NATIONALE SURVEILLANCE VAN INFECTIES EN ZIEKTEN IN REEËN - EPIZOOTIC HEMORRHAGIC DISEASE VIRUS INFECTIE ALS PILOT - Een verzoek om samenwerking



Vergelijkbare documenten
PRAKTISCHE UITVOERING BEMONSTEREN

Vragen en antwoorden over het Schmallenbergvirus Versie 14 februari 2012

Niet technische samenvatting. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

BVD, het aanpakken waard! Monique Driesse en Ruben Tolboom Januari 2015

Serologische testen en interpretatie van testresultaten

Inentingen bij huisdieren deel 2: honden

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen:

Procedure afmelden Wilde Zwijnen. Gerard Bosmans Zwartwild coördinator Noord-Brabant. Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging

Centraal Veterinair Instituut van Wageningen UR: onderzoek en business opportunity's

Waarom vaccinatie zo belangrijk is voor konijnen

Feline infectieuze peritonitis (FIP), Besmettelijke buikvliesontsteking bij katten

KNJV presentatie wilde zwijnen AVP 10 december 2018

Klik om stijl te bewerken

Vragen en antwoorden over ebola

Welkom. Heleen Prinsen. Specialist Diergezondheid en paardenhouderij

Afweer en Immuniteit

Rundertuberculose. (Boviene tuberculose) Informatie over de ziekte en de procedures van de NVWA voor dierhouders

PRAKTISCH VACCINATIE VAN DE HOND

Ongewone ziekte en sterfte bij reeën op Funen, Denemarken

Bluetongue Van besmetting tot bestrijding

PRAKTISCH Toxoplasmose

BVD; doe er wat mee! Anita ten Wolthuis 26 september 2011

De onderdelen van het bloed.

RABIËS VIRUSKENNER. Onderzoeksverslag 29 MAART 2017

toch ziektetekens opwekken. Anderzijds kunnen om dezelfde reden de symptomen van een ziekte erger worden dan ze zouden zijn zonder de bijkomende

BVD-bestrijding in België: een algemene aanpak lijkt er te komen.

Papegaaienziekte. (Psittacose) Informatie over de ziekte en de procedures van de NVWA voor vogelhouders en -handelaren

PRAKTISCH KATTENAIDS (FIV)

Besmet met IBR. Congres Gezonde melkveehouderij En hoe nu verder? copyright Gezondheidsdienst voor Dieren 1. Inhoud presentatie IBR

Allereerst wensen wij iedereen natuurlijk een beestachtig en gelukkig 2014 toe!

PRAKTISCH VACCINATIE VAN DE HOND

Grieppandemie. Wat moet u weten over een grieppandemie (wereldgriep)?

Universiteit Utrecht, Faculteit Diergeneeskunde Prof. Dr. A. Pijpers Yalelaan CL UTRECHT

Virussen zonder grenzen

Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Biologische agentia bij waterschappen. Algemene inleiding. Biologische agentia_werken met kadavers & zieke dieren 2013 v1.1

BVD, het aanpakken waard! Ruben Tolboom Intervisie 2014

Kinderdagverblijf. Duckie. Ziektebeleid

HET PARTNER-ONDERZOEK

Spoelwormen leven in de darmen van honden en katten.

Tuberculose en isolatie

1 r. Monitoring runderziekten in herten en reeën in het zuidoostelijke Veluwe gebied 1APR OUL Ir. Ontvangen op

Informatieblad MERS. Middle East Respiratory Syndromeconoravirus

Blauw Tong vaccinatie??

BLOEDTRANSFUSIE 17901

PRRS in vraag? en antwoord!

Protocol statusbeheer IBR-vrij (route intake bloed, bewaking tankmelk) Versie 1.0 (juli 2018)

Verklaring van Belangen

PRAKTISCH Hondsdolheid (rabiës)

Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant

Sommige infecties bij runderen blijven gedurende lange tijd aanwezig op een rundveebedrijf

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A

Naar aanleiding van de recente uitbraak van de ziekte blauwtong in Nederland en omringende landen deelt de COGEM u het volgende mee.

Geiten TSE vrij 2014 v

2.1. Hoe kan tbc worden voorkomen? Het is belangrijk dat mensen met besmettelijke tbc zo snel mogelijk worden opgespoord en behandeld.

Bof Brief ouders (t.e.m. 4 de leerjaar)

Protocol statusbeheer IBR-vrij (route tankmelk) Versie 1.0 (juli 2018)

Vaccineren van honden Voorkomen is beter dan genezen!

De termen HIV, Aids en Seropositief worden nogal eens door elkaar gebruikt. Toch zijn het niet dezelfde dingen.

Waarom een bloedtransfusie

Kindergeneeskunde. Rotavirus. Slingeland Ziekenhuis

TELINSTRUCTIE REEËN IN UTRECHT. Wie? Wat? Waar? Projectteam Faunatellingen i.s.m. de Utrechtse Wildbeheereenheden

Deelnemersinformatie en geïnformeerde toestemming voor de HIV-negatieve partner HET PARTNER-ONDERZOEK

Algemeen Bloedtransfusie voor kinderen

Inhoud. Inleiding Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17

Stand van zaken en vooruitzichten. 1 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

SAMENVATTING PARTNER-PROTOCOL

Nieuwsbrief OKTOBER 2015

Teelthandleiding. 9 diagnostiek

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Advies van de directeur bureau Risicobeoordeling Aan de minister van LNV en de minister van VWS

Toolbox-meeting Het gevaar van naalden (van junks) in de liftput

Biologische agentia bij waterschappen. Algemene inleiding. Biologische agentia: Werken met oppervlakte water 2013 v1.1

GEZONDHEIDSINFORMATIE

Infobrochure. Bloedtransfusie

WAT ZIJN DE VERSCHIJNSELEN VAN HEPATITIS B?

Belangrijk. Vaccinatie tegen blauwtong. Bescherming voor herkauwers

Inhoud. Inleiding Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Besmetting met hepatitis B. rkz.nl

Ustekinumab. (Stelara) Dermatologie

De antwoorden op deze vragenlijst worden anoniem in een databestand geregistreerd.

O N T H E F F I N G nr : Wild zwijn Gecoördineerd beheer leefgebieden

Vogelgriep-vaccinatie van hobbypluimvee.

SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie

VRAGEN EN ANTWOORDEN VOOR HOUDERS VAN HERKAUWERS (klik op de vraag om naar het antwoord te gaan <ctrl+home> om terug te keren)

Vlooien. levenscyclus van de vlo

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wat is de rol van het CVI in het onderzoek naar sterfte bij Wilde Fauna

HANDIG KONIJNEN LATEN INENTEN

GRIEPVACCINATIE Waardoor komt het? Wat zijn de verschijnselen? Adviezen

Tele-ARENA (Telefonisch Aangenaam Refereren En Netwerken AMPHI) Zoönose onderzoek

Infecties : Er is een verschil tussen virusziektes en bacteriã«le ziektes. Bij de hond

Regelmatig ontwormen is belangrijk om uw gezin en uw hond te beschermen tegen wormen.

Onderwerp: preventie gezondheid bij paarden waarbij o.a. aan de orde kwamen het ontwormen, entingen en welke gevaren er zoal op de loer liggen.

Toxoplasmose bij de rode eekhoorn, een update

Informatie over een bloedtransfusie

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 1495 woorden 3 april keer beoordeeld

Vaccinatie van uw hond Praat erover!

Nieuwsbrief Maart 2014

Uw sleutel tot effectieve zeugenvaccinatie en bestrijding van PRRS

Transcriptie:

NATIONALE SURVEILLANCE VAN INFECTIES EN ZIEKTEN IN REEËN - EPIZOOTIC HEMORRHAGIC DISEASE VIRUS INFECTIE ALS PILOT - Een verzoek om samenwerking DWHC: Het DWHC (Dutch Wildlife Health Centre) zet zich in voor onderzoek naar ziekten bij in het wild levende dieren. Onze vraag aan u Het DWHC vraagt uw medewerking als jager / beheerder om bloedmonsters te nemen van reeën die in het kader van beheer worden geschoten. Waarom dit project Het opstarten van een nationaal netwerk, dat zich wil inzetten voor het onderzoeken van reeën ten behoeve van de aan- of afwezigheid van infectieziekten, in het bijzonder de opkomende ziekten ( emerging diseases ). De bemonstering zal eerst gebruikt worden om inzicht te krijgen in de situatie betreffende Epizootic Hemorrhagic Disease Virus (EHDV) in reeën in Nederland. Er is geen aanwijzing dat EHDV in Nederland voorkomt. Is EHDV gevaarlijk voor de mens? EHDV wordt in herkauwersoorten gevonden. Er is geen aanwijzing dat het gevaarlijk is voor de mens. Zijn er voor u kosten aan verbonden? Er zijn voor u geen kosten aan verbonden. Het DWHC levert de materialen voor monstername en inzending. Inzending vindt plaats via de post, en de envelop is al gefrankeerd. Het Centraal Veterinair Instituut van Wageningen UR voert als nationaal referentie-instituut de testen voor EHDV uit. Het project wordt gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid. Voor meer informatie Voor meer informatie wordt verwezen naar de rest van dit document. Bij vragen kunt u contact op nemen met het DWHC (tel: 030-2537925; email: dwhc@uu.nl). Dutch Wildlife Health Centre Landelijke surveillance bij reeën verzoek om samenwerking 1

1. DWHC Het DWHC (Dutch Wildlife Health Centre) is gehuisvest in de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. Een van de doelen van het DWHC is zich inzetten voor onderzoek naar ziekten bij in het wild levende dieren (voor meer informatie zie de website: www.dwhc.nl). 2. ALGEMEEN Een gezonde reeënpopulatie bevordert evenwichtig beheer en regelmatige afname van voor de consumptie geschikte producten. Om een gezonde populatie te behouden is het van belang nieuwe ziekten en een toename van het aantal gevallen van al aanwezige ziekten (de zogenaamde emerging diseases ) vroegtijdig te onderkennen. Dit kan onder meer door: diagnostische tests op steeksproefsgewijs genomen monsters bij afgeschoten reeën; post-mortaal onderzoek op verdachte gevallen. Jagers en beheerders kunnen hieraan bijdragen door het nemen van monsters en het opmerken en inzenden van verdachte gevallen. 3. DOEL VAN DIT PILOT PROJECT Dit pilot project heeft als doel het opstarten van een nationaal netwerk, dat zich wil inzetten voor het representatief bemonsteren van reeën ten behoeve van surveillance (lees: bewaking) van emerging diseases (of van andere ziekten die een risico kunnen vormen voor wilde dieren, landbouwhuisdieren en de mens). Het ree is hiervoor zeer geschikt, omdat het in ruime aantallen verspreid over geheel Nederland voorkomt en in alle provincies beheerd wordt, waardoor er voldoende dieren beschikbaar kunnen zijn om met een bloedmonster aan het onderzoek mee te doen. De bemonstering zal ten eerste gebruikt worden om inzicht te krijgen in de situatie betreffende Epizootic Hemorrhagic Disease (EHD) in reeën. De veroorzaker van deze ziekte, Epizootic Hemorrhagic Disease Virus (EHDV) is verwant aan blauwtongvirus. Het virus wordt door knutten (kleine aan muggen verwante insecten) overgedragen. EHD werd in 1955 ontdekt toen massale sterfte bij witstaartherten in Amerika optrad. EHD komt ook voor in andere herkauwersoorten. Experimenteel is aangetoond dat ook reeën met EHDV geïnfecteerd kunnen worden (zie bijlage 1 voor meer informatie over EHD). Dutch Wildlife Health Centre Landelijke surveillance bij reeën verzoek om samenwerking 2

Vanwege de recente EHD uitbraken in het Middellandse zee gebied (2006, 2007) en de blauwtong uitbraak in Noordwest Europa (2006-2008) wordt EHD als één van de opkomende dierziekten gezien. EHD is net als Blauwtong een potentieel risico voor alle herkauwers in Noordwest Europa. Er zijn geen aanwijzingen dat EHDV op dit moment al in Noordwest Europa voorkomt. Dit komt mede omdat er nauwelijks onderzoek naar gedaan wordt. Vandaar onze vraag om uw medewerking aan het steekproefsgewijs nemen van bloedmonsters bij reeën in Nederland. Die monsters zullen anoniem getest worden op het al dan niet voorkomen van EHDV. De monsters zullen ook dienen als databank: als op een later tijdstip een andere ziekte de kop opsteekt kan met behulp van deze databank onderzocht worden of de ziekte al eerder aanwezig in Nederland in in het wild levende reeën. Naast de bemonstering is het ook mogelijk om verdachte gevallen door te geven, en dood gevonden of afgeschoten zieke gevallen te laten onderzoeken door het DWHC in Utrecht. Aan dit onderzoek zijn voor de indiener geen onderzoeks- of verzendkosten verbonden. Neemt u wel altijd op voorhand contact op met het DWHC via: 030-2537925 (of 030-2534366). 4. HOE BEPAALD WORDT WAT ER BEMONSTERD WORDT Door de computer wordt steekproefsgewijs het gewenste aantal te bemonsteren dieren getrokken uit het totaal. Voor het totaal is uitgegaan van het totaal aantal getelde reeën in Nederland in 2006. Omdat het totaal aantal getelde reeën in Nederland de som is van het aantal getelde reeën per wildbeheereenheid (WBE), kon ieder nummer vooraf gekoppeld worden aan een werkgebied van een WBE. Zo komt het aantal te nemen monsters per WBE tot stand. Omdat de selectie een loting is, kan het voorkomen dat een WBE buiten de loting valt, of andersom juist gevraagd wordt om relatief veel van het afschot te bemonsteren. Het type monster, het benodigde aantal en deels ook het tijdstip van bemonsteren wordt bepaald door de ziekte waar het onderzoek zich op richt. In dit EHDV pilot project is het plan bloed van totaal 700 reeën te bemonsteren: 500 in december - februari (geiten/kalveren) en 200 in april - mei (bokken). Dutch Wildlife Health Centre Landelijke surveillance bij reeën verzoek om samenwerking 3

5. UITVOERING Eind november *De Faunabeheereenheden (FBE s) krijgen de lijst met het aantal in december - februari te bemonsteren reeën per WBE (totaal 500), en nemen het plan door met jagers/beheerders uit de WBEs. *Het DWHC stuurt het materiaal op aan de betrokken WBEs. December - februari Maart *Bloed van de eerste afgeschoten reeën uit het geiten/kalveren seizoen worden door de betrokken jagers/beheerders bemonsterd (vroeg in het jachtseizoen verhoogd de kans op vinden van virus). Het monster materiaal wordt met het formulier met de door u ingevulde gegevens opgestuurd aan het DWHC (zie instructie details in bijlage 2) *Het DWHC verwerkt het materiaal en slaat het tijdelijk op. *Het Centraal Veterinair Instituut van Wageningen UR begint met het testen van monsters op de aanwezigheid van EHDV. *De FBEs krijgen de 2 de lijst met het aantal in maart - april te bemonsteren reeën per WBE (totaal 200), en nemen het weer door met de WBEs. *Het DWHC stuurt het nodige materiaal op aan de betrokken WBEs. April-mei *Bloed van de eerste afgeschoten reeën uit het bokken seizoen wordt door de betrokken jagers/beheerders bemonsterd. Het monster materiaal wordt met het ingevulde formulier weer opgestuurd aan het DWHC, waar het verwerkt wordt. Zomer *DWHC koppelt de voorlopige resultaten terug naar het veld (individuele inzender en algemeen). Dutch Wildlife Health Centre Landelijke surveillance bij reeën verzoek om samenwerking 4

Bijlage 1 EPIZOOTIC HEMORRHAGIC DISEASE VIRUS INFECTIE De ziekteverwekker De ziekteverwekker is een virus: het epizootic hemorrhagic disease virus (EHDV). Het virus is genetisch nauw verwant met blauwtong virus. Er zijn meerdere varianten (serotypen). Voorkomen Het virus is op de volgende continenten aangetoond: Noord Amerika, Azië, Oceanië, Afrika en recent ook Europa (West Turkije, 2007). Verder zijn er zijn aanwijzingen dat het in Zuid Amerika ook voorkomt. Gevoelige gastheersoorten EHDV infecteert voornamelijk herkauwers. Witstaartherten (Odocoileus virginianus) zijn erg gevoelig, en uitbraken gaan met veel sterfte gepaard. Ook andere herkauwersoorten, zoals het muildierhert (Odocoileus hemionus), de gaffelbok (Antilocapra americana), en het rund, zijn gevoelig. Er zijn geen aanwijzingen dat EHDV gevaarlijk is voor mensen. EHDV is voor zover bekend geen zoönose. Overdracht EHDV wordt net als het blauwtong virus voornamelijk via stekende knutten tussen herkauwers overgedragen. Symptomen Bij gevoelige diersoorten kunnen de volgende symptomen waargenomen worden: verminderde eetlust koorts depressie ademhalingsproblemen afname van melkproductie bij moederdieren oog- en neusuitvloeiing (in acute gevallen bloederig) speekselen roodkleuring, zwelling en ontsteking van neus-, mond- en oogslijmvliezen en van uier en tepels korstvorming op de neusspiegel en de huid zweren in de mond kreupelheid en kroonrandontsteking. Dutch Wildlife Health Centre Landelijke surveillance bij reeën verzoek om samenwerking 5

In acute gevallen kan er ook bloederige diarree zijn, en treedt de dood snel in (binnen 48 uur). In chronische gevallen ziet men vaak zweren in de mond en hoefbevangenheid. Bij EDHV serotype 2 infectie kunnen dieren moeite hebben met slikken, en kan daardoor verslikking, uitdroging, vermagering, en longontsteking optreden. Ontstaanswijze symptomen De symptomen ontstaan omdat het virus de cellen van bloedvaten infecteert en ze kapot maakt, waardoor bloedingen, thrombosis en afsterven van weefsel ontstaan. Immuniteit Enkele dagen na infectie ontwikkelen gevoelige dieren afweerstoffen. Dieren die een EHDV infectie overleven zijn langdurig beschermd tegen ziekte bij herinfectie met hetzelfde serotype. Moederdieren kunnen afweerstoffen over dragen aan het kalf, de zogenaamde maternale antilichamen. Bij witstaartherten kunnen kalveren zo de eerste 4 tot 5 maanden van hun leven beschermd zijn tegen infectie met de serotypes waar hun moeder afweerstoffen tegen had. Diagnostiek In Nederland kan EHDV genetisch materiaal door middel van een test (RT-PCR, reverse transcription polymerase chain reaction) in bloed aan getoond worden. Een commerciële test voor aanwezigheid van afweerstoffen tegen EHDV in bloed plasma is in ontwikkeling. Dutch Wildlife Health Centre Landelijke surveillance bij reeën verzoek om samenwerking 6

Bijlage 2 INSTRUCTIE DETAILS Materiaal Bloed wordt genomen met een monovette. Een monovette kan je zien als een buis met een dop aan de bovenkant en een zuiger aan de onderkant (zie n 1 op foto). De zuiger kan na het opzuigen van bloed afgebroken worden, zodat er een buis overblijft. Per ree wordt geleverd: - 2 kleine monovettes met rode dop (EDTA, 2.7 ml) en - 1 grote monovette met bruine dop (Serum-gel, 9 ml). - handschoenen - inpakmateriaal met een gefrankeerde envelop (zie n 2 t/m 5 op foto). Nummer 2 vangt vocht op, mocht bv per ongeluk de dop los komen te zitten. Dutch Wildlife Health Centre Landelijke surveillance bij reeën verzoek om samenwerking 7

Bloedmonstername Bloed kan genomen worden: - uit het hart en aangrenzende grote bloedvaten - uit de okselholte of liesholte na het doorsnijden van de vaten daar. Eventueel kan ook het bloederige vocht dat in de borstholte is gesijpeld bemonsterd worden, maar over het algemeen geldt dat bloed direct uit het vat minder verontreinigd is en meer betrouwbare testuitslagen geeft. Eerst de twee kleine rode monovettes vullen. U neemt het dopje van de monovette af en zuigt het bloed op tot de buis vol is. U doet het dopje er weer goed op, breekt de steel af, en HEEL BELANGRIJK zwenk (niet schudden) het een keer of 10 heen en weer. Door te zwenken mengt het stofje dat er voor zorgt dat het bloed niet stolt zich goed met het bloed. Daarna, als er nog bloed is, de grote bruine monovette vullen. Deze niet schudden of zwenken. Wanneer mogelijk de buis goed vullen, want dan schudt het bloed minder tijdens transport (bij schudden is de kans dat bloed cellen kapot gaan groter en kan ook invloed hebben op de betrouwbaarheid van tests). Soms valt er weinig bloed te halen. In dat geval is het belangrijkste tenminste een van de rode monovettes te vullen. Monster verpakken en verzenden De buitenkant van de monovette is mogelijk in aanraking geweest met het dier of besmeurd met wat bloed. Hoewel het in de meeste gevallen een gezond dier was en het vlees voor consumptie geschikt is, moet volgens de postwet de buitenkant van de monovette voor opsturen met de post behandeld worden als zijnde besmet. Het is ook belangrijk om later nooit het verwijt te krijgen dat door het onderzoek bepaalde ziektes werden verspreid in Nederland. Als volgens de ondestaande methode wordt gewerkt is voldaan aan alle eisen en mag het veilig in de post verstuurd worden. Als u alleen bent trekt u nu de rubber handschoenen binnenstebuiten uit en legt ze naast de enveloppes. Vervolgens trekt u nu een nieuw paar handschoenen aan. De ene hand is vanaf nu te beschouwen als besmet, en andere als schoon. Met de besmette hand pakt u de monovettes op, met de schone houdt u verpakkings materiaal n 2, open en schuift u een monovette in ieder van de drie vakjes in. U trekt de nu ook besmette handschoen binnenstebuiten uit. U stopt het opgerolde verpakkings materiaal n 2 in de plastic zak (verpakkingsmateriaal n 3). U kunt ook alle binnenstebuiten getrokken handschoenen erbij in doen, als dat voor u praktisch is. Vervolgens verzegelt u de plastic zak (sluiting goed Dutch Wildlife Health Centre Landelijke surveillance bij reeën verzoek om samenwerking 8

dichtdrukken, nu kan er niets meer uitlekken. Daarna het geheel eerst in de papieren envelop (verpakkingsmateriaal n 4) stoppen. Op het in te vullen formulier staan allereerst de naam van de WBE, het wildmerknummer van het ree, en de locatie waar het bloed genomen is (hart en grote bloedvaten/oksel/lies/borstholte). Naam en telefoonnummer van de schutter zijn ook belangrijk (om eventueel contact op te nemen voor meer details). De overige registratie gegevens (datum van afschot, locatie van afschot, geslacht, geschatte leeftijdscategorie, conditie, ontweid gewicht, dracht indien van toepassing, en of het dier ziek leek of niet) worden vervolgens ook op het formulier ingevuld. De gegevens blijven op niveau van het DWHC. Het CVI test de monsters anoniem. Envelop No.4 gaat nu samen met het ingevulde formulier in de gefrankeerde envelop (verpakkingsmateriaal n 5), en kan gepost worden. Dutch Wildlife Health Centre Landelijke surveillance bij reeën verzoek om samenwerking 9