disciplines, patiënten, diens naasten en overige betrokkenen. Belangrijke doelen van communicatie zijn informatie, coaching, gedragsbeïnvloeding, motivatie en empowerment. Het gebruik van ICT en sociale media worden ten volle benut. Versie 1.4 Concept-opleidingseisen van de opleiding tot wondverpleegkundige Pagina 5 van 12

Eindtermen van de opleiding tot wondverpleegkundige 1. Vakinhoudelijk handelen De wondverpleegkundige integreert vakinhoudelijke kennis, inzichten, vaardigheden en een professionele attitude ten behoeve van optimale patiëntenzorg en werkprocessen/zorgpaden op basis van evidence based practice/best practice nursing. Verzamelen en interpreteren van gegevens 1.1. De wondverpleegkundige neemt op professionele wijze een anamnese af. Op basis van de anamnese, het lichamelijk en aanvullend onderzoek schat de wondverpleegkundige de risico s in, maakt afwegingen en stelt een verpleegkundige diagnose (ICF/NANDA). 1.2. De wondverpleegkundige observeert en signaleert het psychosociale welzijn bij de patiënt en zijn naasten en begeleidt hen, rekening houdend met culturele- en levensbeschouwelijke normen en waarden en ziektebeleving. Plannen van zorg 1.3. De wondverpleegkundige stelt op basis van de diagnose, op methodische wijze en in overleg met de patiënt, diens naasten en het behandelteam een behandelplan op. In dit behandelplan zijn prioriteiten aangegeven en de beoogde uitkomst middels criteria zijn vastgelegd. Uitvoeren van zorg 1.4. De wondverpleegkundige organiseert, coördineert en voert het behandelplan op adequate wijze uit volgens de actuele professionele standaarden, ethische normen en het best verkregen bewijs. De wondverpleegkundige wijkt onderbouwd af van de actuele professionele standaarden als de situatie daar aanleiding toe geeft. Evalueren en rapporteren 1.5. De wondverpleegkundige evalueert systematisch de gegevens en behandelresultaten van de zorg(vrager) in de keten, stelt het behandelplan bij aan de hand van resultaten, rapporteert en draagt zorg voor de overdracht aan andere disciplines. 2. Communicatie 2.1. De wondverpleegkundige communiceert zorgvuldig, systematisch en patiëntgericht met de patiënt en diens naasten op basis van wederkerigheid. 2.2. De wondverpleegkundige geeft op methodische wijze individuele en groepsvoorlichting, advies en instructie aan de patiënt en diens naasten. 2.3. De wondverpleegkundige communiceert effectief met andere disciplines over de organisatie rondom de wondzorg, overdracht van zorg en/of het doorverwijzen van zorg. Versie 1.4 Concept-opleidingseisen van de opleiding tot wondverpleegkundige Pagina 6 van 12

3. Samenwerken 3.1. De wondverpleegkundige werkt effectief samen binnen een multidisciplinaire setting ten behoeve van optimale patiëntenzorg. Hij/zij: neemt een gelijkwaardige positie in binnen een multidisciplinaire samenwerking; stimuleert een effectieve multidisciplinaire samenwerking ten behoeve van een optimale ketenzorg; gaat op professionele wijze om met de verschillen in (beroeps)deskundigheid, rollen en taken in een multidisciplinaire setting. 4. Kennis en wetenschap 4.1. De wondverpleegkundige past evidence based / best practice nursing toe in de dagelijkse beroepspraktijk. 4.2. De wondverpleegkundige: formuleert op basis van ervaringen in de dagelijkse beroepspraktijk concrete probleem- of vraagstellingen om de beroepspraktijk te verbeteren; zoekt vanuit deze concrete probleem- of vraagstelling relevante evidence based/best practice in de vakliteratuur en; weet deze literatuur op waarde te schatten en te beoordelen; voert op basis van originele research de wondzorginterventie uit. 4.3. De wondverpleegkundige begeleidt en coacht wondverpleegkundigen in opleiding en stagiaires van andere disciplines bij hun functieontwikkeling, rekening houdend met: De persoonlijke en professionele ontwikkeling van de student/ stagiaire; Het deskundigheidsgebied en eindtermen van de opleiding; Het beroepsdeelprofiel. 5. Maatschappelijk handelen 5.1. De wondverpleegkundige gebruikt op verantwoorde wijze zijn/haar expertise en invloed ten voordele van de gezondheid en het welzijn van de individuele patiënt, groepen patiënten en de samenleving. 5.2. De wondverpleegkundige handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen. 5.3. De wondverpleegkundige beperkt de veiligheidsrisico s voor de patiënt en de omgeving. 5.4. De wondverpleegkundige treedt adequaat op bij incidenten in de zorg en bij incidenten die de veiligheid van de patiënten en/of medewerkers betreffen. 5.5 De wondverpleegkundige is zich bewust van de maatschappelijke context en levert bijdragen op patiënten(groep) niveau aan gezondheid bevorderende maatregelen, leefstijlbevordering, zelfmanagement, preventie en houdt daarbij rekening met culturele achtergronden en sociale netwerken. 5.6 De wondverpleegkundige houdt bij de keuze van de interventies rekening met het kosten- /baten aspect. 6. Organisatielidmaatschap 6.1. De wondverpleegkundige committeert zich aan de rechten en plichten als werknemer en professional in de beroepspraktijk. Versie 1.4 Concept-opleidingseisen van de opleiding tot wondverpleegkundige Pagina 7 van 12

6.2. De wondverpleegkundige bewaakt, waarborgt en verbetert de kwaliteit van zorg door te participeren in beleid, beheer en kwaliteitszorg. 6.3. De wondverpleegkundige signaleert beleid, trends en ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg en vertaalt deze naar zorgprogramma s/protocollen/ zorgpaden op patiënt- en/of organisatieniveau. 6.4. De wondverpleegkundige draagt kennis, trends en ontwikkelingen binnen de wondzorg over aan zorgprofessionals. 6.5 De wondverpleegkundige stemt de wondzorg af met zorgprofessionals binnen de keten. De wondverpleegkundige is verantwoordelijk voor verslaglegging en overdracht en neemt initiatief tot multidisciplinaire samenwerking. 7. Professionaliteit 7.1. De wondverpleegkundige levert hoogstaande patiëntenzorg op integere, oprechte en betrokken wijze. 7.2. De wondverpleegkundige vertoont persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag. 7.3. De wondverpleegkundige handelt binnen de grenzen van wet- en regelgeving betreffende de gezondheidszorg en vanuit de normen en waarden zoals beschreven in de beroepscode. 7.4. De wondverpleegkundige herkent ethische- en zingeving vraagstukken en morele dilemma s met betrekking tot het beroepsmatig handelen en maakt deze bespreekbaar. 7.5 De wondverpleegkundige is verantwoordelijk voor eigen deskundigheidsbevordering en kent daarvoor de professionele standaarden, kwaliteitsborgingsystemen en relevante wet- en regelgeving. 7.6. De wondverpleegkundige houdt zijn eigen deskundigheid op peil door het lezen van vakliteratuur en het bijwonen van symposia en congressen. Versie 1.4 Concept-opleidingseisen van de opleiding tot wondverpleegkundige Pagina 8 van 12

Specifieke bepalingen van de opleiding tot wondverpleegkundige Instroomeisen De instroomeisen zijn: de student staat in het BIG register geregistreerd als verpleegkundige, en de student heeft gedurende de opleiding een dienstverband met een zorginstelling in de eerste, tweede of derdelijnszorg, en de student heeft minimaal een jaar werkervaring in de zorg. Omvang van de opleiding in klokuren Minimum aantal theorie-uren: 120 Minimum aantal praktijk-uren: 650 De wondverpleegkundige dient gedurende de opleidingsperiode minimaal 650 praktijkuren te maken. Hierbij geldt dat de wondverpleegkundige minimaal 16 uur per week moet besteden aan patiënten met wonden met een verstoorde genezingstendens 1. Minimumaanstelling per week in klokuren 24 uur per week. Eisen praktijkleersituatie Randvoorwaarden opleidingssetting 1. De wondverpleegkundige draagt tijdens de opleiding structureel zorg voor patiënten met wonden met een verstoorde genezingstendens. 2. De wondverpleegkundige die werkzaam is in de VVT-sector werkt afdeling overstijgend en heeft een consultfunctie voor de verschillende afdelingen van de instelling. Dit om expertise op het gebied van patiënten met wonden met een verstoorde genezingstendens te borgen. 3. De werkbegeleiding moet gerealiseerd worden door een wondverpleegkundige, wondconsulent, verpleegkundig specialist/physician assistent met relevante kennis en ervaring m.b.t. wondzorg. Exposure 4. De zorginstelling garandeert dat iedere wondverpleegkundige in opleiding tijdens de opleiding tenminste de patiënten met de volgende wonden (Wondzorgcategorie III en IV) op het niveau does van Miller behandelt: diabetische voet, decubitus, ulcus cruris (veneus/ arterieel en combinatie), vochtletsel, traumatische wond 1 Dit betreft niet alleen de wondverzorging maar ook al het wondzorg gerelateerd werk zoals: afnemen anamnese, opstellen wondzorgplan, evalueren van de wondzorg, gesprekken met de patiënt en naasten, voorlichtende rol, preventieve maatregelen, handhygiëne, aseptische werken, opstellen en/of implementeren van een protocol, deskundigheidsbevordering collega s enz. zoals opgenomen in de eindtermen. Versie 1.4 Concept-opleidingseisen van de opleiding tot wondverpleegkundige Pagina 9 van 12

Naast bovengenoemde wonden behandelt de wondverpleegkundige in opleiding minimaal 1 patiënt met één van de onderstaande wonden op niveau does van Miller: brandwond oncologische wond en ulcera chirurgische wond a-typische wonden (zoals pyoderma gangrenosum, Ulcus van Martorell) 5. De wondverpleegkundige in opleiding moet minimaal 2 wonden op wondzorgcategorie III en IV (Bijlage 1) op does-niveau behalen binnen de eigen instelling. Stages 6. Indien binnen de instelling de opleidingseisen niet volledig behaald kunnen worden dient er een stage 2 (inclusief toetsing) plaats te vinden in een wondexpertisecentrum 3 (WEC). De duur van de stage is afhankelijk van de doelstelling c.q. de te behalen eindtermen. De stage dient bij voorkeur plaats te vinden gedurende het tweede gedeelte van de opleiding. Facultatief 7. Een oriënterende stage in een andere setting dan waarin je werkzaam bent ten behoeve van efficiency en coördinatie van wondzorg in de keten en verbreding en verspreiding van kennis over de wondzorg. 2 Het CZO onderscheidt 3 praktijkleerplaatsen: 1. Een basisleerplaats is de afdeling/instelling waar de student (het grootste gedeelte van) de opleiding volgt. Meestal is dit de afdeling/instelling waar de student een leerarbeidsovereenkomst mee heeft. 2. Een stageleerplaats is de afdeling/ instelling waar - gedurende een van te voren bepaalde korte periode een onderdeel van de opleiding wordt gevolgd met het doel bepaalde eindtermen te behalen. 3. Een oriënterende stage is een kortdurende stage die niet wordt afgesloten met een beoordeling en er worden tijdens de stage geen eindtermen (tot op niveau does van Miller) behaald. Indien tijdens de stage wel eindtermen behaald en getoetst worden, wordt dit aangemerkt als een stageleerplaats. 3 Er is sprake van een WEC als er wordt voldaan aan de eisen opgenomen in Indicatorenset Wondexpertisecentra Nederland V&VN Wondconsulenten en de Woundcare Consultant Society (WCS). Versie 1.4 Concept-opleidingseisen van de opleiding tot wondverpleegkundige Pagina 10 van 12

Bijlage 1 Indeling wondcategorieën Wondzorgcategorie I Patiënten met een wond waarbij behandeling noodzakelijk maar niet spoedeisend is en met behulp van basiswondzorg moet kunnen genezen. In het hoofdstuk basiswondzorg wordt ingegaan op basiswondzorg. Voorbeeld: Ulcus cruris venosum met een goede genezingstendens. Wondzorgcategorie II Patiënten met een wond waarvoor behandeling snel gestart dient te worden (spoedeisend) maar waarbij de wond binnen 3 weken moet kunnen genezen met behulp van basiswondzorg (hoofdstuk basiswondzorg). Waar mogelijk dienen desbetreffende specifieke richtlijnen geraadpleegd te worden voor de juiste wondzorg. Voorbeeld: Een patiënt met een (oppervlakkige) brandwond of een skin tear (laceratie). Wondzorgcategorie III Patiënten met een wond (niet spoedeisend) die na 3 weken, ondanks basiswondzorg (volgens geldende richtlijnen), onvoldoende genezing vertoont*. Bij deze categorie volstaat basiswondzorg niet en is complexe wondzorg nodig. In het hoofdstuk Complexe wondzorg wordt hierop ingegaan. Voorbeeld: Een patiënt met een niet genezende decubituswond of een niet genezend maar rustig arterieel ulcus Wondzorgcategorie IV Patiënten met een wond waarvoor behandeling spoedeisend is omdat de wond functie- of orgaanbedreigend is, of zelfs levensbedreigend. Doorgaans betreft het traumatische wonden waarbij diepere structuren dan de huid beschadigd kunnen zijn of bestaande wonden met secundaire regionale of systemische infectieverschijnselen. Deze patiënten dienen direct gezien te worden op de SEH of door een expertteam (hoofdstuk Complexe wondzorg). Voorbeeld: Een patiënt met een uitgebreid huiddefect na trauma, ernstige brandwonden. Bron: kwaliteitsstandaard complexe wondzorg van het Wondplatform Nederland, pagina 27. Versie 1.4 Concept-opleidingseisen van de opleiding tot wondverpleegkundige Pagina 11 van 12

Bijlage 2 Niveaus van Miller De eindtermen van de vervolgopleiding wondverpleegkunde op basis van de CanMeds. De toetsing in de praktijk van de verpleegkundige vervolgopleiding richt zich op het hoogste niveau (Does) van Miller (1990). Op dit niveau worden competenties getoetst in de authentieke, dagelijkse beroepspraktijk. Niveaus van Miller Doet: daadwerkelijk in de praktijk doen van het geleerde Laat zien hoe: in een gesimuleerde situatie tonen hoe iets g moet worden Weet hoe: weten hoe het geleerde moet worden toegepast Weet: kennis hebben van Onderliggende niveaus vormen steeds het fundament voor de bovenliggende laag Om deze competenties te toetsen speelt niet alleen het getoonde gedrag een rol. De student moet ook laten zien de cognitieve vaardigheden te bezitten, bijvoorbeeld klinisch te redeneren, waarin het handelen en de gemaakte keuzes worden verantwoord. Bron: Miller, G. E. (1990). The assessment of clinical skills/competence/performance. Academic Medicine, 65, 63 67. Versie 1.4 Concept-opleidingseisen van de opleiding tot wondverpleegkundige Pagina 12 van 12